Testen Kickstart: Laboratoriumtest
Tijdens de laboratoriumtesten worden testscripts doorlopen door leveranciers met zorgaanbieders en patiëntpanel. Daarnaast wordt de rol van patiënt ingevuld door het patiëntpanel, gefaciliteerd door sector Patiënt & Client. Hierbij wordt niet alleen naar de technische correctheid van de uitgewisselde informatie gekeken, maar ook naar de functionele bruikbaarheid van het systeem (met name door de eindgebruiker). Daarnaast vindt de acceptatie van de in het kernteam vastgestelde bovensectorale gebruikerseisen plaats.
Inhoud
1 Voorbereiding
Om efficiënt te kunnen testen tijdens de Laboratoriumtest moet zijn voldaan aan onderstaande randvoorwaarden en voorbereidende acties.
1.1 Entry criteria
Leverancier
- Heeft de Proof of Concept fase succesvol afgerond: er is vanuit het Programma Medicatieoverdracht een Go om door te gaan naar de Laboratoriumtest.
- Voor elk uit te voeren testscript zijn mede-leveranciers beschikbaar om de test mee uit te voeren.
- (Voorbeeld) Voor een voorschrijven test is zowel een sturende, als een ontvangende leverancier nodig
- Voert testen niet enkel met eigen applicaties uit.
- (Voorbeeld) Indien een leverancier zowel een EVS als een AIS heeft, wordt een testscript niet door één en dezelfde leverancier uitgevoerd.
- Heeft toegang tot de testscripts in Interoplab (Toelichting Interoplab)
Programma Medicatieoverdracht
- De testscripts zijn gereed en ingericht in Interoplab.
- Per testscript is gedefinieerd wat de leverancier moet voorbereiden.
- Ten behoeve van de tests zijn voldoende testpatiënten (BSN's) beschikbaar.
- Organiseert de Connectathon en voorziet in locatie, uitnodigingen, agenda, etc.
- Voldoende/geschikte resources beschikbaar gesteld vanuit de Kickstart-regio's.
- Testonderdersteuning t.b.v. het (test)proces, gebruik van Interoplab, etc.
1.2 Acties ter voorbereiding
Betrokkenen | Actie |
---|---|
Programma MO |
|
Programma MO, Leveranciers |
|
Leveranciers | Klaarzetten testdossiers per testscript |
2 Uitvoering
De laboratoriumtest wordt uitgevoerd in de vorm van een Connectathon. Alle deelnemers zitten fysiek op een centrale locatie in het land om de tests te doorlopen. Hierdoor kan snel geschakeld worden en kunnen nodige aanpassingen gedaan worden die de doorloop bespoedigen.
2.1 Scenario's
Tijdens de laboratoriumtest wordt er gebruik gemaakt van testscripts die zijn opgesteld op basis van de use case scenario's vanuit de samenwerkingsverbanden.
De volledige lijst van de gebruikte testscripts is opgenomen in Interoplab.
Tijdens de laboratoriumtest zullen zorgaanbieders en patiëntpanel, met begeleiding van Kickstart Testcoördinatoren, deze Interoplab testscripts uitvoeren.
Stap | Regio | Use case scenario | Interoplab testscripts |
---|---|---|---|
3 & 4 | GERRIT | Use case scenario's en testscripts GERRIT - Patiënt 1tm4 - stap 3-4 - beta versie 3.0 | Gerrit usecase 1 (3/4) / Gerrit usecase 2 (3/4) / Gerrit usecase 3 (3/4) / Gerrit usecase 4 (3/4) |
Rijnmond | Use case scenario's en testscripts Rijnmond - patiënt 1-4 - stap 3-4 - beta versie 3.0 | Rijnmond usecase 1 (3/4) / Rijnmond usecase 2 (3/4) / Rijnmond usecase 3 (3/4) / Rijnmond usecase 4 (3/4) | |
5 & 6 | GERRIT | NTB | Gerrit usecase 1 (5/6) / Gerrit usecase 2 (5/6) |
Rijnmond | NTB | Rijnmond usecase 1 (5/6) / Rijnmond usecase 2 (5/6) |
2.2 Testomgevingen
VZVZ
Voor de ontwikkelfase zijn onderstaande omgevingen beschikbaar.
Informatie m.b.t. IP-adressen is te vinden bij Tooling & omgevingen.
