Gebz:V3.2 Ontwerpen
This article or section is in the middle of an expansion or major restructuring and is not yet ready for use. |
Inhoud
- 1 Inleiding
- 2 Use case(s)
- 2.1 Algemeen
- 2.2 Use case: Client vraagt via PGO Integrale Zwangerschapskaart op (MedMij 0.1)
- 2.3 Use case: Verloskunde gegevens
- 2.4 Use case: Kraamzorg gegevens
- 2.5 Use case: Neonatologie gegevens
- 2.6 Use case: Jeugdgezondheidszorg gegevens
- 2.7 Use case: Kernset aanlevering
- 2.8 Use case: Counseling
- 2.9 Use case: Echoscopie
- 2.10 Use case: Laboratoriumonderzoek
- 2.11 Samenhang bedrijfsrollen, activiteiten, transacties, systeemrollen en transactiegroepen
- 3 Aanvullende informatie
- 4 Referenties
- 5 Release notes
1 Inleiding
1.1 Algemeen
Deze pagina beschrijft het functioneel ontwerp voor de informatiestandaard Perinataal Woordenboek & Dataset (PWD) versie 3.2. Het PWD is bedoeld voor het uitwisselen van patiëntgegevens ter verbetering van de perinatale zorgverlening, screening, diagnostiek en voor het aanleveren van gegevens voor perinatale registraties en wetenschappelijk onderzoek. Het geboortezorg zorgproces, dat deze informatiestandaard omvat, is beschreven in het hoofddocument gegevensuitwisseling in de perinatale keten. In de onderstaande afbeelding is de globale informatiestroom van de geboortezorg gevisualiseerd:
Figuur: Globale informatiestroom
In de geboortezorg zijn de bedrijfsrollen van de volgende zorgverleners of zorgaanbieders in het primaire proces uitgewerkt:
- Gynaecoloog;
- Verloskundige;
- Huisarts (HA);
- JGZ (jeugdverpleegkundige of jeugdarts);
- Kraamverzorgende;
- Neonatoloog;
- Echoscopist.
Daarnaast kent de geboortezorg de volgende actoren als het gaat om het hergebruik van patiëntgegevens:
- Perined;
- Peridos;
- RIVM.
Het onderstaande figuur beschrijft het proces van de perinatale keten in hoofdlijnen:
Figuur: Proces op hoofdlijnen
Het functioneel ontwerp beschrijft voor alle uitwisselscenario's (in dit document use cases genoemd) uit de informatiestandaard de transacties, transactiegroepen, de systemen, de systeemrollen en de bedrijfsrollen van zorgverleners of patiënten en die van de actoren voor het hergebruik. Daarvoor worden de eisen gegeven voor het sturen of ontvangen van gegevens. In hoofdstuk 2 wordt verder ingegaan op wat een use case inhoudt. Per use case zijn de nadere details beschreven. Voor meer informatie over informatiestandaarden en hoe deze worden ontwikkeld, zie de Nictiz webpagina voor informatiestandaarden. Voor de verklaring van de begrippen die voorkomen in het functioneel ontwerp wordt verwezen naar het begrippenoverzicht op de Nictiz website.
1.2 Doelgroep
De doelgroepen van dit functionele ontwerp zijn:
- Zorgverleners en medewerkers (gebruikers) in de geboortezorg die het PWD gebruiken.
- Zorgaanbieders in de perinatale zorgketen.
- XIS-leveranciers van zowel zorgverleners/ zorgaanbieders en patiënt/ PGO.
- Organisaties die patiëntgegevens hergebruiken en de leveranciers van hun systemen.
- Koepelorganisaties van zorginstellingen, beroepsverenigingen van zorgverleners en belangenverenigingen van cliënten.
- Implementers, projectleiders, architecten etc.
1.3 Kaders & uitgangspunten
1.3.1 Richtlijnen
De gegevensrichtlijnen geboortezorg (PWD) geven de berichten- en gegevenssets die nodig zijn om de informatievoorziening binnen de Geboortezorg adequaat te ondersteunen. Het vormt de basis voor de informatiestandaard Geboortezorg (GZ). In de bijlage(n) van deze richtlijn(en) zijn voorbeeldscenario’s gegeven die de veel voorkomende zorg voor de zwangere en haar kind in de zorg beschrijven, en die betrokken zijn bij de kwaliteitsverbetering van verloskundige zorg. Vanuit deze scenario’s zijn de berichten vastgesteld om de informatievoorziening adequaat te ondersteunen.
Voor elk scenario is een gegevensset gedefinieerd. Overeenkomstig de lagen van interoperabiliteit zijn aanvullende afspraken nodig voor de implementatie van informatie overdracht in de praktijk. Hierbij gelden altijd de wettelijke kaders als uitgangspunt. Interoperabiliteit en wet- en regelgeving is uitgewerkt in het Handboek Interoperabiliteit ontwikkeld in het VIPP programma Babyconnect, inclusief de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).
1.3.2 Proces
Onderstaande afbeelding toont de verbanden van één of meerdere zorgepisodes met de contacten tijdens de zwangerschap, bevalling en het kraambed.Tijdens deze contacten worden gegevens vastgelegd (bolletjes in het figuur).
Figuur: Zorg episode tijdens de zwangerschap, bevalling en kraamperiode
1.3.3 Reikwijdte Informatiestandaard
De reikwijdte van de informatiestandaard beslaat de functionele beschrijvingen en de dataset voor alle gegevensuitwisselingen binnen één of meerdere zorgprocessen in de geboortezorg en het hergebruik van patiëntgegevens.
Voor de MedMij Use case Client vraagt via PGO gegevens bij zorgverlener op (Integrale Zwangerschapskaart) is er geen nadere specificatie, anders dan genoemd in de algemene inleiding van de MedMij functionele ontwerpen.
1.3.4 Informatiestandaard MP in Informatiestandaard PWD
Het opnemen van een informatiestandaard in een andere informatiestandaard is onwenselijk. Dit betekent dat in dataset 3.2 geen zibs voor het medicatieproces zijn opgenomen. Deze zijn immers opgenomen in de informatiestandaard Medicatieproces, MP.
De reden om de informatiestandaard Medicatieproces te introduceren naast het PWD is de komst van de wet Elektronische Gegevensuitwisseling in de Zorg. Deze wet verplicht straks dat gegevensuitwisseling tussen zorgaanbieders elektronisch verloopt. De implementatie van deze wet kent een meerjarenagenda, waarbij het medicatieproces een van de eerste gegevensuitwisseling is die onder de wet zal gaan vallen. Meer over dit traject kunt u hier vinden.
Dit betekent dat met de komst van de wet alle systemen in de zorg de gegevensuitwisseling van medicatie moeten voldoen aan de informatiestandaard zoals hierboven aangegeven. Dit is inclusief de kwalificatie die daarbij is vastgesteld. Kortom naast de informatiestandaard PWD voor de geboortezorg zullen alle systemen in de geboortezorg ook moeten voldoen aan de informatiestandaard Medicatieproces. Natuurlijk zullen de eisen voor ziekenhuissystemen uitgebreider zijn dan systemen voor de kraamzorg, kraamverzorgende geven alleen medicatie op voorschrift van de verloskundige, huisarts of gynaecoloog. Usecases hiervoor, inclusief de infrastructuur moeten nog worden uitgewerkt.
1.3.5 Infrastructuur
De berichten, die beschreven zijn in deze informatiestandaard, kunnen over elke willekeurige infrastructuur worden getransporteerd. De specificatie van deze infrastructuur valt buiten de scope van deze informatiestandaard.
NB: FHIR specificiaties voor deze informatiestandaard worden uitgewerkt in de Implementation Guide Geboortezorg.
Voor het hergebruik van gegevens in de zorg worden door de zorgverleners gegevens verstuurd naar Perined, het RIVM via Peridos en IGJ.
Aan het einde van de zorg worden de beschikbare patiëntgegevens door de zorgverleners doorgegeven aan Perined ten behoeve van de Perinatale registratie. Concreet gaat het om verloskundig actieve huisartsen, verloskundigen, gynaecologen en kinderartsen. Het streven is dat eveneens kraamzorggegevens op een gegeven moment opgenomen worden in Perined. Bij Perined worden ook gegevens verwerkt ten behoeve van een Perinatale Audit. Deze gegevens vallen buiten de Perinatale registratie. De zendende partijen kunnen zijn de verloskundig actieve huisarts, verloskundige, gynaecoloog en/of kinderarts/neonatoloog.
Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ): Perined berekent de scores voor het merendeel van de indicatoren en publiceert deze in mijnPerined, een voor praktijken toegankelijke tool. Zorgverleners kunnen deze scores overnemen,invullen en autoriseren in het OmniQ-portal van DHD. DHD zorgt vervolgens voor dat de gegevens aangeleverd worden naar het Zorginstituut en IGJ.
Daarnaast worden er gegevens met betrekking tot de prenatale screening naar het RIVM gestuurd namelijk;
- Prenatale Screening Infectieziekten en Erytrocytenimmunisatie (PSIE): de PSIE (Bloedonderzoek zwangeren) heeft als doel hepatitis B- en HIV humaan immunodeficiëntievirus -dragerschap, congenitale syfilis en hemolytische ziekte van de foetus en/of pasgeborene te voorkomen.
- Eerste trimester SEO: is een medisch onderzoek rond de 13e week van de zwangerschap. Bij dit onderzoek kijkt de echoscopist of er aanwijzingen zijn voor lichamelijke afwijkingen bij het ongeboren kind. Het doel van het eerste trimester SEO is om in een vroeg stadium te onderzoeken of het ongeboren kind lichamelijke afwijkingen heeft. Ernstige afwijkingen - zoals een open schedel of groot defect in de buikwand - kunnen mogelijk vroeg in de zwangerschap worden ontdekt.
- Tweede trimester SEO: met het tweede trimester SEO structureel echoscopisch onderzoek wordt gekeken naar structurele (lichamelijke) afwijkingen van het ongeboren kind.
- Neonatale hielprikscreening (NHS): het vroegtijdig opsporen van een aantal zeldzame, ernstige aandoeningen.
Ook resultaten van een Niet Invasieve Prenatale Test, NIPT, gaan naar het RIVM. Hierbij wordt onderzocht of er aanwijzingen zijn dat het kind down-, Edwards- of Patausyndroom heeft. Ook andere chromosoomafwijkingen kunnen worden opgespoord met de NIPT.
1.4 Kwalificatie
1.4.1 Algemeen
Op basis van dit functioneel ontwerp en de daarbij behorende dataset wordt een kwalificatiescript opgesteld. Het opstellen van kwalificatiescripts valt buiten de scope van dit functioneel ontwerp. Voor meer informatie zie de websitepagina over Nictiz kwalificaties
1.4.2 MedMij kwalificatie
Op de use case "Client vraagt via PGO Integrale Zwangerschapskaart op" is een MedMij kwalificatie van toepassing. Kwalificatie voor MedMij vindt plaats per systeemrol. Kwalificatiescripts en meer informatie over de kwalificatie is te vinden via de betreffende paragraaf op de MedMij kwalificatiepagina.
