mp:Draft Testtooling: verschil tussen versies

Uit informatiestandaarden
Ga naar: navigatie, zoeken
(Beoordelen testresultaten)
(Beoordelen testresultaten)
 
(6 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 155: Regel 155:
 
| Failed || Bij het beoordelen van de testresultaten zijn bevindingen geconstateerd.
 
| Failed || Bij het beoordelen van de testresultaten zijn bevindingen geconstateerd.
 
|-
 
|-
| Partially verified || '''NTB'''
+
| Partially verified || <FONT COLOR=#ff0000>Alle teststappen van leverancier 1 zijn volledig en succesvol uitgevoerd, maar voor leverancier 2 niet.</FONT COLOR=#ff0000>
 
|-
 
|-
 
| Aborted || De uitvoer van het testscript is geannuleerd.
 
| Aborted || De uitvoer van het testscript is geannuleerd.
Regel 195: Regel 195:
  
 
Zodra een testscript de status 'To be verified' heeft:
 
Zodra een testscript de status 'To be verified' heeft:
# Controleert het Testteam op volledigheid. Indien niet volledig wordt de status aangepast naar <FONT COLOR=#ff0000>'Failed' <strike>en wordt de leverancier verzocht het testscript aan te vullen</strike>.
+
# Controleert het Testteam op volledigheid & correctheid van schematrons. Indien niet volledig/correct wordt de status aangepast naar 'Failed' en wordt de leverancier geïnformeerd via hun BITS project.
## De leveranciers hebben de mogelijkheid het testscript alsnog aan te vullen en deze laten controleren met de status 'To be verified'</FONT COLOR=#ff0000>
+
## De leveranciers hebben dan alsnog de mogelijkheid om het testscript aan te vullen. Na correctie wijzigt de leverancier de status naar 'To be verified'
# Het Testteam test vervolgens de berichten tegen de schematron.
+
## De leverancier informeert het testteam via het BITS ticket.
 
# Hierna beoordelen Informatieanalisten de schermafdrukken. <FONT COLOR=#ff0000>(Hoe worden IAs geinformeerd (BITS ticket?) (vaststellen: welke scripts wel/niet?))'''IA's bespreken'''</FONT COLOR=#ff0000>
 
# Hierna beoordelen Informatieanalisten de schermafdrukken. <FONT COLOR=#ff0000>(Hoe worden IAs geinformeerd (BITS ticket?) (vaststellen: welke scripts wel/niet?))'''IA's bespreken'''</FONT COLOR=#ff0000>
  
 
''Verified (Test OK)''<br>
 
''Verified (Test OK)''<br>
Indien het Testteam en Informatieanalisten vaststellen dat alle teststappen volledig en succesvol zijn uitgevoerd, krijgt het testscript de status 'Verified'
+
Indien het Testteam en Informatieanalisten vaststellen dat alle teststappen volledig en succesvol zijn uitgevoerd, krijgt het testscript de status 'Verified'.
 +
In het BITS project zal het ticket ook worden afgerond.
 
<FONT COLOR=#ff0000>(Hoe wordt dit positieve testresultaat vastgelegd in BITS?)</FONT COLOR=#ff0000>
 
<FONT COLOR=#ff0000>(Hoe wordt dit positieve testresultaat vastgelegd in BITS?)</FONT COLOR=#ff0000>
  
 
''Failed (Test Niet OK)''<br>
 
''Failed (Test Niet OK)''<br>
Als het Testteam en/of de Informatieanalisten een (potentiële) bevinding constateren wordt hiervoor in het BITS project [https://nictiz.atlassian.net/jira/software/c/projects/MOPOC/boards/42 MOPOC] een bevinding aangemaakt. Hierin wordt verwezen naar de Interoplab testinstance.
+
Als het Testteam en/of de Informatieanalisten een (potentiële) bevinding constateren wordt hiervoor in het BITS project (waarom niet project van de leverancier?) [https://nictiz.atlassian.net/jira/software/c/projects/MOPOC/boards/42 MOPOC] een bevinding aangemaakt. Hierin wordt verwezen naar de Interoplab testinstance.
 
Na een eventuele analyse wordt deze in BITS toegewezen aan de betreffende leverancier in het eigen BITS project. Het Interoplab testscript krijgt de status 'Failed'.
 
