mp:Draft Implementatiehandleiding Medicatieverificatie MGB

Aan deze pagina wordt momenteel gewerkt.

1 Inleiding

Deze pagina biedt een beschrijving van verschillende scenario’s voor het gebruik van de bouwstenen MA, TA en MGB, behorende bij stap 4 ‘Verificatie en gebruiken’. Zie het functioneel ontwerp voor alle uitleg over stoppen, wijzigen en staken van bouwstenen. De informatie op deze pagina is primair bedoeld voor softwareleveranciers ter ondersteuning bij de implementatie. Elk scenario bevat een algemene omschrijving op de werking van de Gebruiksperiode, relaties, VolgensAfspraakIndicator, GebruikIndicator en StopTypes binnen dezelfde MBH. Dit wordt grafisch weergegeven in tabellen, met onderstaande legenda:

	Moment van vastleggen
	(T)MA
	stop-MA
	TA
	MGB

Ter verduidelijking: wanneer op deze pagina grafisch een grens "tot t=11" wordt getoond, betekent dit: tot en met t=10.

2 MA & MGB scenario's

2.1 Scenario 1: Verifiëren Medicatieafspraak na Gebruiksperiode

MA1 loopt van t=0 tot t=11. Op t=12 wordt MGB1 vastgelegd met verwijzing naar MA1 in RelatieMedicatieafspraak. MGB1 is volgens afspraak ingenomen. MA1 heeft meteen al een eindDatumTijd meegekregen dus StopType wordt niet ingevuld. De Gebruiksperiode van MGB1 komt overeen met de periode uit MA1.

Grafische weergave scenario 1

ID	startDatumTijd	RelatieMedicatieafspraak	VolgensAfspraakIndicator	StopType	GebruikIndicator
						t =	0	1	2	3	4	5	6	7	8	9	10	11	12
MA1	t=0
MGB1	t=0	MA1	ja		ja

2.2 Scenario 2: Verifiëren Medicatieafspraak voor onbepaalde duur tijdens Gebruiksperiode

De medicatieafspraak (MA1) start op t=0 en betreft medicatie voor onbepaalde duur. Op t=5 wordt een MGB1 bouwsteen vastgelegd met verwijzing naar MA1 in RelatieMedicatieafspraak. MGB1 is volgens afspraak ingenomen en de Gebruiksperiode komt overeen met de periode uit MA1. Er zijn twee mogelijke manieren om de Gebruiksperiode in MGB1 vast te leggen:

2a: Vastlegging van de MGB1 vanaf t=0 zonder einddatum, omdat de patiënt de intentie heeft het medicijn langdurig te blijven gebruiken.

Grafische weergave scenario 2a

ID	startDatumTijd	RelatieMedicatieafspraak	VolgensAfspraakIndicator	StopType	GebruikIndicator
						t =	0	1	2	3	4	5	6	7	8	9	10	11	12	...
MA1	t=0
MGB1	t=0	MA1	ja		ja

2b: Vastlegging van de MGB1 van t=0 tot en met t=5.

Grafische weergave scenario 2b

ID	startDatumTijd	RelatieMedicatieafspraak	VolgensAfspraakIndicator	StopType	GebruikIndicator
						t =	0	1	2	3	4	5	6	7	8	9	10	11	12	...
MA1	t=0
MGB1	t=0	MA1	ja		ja

Aandachtspunt scenario 2

Zorgverleners kunnen bij het vastleggen van een MGB kiezen voor zowel scenario 2a als 2b. Als er een nieuwe MGB2 zou volgen op de bestaande MGB1 dan is het belangrijk dat eerst de RegistratieDatumTijd geraadpleegd wordt. De zorgverlener beoordeelt op basis van deze RegistratieDatumTijd of er recent een registratie is gedaan. Op basis hiervan kan besloten worden of het nodig is om MGB2 vast te leggen.

2.3 Scenario 3: Gedeeltelijk niet volgens afspraak, daarna wel

MA1 loopt van t=0 tot t=11. Op t=12 wordt medicatieverificatie met de patiënt uitgevoerd. De patiënt geeft daarbij aan dat tot t=5 de medicatie niet volledig is ingenomen maar daarna wel volgens afspraak is gebruikt.

Grafische weergave scenario 3

ID	startDatumTijd	RelatieMedicatieafspraak	VolgensAfspraakIndicator	StopType	GebruikIndicator
						t =	0	1	2	3	4	5	6	7	8	9	10	11	12
MA1	t=0
MGB1	t=0	MA1	nee		ja
MGB2	t=5	MA1	ja/nee (inschatting zorgverlener)		ja

Aandachtspunt scenario 3

In bovenstaand scenario zijn beide MGB's vastgelegd maar de zorgverlener mag er ook voor kiezen om één van de twee MGB's vast te leggen. De zorgverlener kan in dit scenario zelf beslissen wat belangrijker is: de periode waarin de patiënt niet volgens afspraak heeft gebruikt of de periode daarna waarin hij dat juist wel heeft gedaan. Dit minimaliseert de administratieve last en bevat de voor de zorgverlener belangrijkste informatie. Wanneer gekozen wordt om alleen MGB2 vast te leggen is het aan de zorgverlener om te bepalen of dit “volgens afspraak” is.