2 Use case(s)
De Use cases zijn nog in ontwikkeling en nog niet geschikt voor gebruik! |
Een use case is een specifieke beschrijving van een praktijksituatie in de geboortezorg waarbij voor een concrete situatie het uitwisselen van informatie wordt beschreven aan de hand van actoren (mensen, systemen) en transacties (welke informatie wordt wanneer uitgewisseld). Een use case is een verbijzondering van een specifiek onderdeel van het zorgproces in de geboortezorg. De PWD informatiestandaard bestaat uit meerdere use cases. Iedere use case koppelt met een scenario in ART-DECOR. Wanneer verschillende use cases gebruik maken van hetzelfde scenario kan een andere indeling gewenst zijn, bijvoorbeeld op basis van proces. In dit functioneel ontwerp wordt elke use case geanalyseerd en uitgewerkt.
In een use case worden onder andere het doel, de preconditie, een storyboard en de postconditie beschreven. Daarnaast wordt voor iedere use case een use case diagram, een activiteiten diagram en een interactiediagram uitgewerkt. Dit moet nog uitgewerkt worden
2.1 Algemeen
In de geboortezorg is sprake van meerdere use cases. Deze use cases zijn afgestemd met de gebruikers zowel cliënten als zorgverleners. Hieronder tonen we een lijst van de use cases, zijnde de scenario's in ART-DECOR.
- Client vraagt via PGO Integrale Zwangerschapskaart op (MedMij 0.1)
- Primair zorgproces:
- Verloskunde gegevens
- Kraamzorg gegevens
- Neonatologie gegevens
- Jeugdgezondheidszorg gegevens
- Secundair datagebruik:
- Kernset aanlevering (Perined): obstetrie
- Screening (RIVM): counseling
- Screening (RIVM): aanvraag NIPT
- Screening (RIVM): uitslag NIPT
- Screening (RIVM): aanvraag 1e trimester SEO
- Screening (RIVM): uitslag 1e trimester SEO
- Screening (RIVM): uitslag 2e trimester SEO
- Uitwisseling echoscopiegegevens
- Uitwisseling laboratoriumuitslagen
2.2 Use case: Client vraagt via PGO Integrale Zwangerschapskaart op (MedMij 0.1)
De Use case is nog in ontwikkeling en nog niet geschikt voor gebruik! |
2.2.1 Doel en Relevantie
Inzicht in de integrale zwangerschapskaart biedt patiënten overzicht en gebruiksgemak. Dit draagt bij aan meer grip op de eigen gezondheidsgegevens en daarmee ook meer regie over de eigen gezondheid. Een technische specificatie vindt u in de MedMij FHIR implementatie gids.
2.2.2 Proces en Context
Het stuk van het proces waar het in deze use case om gaat is:
- Het systeem van een zorgaanbieder (XIS) stelt de integrale zwangerschapskaart beschikbaar aan het systeem van een patiënt (PGO).
Deze paragraaf vervolgt met een beschrijving van precondities, proces stappen, en post condities.
2.2.2.1 Preproces
De patiënt heeft toestemming gegeven voor het elektronisch uitwisselen van de integrale zwangerschapskaart tussen het betreffende XIS en de eigen persoonlijke gezondheidsomgeving.
De patiënt wil de integrale zwangerschapskaart inzien en de zorgaanbieder stelt dit ook beschikbaar. Een patiënt neemt steeds zelf het initiatief om haar integrale zwangerschapskaart te raadplegen.
2.2.2.2 Proces
Stap | Omschrijving |
---|---|
01 | Het systeem van de patiënt (PGO) vraagt om beschikbaarheid van de integrale zwangerschapskaart bij een XIS. |
02 | Het systeem van de zorgaanbieder (XIS) maakt de integrale zwangerschapskaart beschikbaar voor de patiënt. |
03 | De patiënt gebruikt de persoonlijke gezondheidsomgeving om de integrale zwangerschapskaart in te zien. |
2.2.2.3 Postproces
De patiënt heeft de integrale zwangerschapskaart geraadpleegd via de persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO).
2.2.3 Systemen & Systeemrollen
Zowel zorgaanbieder als patiënt maken gebruik van een informatiesysteem:
- PGO (patiënt)
- XIS (zorgaanbieder)
Deze systemen kennen ieder verschillende systeemrollen, die het uitwisselen van gegevens tussen deze systemen mogelijk maken. Hier gaat het om uitwisseling van de integrale zwangerschapskaart van zorgaanbieder naar de patiënt.
Systeem | Naam systeemrol | Systeemrolcode | Omschrijving |
---|---|---|---|
PGO | IntegraleZwangerschapskaartRaadplegend | GZ-3.2.0-IZR-FHIR | Raadplegen integrale zwangerschapskaart bij zorgaanbieder |
XIS | IntegraleZwangerschapskaartBeschikbaarstellend | GZ-3.2.0-IZB-FHIR | Beschikbaarstellen integrale zwangerschapskaart aan de patiënt |
Zie ook onderstaande afbeelding.
Componenten diagram van systemen en systeemrollen
2.2.4 Transacties & Transactiegroepen
Het uitwisselen van gegevens tussen de verschillende systeemrollen gebeurt op basis van transacties. Een transactiegroep is een verzameling van bij elkaar horende transacties (bijvoorbeeld een vraag- en antwoordbericht). Onderstaande tabel biedt een overzicht voor deze use case.
Transactiegroep | Transactie | Systeemrolcode | Systeem | Bedrijfsrol | Technisch |
---|---|---|---|---|---|
Integrale Zwangerschapskaart (PULL) | MedMij 0.1 Raadplegen Integrale Zwangerschapskaart | GZ--IZR-FHIR | PGO | Patiënt | UC Integrale Zwangerschapskaart in FHIR IG |
MedMij 0.1 Beschikbaarstellen Integrale Zwangerschapskaart | GZ--IZB-FHIR | XIS | Zorgaanbieder |
2.2.5 Use case diagram
Onderstaande afbeelding toont bedrijfsrollen, activiteiten, systeemrollen, transacties en transactiegroep in samenhang.
Afbeelding 11: Use case diagram raadplegen gegevens Integrale Zwangerschapskaart
2.3 Use case: Verloskunde gegevens
De Use case is nog in ontwikkeling en nog niet geschikt voor gebruik! |
2.3.1 Doel en Relevantie
Bij de zorgverlener worden alle gegevens geregistreerd die te maken hebben met de zwangerschap, bevalling en de kraamweek. Deze gegevens worden geregistreerd in het XIS van de zorgverlener. In deze use case wordt beschreven hoe de registratie, het versturen en ontvangen van gegevens via elektronische uitwisseling plaatsvindt tussen zorgverleners die betrokken zijn bij de zorg aan de cliënte. In de integrale geboortezorg zien we ook situaties waarin alle betrokken zorgverleners in hetzelfde XIS werken.
Wanneer iedere zorgverlener in een eigen XIS werkt, is er sprake van elektronische gegevensuitwisseling. Als de zwangere een risico loopt op een complicatie, maakt de verloskundige in overleg met de zwangere een afspraak bij de gynaecoloog in het ziekenhuis. De verloskundige stuurt een bericht 'Reguliere verwijzing' naar de gynaecoloog. De gynaecoloog ontvangt de gegevens van het bericht 'Reguliere verwijzing' en registreert de zwangere in het eigen XIS. Het XIS kan de gegevens van de 'Reguliere verwijzing' overnemen.
Een alternatieve route is dat het XIS van de verloskundige het verloskundig dossier beschikbaar stelt. De gynaecoloog kan vervolgens de relevante gegevens van het verloskundige dossier raadplegen.
Na een contactmoment bij de gynaecoloog, stuurt hij de gegevens van het contactmoment terug naar de verloskundige, zodat de gegevens in het verloskundig dossier verwerkt kunnen worden. Het is ook mogelijk dat de gynaecoloog besluit de hele zwangerschap over te nemen. Maar in een latere fase (bijvoorbeeld tijdens de kraamweek) deze weer over te dragen aan de verloskundige.
Wanneer de zorgverleners samenwerken in hetzelfde XIS loopt het proces anders. De situatie van de cliënte wordt besproken in een MDO en de zorgverleners bepalen onderling wie welke zorg zal verlenen. Gegevens worden geregistreerd in het gezamenlijke XIS en gedeeld waar dit nodig is voor goede zorg.
De registratiegegevens verloskundig dossier vindt u in de FHIR implementatie gids.
2.3.2 Proces en Context (pre- en postproces)
2.3.2.1 Preproces
- De zorgverlener doet de zwangerschapsbegeleiding en ziet de cliënte regelmatig voor een prenataal consult. Na ieder consult legt de zorgverlener gegevens van de cliënte vast in het XIS. Ook uitslagen van onderzoek worden in het dossier van de cliënte vastgelegd.
2.3.2.2 Proces
- Tijdens een prenatale controle wordt gecontroleerd hoe met de zwangere, het kind en de zwangerschap gaat. Het aantal prenatale controles hangt af van de medische noodzaak van de wensen en behoeften van een cliënte.
- Resultaten van de controles tijdens het prenatale consult worden vastgelegd in het XIS.
- Uitslagen van laboratoriumonderzoek en echoscopie worden opgenomen in het XIS.
- Indien noodzakelijk verwijst de verloskundige de cliënte naar de gynaecoloog. Deze neemt de zorg voor de cliënte over. In dit geval worden de gegevens elektronisch uitgewisseld.
- De cliënte bevalt van een gezonde baby onder begeleiding van de gynaecoloog. De bevallingsgegevens worden vastgelegd in het XIS, en verstuurd naar het XIS van de verloskundige en de kraamzorg.
- De cliënte wordt ontslagen uit het ziekenhuis, zij brengt de kraamweek thuis door. De gegevens die ontstaan tijdens de kraamweek worden vastgelegd in het XIS.
2.3.2.3 Postproces
Gedurende het hele proces worden gegevens van de cliënte vastgelegd in een XIS. Deze gegevens kunnen enerzijds worden gelezen door een collega zorgverlener bij overdracht van zorg. Anderzijds kunnen gegevens ook worden verstuurd naar het XIS van een collega zorgverlener. Bij een gezamenlijke XIS worden de gegevens gedeeld. Dit proces sluit af met een volledig dossier van de betreffende zwangerschap.
2.3.3 Bedrijfsrollen en UML activity diagram
Deze use case onderscheidt drie bedrijfsrollen, namelijk de Verloskundige, Versturende zorgorganisatie en de Ontvangende zorgorganisatie zoals te zien in onderstaande tabel.
Bedrijfsrol | Activiteit |
---|---|
Verloskundige | Registreert in het verloskundige dossier |
Versturende zorgorganisatie | Zorgverlener stuurt de gegevens van het verloskundig dossier |
Ontvangende zorgorganisatie | Ontvangt de gegevens van het verloskundig dossier |
Tabel: Bedrijfsrollen gegevens verloskundig dossier
2.3.4 Informatieoverdracht
2.3.4.1 Systemen & Systeemrollen
Zowel de zorgverlener Bron als de zorgzorgverlener Ontvanger maken ieder gebruik van een informatiesysteem:
- XIS (Zorgverlener Bron)
- XIS (Zorgverlener Ontvanger)
Afbeelding: systeemrollen publiceren verloskundig dossier
2.3.4.2 Transacties & Transactiegroepen
Het uitwisselen van gegevens tussen de verschillende systeemrollen gebeurt op basis van transacties. Een transactiegroep is een verzameling van bij elkaar horende transacties (bijvoorbeeld een vraag- en antwoordbericht). Onderstaande tabel biedt een overzicht voor deze use case. Ook opgenomen is de registratie van gegevens, dit is strikt genomen geen transactie maar is wel input voor het verloskundig dossier.
