Functioneel Ontwerp Lab2patiënt V.1.0.0 - alpha

Uit informatiestandaarden
Ga naar: navigatie, zoeken
AfsprakenstelselFunctioneelTechnischAfspraken-Functioneel-Technisch




1 Inleiding

Laboratoriumonderzoek is essentieel in het zorgproces. Het wordt uitgevoerd voor verschillende doeleinden in het zorgproces, zoals bijvoorbeeld het vaststellen van ziekten en het bepalen van de juiste medicatie(dosering). Om de laboratoriumresultaten snel en veilig bij de zorgverlener en/of patiënt te krijgen en te kunnen hergebruiken, moeten zorgverleners, laboratoria en onderzoekers eenduidig én op dezelfde wijze laboratoriumgegevens registeren en uitwisselen.

Dit functioneel ontwerp beschrijft het verzamelen van laboratoriumresultaten door een persoon door middel van een Persoonlijke Gezondheidsomgeving (PGO). Tevens beschrijft dit functioneel ontwerp hoe deze laboratoriumresultaten ingezien kunnen worden.

1.1 Algemeen

Deze pagina beschrijft het functioneel ontwerp van Lab2patiënt, dit is één van de toepassingen van de Informatiestandaard uitwisseling laboratoriumgegevens. Het overkoepelend ontwerp staat hier. Begrippen specifiek voor uitwisseling laboratoriumgegevens die in dit functioneel ontwerp van Lab2patiënt gebruikt worden, worden nader toegelicht in de Begrippenlijst Uitwisseling Laboratoriumgegevens.

Het proces voor het uitwisselen van de laboratoriumgegevens is in onderstaande afbeelding gevisualiseerd.

Figuur: Uitwisseling Labgegevens Proces

Figuur: Uitwisseling laboratoriumgegevens proces

Lab2patiënt maakt het mogelijk dat patiënten direct elektronisch hun laboratoriumresultaten kunnen inzien op de PGO wanneer deze beschikbaar zijn gesteld door de zorgverlener/het laboratorium. Dit domein bevat alle uitwisselingen tussen zorgverleners/laboratorium en patiënt. In dit proces maken verschillende bedrijfsrollen gebruik van informatiesystemen voor het ontvangen of versturen van laboratoriumgegevens. Zo stelt bijvoorbeeld een zorgverlener met de bedrijfsrol ‘Laboratoriumspecialist’ in het laboratoriuminformatiesysteem (LIS) de laboratoriumgegevens beschikbaar. De beschreven processen en uitwisseling van laboratoriumgegevens zijn gebaseerd op de vier domeinen uit de Richtlijn Uitwisseling laboratoriumgegevens, zoals beschreven in hoofdstuk 1.3.1.

Het functioneel ontwerp beschrijft voor alle uitwisselscenario's (in dit document usecases genoemd) uit de informatiestandaard de transacties, transactiegroepen, de systemen, de systeemrollen en de bedrijfsrollen van zorgverleners of patiënten. Daarvoor worden de eisen gegeven voor het sturen of ontvangen van gegevens. In hoofdstuk 2 wordt verder ingegaan op wat een usecase inhoudt. Per usecase zijn de nadere details beschreven.

Voor meer informatie over informatiestandaarden en hoe deze worden ontwikkeld, zie de Nictiz-webpagina voor informatiestandaarden. Voor de verklaring van de begrippen die voorkomen in het functioneel ontwerp buiten de definitietoelichting wordt verwezen naar het begrippenoverzicht op de Nictiz-website.

1.2 Doelgroep

De doelgroepen van dit functionele ontwerp zijn:

  • Productmanagers, architecten, ontwerpers en testers van:
    • PGO-leveranciers
    • XIS-leveranciers;
    • Koepelorganisaties;
    • Laboratoria;
    • Zorgorganisaties;
    • Nictiz;
  • Vertegenwoordigers van zorgverleners.

