PRPA_IN900350NL - opleverenContactmomenten
{{#customtitle: Interacties | Interacties}}
Dit materiaal is onderdeel van HL7v3-domein Ketenzorg V1.0_Interacties.
|
Inhoud
- 1 Interacties
- 1.1 Beschrijving push mechanisme
- 1.2 Push interacties
- 1.3 Beschrijving pull mechanisme
- 1.4 Interacties tussen vrager en LSP
- 1.5 Interacties tussen LSP en bron
- 1.5.1 POLB_IN354001NL02 - opvragenLabUitslagen
- 1.5.2 POLB_IN364001NL02 - opleverenLabUitslagen
- 1.5.3 POOB_IN990001NL - opvragenAlgemeneUitslagen
- 1.5.4 POOB_IN990003NL – opleverenAlgemeneUitslagen
- 1.5.5 PRPA_IN900300NL - opvragenContactmomenten
- 1.5.6 PRPA_IN900350NL - opleverenContactmomenten
- 1.5.7 QURX_IN990201NL01 - opvragenVoorschriften
- 1.5.8 QURX_IN990203NL01 - opleverenVoorschriften
- 1.5.9 POLB_IN354001NL02 - opvragenLabUitslagen
- 1.5.10 POLB_IN364001NL02 - opleverenLabUitslagen
- 1.5.11 POOB_IN990001NL - opvragenAlgemeneUitslagen
- 1.5.12 POOB_IN990003NL – opleverenAlgemeneUitslagen
- 1.5.13 PRPA_IN900300NL - opvragenContactmomenten
- 1.5.14 PRPA_IN900350NL - opleverenContactmomenten
Interacties
Dit hoofdstuk beschrijft de interacties voor de zorgtoepassing Ketenzorg:
1. | Verwijzing van huisarts naar zorgdroeg | push |
2. | Opvragen huisartsgegevens door zorggroep | pull - query |
3. | Retourneren huisartsgegevens aan zorggroep | pull - response |
4. | Overdracht contact van zorggroep naar huisarts | push |
Feitelijk bestaat het bovenstaande lijstje niet uit enkelvoudige interacties, omdat ze allen via het LSP lopen en dus uiteenvallen in twee stappen, die als volgt zijn samen te vatten:
- een interactie tussen het verzendende XIS en het LSP
- een interactie tussen het LSP en het ontvangende XIS.
De rol van het LSP hangt af van de vraag of het gaat om een push of een pull interactie. Om die reden zijn hieronder aparte paragrafen aangemaakt voor deze twee categorieën.
Beschrijving push mechanisme
Bij push interacties is de interactie die wordt verzonden van het verzendende XIS naar het LSP dezelfde als degene die wordt verzonden van het LSP naar het ontvangende XIS. Dit komt omdat het LSP hier fungeert als ‘router’ en de complete interactie (m.u.v. de adressering) doorzet van een inkomende web service naar een uitgaande web service.
De interactie wordt geïmplementeerd op basis van het aanroepen van een web service, waarbij een HL7 versie 3 bericht als SOAP body wordt meegestuurd. Dat HL7v3 bericht op zijn beurt heeft als payload een CDA document, waarin een verzameling gestructureerde bouwsteeninstantiaties (in de vorm van ‘clinical statements’ als ‘entries’ in het document) zijn opgenomen, naast een tekstuele weergave van de gegevensset.
De keuze voor een CDA document als gegevensdrager is ingegeven door het feit dat een push interactie zich leent voor toepassing van CDA. Er is immers sprake van een verzameling gegevens waarvoor de verzender integraal verantwoordelijkheid neemt en die op één moment verzonden wordt. Daarbij is het wenselijk om aan te sluiten bij de heersende trend om CDA in te zetten in dit soort situaties (bijv. CCD, dat breed wordt toegepast in de VS). Dit leidt er namelijk toe dat veel, vooral internationaal gebruikte systemen standaardinterfaces hebben om gegevens als CDA document op te leveren. Deze trend heeft zijn zwaartepunt in de 2e lijn, maar is daartoe niet beperkt. |
Het lijkt ‘overkill’ om het CDA document ook nog te verpakken in bericht-wrappers, maar op de korte termijn is dat de enige manier om gegevens te verzenden via het LSP. Er kan worden bekeken of het mogelijk is om de relevante informatie uit de berichtwrappers (UZI-gegevens verzender, applicatie-ID ontvanger) in plaats daarvan op te nemen in de SOAP-laag, waar nu ook het authenticatietoken al in staat (zij het in gecodeerde vorm). |
Push interacties
Hieronder worden de twee push interacties beschreven die relevant zijn voor Ketenzorg. Waarschuwing:Titelweergave "ZTKZ_IN000001NL - verwijzingHuisartsZorggroep" overschrijft eerdere titelweergave "Push interacties".
ZTKZ_IN000001NL - verwijzingHuisartsZorggroep
Deze interactie wordt gebruikt voor de initiële verwijzing door een huisarts naar een zorggroep, in het kader van ketenzorg. Daartoe moet het HIS van de huisarts het URA nummer en de applicatie ID van het KIS van de zorggroep kennen. Deze interactie dient als trigger voor de zorggroep om het behandelproces voor de patiënt in gang te zetten (bijv. door het maken van een afspraak voor één of meer consulten). Bij de interactie wordt alleen (optioneel) de reden van verwijzing (zoals ingegeven door de huisarts) meegestuurd. Kort voor het eerste consult van de patiënt zullen alle relevante gegevens (in de context van de behandeling) bij de huisarts worden opgevraagd (zie par. 4.4.1).
Er is op dit moment gekozen voor een ‘kale verwijzing’, dus zonder dat (het relevante deel van) het dossier wordt meegestuurd. Het was ook mogelijk geweest om deze gegevens wel met de verwijzing mee te sturen, maar dan zou later alsnog een update opgevraagd moeten worden, omdat de gegevens tussen verwijzing en eerste afspraak kunnen zijn bijgewerkt. |
In hoofdstuk CDA Document staat beschreven hoe het CDA document in algemene zin gevuld moet worden voor gebruik in de zorgtoepassing Ketenzorg. De enige "bouwsteen" die voor mag komen bij gebruik in deze interactie is een tekst-sectie met klinische informatie i.v.m. de verwijzing.
Samenstelling interactie
Omschrijving | ID | |
---|---|---|
Trigger Event | Verwijzing ketenzorgpatiënt | ZTKZ_TE000001NL |
Transmission Wrapper | Send Message Payload | MCCI_MT000100 |
Control Act Wrapper | Control Act | MCAI_MT700201 |
Payload | Verwijzing ketenzorgpatiënt (Clinical Document) | ZTKZ_MT000001NL |
Zendende en ontvangende rollen
Omschrijving | ID | |
---|---|---|
Sender | Patiëntverwijzend ketenzorgsysteem | ZTKT_AR000001NL |
Receiver | Patiëntontvangend ketenzorgsysteem | ZTKT_AR000002NL |
Receiver Responsibilities
Reden | Trigger Event | HL7v3-interactie |
---|---|---|
Ontvangstbevestiging | MCCI_TE000002 | MCCI_IN000002 |
Template
De template 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.66.10.1 Verwijzing Huisarts Zorggroep is weergegeven, in detail beschreven en met voorbeelden voorzien in ART-DECOR. Waarschuwing:Titelweergave "ZTKZ_IN000004NL - overdrachtZorggroepHuisarts" overschrijft eerdere titelweergave "ZTKZ_IN000001NL - verwijzingHuisartsZorggroep".
ZTKZ_IN000004NL - overdrachtZorggroepHuisarts
Deze interactie wordt gebruikt voor het overdragen van gegevens door een zorggroep naar een huisarts, in het kader van ketenzorg. Daarbij worden de relevante gegevens meegestuurd die in de zorggroep zijn geregistreerd tijdens een specifiek patiëntcontact. Deze gegevens worden door het HIS overgenomen in het dossier van de huisarts en vanaf dat moment is de huisarts(praktijk) beheerverantwoordelijk voor deze gegevens. Dat wil zeggen dat het HIS de overgedragen gegevens ook oplevert als het bevraagd wordt (zie par. 4.4.1XXXXXXXXXXXXX), ook vanuit de zorggroep (indien de patiënt daar actief blijft).
Er is op dit moment gekozen voor verplichte overdracht van de gegevens bij het contact. In principe zou de zorggroep ook zelf als bron (en beheerder) van deze gegevens kunnen fungeren, maar dat is niet de afspraak. Ook zou het denkbaar zijn dat het HIS (of een huisarts die het gebruikt) de over te dragen gegevens kan weigeren. Ook die mogelijkheid bestaat nu nog niet. |
In bijlage A staat beschreven hoe het CDA document in algemene zin gevuld moet worden voor gebruik in de zorgtoepassing Ketenzorg. De bouwstenen die voor mogen komen bij gebruik in deze interactie zijn de volgende (scope voor ‘proof of concept’):
- Labbepaling
- Algemene bepaling
- Contactmoment
Merk op dat er dus geen medicatievoorschriften overgedragen mogen worden. |
Samenstelling interactie
Omschrijving | ID | |
---|---|---|
Trigger Event | Overdracht ketenzorgdossier | ZTKT_TE000004NL |
Transmission Wrapper | Send Message Payload | MCCI_MT000100 |
Control Act Wrapper | Control Act | MCAI_MT700201 |
Payload | Overdracht ketenzorgdossier (Clinical Document) | ZTKZ_MT000004NL |
Zendende en ontvangende rollen
Omschrijving | ID | |
---|---|---|
Sender | Dossieroverdragend ketenzorgsysteem | ZTKT_AR000005NL |
Receiver | Dossierontvangend ketenzorgsysteem | ZTKT_AR000006NL |
Receiver Responsibilities
Reden | Trigger Event | HL7v3-interactie |
---|---|---|
Ontvangstbevestiging | MCCI_TE000002 | MCCI_IN000002 |
Template
De template 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.66.10.2 Overdracht Zorggroep Huisarts is weergegeven, in detail beschreven en met voorbeelden voorzien in ART-DECOR. Waarschuwing:Titelweergave "Beschrijving pull mechanisme" overschrijft eerdere titelweergave "ZTKZ_IN000004NL - overdrachtZorggroepHuisarts".
