7phcy:V6.12 Medicatievoorschrift

Uit informatiestandaarden
Ga naar: navigatie, zoeken

Medicatievoorschrift (PORX/COCT_MT932000NL02)

D-MIM: Pharmacy HL7v3 gestructureerde naam: Medication Combined Order Diagram

Figuur 2 PORX RM932000NL02 - R-MIM diagram.png
Figuur 2 PORX_RM932000NL02 - R-MIM diagram
Figuur 3 COCT RM932000NL02 - R-MIM diagram.png
Figuur 3 COCT_RM932000NL02 - R-MIM diagram


Beschrijving

De bovenstaande R-MIM´s zijn bedoeld om alle relevante gegevens rond een medicatievoorschrift weer te geven. Het payload model PORX_MT932000NL02 wordt gebruikt bij het versturen van een nieuw voorschrift, maar bestaat op zichzelf uit niets anders dan de CMET COCT_MT932000NL02. Een CMET mag echter niet direct als payload fungeren, dus vandaar dat een dummymodel nodig is. De CMET fungeert daarnaast als onderdeel van: • De Medicatievoorschriftenlijst, als component van een opgeleverde lijst. • De Professionele Samenvatting en het Waarneembericht voor huisartsen. De laatstgenoemde message types worden binnen HL7-domein Primary Care uitgewerkt.

De belangrijkste kenmerken van het model zijn: • Elk voorschrift heeft betrekking op één enkele patiënt. • Elk voorschrift kent één enkele voorschrijver als auteur. • Elk voorschrift omvat één of meer toedieningsverzoeken. • Een voorschrift omvat optioneel een verstrekkingsverzoek. • Elk voorschrift heeft betrekking op één enkel soort medicatie.

De zogenaamde focal class van het R-MIM is dus de klasse Prescription, die betrekking heeft op één enkel medicatievoorschrift. Deze klasse fungeert als entry point (startpunt) voor de payload van interacties op basis van het message type PORX_MT932000NL02) en als onderdeel van andere message types die CMET COCT_MT932000NL02 gebruiken.

Bij elk medicatievoorschrift hoort logisch gezien één patiënt, maar die wordt niet altijd expliciet doorgegeven, omdat deze in veel gevallen wordt bepaald door de context.

Binnen het R-MIM wordt gebruik gemaakt van een aantal domeinspecifieke CMET’s (Common Message Element Types) die hergebruikt worden in verschillende R-MIM’s: • E_MedicationKindNL voor de voorgeschreven medicatiesoort; • A_MedicationAdministrationRequestNL voor de ‘toedieningsverzoeken’. De implementatierichtlijnen voor deze CMET’s worden elders in dit document uitgewerkt.

Hierarchical Message Description

<Prescription> Medicatievoorschrift <subject><Patient> Patiënt <author><AssignedPerson> Voorschrijvende arts <directTarget><prescribedMedication> <MedicationKind> Voorgeschr. medicatie [{ <activeIngredient> [ <activeIngredientMaterialKind> ] }] [{ <otherIngredient><ingredientMaterialKind> }] Werkzame stof

Andere ingrediënt [ <productOf><medicationDispenseRequest> Verstrekkingsverzoek [ <performer><assignedPerson> Beoogde verstrekker <representedOrganization> ] ] { <therapeuticAgentOf><medicationAdministrationRequest> Toedieningsverzoek [{ <support2><medicationAdministrationInstruction> }] Gebruiksinstructie [{ <precondition><observationEventCriterion> }] Randvoorwaarde } [ <reason><diagnosisEvent> ] Voorschrijfreden