1.3 Kaders & uitgangspunten

1.3.1 Richtlijn & proces

De Richtlijn Uitwisseling laboratoriumgegevens beschrijft vier laboratoriumdomeinen en daarbij horende informatie-uitwisseling. De richtlijn is opgesteld door de betrokken koepels en stelt welke berichten- en gegevensset nodig zijn voor (automatische) elektronische uitwisseling van laboratoriumgegevens tussen verschillende partijen in de zorgsector. Voor inrichting van en afspraken rondom de PGO wordt verwezen naar de specificaties genoemd in het MedMij Functioneel ontwerp.

1.3.2 Reikwijdte Informatiestandaard

De reikwijdte van de informatiestandaard beslaat de functionele beschrijvingen en de dataset voor het raadplegen van laboratoriumgegevens in de Persoonlijke Gezondheidsomgeving (PGO).

1.3.3 Infrastructuur

Geen nadere specificatie, anders dan genoemd in de algemene inleiding van het functioneel ontwerp voor MedMij.

1.4 Kwalificatie

Op deze informatiestandaard is een Nictiz kwalificatie van toepassing. Kwalificatie vindt plaats per systeemrol.

Kwalificatiescripts en meer informatie over de kwalificatie is te vinden via de betreffende paragraaf op de kwalificatiepagina.

2 Usecases

Een usecase is een specifieke beschrijving van een praktijksituatie in de zorg waarbij voor een concrete situatie het uitwisselen van informatie wordt beschreven. Dit gebeurt aan de hand van:

  • actoren: mensen en systemen
  • transacties: welke informatie wordt wanneer uitgewisseld

Een usecase is een verbijzondering van een specifiek onderdeel van het zorgproces.

Een informatiestandaard kan bestaan uit één of meerdere usecases. Iedere usecase koppelt met een scenario in ART-DECOR. Wanneer verschillende usecases gebruik maken van hetzelfde scenario kan een andere indeling gewenst zijn, bijvoorbeeld op basis van proces.

2.1 Algemeen

Lab2patiënt kent momenteel 1 usecase: Patiënt raadpleegt beschikbaargestelde laboratoriumresultaten in persoonlijke gezondheidsomgeving. In dit FO wordt de usecase geanalyseerd en uitgewerkt.

2.2 Usecase: Patiënt raadpleegt beschikbaargestelde laboratoriumresultaten in persoonlijke gezondheidsomgeving

2.2.1 Doel en relevantie

Het doel van deze usecase is het voor personen mogelijk maken om regie op hun eigen gezondheid te nemen door inzicht te krijgen in de geregistreerde laboratoriumresultaten die over henzelf gaan. Deze laboratoriumresultaten hebben informatieve waarde voor de burger die deze inziet in een PGO. Er kunnen geen rechten aan worden ontleend.

Deze usecase sluit aan op de functie ‘Verzamelen’ van gezondheidsgegevens van het MedMij Afsprakenstelsel.

2.2.1.1 'Patient journey' - Thomas van Beek

Het verhaal van de 'patient journey' van Thomas van Beek vindt u hier.

Hieronder een aantal voor Thomas relevante situaties waarbij het raadplegen van laboratoriumresultaten een rol speelt.

Eens per drie maanden heeft Thomas een controle in het ziekenhuis. Hij heeft dan een afspraak met afwisselend de internist of de diabetesverpleegkundige. Thomas moet een half uur voor zijn afspraak al aanwezig zijn in het ziekenhuis om bloed te laten prikken. Een waarde die onder andere bepaald wordt is de HbA1c waarde, hieraan is te zien wat de gemiddelde glucosewaarde over de afgelopen 3 maanden geweest is. De uitslag is binnen een half uur binnen. De zorgverlener vertelt Thomas de laboratoriumresultaten en wat die betekenen tijdens de afspraak. Het ziekenhuis informatiesysteem maakt de laboratoriumresultaten ook beschikbaar voor de persoonlijke gezondheidsomgeving van Thomas. Thomas kan de resultaten dan ook later nog eens nakijken als hij dat wil. Dit geeft hem meer grip op zijn gezondheidssituatie.