Beschrijving pull mechanisme
Bij pull interacties, waarbij sprake is van een query/response paar, was traditioneel geen verschil tussen de query die wordt verzonden van het verzendende XIS naar het LSP en degene die wordt verzonden van het LSP naar het ontvangende XIS. Weliswaar fungeert het LSP als ‘gateway’ en verwerkt zelf ook (een deel van) de parameters uit de query (t.b.v. het zoeken in de verwijsindex), maar de inkomende query werd wel één-op-één doorgezet naar de bronsystemen. Dat verandert echter bij de zorgtoepassing Ketenzorg.
Inkomende query
Bij de zorgtoepassing Ketenzorg wordt het LSP bevraagd d.m.v. een generieke query, die geparametriseerd wordt met o.a. een zogenaamde contextcode. Hierdoor kunnen precies die gegevens opgevraagd worden die nodig en relevant zijn binnen een bepaalde applicatiecontext, terwijl de implementatievorm van de query toch steeds gelijk blijft.
De bronsystemen worden echter door het LSP bevraagd met queries die specifiek zijn voor een bepaald bouwsteentype. Hierdoor weten de bronsystemen veel beter welk type vragen ze kunnen verwachten en treed er ook geen wildgroei op in het aantal verschillende antwoordsets dat vanuit bronsystemen moet kunnen worden opgeleverd.
De omzetting van de contextspecifieke query die het LSP ontvangt naar de bouwsteen-specifieke queries die de bronsystemen ontvangen, wordt uitgevoerd op het LSP (o.b.v. de contextcode en het autorisatieprofiel van de vragende zorgverlener). Daarbij worden ook de query parameters van de bouwsteenqueries afgeleid en gevuld. Dit proces wordt hier verder niet uitgewerkt, omdat het intern is aan de werking van het LSP (‘black box’).
Hieronder een schematisch overzicht van het query mechanisme:
Bouwsteenspecifieke parameters zijn eventuele extra parameters die relevant zijn voor het betreffende bouwsteentype, zoals de gebruiksperiode bij een medicatievoorschrift. Merk op dat het dus ook mogelijk is dat het LSP twee verschillende bouwsteenqueries stuurt naar één bronsysteem, op basis van dezelfde inkomende contextspecifieke query. Waarschuwing:Titelweergave "Geretourneerde response" overschrijft eerdere titelweergave "Beschrijving pull mechanisme".
Geretourneerde response
De response interacties vanuit de bronsystemen worden vervolgens door het LSP verzameld en gebundeld in een zogenaamde batchwrapper. Dit is hetzelfde mechanisme dat momenteel door het LSP wordt gehanteerd, alleen is het uitgangspunt nu dat de payloads van responses bestaan uit clinical statements die compatible zijn met CDA R2 (tenzij er al een install base bestaat voor een niet CDA-compatible AORTA-standaard).
Er is serieus overwogen om ook het pull mechanisme te implementeren op basis van de uitwisseling van CDA documenten. Dit stuitte op weerstand van de leveranciers, omdat CDA zorgt voor extra overhead zonder duidelijke meerwaarde. Dit komt omdat het niet wenselijk wordt geacht dat het LSP gegevens uit de bronsystemen samenvoegt in één CDA document, omdat daarmee de bewerkersrol te groot zou worden. Dat betekent dat het vragend systeem een set CDA documenten zou ontvangen (één per bronsysteem), die in feite geen andere rol hebben dan een extra envelop rond de gegevens. Daarbij komt dat een gegevensset die ad hoc uit een database is onttrokken en waar hoogstens geautomatiseerd een tekstuele omschrijving bij gemaakt kan worden, niet echt meer aansluit bij het concept van een document als een samenhangende, eventueel ondertekende, persistente set gegevens. Een praktisch argument is dat binnen AORTA al diverse bouwsteenspecifieke queries bestaan (o.a. EMD, ICA en Lab), die kunnen worden hergebruikt als het pull mechanisme ook in de nieuwe opzet op basis van berichten wordt gerealiseerd (naast het hergebruik van de bouwsteenimplementatie zelf). |
Waarschuwing:Titelweergave "Gebruik van de verwijsindex" overschrijft eerdere titelweergave "Geretourneerde response".
Gebruik van de verwijsindex
Bij het omzetten van inkomende naar uitgaande queries maakt het LSP gebruik van de aanmeldingen in de verwijsindex om te bepalen naar wie de query moet worden doorgestuurd, dat is en blijft het geval. Aangezien de uitgaande queries op het niveau van één bouwsteentype liggen, zal de trend bestaan om ook aanmeldingen in de verwijsindex steeds meer per bouwsteentype te doen. Op die manier is direct bekend welke bronsystemen over dit bouwsteentype beschikken en dus de query moeten krijgen.
Feit is echter dat de vulling van de verwijsindex niet op slag kan worden aangepast, dus in eerste instantie moet het nieuwe query mechanisme ook werken o.b.v. het bestaande aanmeldniveau, te weten het niveau van het hele dossier, zoals huisartsen dat nu doen. Het aardige is dat dit ook prima werkt, waarbij in plaats van een 1-op-1 relatie dus sprake is van een 1-op-meer relatie tussen de gegevenssoort en bouwsteentypen. Per gegevenssoort moet bekend zijn welke bouwsteentypen er onder kúnnen vallen.
Dat wil zeggen dat als er een generieke query met als contextcode ‘ketenzorg diabetes’ binnenkomt, en het LSP als gevolg daarvan onder andere naar medicatievoorschriften gaat zoeken, de gegevenssoort huisartsdossier (Primary Care Provision) ook gebruikt wordt, aangezien het LSP weet (dankzij achterliggende mappingtabellen) dat een huisartsdossier onder andere medicatievoorschriften kán bevatten. Dezelfde gegevens-soort werkt dus als trigger voor alle bouwsteentypen die in de resultset zullen zitten.
Ook al is de zorgtoepassing Ketenzorg in eerste instantie beperkt tot uitwisseling tussen HIS en KIS, is het niet per definitie zo dat alleen gegevens uit het HIS worden opgeleverd als het KIS een generieke query verstuurt. Zodra andere systemen aanmeldingen doen voor gegevenssoorten die mappen naar relevante bouwsteentypen, zullen ook brongegevens uit deze systemen kunnen worden opgeleverd! Concreet betekent dit bijvoorbeeld dat de uitgaande query voor medicatievoorschriften ook terecht kan komen bij het EVS van een ziekenhuis, als die de gegevenssoort Medicatievoorschrift heeft aangemeld. In principe zal de ZIM dan ook deze gegevens opleveren, aangezien ze horen bij de gegevens die de opvrager wil en mag zien. Als een opvrager wil zorgen dat alleen gegevens uit het HIS worden opgeleverd, kan parameter <applicationID> uit de generieke query worden gebruikt om te zorgen dat bouwsteenqueries alleen worden doorgezet naar één applicatie (het HIS van de vaste huisarts dus). |
Merk op dat er een overgangsissue bestaat ten aanzien van labbepalingen, omdat in eerste instantie het HIS dienst doet als bron van alle bepalingen die door de huisarts zijn aangevraagd. Naarmate ook uitvoerende laboratoria gaan dienst doen als bronsysteem, ontstaat daarmee een doublure. Nadere afstemming is nodig, maar uitgangspunt moet zijn dat een HIS geen gegevens aanmeldt (en dus oplevert) die al door de bron zijn aangemeld. |
Er wordt nu een aparte beschrijving gegeven van enerzijds de interacties tussen vragend systeem en LSP (met batchantwoord op generieke query) en anderzijds de interacties tussen LSP en bronsystemen (met afzonderlijk antwoord op bouwsteenspecifieke query). Waarschuwing:Titelweergave "Beschrijving pull mechanisme" overschrijft eerdere titelweergave "Gebruik van de verwijsindex".
Inkomende query
Bij de zorgtoepassing Ketenzorg wordt het LSP bevraagd d.m.v. een generieke query, die geparametriseerd wordt met o.a. een zogenaamde contextcode. Hierdoor kunnen precies die gegevens opgevraagd worden die nodig en relevant zijn binnen een bepaalde applicatiecontext, terwijl de implementatievorm van de query toch steeds gelijk blijft.
De bronsystemen worden echter door het LSP bevraagd met queries die specifiek zijn voor een bepaald bouwsteentype. Hierdoor weten de bronsystemen veel beter welk type vragen ze kunnen verwachten en treed er ook geen wildgroei op in het aantal verschillende antwoordsets dat vanuit bronsystemen moet kunnen worden opgeleverd.