Na een eventuele analyse wordt deze in BITS toegewezen aan de betreffende leverancier in het eigen BITS project. Het Interoplab testscript krijgt de status 'Failed'.
* Na herstel van de bevinding zal hertest plaats vinden vanuit een nieuwe testinstance.
+
* Na herstel van de bevinding zal hertest plaats vinden vanuit een nieuwe testinstance. <FONT COLOR=#ff0000> Waarom een nieuwe en niet in dezelfde? Hangt ook van de fout af. </FONT COLOR=#ff0000>
* Indien er sprake is van een onterecht bevinding wordt deze gesloten in BITS (met toelichting) en krijgt het testscript alsnog de status 'Verified'.
+
* Indien er sprake is van een onterechte bevinding wordt deze gesloten in BITS (met toelichting) en krijgt het testscript alsnog de status 'Verified'.
  
 
<FONT COLOR=#ff0000>(Wie bepaald categorie van bevinding? Testteam en/of IA's? '''IA's bespreken''' Wat indien oneens over categorie (met leverancier)? Escalatie/arbitrage mogelijkheden?)
 
<FONT COLOR=#ff0000>(Wie bepaald categorie van bevinding? Testteam en/of IA's? '''IA's bespreken''' Wat indien oneens over categorie (met leverancier)? Escalatie/arbitrage mogelijkheden?)
(Hoe ziet proces in BITS er verder uit? Geeft leverancier de verwachte oplostijd aan?)</FONT COLOR=#ff0000>
+
(Hoe ziet proces in BITS er verder uit? Geeft leverancier de verwachte oplostijd aan?)</FONT COLOR=#ff0000> IA's bepalen categorie bevindingen. Voor testteam is gefaald of niet tegen schematron. Oplostijd blokkerende bevindingen altijd bespreken met leverancier.
  
 
''Partially verified''<br>  
 
''Partially verified''<br>  
Regel 219: Regel 220:
 
* Leverancier 1: Hoe wordt dit positieve testresultaat vastgelegd in BITS?
 
* Leverancier 1: Hoe wordt dit positieve testresultaat vastgelegd in BITS?
 
</FONT COLOR=#ff0000>
 
</FONT COLOR=#ff0000>
 +
* bv. 3 leveranciers, 2 goed 1 fout. In BITS wordt dan geregistreerd bij leverancier die failed.
  
<FONT COLOR=#ff0000>Wat indien leverancier (bv. CareConnections) raadpleegd op reeds uitgevoerd consolidatie script?</FONT COLOR=#ff0000>
+
<FONT COLOR=#ff0000>
 +
* Wat indien leverancier (bv. CareConnections) raadpleegd op reeds uitgevoerd consolidatie script?
 +
* Er zullen zich situaties voor doen waarbij bovenstaande afspraken niet volstaan. Hiervoor zal een periodiek (wekelijks?) (intern) bevindingenoverleg georganiseerd moeten worden.</FONT COLOR=#ff0000>
 +
en een overdracht moment
  
 
=Medmij Zandbak=
 
=Medmij Zandbak=

Huidige versie van 30 apr 2024 om 11:03

    1 Algemeen

    Nictiz en VZVZ werken in het validatieproces nauw samen. Daar waar de kwalificatiesimulator (van Nictiz) wordt gebruikt om de interoperabiliteit van de inhoud van berichten te testen, ondersteunt en toetst VZVZ de interoperabiliteit van de infrastructuur tussen systemen. Hierbij wordt getoetst of de systemen voldoen aan alle kwaliteitseisen, maar ook of systemen in staat zijn om berichten van andere leveranciers te verwerken én te begrijpen. Onderstaande software, applicaties en ‘omgevingen’ kunnen worden ingezet gedurende het proces.

    2 Kwalificatiesimulator

    HL7v3 XIS-simulatie applicatie en validatieomgeving (24x7 beschikbaar).

    Deze tool wordt gebruikt om een applicatie (in beperkte mate) te simuleren. Het is mogelijk om berichten naar het systeem te versturen en respons te ontvangen. Het is mogelijk voor de leverancier om in te loggen op de omgeving en zelf berichten te versturen naar de eigen applicatie. Validatie is mogelijk tegen de informatiestandaard, met aanvullende validatie per testscenario.

    De simulator biedt tijdens de ontwikkeling de mogelijkheid om vooraf gedefinieerde inhoud terug te geven (zoals beschreven in de scripts). Hiermee kan de leverancier kijken of hij de data goed ontvangt en toont. Merk op dat hier vaak vaste inhoud teruggestuurd wordt en dat de simulator geen interne logica heeft voor bijvoorbeeld verwijsindex en query filters.

