WorkflowMGB: verschil tussen versies
(Nieuwe pagina aangemaakt met '__NUMBEREDHEADINGS__ {{DISPLAYTITLE: Workflow MGB}} {{IssueBox|'''<big>Aan deze pagina wordt momenteel gewerkt. </big>'''}} =Inleiding= Deze pagina biedt een besc...') |
(→Inleiding) |
||
Regel 6: | Regel 6: | ||
=Inleiding= | =Inleiding= | ||
Deze pagina biedt een beschrijving van verschillende scenario’s voor het gebruik van de bouwstenen MGB, TA en MA binnen het proces ‘Ter hand stellen’. De informatie is primair bedoeld voor softwareleveranciers ter ondersteuning bij de implementatie. Elk scenario bevat een algemene omschrijving op de werking van de gebruiksperiode, relaties en stoptypes binnen dezelfde MBH. Dit wordt grafisch weergegeven in tabellen, waarvoor onderstaande legenda is vastgesteld: | Deze pagina biedt een beschrijving van verschillende scenario’s voor het gebruik van de bouwstenen MGB, TA en MA binnen het proces ‘Ter hand stellen’. De informatie is primair bedoeld voor softwareleveranciers ter ondersteuning bij de implementatie. Elk scenario bevat een algemene omschrijving op de werking van de gebruiksperiode, relaties en stoptypes binnen dezelfde MBH. Dit wordt grafisch weergegeven in tabellen, waarvoor onderstaande legenda is vastgesteld: | ||
+ | |||
+ | =MA & MGB scenario's= | ||
+ | |||
+ | |||
+ | ==Scenario 1: verifiëren MA na gebruiksperiode== | ||
+ | De medicatieafspraak (MA1) loopt van t=0 tot t=11. Op t=12 wordt een medicatiegebruikbericht (MGB) geregistreerd, met MA1 als referentie. Het medicatiegebruik is conform de afspraak ingenomen; er is geen stoptype ingevuld en de gebruiksperiode komt overeen met de periode uit MA1. | ||
+ | |||
+ | '''Grafische weergave scenario 1''' | ||
+ | |||
+ | ==Scenario 2: verifiëren chronische MA tijdens gebruikersperiode == | ||
+ | De medicatieafspraak (MA1) start op t=0 en betreft chronisch gebruik. Op t=5 wordt een medicatiegebruik (MGB) bouwsteen geregistreerd met MA1 als referentie. Het medicatiegebruik is conform afspraak ingenomen, en de gebruiksperiode komt overeen met de periode uit MA1. Er zijn twee mogelijke manieren om de gebruiksperiode in MGB1 te registreren: | ||
+ | |||
+ | 2a: Registratie vanaf t=0 zonder einddatum, omdat de patiënt de intentie heeft het medicijn langdurig te blijven gebruiken. | ||
+ | |||
+ | 2b: Registratie van het gebruik van t=0 tot en met t=5. | ||
+ | |||
+ | '''Grafische weergave scenario 2''' | ||
+ | |||
+ | '''Besluit omtrent scenario 2''' | ||
+ | Tijdens de werksessie is er geen consensus bereikt over welk subscenario de voorkeur verdient. Beide opties (2a en 2b) hebben voor- en nadelen. Gebruikers kunnen vrij kiezen om bij de registratie van het MGB zowel scenario 2a als 2b toe te passen. Het is belangrijk dat eindgebruikers de registratiedatum gebruiken om te bepalen of zij een nieuwe MGB willen vastleggen. Indien nodig, kunnen gebruikers zelf beslissen om een nieuwe MGB vastleggen. | ||
+ | |||
+ | ==Scenario 3: verifiëren chronische MA tijdens gebruikersperiode == | ||
+ | Een medicatieafspraak is ingesteld van t=0 tot t=11. Op t=12 wordt een medicatieverificatie bij de patiënt uitgevoerd. De patiënt geeft aan dat tot t=5 de medicatie niet volledig is ingenomen (MGB1). Vanaf t=6 is de medicatie wel volgens afspraak ingenomen (MGB2). | ||
+ | |||
+ | '''Grafische weergave scenario 3''' | ||
+ | |||
+ | '''Besluit omtrent scenario 3''' | ||