- PoC+
De PoC+ omgeving kan enkel benaderd worden met authenticatie. Zodra er met authenticatie gewerkt wordt kan dat met UZI-testmiddelen. Dit is bedoeld om programma’s te ondersteunen bij het ontwikkelen van nieuwe functionaliteit en/of Zorgtoepassingen, ter voorbereiding op een nieuwe standaard.
- PoC-
De PoC- testomgeving kan zonder authenticatie benaderd worden. Dit is met name handig wanneer dit nog ontwikkeld moet worden voor de applicatie.
PGO & DVA
PGO's en DVA's testen tijdens deze fase hun product in de Medmij Zandbak testen. Meer informatie over hoe hier toegang toe te krijgen is vinden bij Tooling & omgevingen.
3 Afronding
3.1 Werkwijze
De zorgaanbieders en het patiëntpanel voeren tijdens een centraal georganiseerde Connectathon, met ondersteuning van de betrokken leveranciers, de toegewezen Interoplab testscripts uit.
Hiermee worden de 'Usecase scenario's (per regio) doorlopen. De acceptanten vanuit de zorgverleners toetsen hierbij op werkbaarheid van het systeem en de bovensectorale gebruikerseisen op basis van de opgestelde acceptatiecriteria.
De zorgaanbieder legt het akkoord vast in het Interoplab script.
3.2 Exit criteria
De zorgaanbieder en het patiëntpanel voert de in Interoplab vastgelegde Use case scenario's succesvol uit en toont daarmee aan dat is voldaan aan de bovensectorale gebruikerseisen:
Stap 3
Hiervoor zijn onderstaande bovensectorale gebruikerseisen van toepassing.
Voor details zie: Besluiten kernteams stap 3
- VO4: de voorschrijver voert de medicatiebewaking uit, met tot dan toe/op dat moment bekende gegevens, voordat de medicatieafspraak (met of zonder verstrekkingsverzoek) verstuurd en/of benaderbaar gemaakt wordt zodat andere zorgverleners er vanuit kunnen gaan dat op de voorgeschreven medicatie medicatiebewaking is uitgevoerd.
- VO11: wanneer de voorschrijver andermans medicatieafspraak stopt of wijzigt, stuurt het XIS automatisch de (technische) stop-medicatieafspraak naar het XIS van de voorschrijver van de originele medicatieafspraak zodat de zorgverlener geen handmatige handelingen hoeft uit te voeren en er geen afhankelijkheid is als een voorschrijver op dat moment niet (meer) werkzaam is op die afdeling/praktijk.
- VO16: de voorschrijver die (al dan niet door verplichting in het EVS) toedientijden in de medicatieafspraak meestuurt, beschouwt deze toedientijden standaard als flexibel zodat er van afgeweken kan worden door de apotheker en patiënt tenzij er exacte toedientijden nodig zijn en hier niet van afgeweken kan worden.
- De aanwezige bevindingen zijn niet blokkerend.
Stap 4
Hiervoor zijn geen bovensectorale gebruikerseisen van toepassing.
Voor details zie: Besluiten kernteams stap 4
Stap 5
Hiervoor zijn onderstaande bovensectorale gebruikerseisen van toepassing.
Voor details zie: Besluiten kernteams stap 5
- VE3: de apotheker die toedientijden in de toedieningsafspraak vastlegt, beschouwt deze toedientijden standaard als flexibel.
- VE4: de apotheker die toedientijden in de toedieningsafspraak registreert legt actief vast wanneer exacte toedientijden nodig zijn en er dus niet van afgeweken mag worden. Als de voorschrijver al exacte toedientijden heeft vastgelegd in de medicatieafspraak, dan neemt de apotheker deze toedientijden over als exacte toedientijden in de toedieningsafspraak, tenzij de professionele inschatting van de apotheker leidt tot aanpassing van deze toedientijden.
- VE10a: Zodra de apotheker de toedieningsafspraak heeft aangemaakt, wordt de toedieningsafspraak verstuurd aan het systeem van de auteur van het voorschrift (MA en/of VV). Bij een VV onder andermans MA wordt de toedieningsafspraak verstuurd aan het systeem van de auteur van het VV. Het versturen van de toedieningsafspraak vindt plaats volgens de specificaties van de transactie ‘sturen afhandeling medicatievoorschrift’ van de informatiestandaard Medicatieproces 9. De voorschrijfsystemen ontvangen de ‘transactie afhandeling medicatievoorschrift’, de verwerking (het opnemen in het dossier) is optioneel. De apotheker stelt de toedieningsafspraak ook beschikbaar voor andere zorgverleners en de patiënt, onafhankelijk van of er al een medicatieverstrekking heeft plaatsgevonden.
