Besluiten kernteams CiO
1 Besluiten kernteams met bijbehorende werkproceseisen en gebruikerseisen en -wensen
In de besluiten kernteams Contra-indicaties en Overgevoeligheden (CiO) leggen zorgverleners van de tien verschillende sectoren (GGZ, Gehandicaptenzorg, Huisartsenzorg, MSZ, Mondzorg, Openbare farmacie, Publieke gezondheid, Trombosezorg, Patiënt en Cliënt en de VVT) met elkaar de verantwoordelijkheden vast rondom het registreren en uitwisselen van medicatie contra-indicaties en geneesmiddelovergevoeligheden. Er worden afspraken vastgelegd over wie wat mag/moet doen en waarom. Zo zijn er afspraken in de keten ten aanzien van raadplegen, vastleggen, verificatie, onderdrukken en registreren/wijzigen/afsluiten.
1.1 Inleiding
Deze pagina bevat de besluiten van de kernteams Contra-indicaties en Overgevoeligheden (CiO), met (indien van toepassing) de bijbehorende gebruikerseisen en –wensen. Het Implementatiehandboek zorgaanbieders [LINK] bevat nadere uitwerking en toelichting van de werkproceseisen voor zorgaanbieder en zorgverlener.
Deze pagina bevat de besluiten voor stap 8 in het 10-stappenplan van het programma Medicatieoverdracht. De besluiten hebben een unieke identificatie (ID) passend bij de stap in het 10-stappenplan. De besluiten gaan over stap 8 Contra-indicaties en overgevoeligheden en hebben daarom een ID die start met ‘CiO’.
Binnen de informatiestandaard CiO worden zes stappen onderscheiden in de uitwisseling van CiO-gegevens.
Een deel van de besluiten kernteams vraagt technische ondersteuning van het informatiesysteem. Deze ondersteuning is niet altijd (voldoende) beschreven in de informatiestandaard Contra-indicaties en Overgevoeligheden (CiO), de NEN-normen of de Richtlijn ‘Overdracht van medicatiegegevens in de keten’. In dat geval vertalen leveranciers en zorgverleners dit in een gebruikerseis of -wens. Tijdens de aanvullende beproeving CiO wordt op de bovensectorale gebruikerseisen getoetst. Een gebruikerswens is op dit moment niet eenduidig te toetsen in de aanvullende beproeving CiO. Dat kan zijn omdat het technisch of qua tijd (nog) niet goed haalbaar is, dat er uitzonderingen zijn op de situatie of dat er nog een doorontwikkeling (eventueel per sector) moet volgen. Indien een doorontwikkeling (tijdens de aanvullende beproeving CiO of daarna) leidt tot een eenduidige bovensectorale behoefte, dan kan een gebruikerswens een bovensectorale gebruikerseis worden, in overleg met zorgverleners en leveranciers. Ook kan een gebruikerswens door een sector met eigen leverancier(s) doorvertaald worden naar een sectorale gebruikerseis. Hier is het programmateam Medicatieoverdracht niet bij betrokken. Gebruikerswensen kunnen ook deze status behouden. Dan zullen leveranciers er rekening mee houden en zo goed mogelijk afstemmen op de wensen van de gebruikers, maar zullen ze er niet op getoetst worden. De gebruikerswensen worden geborgd door het beheer implementatie Medicatieoverdracht (MO).
De hierna volgende paragrafen bevatten een overzicht van de volgende aspecten van de besluiten:
- ID;
- onderwerp;
- inhoud van het besluit, bestaande uit drie onderdelen (te lezen als één zin):
- wie/de doelgroep (rol);
- besluit/de inhoud;
- waarom/de relevantie.
- of het een werkproceseis voor de zorgaanbieder/zorgverlener is (NB dan is het besluit ook opgenomen in het Implementatiehandboek zorgaanbieders);
- of het in de specificaties van CiO beschreven staat;
- of sprake is van een gebruikerseis of -wens;
- eventueel aanvullende informatie.
Voor aanpassingen in de besluiten kernteam CiO is een mutatielog bijgehouden.
1.2 Overzicht besluiten kernteam CiO
Onderstaande tabel geeft de besluiten vanuit de kernteams CiO, de werkproceseisen en de gebruikerseisen en -wensen weer.