Deze transactie beschrijft de communicatiestroom tussen de verloskundige en ketenpartners. Dit is in ieder geval de verloskundige, gynaecoloog en/of de klinisch verloskundige. Naarmate de zwangerschap vordert, zullen er steeds meer gegevens beschikbaar zijn in het verloskundig dossier.
Use Case(s) (Scenario's) | Transactiegroep | Transacties | Systeemrol(len) | Systemen | Bedrijfsrollen |
---|---|---|---|---|---|
Registratie gegevens in het verloskundig dossier | Verloskundige dossier | Registreren verloskundig dossier | GZP-VDR-FHIR | XIS zorgverlener bron | Verloskundige |
Overdracht verloskundig dossier | Verloskundig dossier (PUSH) | Raadplegen verloskundig dossier | GZP-VDS-FHIR | XIS zorgverlener ontvanger | Ontvangende zorgorganisatie |
Beschikbaarstellen verloskundig dossier | GZP-VDO-FHIR | XIS zorgverlener bron | Publicerende zorgorganisatie |
Tabel: Zorgverleners registreert, raadpleegt en stelt het verloskundig dossier beschikbaar
2.3.5 Use case diagram
Onderstaande afbeelding toont bedrijfsrollen, activiteiten, systeemrollen, transacties en transactiegroep in samenhang.
Afbeelding: Use case diagram publiceren verloskundig dossier
2.4 Use case: Kraamzorg gegevens
De Use case is nog in ontwikkeling en nog niet geschikt voor gebruik! |
2.4.1 Doel en Relevantie
De kraamzorg gegevens registreert en beschikbaar gesteld aan zowel de verloskundige en/of gynaecoloog en de cliënte zelf via het PGO. Deze use-case betreft niet het beschikbaar stellen via het PGO. Gegevens in de kraamzorg worden vastgelegd bij de intake en tijdens het kraambed.
2.4.2 Proces en Context (pre- en postproces)
2.4.2.1 Preproces
De kraamverzorgende draagt zorg voor moeder en baby tijdens de kraamweek/ het kraambed. De gegevens die bij de intake zijn verkregen geven haar een beeld van de situatie, niet alleen van de moeder en de baby, maar van het hele gezin. Daarnaast heeft zij gegevens ontvangen van de bevalling.
2.4.2.2 Proces
- De dagelijkse zorg aan moeder en baby betreft de ADL, controles die zij uitvoert bij moeder en baby en specifieke verzorging zoals voor borsten, perineum etc.
- Gegevens die hierbij ontstaan worden steeds geregistreerd in het XIS en stelt zij beschikbaar voor de verloskundige en/of gynaecoloog.
- De verloskundige kan de gegevens van de cliënte, vastgelegd door de kraamverzorgende, elk moment inzien zodat zij de situatie op ieder moment kan volgen.
- Indien wenselijk kan de kraamverzorgende de gegevens in het XIS versturen naar het XIS van de verloskundige en/of gynaecoloog.
2.4.2.3 Postproces
De verloskundige kan de gegevens vastgelegd door de kraamverzorgende inzien of ontvangen. Mede op basis hiervan gaat zij op bezoek bij moeder en baby.
2.4.3 Bedrijfsrollen en UML activity diagram
Deze use case onderscheidt drie bedrijfsrollen, namelijk de Kraamverzorgende, Verloskundige zorgverlener en de Jeugdgezondheidszorg zoals te zien in onderstaande tabel.
Bedrijfsrol | Activiteit |
---|---|
Kraamverzorgende | Stelt de gegevens van de kraamzorg beschikbaar |
Verloskundige zorgverlener | Ontvangt de gegevens van de kraamzorg |
Jeugdgezondheidszorg | Ontvangt de gegevens van de kraamzorg |
Tabel: Bedrijfsrollen gegevens geboortezorg kernset
2.4.4 Informatieoverdracht
2.4.4.1 Systemen & Systeemrollen
Zowel de zorgverlener Bron als de zorgzorgverlener Ontvanger maken ieder gebruik van een informatiesysteem:
- XIS (Zorgverlener Bron)
- XIS (Zorgverlener Ontvanger)
Afbeelding: systeemrollen kraamzorggegevens
2.4.4.2 Transacties & Transactiegroepen
Het uitwisselen van gegevens tussen de verschillende systeemrollen gebeurt op basis van transacties. Een transactiegroep is een verzameling van bij elkaar horende transacties (bijvoorbeeld een vraag- en antwoordbericht). Onderstaande tabel biedt een overzicht voor deze use case.
Use Case(s) (Scenario's) | Transactiegroep | Transacties | Systeemrol(len) | Systemen | Bedrijfsrollen |
---|---|---|---|---|---|
Registratie kraamzorggegevens | Kraamzorg gegevens | Registreren kraamzorggegevens | GZP-KGR-FHIR | XIS zorgverlener bron | Kraamverzorgende |
Kraamzorggegegevens | Kraamzorggegevens (PUSH) | Sturen kraamzorggegevens | GZP-KGS-FHIR | XIS zorgeverlener bron | Kraamverzorgende |
Ontvangen kraamzorggegevens | GZP-KGO-FHIR | XIS zorgverlener ontvanger | Verloskundige zorgverlener of Jeugdgezondheidszorg |
Tabel: Registreren, sturen en ontvangen gegevens kraamzorg
2.4.5 Use case diagram
Onderstaande afbeelding toont bedrijfsrollen, activiteiten, systeemrollen, transacties en transactiegroep in samenhang.
Afbeelding: Use case diagram beschikbaar stellen kraamzorggegevens
2.5 Use case: Neonatologie gegevens
De Use case moet nog ontwikkeld worden! |
2.6 Use case: Jeugdgezondheidszorg gegevens
De Use case moet nog ontwikkeld worden! |
2.7 Use case: Kernset aanlevering
De Use cases is nog in ontwikkeling en nog niet geschikt voor gebruik! |
2.7.1 Doel en Relevantie
Het doel van deze transactie is de aanlevering aan Perined van alle zwangerschappen, bevallingen en geboorten, waaronder een subset van screeningsgegevens. De screeningsgegevens worden verstuurd naar Peridos. De gegevens geboortezorg kernset vindt u in de FHIR implementatie gids.
Principe is dat elke zorgverlener in de geboortezorg de gegevens aanlevert conform de Kernset Geboortezorg. Deze use-case bestaat uit meerdere delen:
- De zorgverlener neemt een vrouw in zorg en start de registratie in het bronsysteem en houdt gedurende de zwangerschap, bevalling/geboorte en postnatale zorg het dossier bij.
- Uiterlijk 8 weken na de bevallingsdatum, c.q. á terme datum wordt het aanleverbericht Kernset Geboortezorg uit het bronsysteem naar Perined gestuurd.
- Op hetzelfde moment wordt het aanleverbericht Kernset Geboortezorg Subset Screening naar Peridos gestuurd.
2.7.2 Proces en Context
2.7.2.1 Preproces
- De zorgverlener rond de individuele zorgverlening van moeder en kind af.
2.7.2.2 Proces
Basic flow sturen:
- De zorgverlener legt de laatste gegevens van moeder en kind vast in het EPD van de cliënte. De zorgverlener rondt hiermee de perinatale zorg af waarmee de zorg formeel wordt afgesloten.
- Na afsluiten van de zorg wordt het 'Aanleverbericht Kernset Geboortezorg' als elektronisch bericht verstuurd. Dit gebeurt 8 weken na de bevallingsdatum c.q. á terme datum (waaronder partus, miskraam etc.). Het aanleverbericht bevat indentificatiegegevens van de cliënte, zwangerschap, bevalling en de baby;
- Als het aanleverbericht correct is ontvangen bij Perined en Peridos wordt er, na controle op inhoud en consistentie, door Perined een ontvangstbevestiging terug gestuurd naar het EPD systeem van de zorgverlener.
Alternatieve flow:
- Foutmelding: Indien het ontvangen bericht door Perined of Peridos niet goedgekeurd wordt, krijgt de zorgverlener een foutmelding via het EPD systeem en kan het bericht na correctie opnieuw worden ingestuurd.
- Zodra het bericht door Perined en Peridos verwerkt kan worden wordt de ontvangstbevestiging alsnog gestuurd.
- Corrigeren/Aanvullen: Indien gegevens niet volledig of deels onjuist zijn, kunnen –voorzien van identificatie van de vrouw – de berichten opnieuw, met correctie en/of aanvullingen, worden verzonden naar Perined en Peridos.
2.7.2.3 Postproces
Perined analyseert de gegevens en presenteert deze in mijnPerined, een tool voor de praktijken waarin de spiegelinformatie wordt gepresenteerd. Op basis van deze presentatie kan de zorgverlener via Perined nog eventuele fouten herstellen.
2.7.3 Bedrijfsrollen en UML activity diagram
Deze use case onderscheidt drie bedrijfsrollen, namelijk de Verloskundige zorgverlener, RIVM/Perined en RIVM/Peridos zoals te zien in onderstaande tabel.
Bedrijfsrol | Activiteit |
---|---|
Verloskundige zorgverlener | Verstuurt de Kernset Geboortezorg |
RIVM/Perined | Ontvangt de gegevens van de kernset geboortezorg ten behoeve van de Perinatale registratie |
RIVM/Peridos | Ontvangt de gegevens van de subset screening geboortezorg ten behoeve van de Perinatale registratie |
Tabel: Bedrijfsrollen gegevens geboortezorg kernset
2.7.4 Informatieoverdracht
2.7.4.1 Systemen & Systeemrollen
Zowel de zorgverlener Bron als de registratie Ontvanger maken ieder gebruik van een informatiesysteem:
- XIS (Zorgverlener Bron)
- XIS (registratie Ontvanger)
Afbeelding: systeemrollen kernset aanlevering inclusief subset screening
2.7.4.2 Transacties & Transactiegroepen
Het uitwisselen van gegevens tussen de verschillende systeemrollen gebeurt op basis van transacties. Een transactiegroep is een verzameling van bij elkaar horende transacties (bijvoorbeeld een vraag- en antwoordbericht). Onderstaande tabel biedt een overzicht voor deze use case.
Deze transactie beschrijft de communicatie tussen de zorgverlener en de perinatale registratie Nederland. De zorgverlener legt gedurende de zorgverlening gegevens vast waaronder gegevens voor de kernset geboortezorg. Hierbij geldt het uitgangspunt registratie aan de bron waarna gegevens voor hergebruik beschikbaar zijn voor oa spiegelinformatie, kwaliteitsregistratie, screening, epidemiologie en wetenschappelijk onderzoek.
Use Case(s) (Scenario's) | Transactiegroep | Transacties | Systeemrol(len) | Systemen | Bedrijfsrollen |
---|---|---|---|---|---|
Kernset aanlevering | Kernset Geboortezorg → Perined (PUSH) | Sturen Kernset Geboortezorg | GZP-KAS-FHIR | XIS zorgverlener bron | Verloskundige zorgverlener |
Technische ontvangstbevestiging | GZP-KAO-FHIR | XIS registratie ontvanger | RIVM/Perined | ||
Subset Screening → RIVM/Peridos (PUSH) | Sturen Subset Screening | GZP-SSS-FHIR | XIS zorgverlener bron | Verloskundige zorgverlener | |
Technische ontvangstbevestiging | GZP-SSO-FHIR | XIS registratie ontvanger | RIVM/Peridos |
Tabel: Sturen kernset geboortezorg, inclusief subset screening
2.7.5 Sequentie diagram
Onderstaande afbeelding toont de Kernset Aanlevering in een sequentie diagram.