+ | Tijdens de werksessie is overeengekomen dat het voldoende is één van de twee MGB's vast te leggen. De zorgverlener kan in dit scenario zelf beslissen welke belangrijker is; het gedeelte waar de patiënt niet volgens afspraak heeft gebruikt of de periode waarin de patiënt wel volgens afspraak heeft gebruikt. Dit minimaliseert de administratieve last en bevat de belangrijkste informatie. Het blijft wel mogelijk om de volledige periode vast te leggen indien nodig. Wanneer er in bovenstaand scenario wordt gekozen om bijvoorbeeld alleen de MGB2 vast te leggen is het aan de eindgebruiker om te bepalen of deze “volgens afspraak” is. | ||
+ | |||
+ | ==Scenario 4: verifiëren chronische MA tijdens gebruikersperiode == | ||
+ | Er is een medicatieafspraak van t=0 tot t=11. Op t=12 meldt de patiënt dat de medicatie gedurende de volledige periode niet is ingenomen (MGB1). Voor het vastleggen van het niet gebruiken van de patiënt zijn twee opties: | ||
+ | |||
+ | 4a: Zonder stoptype registreren. | ||
+ | |||
+ | 4b: Met stoptype "stopgezet" registreren. | ||
+ | In beide gevallen wordt vastgelegd dat de patiënt de medicatie niet heeft ingenomen, en wordt de gebruiksindicator op 'nee' gezet. | ||
+ | |||
+ | '''Grafische weergave scenario 4''' | ||
+ | |||
+ | '''Besluit omtrent scenario 4''' | ||
+ | De werksessie besluit dat leveranciers zelf mogen bepalen hoe ze dit scenario implementeren, mits duidelijk is dat de medicatie gedurende de gehele periode niet is ingenomen door de patiënt. Het kan nodig zijn om het verschil tussen ‘niet gebruikt’ en ‘gestopt’ aan te geven omdat ‘gestopt’ impliceert dat er ooit is gestart met de medicatie. | ||
+ | |||
+ | ==Scenario 5: verifiëren chronische MA tijdens gebruikersperiode == | ||
+ | De medicatieafspraak loopt van t=0 tot t=11 (MA1). Op t=5 wordt een stop-MA (Stop-MA2) vastgelegd vanwege bijvoorbeeld een allergische reactie, waarbij de patiënt direct moet stoppen. Op t=7 wordt het medicatiegebruik vastgelegd (MGB1) en gecontroleerd of de patiënt inderdaad is gestopt. In dit MGB wordt verwezen naar Stop-MA2, waarbij is vastgelegd dat de gebruiksindicator op 'nee' staat en het stoptype 'stopgezet' is. | ||
+ | |||
+ | '''Grafische weergave scenario 5''' | ||
+ | |||
+ | '''Besluit omtrent scenario 5''' | ||
+ | Er is afgesproken dat de verwijzing van MGB1 naar stop-MA2 gaat. Verder is er geen consensus bereikt over de gebruiksperiode van de MGB1 in dit scenario. Leveranciers hebben de vrijheid om dit naar eigen inzicht de einddatum van deze MGB te bepalen. De software moet wel in staat zijn om gestopte MGB's zonder einddatum correct weer te geven. | ||
+ | |||
+ | ==Scenario 6: verifiëren chronische MA tijdens gebruikersperiode == | ||
+ | De medicatieafspraak loopt van t=0 tot t=11 (MA1). De voorschrijver besluit op t=3 dat de medicatie op t=5 moet worden gestopt (stop-MA2). Op t=4 wordt MGB1 vastgelegd, dat kan verwijzen naar zowel MA1 als stop-MA2, aangezien beide afspraken op dat moment geldig zijn. | ||
+ | |||
+ | '''Grafische weergave scenario 6''' | ||
+ | |||
+ | '''Besluit omtrent scenario 6''' | ||
+ | Binnen de werksessie is besloten dat MGB1 verwijst naar stop-MA2, omdat dit de geldende medicatieafspraak is. | ||
+ | |||
+ | ==Scenario 7: verifiëren chronische MA tijdens gebruikersperiode == | ||
+ | De medicatieafspraak loopt van t=0 tot t=11 (MA1). Op t=2 wordt een medicatiegebruik (MGB1) geregistreerd met MA1 als referentie. Op t=3 wordt de medicatieafspraak gewijzigd, bijvoorbeeld door een aanpassing in dosering (stop-MA2 en MA3). Hierdoor is MGB1 niet meer geldig en moet MGB2 worden geregistreerd met MA3 als referentie. | ||
+ | |||
+ | '''Grafische weergave scenario 7''' | ||
+ | |||
+ | ==Scenario 8: verifiëren chronische MA tijdens gebruikersperiode == | ||