ID | Onderwerp | Wie (rol) | Besluit | Waarom | Werkproceseis? | Opgenomen in specificaties van CiO? | Gebruikerseis? | Gebruikerswens? | Aanvullende informatie |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
CiO1 | Raadplegen | Bij raadplegen is het volledige overzicht van alle actuele medicatie contra-indicaties en geneesmiddelovergevoeligheden en de delta gewijzigde en/of afgesloten gegevens in te zien, | zodat de zorgverlener na raadplegen van het dossier bij de zorginfrastructuur altijd een overzicht heeft van alle actuele medicatie contra-indicaties en geneesmiddelovergevoeligheden, maar ook ziet wat er gewijzigd en/of afgesloten is t.o.v. de vorige keer dat het patiëntendossier geraadpleegd is. | ... | ... |
|
De gebruikerswens is dat het XIS het volledige overzicht, zoals beschreven in afspraak CiO1, op een overzichtelijke manier toont. | Sectorspecifiek: *De trigger voor wanneer geraadpleegd wordt, dient sectorspecifiek te worden uitgewerkt. | |
CiO3 | Raadplegen | Naast het raadplegen van het volledige overzicht van alle actuele geneesmiddelovergevoeligheden en medicatie contra-indicaties en delta gewijzigde en/of afgesloten gegevens, is het mogelijk om alle historische gegevens over medicatie contra-indicaties en geneesmiddelovergevoeligheden in te zien, | zodat wanneer er meer informatie nodig is, altijd de volledige historie ingekeken kan worden. | ... | ... | De gebruikerseis is dat een historisch overzicht van gegevens over medicatie contra-indicaties en geneesmiddelovergevoeligheden kan worden getoond. Dit is een volledig overzicht van alle mutaties die ooit zijn aangeleverd door alle partijen. | De gebruikerswens is dat inactieve geneesmiddelovergevoeligheden (afgesloten geneesmiddelovergevoeligheden en eerdere versies van een registratie) overzichtelijk getoond worden in het XIS als aanvullende informatie. | ||
CiO27 | Vastleggen | Na raadplegen (en verificatie) worden actuele medicatie contra-indicaties en geneesmiddelovergevoeligheden vastgelegd in het eigen informatiesysteem, | omdat het risico’s voor de patiëntveiligheid met zich meebrengt om medicatie contra-indicaties en geneesmiddelovergevoeligheden niet vast te leggen in het eigen informatiesysteem en zodat iedere zorgverlener werkt met hetzelfde overzicht aan medicatie contra-indicaties en geneesmiddelovergevoeligheden. Indien een zorgverlener een medicatie contra-indicatie of geneesmiddelovergevoeligheid in een bepaalde context als niet-relevant beschouwt, is de werkwijze dat de zorgverlener de medicatie contra-indicatie of geneesmiddelovergevoeligheid onderdrukt in het eigen informatiesysteem????, zodat er geen medicatiebewakingssignalen worden gegenereerd (zie CiO28). | ... | ... | De gebruikerseis is dat... | ... | ||
CiO4a | Verificatie | De voorschrijver of verstrekker | is eindverantwoordelijk voor het uitvoeren van verificatie van medicatie contra-indicaties en geneesmiddelovergevoeligheden, | omdat dit deel is van het reguliere zorgproces van voorschrijver of verstrekker. | Ja | Nee | Nee | Nee | |
CiO4b | Verificatie | De voorschrijver of verstrekker | heeft de professionele verantwoordelijkheid voor de risico-inschatting en de daaruit volgende bepaling van de mate van verificatie van CiO-gegevens – dit valt onder de professionele autonomie (VG4 MP), | zodat kan worden ingeschat welke gegevens nodig zijn voor een zorgvuldige en veilige behandeling van de patiënt. | Ja | Nee | Nee | Nee | |
CiO4c | Verificatie | De voorschrijver of verstrekker | kan de verificatie die hij moet uitvoeren voor de behandeling van zijn patiënt (het raadplegen van de gegevens over medicatie contra-indicaties en geneesmiddelovergevoeligheden, actualiteit controleren en de verificatie uitvoeren) uitbesteden aan een deskundig en bekwaam persoon. De zorgaanbieder, waar de patiënt op dat moment zorg krijgt, heeft hier beleidsafspraken over vastgelegd. Hier valt ook onder het maken van afspraken over hoe en wanneer de beoordeling op discrepantie wordt uitgevoerd. De voorschrijver/verstrekker blijft eindverantwoordelijk (VG5 MP) | zodat het proces efficiënt gehouden wordt, maar de eindverantwoordelijkheid bij de voorschrijver/verstrekker blijft belegd. | Ja | Nee | Nee | Nee | |
CiO4d | Verificatie | De voorschrijver of verstrekker | die de verificatie uitvoert/uitbesteedt, is eindverantwoordelijk voor het afhandelen van geconstateerde discrepanties (VG6 MP), | zodat de medicatieveiligheid gewaarborgd wordt. | Ja | Nee | Nee | Nee | |
CiO28 | ... | ... | ... | ... | ... | ... | De gebruikerseis is dat... | De gebruikerswens is dat ... | ... |
CiO9a | ... | ... | ... | ... | ... | ... | De gebruikerseis is dat... | De gebruikerswens is dat ... | ... |
CiO9b | ... | ... | ... | ... | ... | ... | De gebruikerseis is dat... | De gebruikerswens is dat ... | ... |
CiO13a | ... | ... | ... | ... | ... | ... | De gebruikerseis is dat... | De gebruikerswens is dat ... | ... |
CiO13b | ... | ... | ... | ... | ... | ... | De gebruikerseis is dat... | De gebruikerswens is dat ... | ... |
CiO14 | ... | ... | ... | ... | ... | ... | De gebruikerseis is dat... | De gebruikerswens is dat ... | ... |
Als er wordt gesproken over "zorgverleners" bedoelen we daarmee: ... (bron)