Afbeelding: Sequentie diagram Kernset aanlevering
2.8 Use case: Counseling
De Use case is nog in ontwikkeling en nog niet geschikt voor gebruik! |
2.8.1 Doel en Relevantie
De verloskundig zorgverlener vraagt aan elke zwangere of ze informatie wil over de screening op down-, edwards- en patausyndroom en/of het SEO (structureel echoscopisch onderzoek). Zo ja, dan volgt een counselingsgesprek. Dit gesprek heeft als doel een zwangere een geïnformeerde keuze te kunnen laten maken. Het counselingsgesprek heeft twee doelen: informatie-uitwisselen en hulp bieden bij de beslissing wel of niet prenatale screening op aangeboren aandoeningen en afwijkingen uit te laten voeren. De verloskundig zorgverleners mogen alleen counselen als ze een kwaliteitsovereenkomst hebben met een Regionaal Centrum. Meer informatie over het proces staat op de webpagina van het RIVM beschreven. Via deze link vindt u een beschrijving van de gegevensuitwisseling bij counseling voor screeningsonderzoeken in de perinatale zorg opgesteld door Peridos. Bij dit bericht zijn twee partijen betrokken namelijk:
- De counselor via het bronsysteem
- Het RIVM, die de gegevens in Peridos verwerkt.
2.8.2 Proces en Context (pre- en postproces)
2.8.2.1 Preproces
Zorgverleners die een kwaliteitsovereenkomst counseling hebben en een contract voor counseling hebben met een Regionaal Centrum, kunnen een counseling uitvoeren. Het RIVM adviseert om berichten van de counseling automatisch en periodiek te versturen (minimaal iedere 3 maanden) zodat alle nieuwe of gewijzigde counseling gegevens naar het RIVM worden verstuurd.
2.8.2.2 Proces
- De counselor legt de gegevens van de counseling vast in het XIS.
- Het XIS stuurt deze gegevens periodiek naar Peridos bij het RIVM.
- Peridos ontvangt de gegevens en verwerkt deze.
2.8.2.3 Postproces
- Als het RIVM, via Peridos, gegevens ontvangt die al eerder zijn ontvangen, dan zullen de nieuwe gegevens de oude overschrijven.
2.8.3 Bedrijfsrollen en UML activity diagram
Deze use case onderscheidt twee bedrijfsrollen, namelijk de Verloskundige zorgverlener en het RIVM/Peridos zoals te zien in onderstaande tabel.
Bedrijfsrol | Activiteit |
---|---|
Verloskundig zorgverlener | Uitvoeren counseling en vastleggen gegevens in XIS |
RIVM/Peridos | Ontvangen gegevens counseling |
Tabel: Bedrijfsrollen counseling
2.8.4 Informatieoverdracht
2.8.4.1 Systemen & Systeemrollen
Zowel de zorgverlener Bron als de zorgzorgverlener Ontvanger maken ieder gebruik van een informatiesysteem:
- XIS (Zorgverlener Bron)
- XIS (Zorgverlener Ontvanger)
Afbeelding: systeemrollen counseling
2.8.4.2 Transacties & Transactiegroepen
Het uitwisselen van gegevens tussen de verschillende systeemrollen gebeurt op basis van transacties. Een transactiegroep is een verzameling van bij elkaar horende transacties (bijvoorbeeld een vraag- en antwoordbericht). Onderstaande tabel biedt een overzicht voor deze use case.
Use Case(s) (Scenario's) | Transactiegroep | Transacties | Systeemrol(len) | Systemen | Bedrijfsrollen |
---|---|---|---|---|---|
Counseling | Counseling (PUSH) | Sturen counseling | GZP-COS-FHIR | XIS zorgverlener bron | Verloskundige zorgverlener |
Ontvangen counseling | GZP-COO-FHIR | XIS zorgverlener ontvanger | RIVM/Peridos |
Tabel: Gegevens Counseling
2.8.5 Use case diagram
Onderstaande afbeelding toont bedrijfsrollen, activiteiten, systeemrollen, transacties en transactiegroep in samenhang.
Afbeelding: Use case diagram counseling
2.9 Use case: Echoscopie
De Use case is nog in ontwikkeling en nog niet geschikt voor gebruik! |
Er zijn verschillende soorten echoscopisch onderzoek tijdens de zwangerschap mogelijk.
- Termijnecho of groei-echo: door een aantal metingen kan de grootte van het kind worden ingeschat. In de eerste maanden kan met behulp van deze maten de duur van de zwangerschap worden bepaald. Deze maten kunnen later in de zwangerschap eventueel worden gebruikt om het gewicht van het nog ongeboren kind te schatten (EFW, Estimated Fetal Weight). Een gewichtsschatting is meestal tot op 10 % nauwkeurig.
- Eenvoudig echo-onderzoek: kan plaatsvinden tijdens een prenatale controle. Men kan ‘even kijken’ naar:
- hoe het kind ligt
- waar de placenta ligt
- of er voldoende vruchtwater is
- Nekplooimeting: Een echoscopist meet de nekplooi van het ongeboren kind. Bij kinderen met down-, edwards- en patausyndroom kan dit laagje dikker zijn dan bij kinderen zonder deze syndromen.
- 1e en 2e trimester Structureel Echoscopisch Onderzoek, SEO: Met een SEO, bij 13 weken of 20 weken zwangerschap, wordt gekeken naar structurele (lichamelijke) afwijkingen van het ongeboren kind. De resultaten van het onderzoek worden verstuurd naar verloskundig zorgverlener en het RIVM. Deze laatste valt buiten de scope van deze use case.
- Doppler onderzoek: zo nodig wordt een doppler-onderzoek verricht tijdens echo-onderzoek. De bloedstroom in de navelstreng of in bloedvaten van het kind of van de moeder worden gemeten. Het onderzoek kan informatie geven over het functioneren van de placenta.
- Geavanceerd ultrageluid onderzoek, GUO: Bij dit onderzoek worden alle organen en structuren van het kind bekeken, het bewegingspatroon en de bloedstroom beoordeeld. Een GUO kan plaatsvinden op basis van de anamnese van de vrouw of als vervolg op een SEO.
2.9.1 Doel en Relevantie
Het doel van een echoscopisch onderzoek is afhankelijk van het soort echoscopisch onderzoek. Zie hierboven. De SEO wordt verricht in het kader van de prenatale screening. Algemeen doel is het krijgen van informatie over het ongeboren kind.
2.9.2 Proces en Context (pre- en postproces)
2.9.2.1 Preproces
De verloskundig zorgverlener schrijft een verwijzing voor het 2e trimester SEO. De cliënte maakt hiervoor zelf een afspraak bij een diagnostisch centrum.
2.9.2.2 Proces
- Cliënte meldt zich bij het diagnostisch centrum voor een 2e trimester SEO.
- De echoscopist maakt de echo.
- De metingen en bevindingen van de echoscopie worden vastgelegd in het XIS van de echoscopist.
- De uitslag van de echo, het geheel aan metingen, bevindingen en conclusie, worden als pdf naar de aanvragende zorgverlener verstuurd.
2.9.2.3 Postproces
De verloskundig zorgverlener beschikt over de echo uitslag en kan deze met de cliënte bespreken.
2.9.3 Bedrijfsrollen en UML activity diagram
Deze use case onderscheidt twee bedrijfsrollen, namelijk de Zorgverlener Bron en de Zorgverlener Ontvanger zoals te zien in onderstaande tabel.
Bedrijfsrol | Activiteit |
---|---|
Echoscopist | Stuurt de echoscopie in PDF |
Verloskundig zorgverlener | Registreert de aanvraag 1e en 2e trimester SEO en ontvangt de resultaten van de echoscopie in PDF |
Gynaecoloog | Registreert de aanvraag 1e en 2e trimester SEO |
Tabel: Bedrijfsrollen gegevens echo-uitslag
2.9.4 Informatieoverdracht
2.9.4.1 Systemen & Systeemrollen
Zowel de zorgverlener Bron als de zorgzorgverlener Ontvanger maken ieder gebruik van een informatiesysteem:
- XIS (Zorgverlener Bron)
- XIS (Zorgverlener Ontvanger)
2.9.4.2 Transacties & Transactiegroepen
Het uitwisselen van gegevens tussen de verschillende systeemrollen gebeurt op basis van transacties. Een transactiegroep is een verzameling van bij elkaar horende transacties (bijvoorbeeld een vraag- en antwoordbericht). Onderstaande tabel biedt een overzicht voor deze use case.
Deze transactie beschrijft het sturen van de uitslagen van een echoscopie tijdens de zwangerschaps van de echoscopist naar de verloskundig zorgverlener.
Use Case(s) (Scenario's) | Transactiegroep | Transacties | Systeemrol(len) | Systemen | Bedrijfsrollen |
---|---|---|---|---|---|
Echoscopist | Registratie resultaten echoscopisch onderzoek | Registratie Aanvraag 1e trimester SEO | GZP-ES1-FHIR | XIS zorgverlener bron | Verloskundige zorgverlener of gynaecoloog |
Registratie 2e trimester SEO | GZP-ES2-FHIR | XIS zorgverlener bron | Verloskundige zorgverlener of gynaecoloog | ||
Uitslagen echoscopie in PDF | Zwangerschapsecho (PUSH) | Sturen echoscopie in PDF | GZP-ESS-FHIR | XIS zorgverlener bron | Echoscopist |
Ontvangen echoscopie in PDF | GZP-ESO-FHIR | XIS zorgverlener ontvanger | Verloskundige zorgverlener |
Tabel: Beschikbaar stellen gegevens echoscopie
2.9.5 Use case diagram
Onderstaande afbeelding toont bedrijfsrollen, activiteiten, systeemrollen, transacties en transactiegroep in samenhang.
Afbeelding: Use case diagram beschikbaar stellen uitslagen echoscopie in PDF
2.10 Use case: Laboratoriumonderzoek
De Use case is nog in ontwikkeling en nog niet geschikt voor gebruik! |
In de zwangerschap krijgen zwangere vrouwen in het eerste verloskundig consult (vóór week 13 van de zwangerschap) een bloedonderzoek aangeboden. Dit onderzoek betreft het bevolkingsonderzoek PSIE Prenatale Screening Infectieziekten en Erytrocyten immunisatie ofwel ‘bloedonderzoek zwangeren’ (RIVM). Het doel van dit screening onderzoek is een aantal ernstige aandoeningen bij het ongeboren en pasgeboren kind te voorkomen (KNOV).
Ook kunnen bij de zwangere andere bloedonderzoeken worden gedaan op basis van de situatie van de zwangere, bijvoorbeeld diabetes diagnostiek of schildklier diagnostiek. Daarnaast kan urineonderzoek plaatsvinden, bijvoorbeeld het Eiwit/creatinineratio in een portie urine of 24 uurs urine.