    Ook kan de simulator het systeem bevragen in geval dat het systeem een bronsysteem is. Daarbij is het mogelijk om de patiënt, auteur en query parameters aan te passen. Op het moment dat de patiënt niet aanwezig is in de lijst, kan de BSN ook handmatig worden ingevuld. De simulator heeft voor de vaste huisarts ook de mogelijkheid om een waarneembericht naar het bronsysteem te sturen, zo kan de leverancier controleren of hij het waarneembericht kan ontvangen en verwerken.

    De kwalificatiesimulator verzamelt berichten die van en naar een leverancier worden gecommuniceerd in een berichtenlog. Het is voor de leverancier mogelijk om zelf de berichtenlog in te zien, inclusief validatieresultaten.

    Algemene opmerkingen over het gebruik van de kwalificatiesimulator:

    • de kwalificatiesimulator is niet bedoeld voor loadtesten, maar voor inhoudelijke controles tegen informatiestandaarden;
    • Nictiz vereist verantwoord gebruik van deze kwalificatiesimulator, neem bij twijfel over gebruik contact op.
    • Alleen bereikbaar op besloten netwerk zorgnet: http(s)://nictiz.ks1.lsp.aorta-zorg.nl

    2.1 Account aanvragen

    Om gebruik te kunnen maken van de kwalificatiesimulator is een kwalificatieaccount nodig. Dit account kan aangevraagd worden bij het kwalificatieteam (kwalificatie@nictiz.nl).

    Voor het configureren van kwalificatieaccount(s) zijn de volgende gegevens per systeem nodig:

    • De zorgtoepassingrol(len)
    • De naam van de applicatie
    • Het versienummer van de applicatie
    • Te gebruiken applicatieID (mag fictief zijn)
    • Naam van het systeem (Om meerdere testsystemen te onderschedien die aan een kwalificatieaccount zijn gekoppeld)
    • URL (of IP/map)
    • Maakt het systeem gebruik van HTTPS?
      • Alleen van toepassing voor verkeer van de simulator naar het systeem bij de leverancier.
    • Keuze kwalificatiesimulator:
      • Bereikbaar via publiek internet: http(s)://kwalificatie.nictiz.nl
      • Alleen bereikbaar op besloten netwerk zorgnet: http(s)://nictiz.ks1.lsp.aorta-zorg.nl
    • Personen die toegang tot het account moeten hebben.
      • Geef daarbij graag aan: naam, organisatie, email-adres.

    2.2 Meer informatie

    3 Touchstone

    Om FHIR-implementaties van een informatiestandaard te beproeven en te kwalificeren is de Touchstone-simulatieomgeving beschikbaar. Dit is een online platform waarmee leveranciers zelf tests kunnen uitvoeren en validatieresultaten kunnen inzien. Nictiz stelt de hiervoor benodigde testscripts beschikbaar. Deze komen overeen met de functionele testscripts bij een informatiestandaard.

    Algemene opmerkingen over het gebruik van de simulator:

    • De simulator is niet bedoeld voor loadtesten, maar voor inhoudelijke controles tegen informatiestandaarden;
    • Nictiz vraagt verantwoord gebruik van deze simulator, neem bij twijfel over gebruik contact op.

    3.1 Account aanmaken

    Leveranciers hebben een eigen bedrijfsaccount nodig voor hun organisatie op Touchstone. Er zijn verschillende abonnementsvormen beschikbaar, waaronder een gratis abonnement. Deze optie (Open) biedt die alle mogelijkheden om te kunnen testen en kwalificeren, maar kent wel limieten, onder meer het aantal tests dat per dag kan worden uitgevoerd.

    Voor het aanmaken van een organisatie op Touchstone kunnen de stappen op https://touchstone.aegis.net/touchstone/userguide/html/registration-and-login/membership.html gevolgd worden.

    Let op dat de "Name" van de organisatie het liefst herkenbaar moet zijn voor Nictiz en dat er niet bijvoorbeeld de naam van een onder ontwikkelaar wordt ingevuld. Dit vereenvoudigt het aanmeldproces.

    Let op dat Touchstone standaard e-mailadressen en de organisatie van geregistreerde gebruikers toont. Individuele gebruikers kunnen dit in de instellingen van hun account aanpassen.

