mp:VDraft3.0 kwalificatie omschrijving addendum

Uit informatiestandaarden
Ga naar: navigatie, zoeken

Script 1

De patiënt heeft kanker en krijgt Capecitabine voorgeschreven. Bij dit medicijn wordt op basis van lichaamsoppervlakte de dosering ingesteld. Daarom worden lengte en gewicht meegestuurd in het voorschrift. De patiënt dient deze gedurende 2 weken te gebruiken gevolgd door 1 week rust (cyclusduur van 3 weken). Deze cyclus herhaalt zich gedurende 21 weken. De verstrekking vindt in iteraties plaats per cyclus van 3 weken. Tijdens de eerste cyclus blijkt de patiënt ernstige bijwerkingen te hebben. Daarom wordt de dosering naar beneden bijgesteld en het verstrekkingsverzoek aangepast met ingang van de volgende cyclus. Bij de tweede medicatietoediening spuugt de patiënt 2 van de 4 pillen uit. Deze toediening wordt gecorrigeerd. De derde medicatietoediening gaat wel weer goed.


Script 2

Betreft een patiënt met bloedverdunners. Deze patiënt krijgt acenocoumarol en wordt daarom verwezen naar de trombosedienst. De voorschrijver maakt alvast een opstartschema aan in WDS voor de eerste 3 dagen. De verstrekker verstrekt 40 stuks ipv 34 omdat dit in de verpakking een logischere hoeveelheid is en noteert dit in de MVE in de aanvullende informatie. Op de tweede dag wordt er een registratiefout gemaakt. In eerste instantie wordt er een medicatietoediening van 1 stuk geregistreerd. Tien minuten later ziet de zorgverlener de fout en registreert een medicatietoediening van nog een keer 1 stuk. Samen telt dit op tot de 2 stuks zoals in het doseerschema staat. Bij de trombosedienst wordt de INR-waarde bepaald. Deze wordt in de toelichting gezet en een schema gemaakt voor 14 dagen. 12 dagen later wordt er een ingreep gepland. Het WDS wordt daarom gewijzigd om een nul-dosering in te passen rondom de ingreep. Dit schema geldt voor 7 dagen. De nul-dosering maakt voor de toedieners duidelijk dat er bewust die dag geen dosering nodig is. Na de ingreep wordt er opnieuw de INR-waarde bepaald en een nieuw doseerschema gemaakt voor 6 dagen.


Script 3

Patient heeft pijn op de borst bij inspanning. Daarom is er nitroglycerine voorgeschreven in een spray. Deze dient zo nodig toegepast te worden bij pijn op de borst. In dat geval worden er 1-2 doses gebruikt en eventueel mag dit maximaal drie keer herhaald worden tot een maximale dosering van 3 doses.


Script 4

De patiënt blijkt artrose te hebben. Met name in de knieën geeft dit klachten die belemmerend zijn voor het bewegen. Om de aanbevolen oefentherapie te kunnen starten, wordt gestart met diclofenac als sterkere pijnstiller. Er wordt met een hogere opstartdosering gestart en daarna afgebouwd in verband met de nierfunctiestoornis. De dosering heeft ook een zo nodig component afhankelijk van hoeveel pijn de patiënt die dag heeft. Uiteindelijk is de bedoeling dat oefentherapie de klachten voldoende verminderd en te stoppen met diclofenac. De patiënt is op dag 4 tijdelijk opgenomen vanwege mentale problemen. De medicatie wordt daarom voorzien in GDS en toegediend door de zorgaanbieder. De eerste toediening is om 22u op dag 4. Op dag 5 wordt om 8.00u de toediening geweigerd. In de middag om 14.00u wordt daarom de zo nodig medicatie ook gegeven.


Script 5

De patient heeft last van ernstige slapeloosheid en mentale problemen. De verpleging voert daarom telefonisch overleg met de verpleeghuisarts of de patiënt per direct Temazepam mag krijgen uit de voorraad van een andere patiënt. De arts gaat akkoord. De dag erna wordt er alsnog door de apotheek een verstrekking gedaan voor de overige 5 dagen. In verband met bijwerkingen wordt de medicatie na 4 dagen gestopt.


Script 6

Patient is gezond en gebruikt op dit moment geen medicatie.


Script 7

De patiënt krijgt bloedverdunners. De INR-waarde blijkt veel te hoog. Daarom wordt om de INR te couperen, voor 2 dagen fytomenadion voorgeschreven. Na één dag blijkt de INR-waarde nog steeds onvoldoende te zakken en wordt voor de tweede dag de dosering verhoogd naar 5 stuks. De patiënt heeft hierdoor 1 stuks te kort die daarom los verstrekt wordt.


Script 8

Patiënt krijgt voor 5 dagen Nadroparine injecties voorgeschreven in verband met een heupoperatie. Na de eerste dag blijkt de patiënt een ongewenste reactie te geven op de medicatie en wordt deze weer stopgezet.