2.10.1 Doel en Relevantie
Het algemene doel van laboratorium onderzoek is diagnostiek bij moeder en/of ongeboren kind met het specifieke doel van kwalitatief goede geboortezorg en het voorkomen van ernstige ziektes bij het kind. De bevindingen van het laboratoriumonderzoek worden naar de zorgverlener gestuurd die verantwoordelijk is voor de zwangerschapsbegeleiding. Het laboratorium stuurt de testuitslagen van de PSIE ook rechtstreeks naar het RIVM. Zie voor meer informatie over de kerntaken van het Laboratorium het draaiboek PSIE.
2.10.2 Proces en Context (pre- en postproces)
2.10.2.1 Preproces
De zwangere heeft een intake gehad bij de verloskundige. De verloskundige heeft de zwangere geïnformeerd over de PSIE waarmee voldaan wordt aan de eis van informed consent. Naast de PSIE wordt ook het Hemoglobine (Hb) bij de zwangere bepaalt.
2.10.2.2 Proces
- Met de expertgroep het proces uitwerken.
- Het XIS van het laboratorium verstuurt de laboratoriumuitslagen naar het XIS van de zorgverlener;
- Het XIS van de zorgverlener ontvangt de laboratoriumuitslagen en verwerkt deze in het XIS;
- Het XIS van het laboratorium verstuurt de laboratoriumuitslagen naar Peridos van het RIVM;
- Peridos ontvangt de laboratoriumuitslagen en verwerkt deze in Peridos.
2.10.2.3 Postproces
De zwangere met een afwijkende screeningsuitslag (PSIE) of afwijkend Hb gepaste zorg aanbieden en/of verwijzen.
2.10.3 Bedrijfsrollen en UML activity diagram
Deze use case onderscheidt drie bedrijfsrollen, namelijk de Verloskundige zorgverlener, Labspecialist en het RIVM-DVP zoals te zien in onderstaande tabel.
Bedrijfsrol | Activiteit |
---|---|
Verloskundig zorgverlener | Sturen van aanvraag laboratoriumtest, ontvangen van laboratoriumuitslagen. |
Labspecialist | Verstuurt de gegevens van de bloeduitslag(en). |
RIVM-DVP | Ontvangen van laboratoriumuitslagen, PSIE. |
Tabel: Bedrijfsrollen gegevens echo-uitslag
2.10.4 Informatieoverdracht
2.10.4.1 Systemen & Systeemrollen
Zowel de zorgverlener Bron als de zorgzorgverlener Ontvanger maken ieder gebruik van een informatiesysteem:
- XIS (Zorgverlener Bron)
- XIS (Zorgverlener Ontvanger)
Afbeelding: systeemrollen laboratoriumonderzoek
2.10.4.2 Transacties & Transactiegroepen
Het uitwisselen van gegevens tussen de verschillende systeemrollen gebeurt op basis van transacties. Een transactiegroep is een verzameling van bij elkaar horende transacties (bijvoorbeeld een vraag- en antwoordbericht). Onderstaande tabel biedt een overzicht voor deze use case.
Use Case(s) (Scenario's) | Transactiegroep | Transacties | Systeemrol(len) | Systemen | Bedrijfsrollen |
---|---|---|---|---|---|
Laboratoriumonderzoek | Aanvraag laboratoriumtest (PUSH) | Sturen aanvraag laboratoriumtest(en) | GZP-CTS-FHIR | XIS zorgverlener bron | Verloskundige zorgverlener |
Ontvangen aanvraag laboratoriumtest | GZP-CTO-FHIR | XIS zorgverlener ontvanger | Labspecialist | ||
Bloeduitslagen (PUSH) | Sturen bloeduitslagen | GZP-BUS-FHIR | XIS zorgverlener bron | Labspecialist | |
Ontvangen bloeduitslagen | GZP-BUO-FHIR | XIS zorgverlener ontvanger | Verloskundig zorgverlener | ||
Ontvangen bloeduitslagen | GZP-NIR-FHIR | XIS zorgverlener ontvanger | RIVM-DVP |
Tabel: Raadplegen en beschikbaar stellen laboratoriumgegevens
2.10.5 Use case diagram
Onderstaande afbeelding toont bedrijfsrollen, activiteiten, systeemrollen, transacties en transactiegroep in samenhang voor het sturen en ontvangen van aanvraag laboratoriumtest.
Afbeelding: Use case diagram aanvraag laboratoriumtest
2.10.6 Use case diagram
Onderstaande afbeelding toont bedrijfsrollen, activiteiten, systeemrollen, transacties en transactiegroep in samenhang voor het sturen en ontvangen van bloeduitslagen. Bloeduitslagen worden ontvangen door de verpleegkundige zorgverlener.
Afbeelding: Use case diagram bloeduitslagen
2.10.7 Use case diagram
Onderstaande afbeelding toont bedrijfsrollen, activiteiten, systeemrollen, transacties en transactiegroep in samenhang voor het sturen en ontvangen van bloeduitslagen. Bloeduitslagen worden ontvangen door het RIVM-DVP.
Afbeelding: Use case diagram bloeduitslagen
2.11 Samenhang bedrijfsrollen, activiteiten, transacties, systeemrollen en transactiegroepen
Use Case(s) (Scenario's) | Transactiegroep | Transacties | Systeemrol(len) | Systemen | Bedrijfsrollen |
---|---|---|---|---|---|
Client vraagt via PGO gegevens bij zorgverlener op | PGO Integrale Zwangerschapskaart | IntegraleZwangerschapsKaartRaadplegend | GZ-3.2.0-IZR-FHIR | PGO | Burger |
IntegraleZwangerschapskaartBeschikbaarstellend | GZ-3.2.0-IZB-FHIR | XIS zorgverlener bron | Zorgaanbieder | ||
Kernset aanlevering | Kernset Geboortezorg → Perined (PUSH) | Sturen Kernset Geboortezorg | GZP-KAS-FHIR | XIS zorgverlener bron | Verloskundige zorgverlener |
Technische ontvangstbevestiging | GZP-KAO-FHIR | XIS zorgverlener ontvanger | GeboortezorgKernsetOntvangend | ||
Subset Screening → RIVM/Peridos (PUSH) | Sturen Subset Screening | GZP-SSS-FHIR | XIS zorgverlener bron | Verloskundige zorgverlener | |
Technische ontvangstbevestiging | GZP-SSO-FHIR | XIS zorgverlener ontvanger | GeboortezorgKernsetSubsetScreeningOntvangend | ||
Overdracht verloskundig dossier | Verloskundig dossier (PUSH) | Sturen verloskundig dossier | GZP-VDS-FHIR | XIS zorgverlener bron | Versturende zorgorganisatie |
Ontvangen verloskundig dossier | GZP-VDO-FHIR | XIS zorgverlener ontvanger | Ontvangende zorgorganisatie | ||
Registratie kraamzorggegevens | Kraamzorg gegevens | Registreren kraamzorg gegevens | GZP-KGR-FHIR | XIS zorgverlener bron | Kraamverzorgende |
Kraamzorggegegevens | Kraamzorggegevens (PUSH) | Sturen kraamzorggegevens | GZP-KGS-FHIR | XIS zorgeverlener bron | Kraamverzorgende |
Ontvangen kraamzorggegevens | GZP-KGO-FHIR | XIS zorgverlener ontvanger | Verloskundige zorgverlener of Jeugdgezondheidszorg | ||
Registreren acute fase | Acute fase | Registratie acute fase | GZP-RAF-FHIR | XIS zorgverlener bron | Verloskundige zorgverlener |
Overdracht acute fase | Acute fase (PUSH) | Sturen acute fase bericht | GZP-AFS-FHIR | XIS zorgverlener bron | Verloskundige zorgverlener |
Ontvangenstbevestiging acute fase bericht | GZP-AFO-FHIR | XIS zorgverlener ontvanger | Gynaecoloog | ||
Acute fase (PULL) | Raadplegen gegevens acute fase | GZP-AFR-FHIR | XIS zorgverlener bron | Verloskundige zorgverlener of gynaecoloog | |
Beschikbaar stellen gegevens acute fase | GZP-AFB-FHIR | XIS zorgverlener bron | XDS-Viewer | ||
Laboratoriumonderzoek | CT-aanvraag (PUSH) | Sturen CT-Aanvraag | GZP-CTS-FHIR | XIS zorgverlener bron | Verloskundige zorgverlener |
Ontvangen CT-aanvraag | GZP-CTO-FHIR | XIS zorgverlener ontvanger | Gynaecoloog | ||
Bloeduitslagen (PULL) | Sturen bloeduitslagen | GZP-BUS-FHIR | XIS zorgverlener bron | Labspecialist | |
Ontvangen bloeduitslagen | GZP-BUO-FHIR | XIS zorgverlener ontvanger | Verloskundige zorgverlener | ||
NIPT gegevens | Registratie gegevens NIPT | GZP-NIR-FHIR | XIS zorgverlener bron | Verloskundige of gynaecoloog | |
Counseling | Counseling (PUSH) | Sturen counseling | GZP-COS-FHIR | XIS zorgverlener bron | GeboortezorgCounselingSturend |
Ontvangen counseling | GZP-COO-FHIR | XIS zorgverlener ontvanger | Peridos | ||
Echoscopie | Registratie gegevens SEO | Registratie Aanvraag 1e trimester SEO | GZP-ES1-FHIR | XIS zorgverlener bron | Verloskundige of gynaecoloog |
Registratie 2e trimester SEO | GZP-ES2-FHIR | XIS Zorgverlener bron | Verloskundige of gynaecoloog | ||
Uitslagen echoscopie in PDF | Zwangerschapsecho (PUSH) | Sturen echoscopie in PDF | GZP-ESS-FHIR | XIS zorgverlener bron | Echoscopist |
Ontvangen echoscopie in PDF | GZP-ESO-FHIR | XIS zorgverlener ontvanger | Verloskundige zorgverlener | ||
Registratie bevallingsgegevens | Bevallingsgegevens | Registreren bevallingsgegevens | GZP-BGR-FHIR | XIS zorgverlener bron | Verloskundige zorgverlener |
Bevallingsgegevens | Bevallingsgegevens (PULL) | Raadplegen Bevallingsgegevens | GZ-1.1.1-PartusR-FHIR | XIS zorgverlener ontvanger | Zorgverlener ontvanger |
Beschikbaar stellen bevallingsgegevens | GZ-1.1.1-PartusB-FHIR | XIS zorgverlener bron | Zorgverlener bron |
Tabel overzicht
3 Aanvullende informatie
In dit deel van het FO wordt een opsomming gegeven van de zorginformatiemodellen, zibs, die in de dataset worden gebruikt. Een belangrijke afspraak is dat zibs uit publicatie 2017 worden gebruikt, omdat bij start van ontwikkeling van de dataset dit de vigerende dataset was en er hiervoor FHIR profielen zijn ontwikkeld. Echter, in publicatie 2020 zijn zibs of waardelijsten beschikbaar die mede gebaseerd zijn op commentaar uit de Expertgroep Eenheid van Taal Geboortezorg. Een aantal van deze zibs worden gebruikt in dataset 3.2. Bij een zib zal een beschrijving worden gegeven hoe de zib moet worden gebruikt in de systemen en uit welke publicatie de zib en/of waardelijsten komen.
In de dataset wordt weergegeven of de zib zoals deze is gedefinieerd wordt gebruikt of dat deze is gespecialiseerd voor de geboortezorg. Bij het onderdeel Relaties wordt dit aangegeven. Equivalent betekent dat de zib is opgenomen zoals is gedefinieerd in de publicatie, Specialisatie betekent dat de zib is aangepast voor het gebruik in de geboortezorg. Dit betreft veelal een specialisatie van de waardelijsten. In onderstaand overzicht wordt aangegeven of de zib is gespecialiseerd.