- VE38: de voorschrijver maakt bij accorderen van de voorstel medicatieafspraak een aangepaste medicatieafspraak aan. In principe is deze aanpassing van de medicatieafspraak voldoende en hoeft er niet ook nog een antwoord voorstel medicatieafspraak te worden verzonden naar diegene die de voorstel medicatieafspraak heeft gestuurd.
- VE44: Wanneer de voorschrijver het voorstel verstrekkingsverzoek accordeert, maakt de voorschrijver een verstrekkingsverzoek aan. In principe is dit verstrekkingsverzoek voldoende en hoeft er niet ook nog een antwoord voorstel verstrekkingsverzoek te worden verzonden naar diegene die het voorstel verstrekkingsverzoek heeft gestuurd.
- De aanwezige bevindingen zijn niet blokkerend.
Stap 6
Hiervoor zijn onderstaande bovensectorale gebruikerseisen van toepassing.
Voor details zie: Besluiten kernteams stap 6
- TO4: de toediener kan een medicatietoediening met een flexibele toedientijd registreren buiten de daarvoor gestelde marge (1 uur voor en 1 uur na de toedientijd). Dit doet de toediener o.b.v. diens professionele inschatting en/of na contact met de voorschrijver of apotheker.
- TO5: de toediener kan een medicatietoediening met een exacte toedientijd registreren buiten de daarvoor gestelde marge (30 min voor en 30 min na de toedientijd). Dit doet de toediener na contact te hebben gehad met de voorschrijver of apotheker.
- TO7: de zorgverlener die betrokken is bij de medicatietoediening kan te allen tijde vanuit de toedienlijst van het eTDR een overzicht ophalen/creëren van zijn/haar patiënten met bijbehorende (exacte/flexibele) toedientijden om bijvoorbeeld een planning/route tijdens een dienst te kunnen maken.
- TO21: De laatste prik- en plaklocatie kan met de bouwsteen medicatietoediening worden uitgewisseld met andere zorgorganisaties betrokken bij de patiënt/cliënt op basis van een vastgelegde lijst met locaties.
- De aanwezige bevindingen zijn niet blokkerend.
Aanvullend is hierbij onderstaande van toepassing.
Voor details zie: Besluiten trombosezorg
- TO25: De 0-dosering van de vitamine K-antagonist is zichtbaar op verschillende weergaven van de toedienlijst wanneer de 0 onderdeel is van het wisselend doseerschema of wanneer het wisselend doseerschema tijdelijk aangepast is naar 0 en de medicatieafspraak wel doorloopt.
4 Bevindingen
Type bevindingen
Bij de bevinding wordt altijd aangegeven wat het oordeel is. Er zijn vijf mogelijkheden (zoals ook vastgesteld in paragraaf 3.2 van de gebruikershandleiding BITS):
- Blokkerend: Een blokkerende bevinding moet worden opgelost om de validatie te behalen.
- Niet Blokkerend met aantekening: De niet blokkerende bevinding met aantekening moeten in de toekomst opgelost worden (waarbij bij afgifte van de validatie afgestemd wordt op welke termijn dat exact is).
- Niet Blokkerend: Niet blokkerend betekend dat de bevinding niet van toepassing is op de validatie (doordat bijvoorbeeld een element ook niet binnen komt en daardoor niet getoond kan worden).
- Toelichting vereist: Toelichting vereist betekend dat de bevinding nader toegelicht moet worden, waarbij deze na de toelichting alsnog blokkerend zou kunnen worden.
- Advies: Advies betekend dat er een advies gegeven wordt op de gekozen oplossing vanuit het validatieloket.
5 Pagina historie
Datum | Omschrijving |
---|---|
31 januari 2024 | Exit criteria per stap beschreven |
21 december 2023 | Paragraaf Testomgevingen toegevoegd |
13 december 2023 |
|
12 december 2023 |
|
8 december 2023 | Hoofdstuk Resultaat doorgehaald |
6 december 2023 | Acceptatie criteria en Bevindingen (1e opzet) toegevoegd |
Voorbeeld | Pagina gepubliceerd |