De omzetting van de contextspecifieke query die het LSP ontvangt naar de bouwsteen-specifieke queries die de bronsystemen ontvangen, wordt uitgevoerd op het LSP (o.b.v. de contextcode en het autorisatieprofiel van de vragende zorgverlener). Daarbij worden ook de query parameters van de bouwsteenqueries afgeleid en gevuld. Dit proces wordt hier verder niet uitgewerkt, omdat het intern is aan de werking van het LSP (‘black box’).
Hieronder een schematisch overzicht van het query mechanisme:
Bouwsteenspecifieke parameters zijn eventuele extra parameters die relevant zijn voor het betreffende bouwsteentype, zoals de gebruiksperiode bij een medicatievoorschrift. Merk op dat het dus ook mogelijk is dat het LSP twee verschillende bouwsteenqueries stuurt naar één bronsysteem, op basis van dezelfde inkomende contextspecifieke query. Waarschuwing:Titelweergave "Geretourneerde response" overschrijft eerdere titelweergave "Beschrijving pull mechanisme".
Geretourneerde response
De response interacties vanuit de bronsystemen worden vervolgens door het LSP verzameld en gebundeld in een zogenaamde batchwrapper. Dit is hetzelfde mechanisme dat momenteel door het LSP wordt gehanteerd, alleen is het uitgangspunt nu dat de payloads van responses bestaan uit clinical statements die compatible zijn met CDA R2 (tenzij er al een install base bestaat voor een niet CDA-compatible AORTA-standaard).
Er is serieus overwogen om ook het pull mechanisme te implementeren op basis van de uitwisseling van CDA documenten. Dit stuitte op weerstand van de leveranciers, omdat CDA zorgt voor extra overhead zonder duidelijke meerwaarde. Dit komt omdat het niet wenselijk wordt geacht dat het LSP gegevens uit de bronsystemen samenvoegt in één CDA document, omdat daarmee de bewerkersrol te groot zou worden. Dat betekent dat het vragend systeem een set CDA documenten zou ontvangen (één per bronsysteem), die in feite geen andere rol hebben dan een extra envelop rond de gegevens. Daarbij komt dat een gegevensset die ad hoc uit een database is onttrokken en waar hoogstens geautomatiseerd een tekstuele omschrijving bij gemaakt kan worden, niet echt meer aansluit bij het concept van een document als een samenhangende, eventueel ondertekende, persistente set gegevens. Een praktisch argument is dat binnen AORTA al diverse bouwsteenspecifieke queries bestaan (o.a. EMD, ICA en Lab), die kunnen worden hergebruikt als het pull mechanisme ook in de nieuwe opzet op basis van berichten wordt gerealiseerd (naast het hergebruik van de bouwsteenimplementatie zelf). |
Waarschuwing:Titelweergave "Gebruik van de verwijsindex" overschrijft eerdere titelweergave "Geretourneerde response".
Gebruik van de verwijsindex
Bij het omzetten van inkomende naar uitgaande queries maakt het LSP gebruik van de aanmeldingen in de verwijsindex om te bepalen naar wie de query moet worden doorgestuurd, dat is en blijft het geval. Aangezien de uitgaande queries op het niveau van één bouwsteentype liggen, zal de trend bestaan om ook aanmeldingen in de verwijsindex steeds meer per bouwsteentype te doen. Op die manier is direct bekend welke bronsystemen over dit bouwsteentype beschikken en dus de query moeten krijgen.
Feit is echter dat de vulling van de verwijsindex niet op slag kan worden aangepast, dus in eerste instantie moet het nieuwe query mechanisme ook werken o.b.v. het bestaande aanmeldniveau, te weten het niveau van het hele dossier, zoals huisartsen dat nu doen. Het aardige is dat dit ook prima werkt, waarbij in plaats van een 1-op-1 relatie dus sprake is van een 1-op-meer relatie tussen de gegevenssoort en bouwsteentypen. Per gegevenssoort moet bekend zijn welke bouwsteentypen er onder kúnnen vallen.
Dat wil zeggen dat als er een generieke query met als contextcode ‘ketenzorg diabetes’ binnenkomt, en het LSP als gevolg daarvan onder andere naar medicatievoorschriften gaat zoeken, de gegevenssoort huisartsdossier (Primary Care Provision) ook gebruikt wordt, aangezien het LSP weet (dankzij achterliggende mappingtabellen) dat een huisartsdossier onder andere medicatievoorschriften kán bevatten. Dezelfde gegevens-soort werkt dus als trigger voor alle bouwsteentypen die in de resultset zullen zitten.
Ook al is de zorgtoepassing Ketenzorg in eerste instantie beperkt tot uitwisseling tussen HIS en KIS, is het niet per definitie zo dat alleen gegevens uit het HIS worden opgeleverd als het KIS een generieke query verstuurt. Zodra andere systemen aanmeldingen doen voor gegevenssoorten die mappen naar relevante bouwsteentypen, zullen ook brongegevens uit deze systemen kunnen worden opgeleverd! Concreet betekent dit bijvoorbeeld dat de uitgaande query voor medicatievoorschriften ook terecht kan komen bij het EVS van een ziekenhuis, als die de gegevenssoort Medicatievoorschrift heeft aangemeld. In principe zal de ZIM dan ook deze gegevens opleveren, aangezien ze horen bij de gegevens die de opvrager wil en mag zien. Als een opvrager wil zorgen dat alleen gegevens uit het HIS worden opgeleverd, kan parameter <applicationID> uit de generieke query worden gebruikt om te zorgen dat bouwsteenqueries alleen worden doorgezet naar één applicatie (het HIS van de vaste huisarts dus). |
Merk op dat er een overgangsissue bestaat ten aanzien van labbepalingen, omdat in eerste instantie het HIS dienst doet als bron van alle bepalingen die door de huisarts zijn aangevraagd. Naarmate ook uitvoerende laboratoria gaan dienst doen als bronsysteem, ontstaat daarmee een doublure. Nadere afstemming is nodig, maar uitgangspunt moet zijn dat een HIS geen gegevens aanmeldt (en dus oplevert) die al door de bron zijn aangemeld. |
Er wordt nu een aparte beschrijving gegeven van enerzijds de interacties tussen vragend systeem en LSP (met batchantwoord op generieke query) en anderzijds de interacties tussen LSP en bronsystemen (met afzonderlijk antwoord op bouwsteenspecifieke query). Waarschuwing:Titelweergave "Interacties tussen vrager en LSP" overschrijft eerdere titelweergave "Gebruik van de verwijsindex".
Interacties tussen vrager en LSP
Waarschuwing:Titelweergave "GQZG_IN000001NL - generiekeQueryZorggegevens" overschrijft eerdere titelweergave "Interacties tussen vrager en LSP".
GQZG_IN000001NL - generiekeQueryZorggegevens
Deze interactie wordt binnen de zorgtoepassing Ketenzorg gebruikt om een relevante subset van het huisartsdossier op te vragen vanuit de zorggroep. Deze interactie is universeel van aard en kan dus ook worden toegepast in andere settings. De aard van de opgevraagde gegevens wordt bepaald door de contextcode die als parameter wordt meegegeven (in combinatie met het autorisatieprofiel van de vragende zorgverlener).
Samenstelling interactie
Omschrijving | ID | |
---|---|---|
Trigger Event | Versturen vraag ketenzorggegevens | ZTKT_TE000002NL |
Transmission Wrapper | Send Message Payload | MCCI_MT000100 |
Control Act Wrapper | Query Control Act Request : Query By Parameter | QUQI_MT021001 |
Message Type | Generieke query zorggegevens | GQZG_MT000001NL |
Zendende en ontvangende rollen
Omschrijving | ID | |
---|---|---|
Sender | Gegevensopvragend ketenzorgsysteem | ZTKT_AR000003NL |
Receiver | Zorg Informatie Makelaar (ZIM) | AZIM_AR000000NL |
Receiver Responsibilities
Reden | Trigger Event | HL7v3-interactie |
---|---|---|
De ontvanger van de query (de ZIM) moet de meegegeven parameters verwerken en bepalen welke bouwsteenspecifieke queries er nodig én toegestaan zijn (en met welke parameters) om aan de vraag te voldoen. Deze queries worden vervolgens gestuurd aan de bronsystemen die (mogelijk) deze gegevens bevatten. De responses op de uitgestuurde queries worden tenslotte verzameld en als batch geretourneerd. Het retourbericht is: | - | MCCI_IN200101 |
Template
De template 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.66.10.3 Generieke Query Zorggegevens is weergegeven, in detail beschreven en met voorbeelden voorzien in ART-DECOR. Waarschuwing:Titelweergave "MCCI_IN200101 - batchAntwoord" overschrijft eerdere titelweergave "GQZG_IN000001NL - generiekeQueryZorggegevens".
MCCI_IN200101 - batchAntwoord
Deze interactie wordt binnen de zorgtoepassing Ketenzorg gebruikt om een relevante subset van het huisartsdossier op te leveren vanuit het huisartssysteem. Deze interactie is universeel van aard en kan dus ook worden toegepast in andere settings. De payload van het batchAntwoord bestaat uit een set HL7v3 interacties (inclusief berichtwrappers). Deze interacties kunnen van een verschillend type zijn, elk weer met hun eigen payload.