3.1 Aanwijzingen / eisen voor functionaliteit van systemen per zib
PWD versie 3.2 bestaat uit zorginformatiebouwstenen (zibs) of geboortezorgspecifieke bouwstenen (CIMs). Hieronder een overzicht van zibs en kandidaat zib(s) die in de dataset versie 3.2 worden gebruikt. Per zib wordt een beschrijving gegeven hoe deze in de geboortezorg gebruikt wordt en welke functionele eisen aan de systemen worden gesteld. Alle informatie over een zib kan geraadpleegd worden op ART-DECOR waar de zibs publicatie 2017 en zib publicatie 2020 zijn gepubliceerd. Als op ART-DECOR een zib uit de lijst met zibs wordt geselecteerd kan bij de omschrijving alle achtergrondinformatie van de zib geraadpleegd worden. Door de zib te openen (naast Dataset, knop Concepten zib) kunnen de concepten in de zib geraadpleegd worden.
Gegevensmodel/zib | Publicatie | Functionele eis | Functioneel |
---|---|---|---|
Betaler | 2017 | Gegevens over betaler zijn nieuw in de geboortezorg dataset 3.2. Het is geïntroduceerd door de kraamzorg, maar relevant voor alle partijen in de geboortezorg.
Noot: Het is voor te stellen dat werkprocessen in de diverse betrokken zorginstellingen verschillend zijn, waardoor gegevens met betrekking tot betaler verschillend kunnen worden verwerkt. |
zib Betaler |
Contact | 2017 | De zib wordt gebruikt voor alle contactmomenten in de geboortezorg. Dit kunnen bijvoorbeeld zijn prenatale controles, intake thuis, kraamzorg tijdens kraambed, SEO, etc. Voorbeelden van de zib toegepast op de geboortezorg zijn <hier> beschikbaar. De zib is gespecialiseerd door de toevoeging van het element ContactSoort om preciezer te weten om welk soort contact het gaat.
Noot: er loopt nog een discussie over de elemnten Bestemming en Herkomt. Deze zijn nu erg gericht op ziekenhuisopnames. |
zib Contact |
Contactpersoon | 2017 | In de geboortezorg is de partner van de vrouw een contactpersoon.
Bij relatie kan de zorgverlener aangeven of het bijvoorbeeld gaat om partner van de vrouw of echtgenoot van de vrouw. Bij rol kan dan worden aangegeven dat het gaat om eerste contactpersoon. De waardelijsten bij Relatie en Rol worden gebruikt, maar niet elke waarde is relevant in de geboortezorg. |
zib Contactpersoon |
Patiënt | 2017 | In de geboortezorg wordt de zib gebruikt voor het vastleggen van gegevens van de vrouw/ zwangere en van het kind. Er is nog discussie over het gebruik van de zib voor een foetusdossier. OverlijdensIndicator uit zib patient wordt gebruikt om eventuele perinatale of maternale sterfte vast te leggen. Voor het kind is de zib gespecialiseerd door de toevoegingen van het element Rangnummer voor vastleggen van meerlinggegevens van het kind en het element Geboorteplaats van het kind. | zib Patiënt |
Zorgverlener | 2017 | Indien een identificatienummer als UZI of AGB nummer wordt meegegeven, moeten naam en nummer overeenkomen. Ook de rol die de zorgverlener in het zorgproces vervult, kan worden vastgelegd. Dit kan bijvoorbeeld hoofdbehandelaar of verwijzer zijn. Zie handreiking van de KNMG Handreiking verantwoordelijkheidsverdeling.
NOOT: de waardelijst voor ZorgverlenersRol, OID 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.40.2.17.1.5, is de nieuwe versie van de waardelijst gebruikt die al in prepublicatie 2019 staat. Het element Specialisme is het Medisch specialisme van de zorgverlener. Voor de geboortezorg is dit element gespecialiseerd in de vorm van een waardelijst die geschikt is voor de geboortezorg. De waarden komen deels uit de codelijsten in de zib en deels uit Snomed CT om te voldoen aan de eisen van het domein. De domeinspecifieke waardelijst, ZorgverlenerType_32. Deze waardelijst bestaat uit specialismen die ook in UZI en AGB codelijsten staan aangevuld met concepten en coderingen uit Snomed CT. Deze waardelijst is bedoeld voor gegevensuitwisseling in de keten geboortezorg. Voor uitwisseling met domeinen buiten de geboortezorg voldoen de coderingen uit UZI- en AGB codelijsten. Ten behoeve van de gebruikersvriendelijkheid willen zorgverleners dat gemakkelijk collega zorgverleners gevonden en vastgelegd kunnen worden waarmee wordt samengewerkt. Ook een sociale kaart kan hierbij helpen. Als een zorgverlener wordt geselecteerd dan worden door het systeem automatisch alle gegevens van die zorgverlener, inclusief het ZorgverlenerIdentieficatienummer, vastgelegd. Een andere mogelijkheid is dat de zorgverlener de naam van een collega zorgverlener vastlegt waarna het systeem de rest van de gegevens van die zorgverlener invult. |
zib Zorgverlener |
Zorgaanbieder | 2017 | Voorbeelden zijn: verloskundepraktijk, ziekenhuis, kraamzorg organisatie, huisartsenpraktijk.
Ook hier willen zorgverleners dat een zorgaanbieder makkelijk te vinden is en geselecteerd kan worden, waarna het systeem de gegevens van de zorgaanbieder automatisch vastlegt. Vaak zijn het ZorgaanbiederIdentieficatienummer en de OrganisatieNaam voldoende. Een zorgverlener kan ook zelf een OrganisatieNaam invullen waarna het systeem automatisch de rest van de gegevens vastlegt, waaronder het ZorgaabiederIdentificatienummer en de naam van de zorgaanbieder. |
zib Zorgaanbieder |
Informed Consent | kandidaat zib | De bouwsteen Informed consent specificeert de gegevens voor de geïnformeerde toestemming van de patiënt en is gebaseerd op de FHIR Resource Consent. Deze bouwsteen is als kandidaat zib ingediend bij het zib-centrum. De bouwsteen kan gebruikt worden om de toestemming van de vrouw vast te leggen voor zowel de primaire zorgverlening als de aanlevering van gegevens naar Perined en het RIVM. De publicatie Informed Consent is hierbij als bron gebruikt.
NOOT: er is een landelijke ontwikkeling voor online toestemmingsvoorziening. Deze is echter nog niet breed in de gezondheidszorg geïmplementeerd. Daarom de bouwsteen Informed consent. |
|
Patiëntbespreking | 2020 | In de geboortezorg zijn het MDO en het POP de meest gebruikte vormen van patiëntbespreking. De zib is gespecialiseerd door de verwijzingen naar andere zibs in deel Administratief en de verwijzing naar de zibs Probleem en Verrichting. Dit kunnen problemen bij de moeder zijn tijdens de zwangerschap, problemen bij de foetus etc. De waardelijsten van de gebruikte zib Probleem in de dataset kunnen hiervoor worden gebruikt. | zib Patiëntbespreking |
Zorgepisode | 2020 | De toepassing van de zorgepisode in de geboortezorg wordt toegelicht in de publicatie 'Zandkasteel, of zandbak? Whitepaper Zorgepisodes Geboortezorg'. <url nog toevoegen'. Figuur 6 geeft een visuele weergave van het gebruik van zorgepisode in de geboortezorg.
De zib is gespecialiseerd door toevoeging van een aantal elementen. Zo is de status van de zorgepisode toegevoegd, omdat het in de geboortezorg voorkomt dat een zorgepisode on hold wordt gezet door overname van zorg door de gynaecoloog, maar later in het hele proces de vrouw terugkomt bij de verloskundige. Deze zorgepisode wordt dan weer geactiveerd. |
zib Zorgepisode |
Zorgteam | 2020 | De zib is gespecialiseerd door de toevoeging van Tijdsinterval aan de groep gegevens ZorgTeamLid. Aan het zorgteam in de geboortezorg kan een tijdelijk lid worden toegevoegd waarbij met behulp van het tijdsinterval kan worden aangegeven wanneer dit lid onderdeel was van het zorgteam. Bijvoorbeeld, de kinderarts kan later in de zwangerschap aan het team worden toegevoegd, met de tijdsinterval kan worden aangegeven wanneer deze lid is/was van het zorgteam. | zib Zorgteam |
Behandelaanwijzing | 2020 | In de geboortezorg gaat het om het element Behandeling. In deel Vrouw in de dataset gaat het mn om de waarde 'Toediening van een bloedproduct' (is specialisatie door vast waarde te definieren). Het is voor te stellen dat het voor kan komen dat voor de vrouw ook andere waarden relevant kunnen zijn afhankelijk van de toestand van de vrouw. Dit zal dan het geval zijn bij opname in het ziekenhuis. Voor het kind kan de zib, met element Behandeling worden gebruikt om vast te leggen of ouders toestemming hebben gegeven voor het toedienen van een bloedproduct. Indien door de kinderarts/neonatoloog besloten wordt dat ten behoeve van het kind het geven van een bloedproduct noodzakelijk is dan worden ouders getoetst op 'ter zake wilsbekwaam' (juridische term) waarna het kind wordt behandeld. Dit gegeven is op dat moment van toepassing, maar wordt niet gedeeld in de keten geboortezorg om verwarring te voorkomen. | zib Behandelaanwijzing |
Verrichting | 2017 | De zib wordt meerdere keren in de dataset gebruikt, in verschillende context. DE zib is gespecialiseerd, omdat voor elke context een waardelijst gemaakt is, bijvoorbeeld VerrichtingType_Zwangerschap. Bij elke waardelijst gaat het om een deelverzameling van Snomed CT in het algemeen en in het bijzonder de ReferentieSet 146481000146103 |Dutch obstetric procedures simple reference set (metadata)|. Deze referentieset zal maart 2021 in de publicatie van Snomed CT zitten. Indien nodig zal deze ReferentieSet worden geupdate indien noodzakelijk.