In april is het tijd voor de jaarlijkse, uitgebreide controle in het ziekenhuis in verband met diabetes. De controle zélf zal plaatsvinden op 12 april. Thomas moet een week daarvoor, op 5 april, bloed prikken en urine afgeven in het ziekenhuis. De resultaten van de laboratoriumonderzoeken moeten beschikbaar zijn vóór 12 april. Het ziekenhuis informatiesysteem heeft de resultaten beschikbaar gemaakt voor Thomas op 10 april. Thomas wil zich goed op zijn afspraak voorbereiden en raadpleegt op 11 april, via zijn PGO, deze laboratoriumresultaten. Hij krijgt zo vooraf al meer inzicht in zijn situatie. Zijn nierwaarden lijken hem afwijkend. Hij vraagt zich daarom af of de instelling van de medicatie misschien aangepast moet worden. Voor de zekerheid noteert hij deze vraag voor zijn internist. Zo kan hij goed voorbereid naar het ziekenhuis op 12 april.

2.2.2 Proces en context (pre- en postproces)

Het stuk van het proces waar het in deze usecase om gaat is:

  • Het systeem van een (zorg)aanbieder (XIS) stelt laboratoriumgegevens van een persoon beschikbaar aan het systeem van een persoon (PGO).

2.2.2.1 Preproces

  • De patiënt heeft toestemming gegeven voor het elektronisch uitwisselen van laboratoriumresultaten tussen het betreffende XIS en de eigen persoonlijke gezondheidsomgeving.
  • De zorgverlener heeft het laboratorium de opdracht gegeven voor laboratoriumonderzoek van het materiaal van de patiënt. De uitslag hiervan is bekend en teruggekoppeld naar de aanvrager. De zorgaanbieder / laboratorium die het onderzoek heeft uitgevoerd is de bron van de gegevens. Het gaat om het elektronisch en gestructureerd beschikbaar maken van laboratoriumresultaten vanuit zorgaanbieder / laboratorium naar een patiënt.
  • Het XIS van de huisarts of specialist of het LIS van het laboratorium stelt de laboratoriumgegevens beschikbaar.

Een patiënt kan steeds zelf het initiatief nemen om laboratoriumresultaten op te halen, maar het is ook mogelijk dat een PGO geconfigureerd is om dit 'automatisch' te doen. Dit maakt voor de scope van deze use case beschrijving geen verschil.

Soms zijn er valide redenen om bepaalde laboratoriumresultaten tijdelijk nog niet beschikbaar te stellen aan de patiënt. Bijvoorbeeld omdat de zorgverlener deze eerst zelf wil interpreteren en/of eerst met de patiënt wil bespreken. Ook voorlopige resultaten worden nog niet beschikbaar gesteld aan de patiënt.

2.2.2.2 Proces

De patiënt wil een door de zorgaanbieder/laboratorium beschikbaar gesteld laboratoriumresultaat raadplegen.

  • De patiënt vraagt via de PGO laboratoriumresultaten op bij een zorgaanbieder/laboratorium.
  • De zorgaanbieder/ het laboratorium levert laboratoriumresultaten op voor de patiënt.
  • De patiënt ziet de laboratoriumresultaten in.

NB: Triggerevent in dit proces is dat de patiënt in de PGO inlogt, waarbij een actueel overzicht van de beschikbare laboratoriumresultaten wordt getoond.

2.2.2.3 Postproces

  • De patiënt heeft zijn/haar laboratoriumresultaten ingezien en wordt hiermee ondersteund in eigen regie.

2.2.3 Bedrijfsrollen en UML activity diagram

De use case onderscheidt twee bedrijfsrollen, namelijk de patiënt en de (zorg)aanbieder.

Bedrijfsrol Toelichting
(Zorg)aanbieder / laboratorium Stelt resultaten van het laboratoriumonderzoek beschikbaar aan de PGO.
Patiënt Raadpleegt laboratoriumresultaten in zijn/haar PGO en ziet deze in.