Samenstelling interactie
Omschrijving | ID | |
---|---|---|
Trigger Event | Beantwoorden vraag ketenzorggegevens | ZTKZ_TE000003NL |
Transmission Wrapper | Batch Wrapper event response message | MCCI_MT200101 |
Control Act Wrapper | n.v.t. | |
Message Type | n.v.t. |
Zendende en ontvangende rollen
Omschrijving | ID | |
---|---|---|
Sender | Zorg Informatie Makelaar (ZIM) | AZIM_AR000000NL |
Receiver | Gegevensopvragend ketenzorgsysteem | ZTKT_AR000003NL |
R-MIM
Template
Zie de specificaties in het document Implementatiehandleiding HL7v3 Berichtwrappers, waar het message type van de “batchwrapper” wordt beschreven in paragraaf 13.4.
Een belangrijk verschil met de wijze waarop de batchwrapper tot nu toe wordt gebruikt binnen AORTA, is dat deze in de zorgtoepassing Ketenzorg (en andere toepassingen volgens hetzelfde ontwerp) verschillende typen interacties in dezelfde batch mag omvatten! Het batchAntwoord is weliswaar een reactie op één inkomende generiekeQueryZorggegevens, maar deze reactie bestaat uit alle query responses die zijn voortgekomen uit de bouwsteenspecifieke queries waarin de oorspronkelijke vraag door het LSP is omgezet. |
In aanvulling op bovenstaande: van een bouwsteentype kunnen ook nog meerdere verschillende versies terecht komen in de batch, als er bron-systemen zijn die met verschillende versies werken (ze mogen maximaal één versie ‘achterlopen’. Omdat de regel is dat elk systeem de ‘voorgaande’ versie ook nog moet ondersteunen, levert deze mix geen problemen op. |
Elke door het LSP ontvangen query response wordt meegenomen in de batch, ook als deze geen resultaten bevat (bijv. omdat de query parameters zodanig waren dat er geen gegevens aan voldeden) of er sprake was van een foutmelding (bijv. omdat het bronsysteem de query niet kon verwerken) |
Bij het definiëren van het batchantwoord dat hoort bij een generieke query naar zorggegevens met een bepaalde contextcode, moet het mogelijk zijn om aan te geven welke mogelijke bouwsteenspecifieke antwoordinteracties voor kunnen komen in de batch. Deze lijstjes zijn direct gerelateerd aan de afleiding die op het LSP wordt gemaakt van contextcode naar bouwsteen-specifieke queries. Hiermee weet een vragend systeem welke bouwstenen (en bijbehorende interacties) het moet kunnen verwerken voor een context. |
De template 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.66.10.4 Batch antwoord is weergegeven, in detail beschreven en met voorbeelden voorzien in ART-DECOR.
Tijdens de eerste fase van de zorgtoepassing Ketenzorg zullen de query responses overigens nog (vrijwel) allemaal uit hetzelfde systeem afkomstig zijn, aangezien alleen het HIS van de huisarts aanmeldingen in de verwijsindex zal hebben (met gegevenssoort ‘Primary Care Provision’) die leiden tot bouwsteenspecifieke queries die dan in scope zijn. Voor de definitie van de hierboven genoemde interacties, zie de paragraaf Interacties tussen LSP en bron. Waarschuwing:Titelweergave "Interacties tussen LSP en bron" overschrijft eerdere titelweergave "MCCI_IN200101 - batchAntwoord".
Interacties tussen LSP en bron
De hiernavolgende interacties zijn query/response paren voor het opvragen van specifieke bouwsteentypen, voor zover deze in scope zijn voor de ‘proof of concept’ fase van de zorgtoepassing Ketenzorg. De query interacties worden hier volledig beschreven, inclusief het template voor de query parameters en bijbehorende XML voorbeelden.
Van de query responses wordt alleen beschreven hoe deze ‘verpakt’ worden. De payload van de query responses bestaat immers uit bouwsteenimplementaties, zoals die worden beschreven in het document [HL7v3 IH Bouwstenen]. Afhankelijk van het bouwsteentype kan deze verpakking (wrappers plus een eventuele header) een andere vorm hebben.
Waar mogelijk worden de bouwsteenspecifieke queries gerealiseerd o.b.v. bestaande interacties uit de AORTA specificaties (zoals bij labuitslagen en voorschriftenlijst). Als er nog geen Nederlandse standaard is, dan wordt een nieuwe lokalisatie van een internationale standaard gebruikt (zoals bij contactmomenten). Alleen als er geen toepasbare internationale standaard bestond, is een nieuwe interactie uitgewerkt (zoals bij algemene uitslagen). |
Daar waar er voor de zorgtoepassing Ketenzorg aanpassingen worden gedaan aan een template dat al onderdeel is van de AORTA specificaties (hetgeen is gebeurd bij labuitslagen), moet nog overlegd worden om alsnog harmonisatie te bewerkstelligen, zeker als het gaat om niet-compatibele verschillen (zoals bij persoonsgegevens en inhoudsverantwoordelijke). |
Een belangrijk aspect is de versionering van de bouwsteenspecifieke queries (en van de bouwstenen zelf). De versie van elke interactie (dus ook van de queries) is af te leiden uit het interactie ID, dat ook al root element fungeert. De versie van een bouwsteeninstantiatie is direct gerelateerd aan het template ID dat erin wordt meegegeven. Vermoedelijk zal het zo zijn dat als de bouwsteen van versie verandert, de bijbehorende query dat ook zal doen, maar daarover moet nog nader overleg gevoerd worden en er kan ervaring mee worden opgedaan in de proof of concept fase van het project. |
Waarschuwing:Titelweergave "POLB_IN354001NL02 - opvragenLabUitslagen" overschrijft eerdere titelweergave "Interacties tussen LSP en bron".
POLB_IN354001NL02 - opvragenLabUitslagen
Deze interactie wordt door het LSP gebruikt om laboratoriumuitslagen op te vragen bij bron¬systemen. De daarbij gebruikte query is een update van de interactie die eerder is gespecificeerd om labuitslagen op te vragen t.b.v. medicatiebewaking door apotheken, vandaar de versieaanduiding 03 in het interactie ID. Beide varianten zijn een lokalisatie van de internationale standaard uit het Laboratory domein (vandaar de aanduiding NL).
Samenstelling interactie
Omschrijving | ID | |
---|---|---|
Trigger Event | Opvragen Labuitslagen | ZTKT_TE000004NL |
Transmission Wrapper | Send Message Payload | MCCI_MT000100 |
Control Act Wrapper | Query Control Act Request : Query By Parameter | QUQI_MT021001 |
Message Type | Opvragen Labuitslagen | POLB_MT300000NL02 |
Zendende en ontvangende rollen
Omschrijving | ID | |
---|---|---|
Sender | Zorg Informatie Makelaar (ZIM) | AZIM_AR000000NL |
Receiver | Gegevensopleverend Ketenzorgsysteem | ZTKZ_AR000004NL |
Receiver Responsibilities
Reden | Trigger Event | HL7v3-interactie |
---|---|---|
De ontvanger van de query moet de meegegeven parameters verwerken en alle labuitslagen die daaraan voldoen retourneren, voor zover deze niet lokaal afgeschermd zijn. Het retourbericht is: | - | POLB_IN364000NL02 |
Template
Het template voor deze interactie is vrijwel gelijk aan dat van de interactie om labuitslagen op te vragen t.b.v. medicatiebewaking door apotheken, zoals dat is opgenomen in de AORTA v6.12 specificaties. Deze wijzigingen zijn aangebracht:
- Het element <observationEffectiveTime> wordt iets anders gebruikt (zie aldaar).
- Het element <observationType> is toegevoegd (dit is wél onderdeel van de internationale specificaties, maar was uitgesloten in het Nederlandse template).
- Het element <responseTemplateId> heeft een andere (vaste) waarde, omdat het antwoordbericht in dit geval een iets ander template heeft (zie paragraaf 4.5.2.3XXXXXXXXXXXXX).
Bovenstaande verschillen leiden niet tot aanpassingen in het schema van de interactie, ten opzichte van de versie uit de AORTA v6.12 specificaties. Dat verschil ontstaat doordat het element <value> onder de <observationType> herhalend is gemaakt (zie aldaar).
Er moet worden bekeken in hoeverre de update op het XML Schema, plus het gewijzigde gebruik van <observationEffectiveTime> en het toevoegen van <observationType> in het template, moeten worden doorgevoerd in de bestaande zorgtoepassing voor opvragen van labuitslagen door apotheken. Dit staat nog los van de discussie over het formaat van de labuitslagen zelf (de bouwsteendefinitie), zoals beschreven in de [HL7v3 IH Bouwstenen]. |
De template 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.66.10.5 Opvragen Labuitslagen is weergegeven, in detail beschreven en met voorbeelden voorzien in ART-DECOR. Waarschuwing:Titelweergave "POLB_IN364001NL02 - opleverenLabUitslagen" overschrijft eerdere titelweergave "POLB_IN354001NL02 - opvragenLabUitslagen".
POLB_IN364001NL02 - opleverenLabUitslagen
Deze interactie wordt gebruikt door bronsystemen om aan het LSP labuitslagen op te leveren. Het bijbehorende XML Schema is exact gelijk aan dat van de interactie om labuitslagen op te leveren t.b.v. medicatiebewaking door apotheken, zoals dat is opgenomen in de AORTA v6.12 specificaties. Dit Schema is een lokalisatie van de internationale standaard uit het Laboratory domein (vandaar de toevoeging NL).