    3.2 Meer informatie

    4 Testomgevingen VZVZ

    Het LSP kent drie belangrijke testomgevingen, die allemaal 24x7 beschikbaar zijn:

    Testomgeving Toelichting
    Proof of Concept (PoC) Hier kunnen standaarden in ontwikkeling onderling uitgetest worden. Meerdere leveranciers kunnen zo met elkaar testen, zonder dat ze expliciet hoeven te voldoen aan de standaarden.
    PTO Deze omgeving is bedoeld voor leveranciers om alleen, of met elkaar, door te ontwikkelen en voorafgaande aan een kwalificatie/acceptatie te testen.
    XTO Op deze omgeving wordt getest met systemen die al verregaand voldoen aan de standaard, en op deze omgeving wordt de acceptatie uitgevoerd. Daarnaast worden op deze omgeving eventuele ‘formele’ onderlinge testen uitgevoerd.

    4.1 Aanvragen testaansluiting

    Voor het doorlopen van de acceptatietest en om aan te sluiten op de testomgevingen moet een aanvraagformulier ingevuld worden. Met de testaansluiting maakt u gebruik van het VZVZ-testnetwerk en de simulatoren. Deze zijn exact hetzelfde ingericht als de productie-omgeving. In de testomgeving kunt u het berichtenverkeer testen tijdens de implementatie in uw software.

    Dit formulier en verdere uitleg is te vinden op de website van VZVZ: Aanvraag testomgeving LSP.

    4.2 IP-adressen

    Omgeving DNS IP adres IP Zorgnet Aandachtspunt
    PoC- http://zim.poc.lsp.aorta-zorg.nl/kwa13/zimapp/LSP.BS.SoapService.CLS?Url= 13.93.71.170 172.24.3.6
    PoC+ https://zim.poc.lsp.aorta-zorg.nl 13.93.71.170 172.24.3.6 Met authenticatie
    PTO-2 https://zim.pto2.lsp.aorta-zorg.nl 13.94.227.135 172.24.3.4 Permanente testomgeving: ontwikkelen & testen
    XTO-1 https://zim.xto1.lsp.aorta-zorg.nl/ 13.93.71.167 172.24.3.5 Acceptatie omgeving
    XSG Uitgaand verkeer 13.94.227.135 172.24.3.4

    5 Parasoft

    Parasoft is een XIS-simulatie applicatie. Deze tool wordt gebruikt om een applicatie te simuleren (bijvoorbeeld een apotheek systeem, of een huisarts systeem). Hierbij is het mogelijk om specifieke voorbeeld berichten (van een leverancier) te gebruiken, zodat er ‘offline’ tussen leveranciers kan worden getest, maar het is bijvoorbeeld ook mogelijk om een recept naar dit systeem (in de rol van apotheeksysteem) te sturen, en vervolgens ‘gegenereerde’ verstrekkingen op te vragen. Dit is de software dat gekoppeld is aan de testomgevingen waar tijdens het testen gebruik van wordt gemaakt.

    6 ZORG-AB

    ZORG-AB is een gemeenschappelijk adresboek dat alle dienstverleners in de zorg kunnen gebruiken om (technische) gegevens met elkaar uit te wisselen. ZORG-AB is beschikbaar binnen de zorginfrastructuur van het Landelijk Schakelpunt, maar ZORG-AB kan ook gebruikt worden voor andere vormen van (infrastructuren voor) zorgcommunicatie.

    ZORG-AB bevat naast noodzakelijke contactinformatie, ook allerlei technische informatie om computers en applicaties met elkaar te kunnen verbinden. Zo zorgt ZORG-AB ervoor dat:

    • Alle benodigde informatie om elektronische communicatie mogelijk te maken op één plek staat;
    • Zorgpartijen snel en accuraat met elkaar kunnen communiceren;
    • Alle zorgpartijen ZORG-AB kunnen gebruiken, ongeacht de infrastructuur die voor de uitwisseling van medische gegevens wordt gebruikt.

    6.1 Implementeren van ZORG-AB

    Wilt u als XIS-leverancier ZORG-AB implementeren, dan vult u een aansluitformulier in om toegang te krijgen tot de testomgeving. Daarna kunt u aan de slag.

    Het aansluitformulier en het aansluit- en acceptatieproces zijn te vinden op de website van VZVZ: ZORG-AB implementeren (leveranciers)

    6.2 IP-adressen

    Omgeving DNS IP adres IP Zorgnet
    ZORG-AB 1A (Zorgnet) https://zab.test.lsp.aorta-zorg.nl/zab 172.24.3.36
    ZAB Endpoint 1B (Zorgnet) https://zab.test.lsp.aorta-zorg.nl/zab/fhir 172.24.3.36
    ZAB Endpoint 1C(Internet) https://zab.test.aorta-zorg.nl/zab-ro 52.166.167.190
    ZAB Endpoint 1D (Internet) https://zab.test.aorta-zorg.nl/zab-ro/fhir 52.166.167.190

    6.3 Meer informatie

    7 Interoplab

    Interoplab wordt ingezet tijdens de ketentesten, PoC en de Lab fase:

    7.1 Statussen

    In Interoplab worden onderstaande statussen toegepast.