In de zib zit een element 'Indicatie' welke verwijst naar de zib Probleem. In de dataset is hier steeds verwezen naar de zib Probleem gebruikt in de dezelfde context als de zib Verrichting. Bijvoorbeeld, de zib Verrichting wordt gebruikt in het deel Zwangerschap. Bij indicatie wordt verwezen naar zib Probleem in eveneens het deel Zwangerschap. Noot: er vindt overleg plaats met de DHD om de Verrichtingen thesaurus uit te breiden met verrichtingen nodig om de verrichtingen in het primaire proces te kunnen vastleggen mbv de VT en uit te wisselen met Snomed CT. |
zib Verrichting |
Alert | 2017 | Een alert beschrijft een klinisch of administratief feit dat onder de aandacht van de gebruikers van de klinische systemen wordt gebracht, om er bij het vormen van diagnostisch en therapeutisch beleid of bij de omgang met de patiënt rekening mee te houden, meestal wegens een veiligheidsrisico. In het EPD is dit gegeven dan vaak 'gevlagd' om er aandacht op te leggen. Bijvoorbeeld: moeder kan een dragen van een infectie zijn wat een veiligheidsrisico kan zijn voor het kind, het gezin of de kraamverzorgende. De zib is gespecialiseerd door waardelijsten te definieren voor ProbleemNaam in de verwizjing naar de zib Probleem. | zib Alert |
AllergieIntolerantie | 2017 | De zib is erg uitgebreid voor het domein geboortezorg. Gebaseerd op dataset 2.3 wordt alleen het element VeroorzakendeStof met een voor de geboortezorg relevante waardelijst (specialisatie). De reden hiervoor is dat de relevante allergie gevraagd wordt aan de vrouw. Indien de zorgverlener van mening is dat een aangegeven allergie uitgezocht moet worden zal deze de vrouw doorsturen naar een relevant medisch specialist. Door deze specialist kunnen gegevens mbt AllergieIntolerantie gedeeld worden met de zorgverlener in de geboortezorg. | zib AllergieIntolerantie |
Blaasfunctie | 2017 | De blaasfunctie is van belang tijdens het kraambed en bij nacontrole door een verloskundig zorgverlener. De zib is in zijn geheel in de dataset opgenomen, maar het is voor te stellen dat alleen de elementen UrineContinentie, Incontinentiemateriaal en Toelichting direct zichtbaar zijn op de user interface. <nog bespreken met expertgroep voor toepassing bij nacontrole door verloskundig zorgverlener> | zib Blaasfunctie |
Darmfunctie | 2017 | De darmfunctie is van belang tijdens het kraambed en bij nacontrole door een verloskundig zorgverlener. De zib is in zijn geheel in de dataset opgenomen, maar het is voor te stellen dat het element Stoma niet direct zichtbaar is op de user interface. <nog bespreken met expertgroep voor teopassing bij nacontrole door verloskundig zorgverlener> | zib Darmfunctie |
Probleem | 2017 | Er kunnen zich problemen voordoen in elke fase van de zwangerschap. Om die reden is de zib Probleem meerdere keren opgenomen in de dataset, steeds in een andere context. Voor de specifieke context zijn waardelijsten gemaakt welke deelverzamelingen zijn van Snomed CT (specialisatie). Daar waar in dataset 2.3 de diagnoses als aparte elementen zijn opgenomen in de dataset, zijn deze in dataset 3.2 opgenomen in een waardelijst. Bijvoorbeeld, de aandoeningen onder de groep Diagnose (peri23-dataelement-82268) in deel Zwangerschap (peri23-dataelement-3), zijn in dataset 3.2 opgenomen in de waardelijst ProbleemNaam_Zwangerschap bij element ProbleemNaam (peri32-dataelement-1184) in zib Probleem (Zwangerschap) (peri32-dataelement-1180).
Bij elkaar vormt de inhoud van de waardelijsten een ReferentieSet in Snomed CT. Deze RefSet is nog in de maak en zal naar verwachting in de 2e publicatie van 2021 gepubliceerd worden. Noot: er vindt overleg plaats met de DHD om de Diagnose thesaurus uit te breiden met diagnoses nodig om de diagnose in het primaire proces te kunnen vastleggen mbv de DT en uit te wisselen met Snomed CT. |
zib Probleem |
VoedingspatroonZuigeling | 2017 | De zib is opgenomen in de dataset daar waar het gaat om de voeding van de zuigeling. | zib VoedingspatroonZuigeling |
Wond | 2017 | De zib Wond is opgenomen in de dataset ten behoeve van de zorgverlening in de postnatale fase. Alle eigenschappen van een wond kunnen met deze zib worden vastgelegd. Of dit noodzakelijk is, is afhankelijk van de wondverzorging bij de kraamvrouw. <nog bespreken met expertgroep en evt. aanvullen> | zib Wond |
Zwangerschap | 2020 | De zib Zwangerschap van 2017 was ongeschikt voor de geboortezorg. Nav wijzigingsverzoeken is zib Zwangerschap 2020 gemaakt. Daarom is deze zib opgenomen in dataset 3.2. De zib is gespecialiseerd door het toevoegen van element 'Wijze einde zwangerschap'. (maart 2021, de waardelijst bij dit element moet nog goed worden uitgewerkt. De zwangerschapsduur in verschillende contexten zoals bij Prenatale controle, Verrichting, Probleem of Medisch onderzoek is niet meer opgenomen in de dataset. Deze moet ten alle tijde berekend kunnen worden als de zorgverlener dat wil. | zib Zwangerschap |
Bloeddruk | 2017 | De zib wordt gebruikt in de geboortezorg. Elementen als Actuele bloeddruk en hoogste diatolische tensie komen niet terug in dataset 3.2. Als het een zorgverlener, bijvoorbeeld de gynaecoloog, gaat om de laatst gemeten bloeddruk bij de verloskundige kan deze worden opgevraagd. Als het gaat om alle gemeten bloeddrukken moeten alle gemeten bloeddrukken tijdens de prenatale controles gedeeld kunnen worden. | zib Bloeddruk |
Hartfrequentie | 2017 | De zib is gespecialiseerd om de hartactie van de foetus te kunnen vastleggen. De coderingen in de zib zijn vervangen door specifieke concepten en codes voor foetale hartslag. | zib Hartfrequentie |
LaboratoriumUitslag | 2017 | De zib is gespecialiseerd door het opnemen van testcodes die van belang zijn in de geboortezorg. Dit betreft maternale onderzoeksgegevens en neonatale onderzoeksgegevens (nog niet volledig). De zib kan laboratoriumuitslagen van het laboratorium delen met het systeem van de zorgverlener, maar ook tussen zorgverleners onderling. Voor het laatste zijn niet alle elementen in de zib relevant. In de dataset zijn daarom alleen de elementen Testcode en Testuitslag opgenomen. Het streven is om het handmatig overnemen van lab uitslagen in het EPD uit te faseren. | zib LaboratoriumUitslag |
Lichaamsgewicht | 2017 | Deze zib wordt 'as is' gebruikt als het gaat om het gewicht van de vrouw. Als het gaat om het geboortegewicht van de baby dan is de zib gespecialiseerd, de coderingen betreffen het geboortegewicht. Het betreft immers een uniek gewicht, eenmalig gemeten, welke niet veranderd in de tijd. Gaat het om het gewicht van de baby in de kraamweek, dan is dit weer de zib Lichaamsgewicht. | zib Lichaamsgewicht |
Lichaamslengte | 2017 | Deze zib wordt 'as is' gebruikt. | zib Lichaamslengte |
Lichaamstemperatuur | 2017 | Wordt mn in de kraamzorg gebruikt. Geen bijzonderheden. | zib Lichaamstemperatuur |
Polsfrequentie | 2017 | Wordt mn in de kraamzorg gebruikt. Geen bijzonderheden. | zib Polsfrequentie |
Schedelomvang | 2017 | De zib wordt gebruikt in de context van een echoscopie, de schedelomvang van de foetus, en in de context van het lichamelijk onderzoek van de pasgeborene. De waarde van de schedelomvang is gekoppeld aan verschillende codes afhankelijk van de context, voor de foetus en de pasgeborene is de zib gespecialiseerd. | zib Schedelomvang |
Alcoholgebruik | 2017 | De status van het alcoholgebruik en de hoeveelheid alcohol stonden in dataset 2.3, maar in 1 waardelijst. In de zib is er een onderscheidt gemaakt. De waarden in de waardelijst bij AlcoholGebruikStatus zijn gekoppeld aan concepten geplaatst in de context van de zwangerschap. | zib AlcoholGebruik |
Burgerlijke staat | 2017 | Het gaat in de zib om de burgerlijke staat van een mens in de zin en betekenis van het burgerlijk wetboek. In de zib Gezinssituatie wordt naar deze zib verwezen. Beide maken deel uit van dataset 3.1 (kraamzorg) en zijn daarom overgenomen in dataset 3.2. | zib BurgelijkeStaat |
Drugsgebruik | 2017 | Soort drugs is in dataset 3.2 vervangen door DrugsOfGeneesmiddelSoort met eigen waardelijst. De waarden in de waardelijst bij DrugsGebruikStatus zijn gekoppeld aan concepten geplaatst in de context van de zwangerschap. DE zib wordt gebruikt 'as is'. | zib DrugsGebruik |
Familieanamnese | 2017 | De familieanamnese beschrijft de gezondheidsproblemen van biologische verwanten die relevant zijn. De familieanamnese bevat informatie over de medische aandoeningen van het familielid en de biologische relatie tussen de 'patiënt' en het beschreven familielid. De zib is gespecialiseerd voor het element BiologischeRelatie. Hiervoor is een waardelijst gemaakt waarbij de relaties bezien worden vanuit de ongeboren baby, deze is de 'patient'. | zib Familieanamnese |
Gezinssituatie | 2017 | Traditioneel is een gezin gedefinieerd als een leefverband van een of meer volwassenen die verantwoordelijkheid dragen voor de verzorging en de opvoeding van een of meer kinderen. Tegenwoordig wordt de term breder gebruikt voor alle samenlevingsvormen die een herkenbare sociale eenheid vormen, met al dan niet verwante personen die duurzame en affectieve banden hebben en elkaar onderling steun en verzorging verlenen. In de geboortezorg is de gezinssituatie mn van belang voor de kraamzorg. Echter, al tijdens de zwangerschap kan de gezinssituatie van belang zijn afhankelijk van de sociale situatie van de zwangere. | zib Gezinssituatie |
Gezinssituatie van kind | 2017 | Hierbij gaat het om de gezinssituatie van het kind. In de geboortezorg is de gezinssituatie van het kind mn van belang voor de kraamzorg. Echter, al tijdens de zwangerschap kan de gezinssituatie van het kind van belang zijn afhankelijk van de sociale situatie van de zwangere. | zib GezinssituatieKind |
Nationaliteit | 2017 | Nationaliteit wordt vastgelegd voor administratieve doeleinden. De bouwsteen is dan ook niet bedoeld voor het vastleggen van etniciteiten. De nationaliteit kan van invloed zijn op de communicatie en op culturele invloeden in het gezin. | zib Nationaliteit |
Opleiding | 2017 | De zib Opleiding van 2017 wordt gebruikt, maar met de nieuwe versie van de waardelijst; SchooltypeCBSCodelijst. Dit omdat deze waardelijst (gebaseerd op de CBS codelijst) meer van deze tijd is. In samenwerking met de NHG is een nieuwe waardelijst vastgesteld, waarbij ook input vanuit de GGZ is geleverd. | zib Opleiding |
Participatie in Maatschappij | 2017 | Het element Vrijetijdsbesteding vond de expertgroep Eenheid van Taal niet relevant voor de geboortezorg. Om die reden is dit element niet opgenomen in de dataset (gespecialiseerd). | zib ParticipatieInMaatschappij |
Taalvaardigheid vrouw en gezin | 2017 | Taalvaardigheid is het vermogen zich uit te drukken in een taal en mededelingen gedaan in die taal te begrijpen. Het gaat daarbij zowel om mondelinge als schriftelijke communicatie. DE zib wordt gebruikt 'as is'. | zib Taalvaardigheid |
TabakGebruik | 2020 | Tijdens de anamnese wordt gevraagd naar het gebruik van tabak of blootstellingen aan tabaksrook thuis of elders. Gebruik van tabak en/of blootstelling aan tabaksrook is van invloed op de zwangerschap en het ongeboren kind. Informatie hierover bepaalt de zorg van de zorgverlener waarbij het V-MIS protocol wordt gebruikt. | zib TabakGebruik |
Woonsituatie | 2017 | Het doel is om de huidige woonsituatie van de patiënt in kaart te brengen. Voor de kraamzorg is de woonsituatie van belang ivm de problemen die de vrouw kan ondervinden tijdens de kraamperiode. | zib Woonsituatie |
Apgar score | 2017 | De zib wordt gebruikt 'as is'. | zib ApgarScore |
Conditie kraamvrouw | 2017 | Hiervoor wordt de zib Barthelindex gebruikt 'as is'. | zib BarthelIndex |
Adresgegevens | 2017 | Geen bijzonderheden. | subzib Adresgegevens |
Contactgegevens | 2017 | Geen bijzonderheden. | subzib Contactgegevens |
FarmaceutischProduct | 2017 | Het doel van de zib is het eenduidig omschrijven van een te gebruiken geneesmiddel. Voor de 2e lijn zal het geen probleem zijn om het farmaceutisch product via het EVS vast te leggen met een productcode. Voor de 1e lijn is dit veelal niet mogelijk, maar kan in vrije tekst de ProductNaam worden vastgelegd in het gelijknamige element. | subzib FarmaceutischProduct |
Naamgegevens | 2017 | Geen bijzonderheden. | subzib Naamgegevens |
Tijdsinterval | 2017 | Geen bijzonderheden. | subzib Tijdsinterval |
Anatomische locatie | 2020 | DE subbouwsteen wordt gebruikt 'as is'. Op sommige plaatsen wordt een vaste waarde aangegeven voor de anatomsiche locatie. | subzib AnatomischeLocatie |
Vaccinatie | 2017 | Immunisatie kan worden gedefinieerd als “Het opwekken van natuurlijke immuniteit tegen ziekteverwekkers door middel van vaccinatie (actieve immunisatie) of door toediening van immunoglobulinen (passieve immunisatie)”. In de zib worden alleen de vaccinaties opgenomen. De toediening van immunoglobulines maakt deel uit van het medicatieoverzicht. Vaccinaties hebben levenslang relevantie.