Onderstaande afbeelding toont de verschillende activiteiten uit de procesbeschrijving die door de bedrijfsrollen worden uitgevoerd.

Activiteitendiagram Raadplegen laboratoriumresultaten

Figuur: Activity diagram - Patiënt raadpleegt beschikbaargestelde laboratoriumresultaten

2.2.4 Informatieoverdracht

Zowel de patiënt / persoon als de (zorg)aanbieder maken ieder gebruik van een informatiesysteem:

  • PGO (persoon)
  • XIS ((zorg)aanbieder)

2.2.4.1 Systemen & Systeemrollen

Zowel de zorgverlener en laboratoriumspecialist als de patiënt maken ieder gebruik van een informatiesysteem, respectievelijk zorginformatiesysteem (XIS), een laboratoriuminformatiesysteem (LIS) en een Persoonlijke Gezondheidsomgeving (PGO). Deze systemen kennen ieder verschillende systeemrollen, die het uitwisselen van gegevens tussen deze systemen mogelijk maken. In ART-DECOR worden de systeemrollen als Actor beschreven.

Systeem Systeemrol Afkorting
XIS / LIS Laboratoriumresultaat-LaboratoriumResultaatBeschikbaarstellend Systeem [LAB-LRB]
PGO Laboratoriumresultaat-LaboratoriumResultaatRaadplegend Systeem [LAB-LRR]


ComponentDiagramPatientRaadpleegtBeschikbaargesteldeLaboratoriumresultaten1.png

Figuur: Systeemrollen - Raadplegen resultaat laboratoriumonderzoek

2.2.4.2 Transacties & Transactiegroepen

Onderstaande afbeelding toont de samenhang tussen de processen, bedrijfsrollen, systemen, systeemrollen, transacties en transactiegroep die onderdeel uitmaken van de opdracht laboratoriumonderzoek.

Use case diagram beschikbaarstellen laboratoriumonderzoek

Figuur: Use Case diagram - Beschikbaar stellen en raadplegen laboratoriumresultaten

In de bovenstaande afbeelding is zichtbaar dat sommige bedrijfsactiviteiten een bepaalde transactie tot gevolg hebben. Deze transactie wordt uitgevoerd door een systeemrol en maakt onderdeel uit van een transactiegroep.

2.2.4.3 Samenhang bedrijfsrollen, activiteiten, transacties, systeemrollen en transactiegroepen

De onderstaande tabel maakt het mogelijk direct de gewenste use cases (scenario’s), transactiegroepen en/of transacties te raadplegen in ART-DECOR of ander document.

Scenario's Transactiegroep Transacties Systeemrol(len) Systemen Bedrijfsrollen
Lab2patiënt Raadplegen/Beschikbaarstellen laboratoriumresultaten (PULL) Beschikbaarstellen laboratoriumresultaten [LAB-LRB] XIS Laboratoriumspecialist of Zorgverlener beschikbaarstellend
Raadplegen laboratoriumresultaten [LAB-LRR] PGO Patiënt raadplegend

3 Functionaliteit

3.1 Aanwijzingen/eisen voor functionaliteit van systemen

Hieronder staan een aantal aanvullende aanwijzingen en eisen voor functionaliteiten van het informatiesysteem die ondersteunt moeten worden om de informatiestandaard volledig en juist te implementeren.

3.1.1 Gebruik identificatienummers

3.1.1.1 LaboratoriumUitslagIdentificatie & TestIdentificatie

De laboratoriumUitslagIdentificatie & Testidentificatie zijn unieke ID's ter ontdubbeling van laboratoriumresultaten. Deze dienen door de bron van de resultaten gevuld te worden met een OID.

Het OID is een combinatie van het OID van de bron en een uniek identificatienummer binnen het informatiesysteem van de bron. Dit is ook vastgesteld in de Richtlijn Uitwisseling laboratoriumgegevens.

