Besluiten kernteam Lab

Uit informatiestandaarden
Ga naar: navigatie, zoeken



1 Inleiding

Deze pagina bevat de besluiten van het kernteam Lab, met (indien van toepassing) de bijbehorende gebruikerseisen en –wensen.

Op deze pagina gaat het om de besluiten voor stap 7 in het 10-stappenplan van het programma Medicatieoverdracht. De besluiten hebben een unieke identificatie (ID) die overeenkomt met de uitwerking van de stap waarin het besluit genomen is. De besluiten van stap 7 gaan over Laboratoriumwaarden en hebben daarom een ID die start met ‘Lab’.

Stap # Beschrijving Start ID
7 Laboratoriumwaarden Lab

In de besluiten van het kernteam Laboratoriumwaarden (lab) leggen zorgverleners van elf verschillende sectoren (Laboratorium (Medisch Microbiologie en Klinisch Chemie), GGZ, Gehandicaptenzorg, Huisartsenzorg, Medisch-Specialistische Zorg, Mondzorg, Openbare farmacie, Publieke gezondheid, Trombosezorg, Patiënt en Cliënt en Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg) met elkaar de verantwoordelijkheden vast rondom het uitwisselen van laboratoriumresultaten. Er worden afspraken vastgelegd over wie wat mag/moet doen en waarom. Zo zijn er afspraken in de keten ten aanzien van raadplegen, beschikbaar stellen en actief (door)sturen.

Een deel van de besluiten vraagt technische ondersteuning van het informatiesysteem. Deze ondersteuning is niet altijd (voldoende) beschreven in de informatiestandaard Lab, de NEN-normen of de Richtlijn ‘Uitwisseling laboratoriumgegevens’. In dat geval vertalen leveranciers en zorgverleners dit in een gebruikerseis of -wens. Tijdens de aanvullende beproeving Lab wordt op de bovensectorale gebruikerseisen getoetst. Een gebruikerswens is op dit moment niet eenduidig te toetsen in de aanvullende beproeving. Dat kan zijn omdat het technisch of qua tijd (nog) niet goed haalbaar is, er uitzonderingen zijn op de situatie of er nog een doorontwikkeling (eventueel per sector) moet volgen. Indien een doorontwikkeling (tijdens de aanvullende beproeving lab of daarna) leidt tot een eenduidige bovensectorale behoefte, dan kan een gebruikerswens een bovensectorale gebruikerseis worden, in overleg met zorgverleners en leveranciers. Ook kan een gebruikerswens door een sector met eigen leverancier(s) vertaald worden naar een sectorale gebruikerseis. Hier is het programmateam Medicatieoverdracht niet bij betrokken. Gebruikerswensen kunnen ook deze status behouden. Dan zullen leveranciers er rekening mee houden en zo goed mogelijk afstemmen op de wensen van de gebruikers, maar zullen ze er niet op getoetst worden. De gebruikerswensen worden geborgd door het beheer implementatie Medicatieoverdracht (MO).

De hierna volgende paragrafen bevatten een overzicht van de volgende aspecten van de besluiten:

  • ID;
  • onderwerp;
  • inhoud van het besluit, bestaande uit drie onderdelen (te lezen als één zin):
    • wie/de doelgroep (rol);
    • besluit/de inhoud;
    • waarom/de relevantie.
  • of sprake is van een gebruikerseis of -wens;
  • eventueel aanvullende informatie.

Juridische vraagstukken worden behandeld in een programmabreed juridisch kader en zijn daarom niet in onderstaande tabel opgenomen. Mocht blijken dat er aanvullende besluiten kernteams nodig zijn, dan zullen deze programmabreed worden opgesteld.

2 Overzicht kernteambesluiten, gebruikerseisen- en wensen

2.1 Stap 7 Laboratoriumwaarden

Onderstaande tabel geeft de besluiten vanuit het kernteam Lab, de werkproceseisen en de gebruikerseisen en -wensen weer.

ID Onderwerp Wie (rol) Besluit Waarom Gebruikerseis? Gebruikerswens? Aanvullende informatie
Lab 1 Beschikbaar stellen Het laboratorium dat verantwoordelijk is voor het uitvoeren van het laboratoriumonderzoek, stelt deze beschikbaar voor andere zorgverleners*.

*Indien een laboratorium een onderzoek uitbesteedt aan een ander laboratorium, dan blijft het laboratorium dat het onderzoek uitbesteedt het verantwoordelijke laboratorium (volgens afspraken in de richtlijn uitwisseling laboratoriumgegevens).