+ | De medicatieafspraak loopt van t=0 tot t=5 (MA1). Op t=2 wordt het medicatiegebruik (MGB1) geregistreerd. Op t=3 wordt een toekomstige medicatieafspraak (MA2) vastgelegd, zonder overlap met MA1. Door deze wijziging is MGB1 ongeldig en moet MGB2 worden vastgelegd. | ||
+ | |||
+ | '''Grafische weergave scenario 8''' | ||
+ | |||
+ | '''Besluit omtrent scenario 8''' | ||
+ | Er is besloten dat de elke nieuw registratie van een MA,TA of MGB de eerdere MGB ongeldig maakt. Dit moet duidelijk zichtbaar zijn voor de eindgebruikers. Tijdens de kickstart zal worden beoordeeld hoe eindgebruikers dit scenario ervaren. | ||
+ | |||
+ | =TA & MGB scenario's= |
Versie van 15 mrt 2025 om 22:20
Aan deze pagina wordt momenteel gewerkt. |
Inhoud
[verbergen]- 1 Inleiding
- 2 MA & MGB scenario's
- 2.1 Scenario 1: verifiëren MA na gebruiksperiode
- 2.2 Scenario 2: verifiëren chronische MA tijdens gebruikersperiode
- 2.3 Scenario 3: verifiëren chronische MA tijdens gebruikersperiode
- 2.4 Scenario 4: verifiëren chronische MA tijdens gebruikersperiode
- 2.5 Scenario 5: verifiëren chronische MA tijdens gebruikersperiode
- 2.6 Scenario 6: verifiëren chronische MA tijdens gebruikersperiode
- 2.7 Scenario 7: verifiëren chronische MA tijdens gebruikersperiode
- 2.8 Scenario 8: verifiëren chronische MA tijdens gebruikersperiode
- 3 TA & MGB scenario's
1 Inleiding
Deze pagina biedt een beschrijving van verschillende scenario’s voor het gebruik van de bouwstenen MGB, TA en MA binnen het proces ‘Ter hand stellen’. De informatie is primair bedoeld voor softwareleveranciers ter ondersteuning bij de implementatie. Elk scenario bevat een algemene omschrijving op de werking van de gebruiksperiode, relaties en stoptypes binnen dezelfde MBH. Dit wordt grafisch weergegeven in tabellen, waarvoor onderstaande legenda is vastgesteld:
2 MA & MGB scenario's
2.1 Scenario 1: verifiëren MA na gebruiksperiode
De medicatieafspraak (MA1) loopt van t=0 tot t=11. Op t=12 wordt een medicatiegebruikbericht (MGB) geregistreerd, met MA1 als referentie. Het medicatiegebruik is conform de afspraak ingenomen; er is geen stoptype ingevuld en de gebruiksperiode komt overeen met de periode uit MA1.
Grafische weergave scenario 1
2.2 Scenario 2: verifiëren chronische MA tijdens gebruikersperiode
De medicatieafspraak (MA1) start op t=0 en betreft chronisch gebruik. Op t=5 wordt een medicatiegebruik (MGB) bouwsteen geregistreerd met MA1 als referentie. Het medicatiegebruik is conform afspraak ingenomen, en de gebruiksperiode komt overeen met de periode uit MA1. Er zijn twee mogelijke manieren om de gebruiksperiode in MGB1 te registreren:
2a: Registratie vanaf t=0 zonder einddatum, omdat de patiënt de intentie heeft het medicijn langdurig te blijven gebruiken.
2b: Registratie van het gebruik van t=0 tot en met t=5.
Grafische weergave scenario 2
Besluit omtrent scenario 2 Tijdens de werksessie is er geen consensus bereikt over welk subscenario de voorkeur verdient. Beide opties (2a en 2b) hebben voor- en nadelen. Gebruikers kunnen vrij kiezen om bij de registratie van het MGB zowel scenario 2a als 2b toe te passen. Het is belangrijk dat eindgebruikers de registratiedatum gebruiken om te bepalen of zij een nieuwe MGB willen vastleggen. Indien nodig, kunnen gebruikers zelf beslissen om een nieuwe MGB vastleggen.
2.3 Scenario 3: verifiëren chronische MA tijdens gebruikersperiode
Een medicatieafspraak is ingesteld van t=0 tot t=11. Op t=12 wordt een medicatieverificatie bij de patiënt uitgevoerd. De patiënt geeft aan dat tot t=5 de medicatie niet volledig is ingenomen (MGB1). Vanaf t=6 is de medicatie wel volgens afspraak ingenomen (MGB2).