Noot: het gebruik van deze zib in de geboortezorg is nog niet definitief vastgesteld. De relatie met het medicatieproces moet nog worden beoordeeld. |
zib Vaccinatie |
Zorgafspraak | 2020 | Documentatie van afspraken tussen zwangere en zorgprofessional(s) over, zorg tijdens zwangerschap en bevalling, behandeling of activiteiten gericht op iets doen of juist nalaten. De zorgafspraak richt zich op een specifieke actie die wordt uitgevoerd in het kader van behandeling en zorg. De zib is gespecialiseerd door de verwijzingen in de zib te vervangen door verwijzingen naar zibs in de dataset 3.2. | zib ZorgAfspraak |
Metingen | 2020 | De blauwdruk zib Meting is gebruikt voor alle metingen die in dataset 3.2 zijn opgenomen. Hierbij is steeds hetzelfde patroon van de zib gevolgd met elementnamen en coderingen die specifiek zijn voor de meting. Bijvoorbeeld, Fundushoogte (Meting) (peri32-dataelement-3415). Op Rootconceptniveau heeft het rootconcept de naam van de meting gekregen. Het element FundushoogteWaarde is gespecificeerd met datatype en gekoppeld aan het juiste concept en code in de terminologie (peri32-dataelement-3417). | blauwdrukzib Meting |
Observaties | kandidaat zib | De blauwdruk van deze zib is gebruikt voor alle observaties die in dataset 3.2 zijn opgenomen. Hierbij is steeds hetzelfde patroon van de kandidiaat zib gebruikt met elementnamen en coderingen die specifiek zijn voor de betreffende observatie. Bijvoorbeeld, Huid (Observatie) (peri32-dataelement-2967). Op Rootconceptniveau heeft het rootconcept de naam van de observatie gekregen. | |
Conclusie professioneel onderzoek | kandidaat zib | De bouwsteen is nog in ontwikkeling. De bedoeling is om conclusies en behandelbeleid met deze bouwsteen vast te leggen. Bijvoorbeeld, conclusie hoogrisicozwangerschap. | |
Juridische Situatie | 2020 | De zib wordt gebruikt om de JuridischeSituatie van de vrouw of het (ongeboren) kind vast te leggen. Bij zib-centrum loopt een wijzigingsverzoek om de waardelijst uit te breiden met Voorlopige ondertoezichtstelling (vots) (ZIB-1357). Deze kan van toepassing zijn op het ongeboren kind. Deze wordt tzt aan de waardelijst toegoevoegd | zib JuridischeSituatie |
IndividueelZorgplan | kandidaat zib | Deze zib geeft het individuele zorgplan van de vrouw. In de geboortezorg Het individuele zorgplan kan gebaseerd zijn op 1 zorgpad, routinematige prenatale zorg (regime/therapie), maar ook op meerdere zorgpaden, routinematige prenatale zorg (regime/therapie) en monitoren van hypertensie (regime/therapie). In deze zib wordt ook de relatie gelegd met de ZorgAfspraak, Behandeldoel en ZorgEpisode. | |
Infuus | 2017 | Deze zib geeft aan of het kind een infuus heeft. | zib Infuus |
Tekstuitslag | 2017 | Beschrijft de bevindingen en interpretatie van de echoscopie. Bij het tekstResultaat kan een aanvullend tekstverslag naast de feitelijke resultaten van de echoscopie beschreven worden. | zib Tekstuitslag |
Uterusactiviteit | CIM 2020 | Observatie van de uterusactiviteit, ook wel contracties of weeën, door de zorgverlener, eventueel door middel van een CTG (Cardiotocografie). | |
Etniciteit | kandidaat zib | Etnische herkomst van de vrouw en partner (bij partner als dit van belang is). Het gaat hier om vaststelling van de etniciteit conform het schema zoals dit door de KNOV is opgesteld. |
3.1.1 Aanwijzingen / eisen voor functionaliteit, algemeen
Hieronder een aantal algemene eisen voor de systemen in de geboortezorg op basis van ervaringen en vragen van zorgverleners.
- Inbouwen zorginformatiebouwstenen, zibs, in systemen omdat alles moet worden ingevuld door de zorgverlener: de zibs kunnen in zijn geheel worden ingebouwd in de systemen. Dit betekent niet dat alles van de zib op het scherm aan de zorgverlener moet worden getoond. Een voordeel is wel dat gegevens uit andere systemen, gebaseerd op de zibs, ontvangen en getoond kunnen worden. Bijvoorbeeld in de kraamzorg zullen kraamverzorgenden niet alle elementen in een zib nodig hebben om hun zorg vast te leggen. Zij moeten echter wel gegevens vanuit de obstetrie of kinderarts kunnen inzien/ ontvangen. Denk aan Problematiek kind.
- Lange waardelijsten worden door leveranciers soms gebruikersonvriendelijk ingebouwd en aangeboden aan de zorgverlener. Het systeem moet een lange waardelijst op een gebruikersvriendelijke manier aanbieden aan de zorgverlener.Bijv bij een waardelijst met hiërarchie eerst de hiërarchie tonen, bij aanklikken van een begrip kan deze hiërarchie worden geopend waarna de zorgverlener de juiste waarde kan selecteren. Een ander voorbeeld is het lichamelijk onderzoek van een pasgeborene. De elementen met waardelijsten kunnen op het scherm getoond worden, maar ook een grafische weergave is denkbaar. Als de zorgverlener op het hoofd klikt worden de antwoord mogelijkheden getoond. Weer een ander voorbeeld kan zijn dat bij lange waardelijsten een zoekfunctie wordt ingebouwd waarbij na het invullen van 3 letters suggesties worden getoond, waarna de zorgverlener de juiste waarde kiest. Maw, alles wat de zorgverlener kan helpen om hun verleende zorg juist vast te leggen op een zo gebruikersvriendelijke manier is wenselijk. De leverancier kent waarschijnlijk nog veel meer voorbeelden.
- In een waardelijst staat bij sommige waarden een omschrijving die gebruikt moet worden als informatie aan de zorgverlener, zodat voor hen duidelijk is wat met de waarde wordt bedoeld. Bijvoorbeeld, bij de psychosociale anamnese is de zib Probleem opgenomen voor sociale problemen. Een van de problemen is een laag gezinsinkomen. In de omschrijving wordt aangegeven wat er onder een laag gezinsinkomen wordt verstaan: 'Hierbij gaat het om een netto gezinsinkomen lager dan 1000 euro per maand'.
- In de dataset is een veld 'Omschrijving' opgenomen. De tekst in dit veld dient als informatie voor de zorgverlener. Systemen moeten deze tekst aanbieden als een informatieveld bij het element (bijvoorbeeld, als je met de cursor over het veld gaat verschijnt een 'i' waarna de zorgverlener de informatie kan lezen.
- In de dataset is een veld 'Operationalisatie' opgenomen. Dit veld bevat concrete aanwijzingen voor het element in de dataset. Bijvoorbeeld, bij het element Etniciteit is opgenomen 'Zorgverlener: kies uit de waardelijst de juiste etniciteit van uw patiënt, conform het schema zoals dit door de KNOV is opgesteld (zie Bron)'.
- Bij de dataset view is in de waardelijsten van de zibs 2017 veelal de Engelse term uit Snomed CT opgenomen. Echter, voor de zorgverlener moet dit een Nederlandse zorgverlener vriendelijke term zijn. In de waardelijst op Art Decor is deze term beschreven in de kolom 'Omschrijving'. Het gaat dan om een Nederlandse voorkeursterm zoals opgenomen in Snomed CT of een Nederlandse term vastgesteld in de zib.
- In de gebruikte waardelijsten worden soms HL7 nullFlavors gebruikt. Hieronder een beschrijving van gebruikte HL7 nullFlavors:
- NI = geen informatie: Uit het gebruik van deze nullFlavor mag geen enkele informatie worden afgeleid. Het betekent niet meer dan dat hetbetreffende gegeven ontbreekt, zonder reden daarvoor.
- UNK = onbekedn: Er is wel een waarde van toepassing, maar deze is bij de verzender niet bekend (diverse specialisaties zijn mogelijk).
- OTH = overig of soms anders: Er is geen bruikbare waarde beschikbaar binnen de waardelijst dat voor het betreffende gegeven van toepassing is (bijvoorbeeld verplicht een vocabulaire domein voor een code).
3.2 Verantwoordelijkheden voor informatie
3.3 Afschermen van gegevens
4 Referenties
Auteur(s) | Titel | Versie | Datum | Bron | Organisatie |
---|---|---|---|---|---|
Nictiz | Ontwerp PWD 3.2. | Informatiestandaard Geboortezorg | Nictiz | ||
RIVM | Bloedonderzoek zwangeren. | Verkregen op 1-4-2021 | https://www.pns.nl/bloedonderzoek-zwangeren/professionals | RIVM | |
KNOV | Prenatale screening infectieziekten en erytrocytenimmunisatie (RIVM) | Verkregen op 1-4-2021 | https://www.knov.nl/vakkennis-en-wetenschap/tekstpagina/65-3/prenatale-screening-infectieziekten-en-erytrocytenimmunisatie-rivm/hoofdstuk/522/prenatale-screening-infectieziekten-en-erytrocytenimmunisatie-rivm | KNOV | |
RIVM | Draaiboek PSIE | Verkregen op 1-4-2021 | https://draaiboekpsie.nl/ | KNOV |
Referenties
5 Release notes
Versie | Datum | Omschrijving |
---|---|---|
Release Notes