Samenstelling interactie
Omschrijving | ID | |
---|---|---|
Trigger Event | Antwoord op OpvragenLabuitslagen | ZTKT_TE000005NL |
Transmission Wrapper | Application Level Acknowledgement | MCCI_MT000300 |
Control Act Wrapper | Query Control Act Response / Acknowledgement | QUQI_MT120001 |
Message Type | OpleverenLabuitslagen | POLB_MT004000NL02 |
Zendende en ontvangende rollen
Omschrijving | ID | |
---|---|---|
Sender | Gegevensopleverend ketenzorgsysteem | ZTKZ_AR000004NL |
Receiver | Zorg Informatie Makelaar (ZIM) | AZIM_AR000000NL |
R-MIM
Het bovenstaande R-MIM geeft alleen het deel van het payload-model weer dat nodig is om de opgeleverde set bouwstenen (met afzonderlijke labbepalingen) te bundelen. Elke bouwsteen met een labuitslag fungeert dan als <component> in bovenstaand model.
De twee onderdelen samen (<observationReport> met <component> subelementen) zijn compatible met de specficaties die al op AORTA gebruikt worden voor het opvragen van labuitslagen. De <observationReport> klasse wordt feitelijk alleen gebruikt om te zorgen dat de patiënt slechts eenmaal hoeft te worden opgenomen voor alle uitslagen.
Elk van de <component> subelementen omvat één gestandaardiseerde bouwsteen met de uitslag van één enkele bepaling. De definitie van deze bouwsteen wordt nader gespecificeerd in de implementatiehandleiding met HL7v3 bouwstenen voor Ketenzorg.
Template
Het template voor deze interactie valt uiteen in twee delen:
- Het <observationReport> element fungeert als een header voor de opgeleverde verzameling labuitslagen. De patiëntidentificatie wordt meegeven op dit niveau.
- De <observationEvent> elementen bevatten de afzonderlijke labuitslagen. Elke herhaling van dit element is een instantiatie van de bouwsteen voor labuitslagen.
In dit hoofdstuk wordt alleen het template voor de header uitgewerkt. Dit template is gebaseerd op het template om labuitslagen op te leveren t.b.v. medicatiebewaking door apotheken, zoals dat is opgenomen in de AORTA v6.12 specificaties. De wijzigingen zijn:
- Diverse optionele onderdelen zijn niet overgenomen (dit is een valide restrictie).
- Het element <templateId> heeft door de wijzigingen een andere (vaste) waarde.
- Het element <observationReport><code> heeft een vaste waarde uit het codesysteem LOINC (namelijk 26436-6).
- Diverse onderdelen van <recordTarget><patient> zijn niet overgenomen, ook al zijn ze in het bestaande template verplicht. De reden is dat het onnodig lijkt om (verplicht) allerlei persoonsgegevens van de patiënt te retourneren aan de vrager.
- element <author> is niet overgenomen, ook al is het in het bestaande template verplicht. De reden is dat de inhoudsverantwoordelijke al wordt doorgegeven op het niveau van afzonderlijke labuitslagen (<observationEvent>).
De template 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.66.10.6 Opleveren Labuitslagen is weergegeven, in detail beschreven en met voorbeelden voorzien in ART-DECOR.
De definitie van het subtemplate voor de bouwsteenimplementatie wordt nader gespecificeerd in de implementatiehandleiding met HL7v3 bouwstenen voor Ketenzorg, de template 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.66.10.203 Labbepaling is weergegeven, in detail beschreven en met voorbeelden voorzien in ART-DECOR. Waarschuwing:Titelweergave "POOB_IN990001NL - opvragenAlgemeneUitslagen" overschrijft eerdere titelweergave "POLB_IN364001NL02 - opleverenLabUitslagen".
POOB_IN990001NL - opvragenAlgemeneUitslagen
Deze interactie wordt door het LSP gebruikt om algemene uitslagen op te vragen bij bronsystemen. Deze interactie is nieuw ontwikkeld, omdat er nog geen bestaande standaard (nationaal of internationaal) is die hier precies voor bedoeld is. Het XML Schema dat gebruikt wordt voor de query parameters is de zogenaamde Generic Act Query, die ook wordt gebruikt bij het opvragen van ICA gegevens (intoleranties, contra-indicaties en allergieën), zoals opgenomen in de AORTA v6.12 specificaties. Dit Schema was ook bedoeld om voor verschillende soorten brongegevens te kunnen gebruiken.
Samenstelling interactie
Omschrijving | ID | |
---|---|---|
Trigger Event | Opvragen Algemene Uitslagen | ZTKT_TE000006NL |
Transmission Wrapper | Send Message Payload | MCCI_MT000100 |
Control Act Wrapper | Query Control Act Request : Query By Parameter | QUQI_MT021001 |
Message Type | Generic Act Query | QUMT_MT020099NL02 |
Zendende en ontvangende rollen
Omschrijving | ID | |
---|---|---|
Sender | Zorg Informatie Makelaar (ZIM) | AZIM_AR000000NL |
Receiver | Gegevensopleverend Ketenzorgsysteem | ZTKZ_AR000004NL |
Receiver Responsibilities
Reden | Trigger Event | HL7v3-interactie |
---|---|---|
De ontvanger van de query moet de meegegeven parameters verwerken en alle algemene uitslagen die eraan voldoen retourneren, voor zover deze niet lokaal afgeschermd zijn. Het retourbericht is: | - | POOB_IN990003NL |
R-MIM
Het R-MIM is hetzelfde generieke model (en bijbehorend XML Schema) dat ook gebruikt wordt bij het opvragen van ICA-gegevens. Het biedt voldoende mogelijkheden om te filteren op de patiënt (verplicht), het tijdsinterval waarbinnen de bepaling werd gedaan en het soort zorgverlener dat inhoudsverantwoordelijk is voor het resultaat ervan.
Er heeft een uitbreiding op het model van de Generic Act Query plaatsgevonden om het mogelijk te maken om te kunnen filteren op basis van de code van de onderliggende Acts (in dit geval de algemene bepalingen). Dit is nodig omdat per contextcode een wisselende subset van diagnostische bepalingen in scope is (net zoals bij de labbepalingen). De toegevoegde parameter is typeSelection.
Template
De template 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.66.10.7 Opvragen Algemene Uitslagen is weergegeven, in detail beschreven en met voorbeelden voorzien in ART-DECOR. Waarschuwing:Titelweergave "POOB_IN990003NL – opleverenAlgemeneUitslagen" overschrijft eerdere titelweergave "POOB_IN990001NL - opvragenAlgemeneUitslagen".
POOB_IN990003NL – opleverenAlgemeneUitslagen
Deze interactie wordt door bronsystemen gebruikt om algemene bepalingen op te leveren naar aanleiding van een bevraging door het LSP. Deze interactie is nieuw ontwikkeld, omdat er nog geen bestaande standaard (nationaal of internationaal) is die hier precies voor bedoeld is (net zoals dat voor de query het geval is). De payload van de query response bestaat uit gestandaardiseerde bouwstenen die compatible zijn met CDA R2.
Het is mogelijk om een lijstconstructie in de query response toe te voegen om voor alle opgeleverde bepalingen in één keer aan te geven om welke patiënt het gaat. Dit mechanisme wordt ook toegepast bij de interactie voor het opvragen van medicatievoorschriften (opvragenVoorschriftenLijst). Vooralsnog is echter besloten om bij het opleveren van algemene bepalingen helemaal geen patiënt aan te duiden in de payload van de query response. Dit gebeurt in plaats daarvan in de <attentionLine> van de transmission wrapper van de interactie, zodat de vraagsteller (in dit geval het LSP) toch kan controleren dat gegevens van de juiste patiënt geretourneerd worden. Voordeel is dat het Clinical Statement van CDA R2 (d.w.z. de bouwsteen die erop gebaseerd is) direct als payload van de interactie gebruikt kan worden. |
Samenstelling interactie
Omschrijving | ID | |
---|---|---|
Trigger Event | Antwoord op Opvragen Algemene Uitslagen | ZTKT_TE000007NL |
Transmission Wrapper | Send Message Payload | MCCI_MT000300 |
Control Act Wrapper | Query Control Act Response / Acknowledgement | QUQI_MT120001 |
Message Type | Opleveren Algemene Uitslagen (Clinical Statement) | POOB_MT990003NL |
Zendende en ontvangende rollen
Omschrijving | ID | |
---|---|---|
Sender | Zorg Informatie Makelaar (ZIM) | AZIM_AR000000NL |
Receiver | Gegevensopleverend ketenzorgsysteem | ZTKZ_AR000004NL |
R-MIM
De payload van de query response bestaat alleen uit een set bouwsteeninstantiaties. Zie bouwsteen Algemene Bepaling.
Template
De payload van de query response bestaat alleen uit een set bouwsteeninstantiaties. Zie bouwsteen Algemene Bepaling.
De template 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.66.10.8 Opleveren Algemene Uitslagen is weergegeven, in detail beschreven en met voorbeelden voorzien in ART-DECOR. Waarschuwing:Titelweergave "PRPA_IN900300NL - opvragenContactmomenten" overschrijft eerdere titelweergave "POOB_IN990003NL – opleverenAlgemeneUitslagen".
PRPA_IN900300NL - opvragenContactmomenten
Deze interactie wordt door het LSP gebruikt om de contactmomenten op te halen bij bronsystemen. De interactie is gebaseerd op de query die is gedefinieerd in Release 2 van de Draft Standard for Trial Use (DSTU), onderdeel van de HL7v3 Normative Edition. Verschil is echter dat niet alle query parameters worden ondersteund en dat de payload van de query response is aangepast naar bouwstenen die compatible zijn met CDA R2.