    Status Omschrijving
    Running Testuitvoer vindt plaats. Behoudt deze status tot de test volledig is afgerond (tenzij je besluit de test te annuleren (zie Aborted)).
    To be verified Nadat alle teststappen, al dan niet succesvol, zijn afgerond worden de testresultaten beoordeeld.
    Verified Alle teststappen zijn volledig en succesvol uitgevoerd.
    Failed Bij het beoordelen van de testresultaten zijn bevindingen geconstateerd.
    Partially verified Alle teststappen van leverancier 1 zijn volledig en succesvol uitgevoerd, maar voor leverancier 2 niet.
    Aborted De uitvoer van het testscript is geannuleerd.

    7.2 PoC

    Hieronder wordt ten behoeve van de testuitvoer een instructie voor het gebruik van Interoplab gegeven.
    Daarna wordt het proces rondom het beoordelen van de testresultaten beschreven.

    (Hoe delen we onderstaande met de leveranciers? (zie ook Consolidatie instructie)

    7.2.1 Testuitvoer

    Navigeer naar de testscripts:

    • Log in in Interoplab
    • Klik op 'Continue' bij Medicatieoverdracht
    • Kies voor de tegel 'Test Manager POC'
    • Navigeer naar Testing / Test execution

    Stel vast welk testscript je wil uitvoeren en start deze (bepaal hierbij alvast met welke mede-leverancier je deze gaat uitvoeren en met welke rol (sturen/ontvangen/raadplegen/beschikbaar stellen)):

    • Klik op het groene pijltje bij het betreffende testscript (Let op: selecteer het testscript met de juiste rol)
    • Klik op de groene plus-knop en voeg hier je mede-leverancier toe (selecteer deze, klik op 'Add' en 'Add selected partner(s)')
    • Klik op het groene pijltje rechtsonder. Hierna is een testinstance aangemaakt.

    Voer de aangemaakte testinstance samen uit:

    • Lees de Test Description goed door
    • Voer de beschreven teststappen uit
    • Voeg bewijsmateriaal toe waar gevraagd/van toepassing
    • Controleer of de status van 'Running' naar 'To be verified' is veranderd

    7.2.2 Beoordelen testresultaten

    Zodra een testscript de status 'To be verified' heeft:

    1. Controleert het Testteam op volledigheid & correctheid van schematrons. Indien niet volledig/correct wordt de status aangepast naar 'Failed' en wordt de leverancier geïnformeerd via hun BITS project.
      1. De leveranciers hebben dan alsnog de mogelijkheid om het testscript aan te vullen. Na correctie wijzigt de leverancier de status naar 'To be verified'
      2. De leverancier informeert het testteam via het BITS ticket.
    2. Hierna beoordelen Informatieanalisten de schermafdrukken. (Hoe worden IAs geinformeerd (BITS ticket?) (vaststellen: welke scripts wel/niet?))IA's bespreken

    Verified (Test OK)
    Indien het Testteam en Informatieanalisten vaststellen dat alle teststappen volledig en succesvol zijn uitgevoerd, krijgt het testscript de status 'Verified'. In het BITS project zal het ticket ook worden afgerond. (Hoe wordt dit positieve testresultaat vastgelegd in BITS?)

    Failed (Test Niet OK)
    Als het Testteam en/of de Informatieanalisten een (potentiële) bevinding constateren wordt hiervoor in het BITS project (waarom niet project van de leverancier?) MOPOC een bevinding aangemaakt. Hierin wordt verwezen naar de Interoplab testinstance. Na een eventuele analyse wordt deze in BITS toegewezen aan de betreffende leverancier in het eigen BITS project. Het Interoplab testscript krijgt de status 'Failed'.

    • Na herstel van de bevinding zal hertest plaats vinden vanuit een nieuwe testinstance. Waarom een nieuwe en niet in dezelfde? Hangt ook van de fout af.
    • Indien er sprake is van een onterechte bevinding wordt deze gesloten in BITS (met toelichting) en krijgt het testscript alsnog de status 'Verified'.