2.4 Scenario 4: Gehele periode niet gebruikt

MA1 loopt van t=0 tot t=11. Op t=12 meldt de patiënt dat de medicatie gedurende de volledige periode niet is ingenomen (MGB1). Voor het vastleggen van het niet gebruiken van de patiënt zijn twee opties. In beide gevallen wordt vastgelegd dat de patiënt de medicatie niet heeft ingenomen, en wordt de GebruikIndicator op 'nee' gezet.

4a: Zonder StopType vastleggen.

Grafische weergave scenario 4a

ID	startDatumTijd	RelatieMedicatieafspraak	VolgensAfspraakIndicator	StopType	GebruikIndicator
						t =	0	1	2	3	4	5	6	7	8	9	10	11	12
MA1	t=0
MGB1	t=0	MA1	nee		nee

4b: Met StopType 'stopgezet' vastleggen.

Grafische weergave scenario 4b

ID	startDatumTijd	RelatieMedicatieafspraak	VolgensAfspraakIndicator	StopType	GebruikIndicator
						t =	0	1	2	3	4	5	6	7	8	9	10	11	12
MA1	t=0
MGB1	t=0	MA1	nee	stopgezet	nee

Aandachtspunt 4

Leveranciers mogen zelf bepalen hoe ze dit scenario implementeren. Het moet wel duidelijk zijn dat dat de patiënt de medicatie gedurende de hele periode niet heeft ingenomen, en er dus ook nooit mee gestart is.

2.5 Scenario 5: Medicatie wordt gestopt door stop-MA

MA1 loopt van t=0 tot t=11. Op t=5 wordt een stop-MA2 vastgelegd vanwege bijvoorbeeld een allergische reactie, waarbij de patiënt direct moet stoppen. Op t=7 wordt het medicatiegebruik vastgelegd (MGB1) en wordt gecontroleerd of de patiënt inderdaad is gestopt. MGB1 verwijst naar stop-MA2, waarbij is vastgelegd dat de gebruiksindicator op 'nee' staat en het StopType 'stopgezet' is.

Grafische weergave scenario 5

ID	startDatumTijd	RelatieMedicatieafspraak	VolgensAfspraakIndicator	StopType	GebruikIndicator
						t =	0	1	2	3	4	5	6	7	8	9	10	11	12
MA1	t=0
stop-MA2	t=0	MA1		stopgezet
MGB1	t=5	stop-MA2	ja	stopgezet	nee

Aandachtspunt scenario 5

MGB1 moet verwijzen naar stop-MA2. Leveranciers hebben de vrijheid om de eindDatumTijd in de MGB1 te plaatsen. De software moet wel in staat zijn om gestopte MGB's zonder eindDatumTijd correct weer te geven.

2.6 Scenario 6: Medicatie wordt gestopt door toekomstige stop-MA

MA1 loopt van t=0 tot t=11. De voorschrijver besluit op t=3 dat de medicatie op t=5 moet worden gestopt (stop-MA2). Op t=4 wordt MGB1 vastgelegd die verwijst naar stop-MA2.

Grafische weergave scenario 6

ID	startDatumTijd	RelatieMedicatieafspraak	VolgensAfspraakIndicator	StopType	GebruikIndicator
						t =	0	1	2	3	4	5	6	7	8	9	10	11	12
MA1	t=0
stop-MA2	t=0	MA1		stopgezet
MGB1	t=0	stop-MA2	ja		ja

Aandachtspunt scenario 6

MGB1 moet verwijzen naar stop-MA2, omdat dit de geldige medicatieafspraak is.

2.7 Scenario 7: Wijzigen Medicatieafspraak verifiëren

MA1 loopt van t=0 tot t=11. Op t=2 wordt een MGB1 vastgelegd met verwijzing naar MA1 in RelatieMedicatieafspraak. Op t=3 wordt de MA1 gewijzigd door een aanpassing in de dosering (stop-MA2 en MA3). Hierdoor is MGB1 niet meer geldig. MGB2 wordt twee dagen later vastgelegd met verwijzing naar MA3 in RelatieMedicatieafspraak.

Grafische weergave scenario 7

ID	startDatumTijd	RelatieMedicatieafspraak	VolgensAfspraakIndicator	StopType	GebruikIndicator
						t =	0	1	2	3	4	5	6	7	8	9	10	11	12
MA1	t=0
MGB1	t=0	MA1	ja		ja
stop-MA2	t=0	MA1		stopgezet
MA3	t=3	MA1
MGB2	t=3	MA3	ja		ja

2.8 Scenario 8: Toekomstige en huidige bouwstenen verifiëren

MA1 loopt van t=0 tot t=5. Op t=2 wordt een MGB1 vastgelegd. Op t=3 wordt een toekomstige medicatieafspraak (TMA2) vastgelegd, zonder overlap met MA1. Hierdoor wordt MGB1 ongeldig en wordt MGB2 vastgelegd.