De definitie van een contactmoment is “elke situatie waarbij contact is geweest (fysiek, mondeling of zelfs per mail) tussen een patiënt en één of meer van diens zorgverleners”. Dit omvat met name ambulante bezoeken (bijv. op spreekuur huisarts of specialist), maar ook klinische opnames (waarbij specialisten soms maar deels betrokken zijn). Ook een telefonisch consult of een chat via sociale media kan als contactmoment fungeren.
Merk op dat in deze fase de scope zodanig is dat vanuit het huisarts-dossier (opgebouwd conform het NHG model) niet elk deelcontact, maar alleen het contactmoment als geheel opgeleverd moet worden. Dit omdat voor nu alleen de administratieve aspecten relevant zijn, terwjl deelcontacten nodig zijn om de link naar episodes te leggen. |
Samenstelling interactie
Omschrijving | ID | |
---|---|---|
Trigger Event | Find Encounters Query | PRPA_TE900300UV02 |
Transmission Wrapper | Send Message Payload | MCCI_MT000100 |
Control Act Wrapper | Query Control Act Request : Query By Parameter | QUQI_MT021001 |
Message Type | Find Encounters Query | PRPA_MT900300NL |
Zendende en ontvangende rollen
Omschrijving | ID | |
---|---|---|
Sender | Zorg Informatie Makelaar (ZIM) | AZIM_AR000000NL |
Receiver | Gegevensopleverend Ketenzorgsysteem | ZTKZ_AR000004NL |
Receiver Responsibilities
Reden | Trigger Event | HL7v3-interactie |
---|---|---|
De ontvanger van de query moet de meegegeven parameters verwerken en alle contactmomenten die eraan voldoen retourneren, voor zover deze gegevens niet lokaal afgeschermd zijn. | - | PRPA_IN900350NL |
Template
De template 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.66.10.9 Opvragen Contactmomenten is weergegeven, in detail beschreven en met voorbeelden voorzien in ART-DECOR. Waarschuwing:Titelweergave "PRPA_IN900350NL - opleverenContactmomenten" overschrijft eerdere titelweergave "PRPA_IN900300NL - opvragenContactmomenten".
PRPA_IN900350NL - opleverenContactmomenten
Deze interactie wordt door bronsystemen gebruikt om contactmomenten op te leveren naar aanleiding van een bevraging door het LSP. De interactie is gebaseerd op de query response die is gedefinieerd in Release 2 van de Draft Standard for Trial Use (DSTU), onderdeel van de HL7v3 Normative Edition. De payload van de query response is echter aangepast naar gestandaardiseerde bouwstenen die compatible zijn met CDA R2.
Het is mogelijk om een lijstconstructie in de query response toe te voegen om voor alle opgeleverde contactmomenten in één keer aan te geven om welke patiënt het gaat. Dit mechanisme wordt ook toegepast bij de interactie voor het opvragen van medicatievoorschriften (opvragenVoorschriftenLijst). Vooralsnog is echter besloten om bij het opleveren van contactmomenten helemaal geen patiënt aan te duiden in de payload van de query response. Dit gebeurt in plaats daarvan in de <attentionLine> van de transmission wrapper van de interactie, zodat de vraagsteller (in dit geval het LSP) toch kan controleren dat gegevens van de juiste patiënt geretourneerd worden. Voordeel is dat het Clinical Statement van CDA R2 (d.w.z. de bouwsteen die erop gebaseerd is) direct als payload van de interactie gebruikt kan worden. |
Samenstelling interactie
Omschrijving | ID | |
---|---|---|
Trigger Event | Find Encounters Response | PRPA_TE900300UV02 |
Transmission Wrapper | Send Message Payload | MCCI_MT000300 |
Control Act Wrapper | Query Control Act Response / Acknowledgement | QUQI_MT120001 |
Message Type | Opleveren Contactmomenten (Clinical Statement) | PRPA_MT900350NL |
Zendende en ontvangende rollen
Omschrijving | ID | |
---|---|---|
Sender | Gegevensopleverend ketenzorgsysteem | ZTKZ_AR000004NL |
Receiver | Zorg Informatie Makelaar (ZIM) | AZIM_AR000000NL |
R-MIM
De payload van de query response bestaat alleen uit een set bouwsteeninstantiaties. Zie bouwsteen Contactmoment.
Template
De payload van de query response bestaat alleen uit een set bouwsteeninstantiaties. Zie bouwsteen Contactmoment.
De template 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.66.10.10 Opleveren Contactmomenten is weergegeven, in detail beschreven en met voorbeelden voorzien in ART-DECOR. Waarschuwing:Titelweergave "QURX_IN990201NL01 - opvragenVoorschriftenLijst" overschrijft eerdere titelweergave "PRPA_IN900350NL - opleverenContactmomenten".
QURX_IN990201NL01 - opvragenVoorschriften
Deze interactie wordt door het LSP gebruikt om medicatievoorschriften op te halen bij bronsystemen. De interactie is identiek aan degene die wordt gebruikt binnen de zorgtoepassing Medicatieproces, maar wordt hier voor de volledigheid toch toegelicht.
Samenstelling interactie
Omschrijving | ID | |
---|---|---|
Trigger Event | Opvragen van medicatievoorschriften | QURX_TE990001NL |
Transmission Wrapper | Send Message Payload | MCCI_MT000100 |
Control Act Wrapper | Query Control Act Request : Query By Parameter | QUQI_MT021001 |
Message Type | Voorschriftquery | QURX_MT990001NL02 |
Zendende en ontvangende rollen
Omschrijving | ID | |
---|---|---|
Sender | Zorg Informatie Makelaar (ZIM) | AZIM_AR000000NL |
Receiver | Gegevensopleverend Ketenzorgsysteem | ZTKZ_AR000004NL |
Receiver Responsibilities
Reden | Trigger Event | HL7v3-interactie |
---|---|---|
De ontvanger van de query moet de meegegeven parameters verwerken en alle medicatievoorschriften die daaraan voldoen retourneren, voor zover deze gegevens niet lokaal afgeschermd zijn. | - | QURX_IN990103NL02 |
R-MIM
Dit is het model dat gebruikt wordt binnen de zorgtoepassing Medicatieproces voor het opvragen van voorschriftenlijsten. Het biedt mogelijkheden om te filteren op de patiënt, het voorschriftnummer, het tijdsinterval waarbinnen het voorschrift beschikbaar kwam en het tijdsinterval waarbinnen de voorgeschreven medicatie naar schatting gebruikt wordt.
Het XML Schema dat bij deze query hoort bevat ook parameters die momenteel niet in scope zijn binnen de zorgtoepassing Medicatieproces. Eén daarvan is de parameter <medicationCode>, die gebruikt moet worden om te kunnen filteren op basis van de medicatiecode. Dit is nodig omdat per contextcode een wisselende subset van medicatiecodes in scope is (net zoals bij de labbepalingen). De parameter zal wel worden toegelicht in het template, maar het zal nodig zijn om de specificaties voor Medicatieproces ook aan te passen. Dat kan nu nog vrij gemakkelijk, omdat er nog geen applicaties gekwalificeerd zijn voor het opvragen van medicatievoorschriften. |
Template
De template 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.66.10.11 Opvragen Medicatievoorschriften is weergegeven, in detail beschreven en met voorbeelden voorzien in ART-DECOR. Waarschuwing:Titelweergave "QURX_IN990203NL01 - opleverenVoorschriftenLijst" overschrijft eerdere titelweergave "QURX_IN990201NL01 - opvragenVoorschriftenLijst".
QURX_IN990203NL01 - opleverenVoorschriften
Deze interactie wordt door bronsystemen gebruikt om medicatievoorschriften op te leveren naar aanleiding van een bevraging door het LSP.
Samenstelling interactie
Omschrijving | ID | |
---|---|---|
Trigger Event | Beantwoorden vraag naar medicatievoorschriften | QURX_TE990002NL |
Transmission Wrapper | Send Message Payload | MCCI_MT000300 |
Control Act Wrapper | Query Control Act Response / Acknowledgement | QUQI_MT120001 |
Message Type | Lijst met medicatievoorschriften (als CDA R2 CS) | PORX_MT932200NL01 |
Zendende en ontvangende rollen
Omschrijving | ID | |
---|---|---|
Sender | Gegevensopleverend ketenzorgsysteem | ZTKZ_AR000004NL |
Receiver | Zorg Informatie Makelaar (ZIM) | AZIM_AR000000NL |
R-MIM
Dit plaatje moet nog worden aangepast |
Het bovenstaande R-MIM geeft alleen het deel van het payload-model weer dat nodig is om de opgeleverde set bouwstenen (met medicatievoorschriften) te bundelen. Elke bouwsteen met een voorschrift fungeert dan als <component> in bovenstaand model.
De twee onderdelen (<medicationSubscriptionList> met <component> subelementen) zijn compatible met de specficaties die al op AORTA gebruikt worden voor het opvragen van medicatievoorschriften. De <medicationSubscriptionList> wordt feitelijk alleen gebruikt om te zorgen dat de patiënt slechts eenmaal hoeft te worden opgenomen.
Elk van de <component> subelementen omvat één gestandaardiseerde bouwsteen met één enkel medicatievoorschrift. De definitie van deze bouwsteen wordt nader gespecificeerd in de implementatiehandleiding met HL7v3 bouwstenen voor Ketenzorg.
