mp:Kickstart Workflow Intravenous Therapy: verschil tussen versies

Uit informatiestandaarden
Ga naar: navigatie, zoeken
k
(deels vertaald)
Regel 1: Regel 1:
{{DISPLAYTITLE: Workflow and Scope for Infusion Therapy during the Kickstart}}
+
<!-- TITEL en INHOUDSOPGAVE die alleen Niveau 1 en 2 kopjes toont -->
{{IssueBox|'''<big>This page is still in development and will be published as soon as possible</big>'''}}
+
__NUMBEREDHEADINGS__
 +
{{DISPLAYTITLE: Workflow Intravenous Therapy Kickstart}}
 +
<span class="toclimit-3">__TOC__</span>
 +
<!-- EINDE TITEL en INHOUDSOPGAVE -->
 +
 +
{{IssueBox|This page is currently under construction.}}
 +
 
 +
=Introduction=
 +
 
 +
The information standard Medication Process 9 (MP9) has not yet been fully developed. Further development is needed, among other things, for the exchange of data regarding infusion therapy. That is why separate agreements have been made for the Kickstart based on decision VO37of the core team decisions. This decision does not make it sufficiently clear what infusion data is and is not exchanged. Further elaboration has been made in consultation with administration sectors, medical specialists and a number of software suppliers. This is explained below for different situations.
 +
 
 +
This working method applies to the Kickstart and will be further developed in parallel.
 +
 
 +
=Prescribe= 
 +
The following agreement applies to prescribing infusion therapy in the Kickstart: 
 +
 
 +
The active substance is included in the MA. A reference to a schedule or protocol for preparing the infusion or solvent can be included in the data element 'Explanation'. The same applies to (short-acting) insulins.
 +
 
 +
If several active substances are prescribed, this usually results in the same number of MAs or a magistral.
 +
 
 +
=Dispense=
 +
 
 +
==Clinical situation==
 +
 
 +
In the clinical situation, the solvent is almost never prescribed separately. One TA with the active substance will suffice.
 +
 
 +
==Ambulatory situation==
 +
 
 +
In the home situation, both the pharmacy and the administrator can prepare the medicine for administration.
 +
 
 +
===Prepare infusion for administration by pharmacist===
 +
 
 +
The pharmacist creates a TA with a magisterial in which both the medicine and the solvent used are registered as ingredients.
 +
 
 +
This appears as one line on the administration list.
 +
 
 +
===Gereedmaken infuus voor toediening door toediener===
 +
 
 +
Wanneer de toediener het infuus voor toediening gereed maakt, moet de apotheek het oplosmiddel apart leveren van het geneesmiddel.  Er worden daarom twee aparte, parallelle TA’s aangemaakt onder één MBH, een voor het oplosmiddel en een voor het geneesmiddel. Dit zal leiden tot twee regels op de toedienlijst: één voor het geneesmiddel en één regel voor het oplosmiddel.
 +
 
 +
=Toedienen=
 +
 
 +
Met name rondom infuustoedieningen zijn aparte afspraken gemaakt die alleen gelden tijdens de Kickstart. Niet alle infuustoedieningen zullen worden uitgewisseld en zijn dan ook niet beschikbaar in de keten voor bijvoorbeeld een overzicht ten behoeve van toedieningen. Daarnaast is niet alle informatie over infuustherapie volledig. Hieronder volgt een toelichting: 
 +
 +
* MTD’s van enkelvoudige producten (infusen met één werkzame stof), die al dan niet voor toediening gereed worden gemaakt, worden uitgewisseld. 
 +
 
 +
* Twee werkzame stoffen in één infuuszak kunnen wel in het informatiesysteem als medicatietoediening geregistreerd worden, maar worden niet uitgewisseld. De bijbehorende MA’s en TA’s kunnen al wel voor worden uitgewisseld. Alternatief is dat dit als magistraal wordt uitgewisseld, dan kunnen de MTD’s wèl uitgewisseld worden.
 +
 
 +
* In de MTD kan een Toedieningssnelheid vermeld worden en deze kan worden uitgewisseld. De loopsnelheden die zijn opgenomen in de MA en de TA, worden ook opgenomen in de MTD en kunnen worden uitgewisseld. Wanneer toedieningssnelheden niet zijn opgenomen in de MA of de TA en een toediener brengt zelf een wijziging aan, wordt deze niet in de MTD uitgewisseld. Wisselingen in toedieningssnelheden kunnen niet worden uitgewisseld in de keten.   
 +
 
 +
* Wisselingen in loopsnelheid kunnen niet worden uitgewisseld. Bijvoorbeeld, wanneer een kortwerkende insuline toegediend wordt waarbij wisselingen in loopsnelheden van toepassing zijn. In sommige toedienregistratiesystemen kunnen pompstanden wel geregistreerd worden. Uitwisseling hiervan is in de Kickstart niet mogelijk. 
 +
 
 +
* Wanneer er een nieuwe spuit of infuuszak wordt aangehangen bij de patiënt en geregistreerd, zal altijd het totale volume worden uitgewisseld in de MTD. Wanneer uiteindelijk blijkt dat maar de helft van het totaal volume is ingelopen, kan dit geregistreerd worden door de medicatietoediening te corrigeren. Dit betekent dat het restvolume van de infuuszak wordt geregistreerd in een nieuwe MTD. Het betreffende restvolume wordt geregistreerd als een negatief getal, bijvoorbeeld -200ml. Hiermee kan de totale toediening berekend worden. Het originele volume van bijvoorbeeld 1 l, min het restvolume van 200 ml, resulteert in een totale toediening van 800ml. Zie hiervoor use case x
 +
 
 +
* In een opname- of ontslagsituatie kan een schriftelijke overdracht nodig zijn van MTD’s  of andere infuusgegevens die niet uitgewisseld kunnen worden. Hierbij kunnen relevante MTD’s van de afgelopen 24 uur meegegeven worden. Ook kan hierbij het volume van een infuus dat meegaat, worden overgedragen.