Grafische weergave scenario 3
Besluit omtrent scenario 3 Tijdens de werksessie is overeengekomen dat het voldoende is één van de twee MGB's vast te leggen. De zorgverlener kan in dit scenario zelf beslissen welke belangrijker is; het gedeelte waar de patiënt niet volgens afspraak heeft gebruikt of de periode waarin de patiënt wel volgens afspraak heeft gebruikt. Dit minimaliseert de administratieve last en bevat de belangrijkste informatie. Het blijft wel mogelijk om de volledige periode vast te leggen indien nodig. Wanneer er in bovenstaand scenario wordt gekozen om bijvoorbeeld alleen de MGB2 vast te leggen is het aan de eindgebruiker om te bepalen of deze “volgens afspraak” is.
2.4 Scenario 4: verifiëren chronische MA tijdens gebruikersperiode
Er is een medicatieafspraak van t=0 tot t=11. Op t=12 meldt de patiënt dat de medicatie gedurende de volledige periode niet is ingenomen (MGB1). Voor het vastleggen van het niet gebruiken van de patiënt zijn twee opties:
4a: Zonder stoptype registreren.
4b: Met stoptype "stopgezet" registreren. In beide gevallen wordt vastgelegd dat de patiënt de medicatie niet heeft ingenomen, en wordt de gebruiksindicator op 'nee' gezet.
Grafische weergave scenario 4
Besluit omtrent scenario 4 De werksessie besluit dat leveranciers zelf mogen bepalen hoe ze dit scenario implementeren, mits duidelijk is dat de medicatie gedurende de gehele periode niet is ingenomen door de patiënt. Het kan nodig zijn om het verschil tussen ‘niet gebruikt’ en ‘gestopt’ aan te geven omdat ‘gestopt’ impliceert dat er ooit is gestart met de medicatie.
2.5 Scenario 5: verifiëren chronische MA tijdens gebruikersperiode
De medicatieafspraak loopt van t=0 tot t=11 (MA1). Op t=5 wordt een stop-MA (Stop-MA2) vastgelegd vanwege bijvoorbeeld een allergische reactie, waarbij de patiënt direct moet stoppen. Op t=7 wordt het medicatiegebruik vastgelegd (MGB1) en gecontroleerd of de patiënt inderdaad is gestopt. In dit MGB wordt verwezen naar Stop-MA2, waarbij is vastgelegd dat de gebruiksindicator op 'nee' staat en het stoptype 'stopgezet' is.
Grafische weergave scenario 5
Besluit omtrent scenario 5 Er is afgesproken dat de verwijzing van MGB1 naar stop-MA2 gaat. Verder is er geen consensus bereikt over de gebruiksperiode van de MGB1 in dit scenario. Leveranciers hebben de vrijheid om dit naar eigen inzicht de einddatum van deze MGB te bepalen. De software moet wel in staat zijn om gestopte MGB's zonder einddatum correct weer te geven.
2.6 Scenario 6: verifiëren chronische MA tijdens gebruikersperiode
De medicatieafspraak loopt van t=0 tot t=11 (MA1). De voorschrijver besluit op t=3 dat de medicatie op t=5 moet worden gestopt (stop-MA2). Op t=4 wordt MGB1 vastgelegd, dat kan verwijzen naar zowel MA1 als stop-MA2, aangezien beide afspraken op dat moment geldig zijn.
Grafische weergave scenario 6
Besluit omtrent scenario 6 Binnen de werksessie is besloten dat MGB1 verwijst naar stop-MA2, omdat dit de geldende medicatieafspraak is.
2.7 Scenario 7: verifiëren chronische MA tijdens gebruikersperiode
De medicatieafspraak loopt van t=0 tot t=11 (MA1). Op t=2 wordt een medicatiegebruik (MGB1) geregistreerd met MA1 als referentie. Op t=3 wordt de medicatieafspraak gewijzigd, bijvoorbeeld door een aanpassing in dosering (stop-MA2 en MA3). Hierdoor is MGB1 niet meer geldig en moet MGB2 worden geregistreerd met MA3 als referentie.
Grafische weergave scenario 7
2.8 Scenario 8: verifiëren chronische MA tijdens gebruikersperiode
De medicatieafspraak loopt van t=0 tot t=5 (MA1). Op t=2 wordt het medicatiegebruik (MGB1) geregistreerd. Op t=3 wordt een toekomstige medicatieafspraak (MA2) vastgelegd, zonder overlap met MA1. Door deze wijziging is MGB1 ongeldig en moet MGB2 worden vastgelegd.
Grafische weergave scenario 8
Besluit omtrent scenario 8 Er is besloten dat de elke nieuw registratie van een MA,TA of MGB de eerdere MGB ongeldig maakt. Dit moet duidelijk zichtbaar zijn voor de eindgebruikers. Tijdens de kickstart zal worden beoordeeld hoe eindgebruikers dit scenario ervaren.