Template
De template 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.66.10.12 Opleveren Medicatievoorschriften is weergegeven, in detail beschreven en met voorbeelden voorzien in ART-DECOR.
De definitie van het subtemplate voor de bouwsteenimplementatie wordt nader gespecificeerd in de implementatiehandleiding met HL7v3 bouwstenen voor Ketenzorg, de template 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.66.10.204 Voorschrift is weergegeven, in detail beschreven en met voorbeelden voorzien in ART-DECOR. Waarschuwing:Titelweergave "POLB_IN354001NL02 - opvragenLabUitslagen" overschrijft eerdere titelweergave "QURX_IN990203NL01 - opleverenVoorschriftenLijst".
POLB_IN354001NL02 - opvragenLabUitslagen
Deze interactie wordt door het LSP gebruikt om laboratoriumuitslagen op te vragen bij bron¬systemen. De daarbij gebruikte query is een update van de interactie die eerder is gespecificeerd om labuitslagen op te vragen t.b.v. medicatiebewaking door apotheken, vandaar de versieaanduiding 03 in het interactie ID. Beide varianten zijn een lokalisatie van de internationale standaard uit het Laboratory domein (vandaar de aanduiding NL).
Samenstelling interactie
Omschrijving | ID | |
---|---|---|
Trigger Event | Opvragen Labuitslagen | ZTKT_TE000004NL |
Transmission Wrapper | Send Message Payload | MCCI_MT000100 |
Control Act Wrapper | Query Control Act Request : Query By Parameter | QUQI_MT021001 |
Message Type | Opvragen Labuitslagen | POLB_MT300000NL02 |
Zendende en ontvangende rollen
Omschrijving | ID | |
---|---|---|
Sender | Zorg Informatie Makelaar (ZIM) | AZIM_AR000000NL |
Receiver | Gegevensopleverend Ketenzorgsysteem | ZTKZ_AR000004NL |
Receiver Responsibilities
Reden | Trigger Event | HL7v3-interactie |
---|---|---|
De ontvanger van de query moet de meegegeven parameters verwerken en alle labuitslagen die daaraan voldoen retourneren, voor zover deze niet lokaal afgeschermd zijn. Het retourbericht is: | - | POLB_IN364000NL02 |
Template
Het template voor deze interactie is vrijwel gelijk aan dat van de interactie om labuitslagen op te vragen t.b.v. medicatiebewaking door apotheken, zoals dat is opgenomen in de AORTA v6.12 specificaties. Deze wijzigingen zijn aangebracht:
- Het element <observationEffectiveTime> wordt iets anders gebruikt (zie aldaar).
- Het element <observationType> is toegevoegd (dit is wél onderdeel van de internationale specificaties, maar was uitgesloten in het Nederlandse template).
- Het element <responseTemplateId> heeft een andere (vaste) waarde, omdat het antwoordbericht in dit geval een iets ander template heeft (zie paragraaf 4.5.2.3XXXXXXXXXXXXX).
Bovenstaande verschillen leiden niet tot aanpassingen in het schema van de interactie, ten opzichte van de versie uit de AORTA v6.12 specificaties. Dat verschil ontstaat doordat het element <value> onder de <observationType> herhalend is gemaakt (zie aldaar).
Er moet worden bekeken in hoeverre de update op het XML Schema, plus het gewijzigde gebruik van <observationEffectiveTime> en het toevoegen van <observationType> in het template, moeten worden doorgevoerd in de bestaande zorgtoepassing voor opvragen van labuitslagen door apotheken. Dit staat nog los van de discussie over het formaat van de labuitslagen zelf (de bouwsteendefinitie), zoals beschreven in de [HL7v3 IH Bouwstenen]. |
De template 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.66.10.5 Opvragen Labuitslagen is weergegeven, in detail beschreven en met voorbeelden voorzien in ART-DECOR. Waarschuwing:Titelweergave "POLB_IN364001NL02 - opleverenLabUitslagen" overschrijft eerdere titelweergave "POLB_IN354001NL02 - opvragenLabUitslagen".
POLB_IN364001NL02 - opleverenLabUitslagen
Deze interactie wordt gebruikt door bronsystemen om aan het LSP labuitslagen op te leveren. Het bijbehorende XML Schema is exact gelijk aan dat van de interactie om labuitslagen op te leveren t.b.v. medicatiebewaking door apotheken, zoals dat is opgenomen in de AORTA v6.12 specificaties. Dit Schema is een lokalisatie van de internationale standaard uit het Laboratory domein (vandaar de toevoeging NL).
Samenstelling interactie
Omschrijving | ID | |
---|---|---|
Trigger Event | Antwoord op OpvragenLabuitslagen | ZTKT_TE000005NL |
Transmission Wrapper | Application Level Acknowledgement | MCCI_MT000300 |
Control Act Wrapper | Query Control Act Response / Acknowledgement | QUQI_MT120001 |
Message Type | OpleverenLabuitslagen | POLB_MT004000NL02 |
Zendende en ontvangende rollen
Omschrijving | ID | |
---|---|---|
Sender | Gegevensopleverend ketenzorgsysteem | ZTKZ_AR000004NL |
Receiver | Zorg Informatie Makelaar (ZIM) | AZIM_AR000000NL |
R-MIM
Het bovenstaande R-MIM geeft alleen het deel van het payload-model weer dat nodig is om de opgeleverde set bouwstenen (met afzonderlijke labbepalingen) te bundelen. Elke bouwsteen met een labuitslag fungeert dan als <component> in bovenstaand model.
De twee onderdelen samen (<observationReport> met <component> subelementen) zijn compatible met de specficaties die al op AORTA gebruikt worden voor het opvragen van labuitslagen. De <observationReport> klasse wordt feitelijk alleen gebruikt om te zorgen dat de patiënt slechts eenmaal hoeft te worden opgenomen voor alle uitslagen.
Elk van de <component> subelementen omvat één gestandaardiseerde bouwsteen met de uitslag van één enkele bepaling. De definitie van deze bouwsteen wordt nader gespecificeerd in de implementatiehandleiding met HL7v3 bouwstenen voor Ketenzorg.
Template
Het template voor deze interactie valt uiteen in twee delen:
- Het <observationReport> element fungeert als een header voor de opgeleverde verzameling labuitslagen. De patiëntidentificatie wordt meegeven op dit niveau.
- De <observationEvent> elementen bevatten de afzonderlijke labuitslagen. Elke herhaling van dit element is een instantiatie van de bouwsteen voor labuitslagen.
In dit hoofdstuk wordt alleen het template voor de header uitgewerkt. Dit template is gebaseerd op het template om labuitslagen op te leveren t.b.v. medicatiebewaking door apotheken, zoals dat is opgenomen in de AORTA v6.12 specificaties. De wijzigingen zijn:
- Diverse optionele onderdelen zijn niet overgenomen (dit is een valide restrictie).
- Het element <templateId> heeft door de wijzigingen een andere (vaste) waarde.
- Het element <observationReport><code> heeft een vaste waarde uit het codesysteem LOINC (namelijk 26436-6).
- Diverse onderdelen van <recordTarget><patient> zijn niet overgenomen, ook al zijn ze in het bestaande template verplicht. De reden is dat het onnodig lijkt om (verplicht) allerlei persoonsgegevens van de patiënt te retourneren aan de vrager.
- element <author> is niet overgenomen, ook al is het in het bestaande template verplicht. De reden is dat de inhoudsverantwoordelijke al wordt doorgegeven op het niveau van afzonderlijke labuitslagen (<observationEvent>).
De template 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.66.10.6 Opleveren Labuitslagen is weergegeven, in detail beschreven en met voorbeelden voorzien in ART-DECOR.
De definitie van het subtemplate voor de bouwsteenimplementatie wordt nader gespecificeerd in de implementatiehandleiding met HL7v3 bouwstenen voor Ketenzorg, de template 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.66.10.203 Labbepaling is weergegeven, in detail beschreven en met voorbeelden voorzien in ART-DECOR. Waarschuwing:Titelweergave "POOB_IN990001NL - opvragenAlgemeneUitslagen" overschrijft eerdere titelweergave "POLB_IN364001NL02 - opleverenLabUitslagen".
POOB_IN990001NL - opvragenAlgemeneUitslagen
Deze interactie wordt door het LSP gebruikt om algemene uitslagen op te vragen bij bronsystemen. Deze interactie is nieuw ontwikkeld, omdat er nog geen bestaande standaard (nationaal of internationaal) is die hier precies voor bedoeld is. Het XML Schema dat gebruikt wordt voor de query parameters is de zogenaamde Generic Act Query, die ook wordt gebruikt bij het opvragen van ICA gegevens (intoleranties, contra-indicaties en allergieën), zoals opgenomen in de AORTA v6.12 specificaties. Dit Schema was ook bedoeld om voor verschillende soorten brongegevens te kunnen gebruiken.