Grafische weergave scenario 8

ID	startDatumTijd	RelatieMedicatieafspraak	VolgensAfspraakIndicator	StopType	GebruikIndicator
						t =	0	1	2	3	4	5	6	7	8	9	10	11	12
MA1	t=0
MGB1	t=0	MA1	ja		ja
TMA2	t=6
MGB2	t=0	MA1	ja		ja

Aandachtspunt scenario 8

Elke nieuwe vastlegging van een MA, TA of MGB maakt de eerdere MGB ongeldig. Dit moet duidelijk zichtbaar zijn voor de gebruikers. Tijdens de kickstart zal worden beoordeeld hoe gebruikers dit scenario ervaren.

3 TA & MGB scenario's

3.1 Scenario 1: Verifiëren met Toedieningsafpraak

MA1 loopt van t=0 tot t=11. De verstrekker legt voor dezelfde Gebruiksperiode een TA1 vast. Op t=11 wordt MGB1 vastgelegd met verwijzing naar TA1 in RelatieToedieningsafspraak.

Grafische weergave scenario 1

ID	startDatumTijd	RelatieMedicatieafspraak	RelatieToedieningsafspraak	StopType
					t =	0	1	2	3	4	5	6	7	8	9	10	11	12
MA1	t=0
TA1	t=0	MA1
MGB1	t=0		TA1

Aandachtspunt scenario 1

Als een geldige TA beschikbaar is dan heeft het de voorkeur om met de MGB een relatie te leggen naar de TA omdat deze bouwsteen specifiekere en accuratere informatie bevat dan de MA.

3.2 Scenario 2: Verifiëren met parallelle Toedieningsafspraken

MA1 loopt van t=0 tot t=11. De verstrekker legt twee parallelle toedienafspraken (TA1 en TA2) vast voor dezelfde periode. Op t=11 wordt MGB1 vastgelegd. Een MGB kan aan één TA of MA worden gekoppeld.

Grafische weergave scenario 2

ID	startDatumTijd	RelatieMedicatieafspraak	RelatieToedieningsafspraak	StopType
					t =	0	1	2	3	4	5	6	7	8	9	10	11	12
MA1	t=0
TA1	t=0	MA1
TA2	t=0	MA1
MGB1	t=0		TA1

Aandachtspunt scenario 2

Wanneer er sprake is van parallelle toedieningsafspraken én de MGB wordt vastgelegd behorende bij een TA, overrulet dit medicatiegebruik alle oudere vastleggingen van het medicatiegebruik behalve MGB’s die behoren bij de andere parallelle TA's.

3.3 Scenario 3: Verifiëren Toedieningsafspraak wanneer de Gebruiksperiode van de Toedieningsafspraak afwijkt van de Medicatieafspraak

MA1 loopt van t=0 tot t=11. De patiënt haalt de medicatie een dag later op bij de apotheek, waardoor de TA1 van t=1 tot t=12 loopt. Op t=12 wordt MGB1 vastgelegd met verwijzing naar TA1 in RelatieToedieningsafspraak.

Grafische weergave scenario 3

ID	startDatumTijd	RelatieMedicatieafspraak	RelatieToedieningsafspraak	StopType	VolgensAfspraakIndicator
						t =	0	1	2	3	4	5	6	7	8	9	10	11	12
MA1	t=0
TA1	t=1	MA1
MGB1	t=1		TA1		ja

3.4 Scenario 4: Verifiëren Medicatieafspraak daarna verifiëren Toedieningsafspraak

MA1 loopt van t=0 tot t=11. De verstrekker legt een TA1 vast voor dezelfde Gebruiksperiode. Op t=4 wordt MGB1 volgens afspraak vastgelegd voor de periode van t=0 tot t=4. Op t=11 wordt opnieuw medicatiegebruik (MGB2) vastgelegd voor de periode van t=4 tot t=11 waarin wordt vastgelegd dat het middel niet volgens afspraak is gebruikt.

Grafische weergave scenario 4

ID	startDatumTijd	RelatieMedicatieafspraak	RelatieToedieningsafspraak	StopType	VolgensAfspraakIndicator
						t =	0	1	2	3	4	5	6	7	8	9	10	11	12
MA1	t=0
TA1	t=0	MA1
MGB1	t=0		TA1		ja
MGB2	t=4		TA1		nee

Aandachtspunt scenario 4

Als een middel voor een periode volgens afspraak is gebruikt en een periode niet volgens afspraak dan heeft het de voorkeur om in MGB1 en MGB2 afzonderlijke periodes vast te leggen. In één MGB is niet eenduidig vast te leggen of een middel gedeeltelijk wel en gedeeltelijk niet volgens afspraak is gebruikt.