Versie van 4 jun 2024 om 15:47


1 Introduction

The information standard Medication Process 9 (MP9) has not yet been fully developed. Further development is needed, among other things, for the exchange of data regarding infusion therapy. That is why separate agreements have been made for the Kickstart based on decision VO37of the core team decisions. This decision does not make it sufficiently clear what infusion data is and is not exchanged. Further elaboration has been made in consultation with administration sectors, medical specialists and a number of software suppliers. This is explained below for different situations.

This working method applies to the Kickstart and will be further developed in parallel.

2 Prescribe

The following agreement applies to prescribing infusion therapy in the Kickstart:

The active substance is included in the MA. A reference to a schedule or protocol for preparing the infusion or solvent can be included in the data element 'Explanation'. The same applies to (short-acting) insulins.

If several active substances are prescribed, this usually results in the same number of MAs or a magistral.

3 Dispense

3.1 Clinical situation

In the clinical situation, the solvent is almost never prescribed separately. One TA with the active substance will suffice.

3.2 Ambulatory situation

In the home situation, both the pharmacy and the administrator can prepare the medicine for administration.

3.2.1 Prepare infusion for administration by pharmacist

The pharmacist creates a TA with a magisterial in which both the medicine and the solvent used are registered as ingredients.

This appears as one line on the administration list.

3.2.2 Gereedmaken infuus voor toediening door toediener

Wanneer de toediener het infuus voor toediening gereed maakt, moet de apotheek het oplosmiddel apart leveren van het geneesmiddel. Er worden daarom twee aparte, parallelle TA’s aangemaakt onder één MBH, een voor het oplosmiddel en een voor het geneesmiddel. Dit zal leiden tot twee regels op de toedienlijst: één voor het geneesmiddel en één regel voor het oplosmiddel.

4 Toedienen

Met name rondom infuustoedieningen zijn aparte afspraken gemaakt die alleen gelden tijdens de Kickstart. Niet alle infuustoedieningen zullen worden uitgewisseld en zijn dan ook niet beschikbaar in de keten voor bijvoorbeeld een overzicht ten behoeve van toedieningen. Daarnaast is niet alle informatie over infuustherapie volledig. Hieronder volgt een toelichting:

  • MTD’s van enkelvoudige producten (infusen met één werkzame stof), die al dan niet voor toediening gereed worden gemaakt, worden uitgewisseld.
  • Twee werkzame stoffen in één infuuszak kunnen wel in het informatiesysteem als medicatietoediening geregistreerd worden, maar worden niet uitgewisseld. De bijbehorende MA’s en TA’s kunnen al wel voor worden uitgewisseld. Alternatief is dat dit als magistraal wordt uitgewisseld, dan kunnen de MTD’s wèl uitgewisseld worden.
  • In de MTD kan een Toedieningssnelheid vermeld worden en deze kan worden uitgewisseld. De loopsnelheden die zijn opgenomen in de MA en de TA, worden ook opgenomen in de MTD en kunnen worden uitgewisseld. Wanneer toedieningssnelheden niet zijn opgenomen in de MA of de TA en een toediener brengt zelf een wijziging aan, wordt deze niet in de MTD uitgewisseld. Wisselingen in toedieningssnelheden kunnen niet worden uitgewisseld in de keten.
  • Wisselingen in loopsnelheid kunnen niet worden uitgewisseld. Bijvoorbeeld, wanneer een kortwerkende insuline toegediend wordt waarbij wisselingen in loopsnelheden van toepassing zijn. In sommige toedienregistratiesystemen kunnen pompstanden wel geregistreerd worden. Uitwisseling hiervan is in de Kickstart niet mogelijk.
  • Wanneer er een nieuwe spuit of infuuszak wordt aangehangen bij de patiënt en geregistreerd, zal altijd het totale volume worden uitgewisseld in de MTD. Wanneer uiteindelijk blijkt dat maar de helft van het totaal volume is ingelopen, kan dit geregistreerd worden door de medicatietoediening te corrigeren. Dit betekent dat het restvolume van de infuuszak wordt geregistreerd in een nieuwe MTD. Het betreffende restvolume wordt geregistreerd als een negatief getal, bijvoorbeeld -200ml. Hiermee kan de totale toediening berekend worden. Het originele volume van bijvoorbeeld 1 l, min het restvolume van 200 ml, resulteert in een totale toediening van 800ml. Zie hiervoor use case x
  • In een opname- of ontslagsituatie kan een schriftelijke overdracht nodig zijn van MTD’s of andere infuusgegevens die niet uitgewisseld kunnen worden. Hierbij kunnen relevante MTD’s van de afgelopen 24 uur meegegeven worden. Ook kan hierbij het volume van een infuus dat meegaat, worden overgedragen.