Samenstelling interactie
Omschrijving | ID | |
---|---|---|
Trigger Event | Opvragen Algemene Uitslagen | ZTKT_TE000006NL |
Transmission Wrapper | Send Message Payload | MCCI_MT000100 |
Control Act Wrapper | Query Control Act Request : Query By Parameter | QUQI_MT021001 |
Message Type | Generic Act Query | QUMT_MT020099NL02 |
Zendende en ontvangende rollen
Omschrijving | ID | |
---|---|---|
Sender | Zorg Informatie Makelaar (ZIM) | AZIM_AR000000NL |
Receiver | Gegevensopleverend Ketenzorgsysteem | ZTKZ_AR000004NL |
Receiver Responsibilities
Reden | Trigger Event | HL7v3-interactie |
---|---|---|
De ontvanger van de query moet de meegegeven parameters verwerken en alle algemene uitslagen die eraan voldoen retourneren, voor zover deze niet lokaal afgeschermd zijn. Het retourbericht is: | - | POOB_IN990003NL |
R-MIM
Het R-MIM is hetzelfde generieke model (en bijbehorend XML Schema) dat ook gebruikt wordt bij het opvragen van ICA-gegevens. Het biedt voldoende mogelijkheden om te filteren op de patiënt (verplicht), het tijdsinterval waarbinnen de bepaling werd gedaan en het soort zorgverlener dat inhoudsverantwoordelijk is voor het resultaat ervan.
Er heeft een uitbreiding op het model van de Generic Act Query plaatsgevonden om het mogelijk te maken om te kunnen filteren op basis van de code van de onderliggende Acts (in dit geval de algemene bepalingen). Dit is nodig omdat per contextcode een wisselende subset van diagnostische bepalingen in scope is (net zoals bij de labbepalingen). De toegevoegde parameter is typeSelection.
Template
De template 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.66.10.7 Opvragen Algemene Uitslagen is weergegeven, in detail beschreven en met voorbeelden voorzien in ART-DECOR. Waarschuwing:Titelweergave "POOB_IN990003NL – opleverenAlgemeneUitslagen" overschrijft eerdere titelweergave "POOB_IN990001NL - opvragenAlgemeneUitslagen".
POOB_IN990003NL – opleverenAlgemeneUitslagen
Deze interactie wordt door bronsystemen gebruikt om algemene bepalingen op te leveren naar aanleiding van een bevraging door het LSP. Deze interactie is nieuw ontwikkeld, omdat er nog geen bestaande standaard (nationaal of internationaal) is die hier precies voor bedoeld is (net zoals dat voor de query het geval is). De payload van de query response bestaat uit gestandaardiseerde bouwstenen die compatible zijn met CDA R2.
Het is mogelijk om een lijstconstructie in de query response toe te voegen om voor alle opgeleverde bepalingen in één keer aan te geven om welke patiënt het gaat. Dit mechanisme wordt ook toegepast bij de interactie voor het opvragen van medicatievoorschriften (opvragenVoorschriftenLijst). Vooralsnog is echter besloten om bij het opleveren van algemene bepalingen helemaal geen patiënt aan te duiden in de payload van de query response. Dit gebeurt in plaats daarvan in de <attentionLine> van de transmission wrapper van de interactie, zodat de vraagsteller (in dit geval het LSP) toch kan controleren dat gegevens van de juiste patiënt geretourneerd worden. Voordeel is dat het Clinical Statement van CDA R2 (d.w.z. de bouwsteen die erop gebaseerd is) direct als payload van de interactie gebruikt kan worden. |
Samenstelling interactie
Omschrijving | ID | |
---|---|---|
Trigger Event | Antwoord op Opvragen Algemene Uitslagen | ZTKT_TE000007NL |
Transmission Wrapper | Send Message Payload | MCCI_MT000300 |
Control Act Wrapper | Query Control Act Response / Acknowledgement | QUQI_MT120001 |
Message Type | Opleveren Algemene Uitslagen (Clinical Statement) | POOB_MT990003NL |
Zendende en ontvangende rollen
Omschrijving | ID | |
---|---|---|
Sender | Zorg Informatie Makelaar (ZIM) | AZIM_AR000000NL |
Receiver | Gegevensopleverend ketenzorgsysteem | ZTKZ_AR000004NL |
R-MIM
De payload van de query response bestaat alleen uit een set bouwsteeninstantiaties. Zie bouwsteen Algemene Bepaling.
Template
De payload van de query response bestaat alleen uit een set bouwsteeninstantiaties. Zie bouwsteen Algemene Bepaling.
De template 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.66.10.8 Opleveren Algemene Uitslagen is weergegeven, in detail beschreven en met voorbeelden voorzien in ART-DECOR. Waarschuwing:Titelweergave "PRPA_IN900300NL - opvragenContactmomenten" overschrijft eerdere titelweergave "POOB_IN990003NL – opleverenAlgemeneUitslagen".
PRPA_IN900300NL - opvragenContactmomenten
Deze interactie wordt door het LSP gebruikt om de contactmomenten op te halen bij bronsystemen. De interactie is gebaseerd op de query die is gedefinieerd in Release 2 van de Draft Standard for Trial Use (DSTU), onderdeel van de HL7v3 Normative Edition. Verschil is echter dat niet alle query parameters worden ondersteund en dat de payload van de query response is aangepast naar bouwstenen die compatible zijn met CDA R2.
De definitie van een contactmoment is “elke situatie waarbij contact is geweest (fysiek, mondeling of zelfs per mail) tussen een patiënt en één of meer van diens zorgverleners”. Dit omvat met name ambulante bezoeken (bijv. op spreekuur huisarts of specialist), maar ook klinische opnames (waarbij specialisten soms maar deels betrokken zijn). Ook een telefonisch consult of een chat via sociale media kan als contactmoment fungeren.
Merk op dat in deze fase de scope zodanig is dat vanuit het huisarts-dossier (opgebouwd conform het NHG model) niet elk deelcontact, maar alleen het contactmoment als geheel opgeleverd moet worden. Dit omdat voor nu alleen de administratieve aspecten relevant zijn, terwjl deelcontacten nodig zijn om de link naar episodes te leggen. |
Samenstelling interactie
Omschrijving | ID | |
---|---|---|
Trigger Event | Find Encounters Query | PRPA_TE900300UV02 |
Transmission Wrapper | Send Message Payload | MCCI_MT000100 |
Control Act Wrapper | Query Control Act Request : Query By Parameter | QUQI_MT021001 |
Message Type | Find Encounters Query | PRPA_MT900300NL |
Zendende en ontvangende rollen
Omschrijving | ID | |
---|---|---|
Sender | Zorg Informatie Makelaar (ZIM) | AZIM_AR000000NL |
Receiver | Gegevensopleverend Ketenzorgsysteem | ZTKZ_AR000004NL |
Receiver Responsibilities
Reden | Trigger Event | HL7v3-interactie |
---|---|---|
De ontvanger van de query moet de meegegeven parameters verwerken en alle contactmomenten die eraan voldoen retourneren, voor zover deze gegevens niet lokaal afgeschermd zijn. | - | PRPA_IN900350NL |
Template
De template 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.66.10.9 Opvragen Contactmomenten is weergegeven, in detail beschreven en met voorbeelden voorzien in ART-DECOR. Waarschuwing:Titelweergave "PRPA_IN900350NL - opleverenContactmomenten" overschrijft eerdere titelweergave "PRPA_IN900300NL - opvragenContactmomenten".
PRPA_IN900350NL - opleverenContactmomenten
Deze interactie wordt door bronsystemen gebruikt om contactmomenten op te leveren naar aanleiding van een bevraging door het LSP. De interactie is gebaseerd op de query response die is gedefinieerd in Release 2 van de Draft Standard for Trial Use (DSTU), onderdeel van de HL7v3 Normative Edition. De payload van de query response is echter aangepast naar gestandaardiseerde bouwstenen die compatible zijn met CDA R2.
Het is mogelijk om een lijstconstructie in de query response toe te voegen om voor alle opgeleverde contactmomenten in één keer aan te geven om welke patiënt het gaat. Dit mechanisme wordt ook toegepast bij de interactie voor het opvragen van medicatievoorschriften (opvragenVoorschriftenLijst). Vooralsnog is echter besloten om bij het opleveren van contactmomenten helemaal geen patiënt aan te duiden in de payload van de query response. Dit gebeurt in plaats daarvan in de <attentionLine> van de transmission wrapper van de interactie, zodat de vraagsteller (in dit geval het LSP) toch kan controleren dat gegevens van de juiste patiënt geretourneerd worden. Voordeel is dat het Clinical Statement van CDA R2 (d.w.z. de bouwsteen die erop gebaseerd is) direct als payload van de interactie gebruikt kan worden. |
Samenstelling interactie
Omschrijving | ID | |
---|---|---|
Trigger Event | Find Encounters Response | PRPA_TE900300UV02 |
Transmission Wrapper | Send Message Payload | MCCI_MT000300 |
Control Act Wrapper | Query Control Act Response / Acknowledgement | QUQI_MT120001 |
Message Type | Opleveren Contactmomenten (Clinical Statement) | PRPA_MT900350NL |
Zendende en ontvangende rollen
Omschrijving | ID | |
---|---|---|
Sender | Gegevensopleverend ketenzorgsysteem | ZTKZ_AR000004NL |
Receiver | Zorg Informatie Makelaar (ZIM) | AZIM_AR000000NL |
R-MIM
De payload van de query response bestaat alleen uit een set bouwsteeninstantiaties. Zie bouwsteen Contactmoment.
Template
De payload van de query response bestaat alleen uit een set bouwsteeninstantiaties. Zie bouwsteen Contactmoment.
De template 2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.66.10.10 Opleveren Contactmomenten is weergegeven, in detail beschreven en met voorbeelden voorzien in ART-DECOR.
- DOORVERWIJZING 7kezo:V1.0 QURX IN990201NL02
- DOORVERWIJZING 7kezo:V1.0 QURX IN990203NL02