3.1.2 Kopie-resultaat

In de richtlijn is afgesproken dat een gebruiker van laboratoriumresultaten op de hoogte moet zijn van het feit of de laboratoriumresultaten rechtstreeks van de bron afkomstig zijn. In de uitwisselingen tussen zorg en laboratoria, zoals benoemd in het functioneel ontwerp Lab2zorg paragraaf 2.2 en 2.3, komt het voor dat laboratoriumresultaten beschikbaar gesteld of verstuurd worden door een partij die zelf niet verantwoordelijk was voor de oplevering van het resultaat. In die gevallen wordt vanuit de informatiestandaard Uitwisseling Laboratoriumgegevens gevraagd om in de uitwisseling van het laboratoriumresultaat, met het element kopie-indicator aan te geven dat het een kopie-resultaat betreft. Wanneer deze kopie-resultaten beschikbaar worden gesteld, zullen ze ook via de PGO te raadplegen zijn.

3.1.3 Dubbele resultaten

Er zullen in de PGO ook dubbele resultaten voor gaan komen, met én zonder kopie-indicator. Dit heeft te maken met resultaten die via andere informatiestandaarden worden gedeeld. Niet alle standaarden maken gebruik van een element als kopie-indicator, en stellen wel de (laboratorium)gegevens uit het dossier beschikbaar.

3.1.4 Bij rectificatie

Als een resultaat nadat het door anderen geraadpleegd is of naar anderen is doorgestuurd, gerectificeerd wordt, moet iedere gebruiker van het laboratoriumresultaat hier van op de hoogte worden gesteld. Het oude resultaat moet vervangen worden door de nieuwe. Het laboratoriumresultaat moet dan de status "corrected" krijgen. De patiënt moet zelf actief via de PGO de gerectificeerde resultaten ophalen.

3.1.5 Rol van de status 'definitief'

Alleen laboratoriumresultaten met status 'definitief' worden beschikbaar gesteld, doorgestuurd of met een ander bericht meegestuurd. Deze beperking geldt niet voor de uitwisseling tussen een laboratorium en de aanvrager van een onderzoek.

3.2 Over de gegevens

3.2.1 Filter of query parameters bij raadplegen

Er is geen algemene houdbaarheid te geven aan laboratoriumresultaten, omdat dit afhankelijk is van het type onderzoek en de reden van gebruik van dit onderzoek. Per slot van rekening kan een laboratoriumresultaat een momentopname zijn. Ook kan er sprake zijn van dat de ontwikkeling in een bepaald gegeven relevant of dat een resultaat (bijvoorbeeld genetisch onderzoek) levenslang geldig is. Omdat er geen algemene houdbaarheid en dus bewaartermijn op laboratoriumgegevens gezet kan worden is in de richtlijn vastgelegd dat het aan de raadplegende partij is, om de houdbaarheid en toepasbaarheid van een specifiek laboratoriumresultaat te bepalen. Dit brengt echter ook een risico met zich mee. Het kan namelijk zijn dat er bij een patiënt een enorme hoeveelheid data uitgewisseld moet worden, zoals bijvoorbeeld bij een patiënt met een chronische aandoening, een patiënt die een tijdlang opgenomen is geweest of een oudere patiënt. Om deze reden is het van belang dat de raadplegende partij altijd zo specifiek mogelijk raadpleegt met behulp van parameters. Dit is ook vastgelegd in de Richtlijn Uitwisseling laboratoriumgegevens.

De volgende parameters zijn hiervoor gedefinieerd om op te kunnen filteren:

  • Identificatienummer van de patiënt (BSN)
  • Onderzoek
  • TestCode
  • TestDatumPeriode (gedefinieerd door een van- en een tot-en-met-datum)
  • LaboratoriumUitslagIdentificatie

Het beschikbaar stellend systeem kan hiervoor ook een beveiliging instellen door bijv. tot een maximum aantal resultaten terug te koppelen. De raadplegende partij kan hierop kiezen om de zoekterm nader te specificeren.

4 Paginahistorie

Versie Datum Omschrijving
V.1.0.0.-Alpha 07-07-2024 Tussenversie FO Lab2patiënt.