    (Wie bepaald categorie van bevinding? Testteam en/of IA's? IA's bespreken Wat indien oneens over categorie (met leverancier)? Escalatie/arbitrage mogelijkheden?) (Hoe ziet proces in BITS er verder uit? Geeft leverancier de verwachte oplostijd aan?) IA's bepalen categorie bevindingen. Voor testteam is gefaald of niet tegen schematron. Oplostijd blokkerende bevindingen altijd bespreken met leverancier.

    Partially verified
    Indien het Testteam en Informatieanalisten vaststellen dat alle teststappen van leverancier 1 volledig en succesvol zijn uitgevoerd, maar voor leverancier 2 niet krijgt het testscript de status 'Partially verified'

    • Wanneer enkel onvolledig heeft leverancier 2 de mogelijkheid het testscript alsnog aan te vullen en deze te laten controleren met de status 'To be verified'.
    • Bij een (potentiële) bevinding volgt voor leverancier 2 hetzelfde proces als bij de status 'Failed'.
    • Leverancier 1: Hoe wordt dit positieve testresultaat vastgelegd in BITS?

    • bv. 3 leveranciers, 2 goed 1 fout. In BITS wordt dan geregistreerd bij leverancier die failed.

    • Wat indien leverancier (bv. CareConnections) raadpleegd op reeds uitgevoerd consolidatie script?
    • Er zullen zich situaties voor doen waarbij bovenstaande afspraken niet volstaan. Hiervoor zal een periodiek (wekelijks?) (intern) bevindingenoverleg georganiseerd moeten worden.

    en een overdracht moment

    8 Medmij Zandbak

    In de MedMij Zandbak kunnen PGO's en DVA's de ontwikkeling van hun product testen. Meer specifiek, de interoperabiliteit tussen de verschillende componenten (DVP en DVA). Alle MedMij-deelnemers mogen deze testomgeving gebruiken. Daarnaast kunnen deelnemers onderling tests organiseren en gegevens uitwisselen en nieuw ontwikkelde functionaliteiten uitproberen. In de MedMij Zandbak is het niet mogelijk aan te sluiten met productieomgevingen, of productiedata uit te wisselen.

    8.1 Toegang tot MedMij Zandbak

    Om je toegang te kunnen geven tot de MedMij Zandbak zijn een aantal technische gegevens nodig. Onderstaand staat de informatie die nodig is voor een DVP of DVA. De informatie kan gestuurd worden naar: acceptatie@medmij.nl

    DVP

    • Naam van de DVP en deelnemer-ID
    • Host name van de pgo-nodes voor front channel verkeer (dit is de URL waar de server te vinden is, bijvoorbeeld: pgo.iets.nl)
    • Oauth Cliënt organisatienaam - Gegevensdienst(en) met gegevensdienstID waaronder de deelnemer wil testen.

    DVA

    • Naam van de DVZA
    • Gewenste gegevensdiensten

    Een DVA zal, naast eigen gegevens, ook gegevens van een of meer fictieve zorgaanbieder(s) en de te ontsluiten zorgaanbiedersgegevensdiensten moeten aanleveren.

    Let op: ook de opgegeven zorgaanbiedersgegevensdienstnodes dienen testnodes te zijn.

    8.2 Wat mag niet in de MedMij Zandbak

    • Aansluiten met je productieomgeving. Hierop controleren en handhaven we actief.
    • Tot patiënt herleidbare gegevens gebruiken. Hierbij is bestaande wet- en regelgeving met betrekking tot het hanteren van patiënt- en persoonsgegevens altijd leidend.

    Bovendien gelden de eisen uit het MedMij Afsprakenstelsel ook voor de testomgeving. Niet voldoen aan bovenstaande regels kan gevolgen hebben voor je label.

    9 Proves AORTA on FHIR

    De omgeving die gebruikt wordt voor het testen met FHIR: volgt

    10 BITS

    BITS (Beheer Informatie- en Terminologie Standaarden) is inrichting van het product JIRA van Atlassian, ingericht door Nictiz. Via deze web-based applicatie is het mogelijk om issues te melden, bevindingen vast te leggen en wijzigingsverzoeken te doen. Elke leverancier heeft een persoonlijk project waarin zij vragen kunnen stellen gedurende het gehele validatieproces. Ook wordt tijdens de Kickstart de voortgang gemonitord aan de hand van dit project.

    10.1 Meer informatie

    11 Pagina historie

    Datum Omschrijving
    4 mei 2023 Pagina gepubliceerd