Zodat de laboratoriumresultaten door andere zorgverleners in de keten geraadpleegd kunnen worden. Nee Nee
Lab 2 Beschikbaar stellen De zorgverlener die zelf een laboratoriumonderzoek uitvoert conform geldende kwaliteitscriteria en met een gevalideerd apparaat dat voldoet aan de op dat moment geldende NEN-EN-ISO norm, genoemd in de richtlijn Uitwisseling Laboratoriumgegevens, stelt de laboratoriumresultaten beschikbaar. Zodat de laboratoriumresultaten door andere zorgverleners in de keten geraadpleegd kunnen worden. Het XIS ondersteunt de zorgverlener bij het vastleggen van de laboratoriumresultaten, én ondersteunt de zorgverlener bij het beschikbaar stellen van het laboratoriumresultaat in de keten. Nee
Lab 2a Beschikbaar stellen De zorgverlener onder wiens verantwoordelijkheid een patiënt zelf een laboratoriumtest uitvoert* en waarvan het resultaat in het systeem van de zorgverlener komt stelt de laboratoriumresultaten beschikbaar.

*meting moet zijn uitgevoerd met een gevalideerd en gecertificeerd meetinstrument en voldoen aan eventuele specifieke richtlijnen van de sector of beroepsgroep.

Zodat de laboratoriumresultaten door andere zorgverleners in de keten geraadpleegd kunnen worden. Het XIS (in dit geval niet het LIS) moet ondersteuning bieden bij het beschikbaar stellen van de laboratoriumresultaten. Nee
Lab 3 Sturen De zorgverlener kan op basis van professionele inschatting laboratoriumresultaten ter informatie versturen naar andere zorgverleners. Indien het een spoedsituatie betreft of overdracht van verantwoordelijkheden neemt de zorgverlener contact op. Zodat andere zorgverleners beschikken over de recente laboratoriumresultaten. Bijvoorbeeld wanneer bij een verlaat binnengekomen laboratoriumresultaat direct ingrijpen noodzakelijk is. Het XIS ondersteunt de zorgverlener bij het versturen van het bericht door onder andere de adressering en het vullen van het toelichtingsveld zo eenvoudig mogelijk te maken. Nee
Lab 3a Sturen De zorgverlener moet, in geval van besluit 3, bij het versturen van laboratoriumresultaten naar andere zorgverleners verplicht de reden in het toelichtingsveld invullen. Zodat de andere zorgverlener weet waarom de resultaten zijn toegestuurd. Nee Nee Er is een wijzigingsverzoek bij de informatiestandaard ingediend om een toelichting mee te kunnen sturen.
Lab 4 Signaalfunctie Zorgverleners die zich actief willen laten informeren over nieuwe of gewijzigde laboratoriumgegevens kunnen gebruik maken van een signaalfunctie. Zodat alle gegevens die beschikbaar zijn gesteld kunnen worden opgehaald, zodra het signaal ontvangen is. Dit is geschikt voor zorgverleners die een (continue) actieve behandelrelatie hebben. Het XIS moet in staat zijn om de gegevens waarvoor het abonnement is genomen op te vragen waarbij het signaal (handmatig of geautomatiseerd) als trigger dient (in dit geval betreft dit het opvragen van laboratoriumgegevens gebruikmakende van de context Lab). Nee
Lab 5 Referentie WDS De voorschrijver neemt bij het opstellen van het WisselendDoseerSchema (WDS) de referentie naar het laboratoriumresultaat* (indien beschikbaar) op in het WisselendDoseerSchema. *LaboratoriumUitslagidentificatienummer Zodat de ontvanger het bijhorende laboratoriumresultaat van het specifieke WisselendDoseerSchema (WDS) gericht bij de bron kan raadplegen.
  • 1 Het XIS moet bij het opstellen van het WDS automatisch de meest recente laboratoriumresultaten presenteren die relevant zijn o.b.v. het voorgeschreven geneesmiddel in de MA.
  • 2 Het XIS ondersteunt de voorschrijver om referentie(s) naar het laboratoriumresultaat* op te nemen in het WDS. *LaboratoriumUitslagidentificatienummer
  • 3 Het XIS moet de zorgaanbieder de mogelijkheid bieden zelf een lijst samen te stellen met wat voor die zorgaanbieder relevante laboratoriumresultaten zijn.
Nee
Lab 6 Generieke query De zorgverlener raadpleegt standaard van elk laboratoriumwaarde het laatst bekende laboratoriumresultaat, en heeft de mogelijkheid om meer historie te raadplegen (bijvoorbeeld per type laboratoriumresultaat, de laatste 3 laboratoriumresultaten of een bepaalde periode). Zodat voor de zorgverlener zowel de meest recente én de eenmalig te testen laboratoriumresultaten zichtbaar zijn. Dit is voldoende om veilige zorg te kunnen leveren. Indien nodig kan er meer historie geraadpleegd worden of nieuw onderzoek aangevraagd worden. Ook wordt hiermee een eenduidige werkwijze in de keten afgesproken. Het XIS dient standaard de meeste recente laboratoriumresultaten op te vragen bij de bron, zichtbaar te hebben op het scherm en daarnaast de mogelijkheid te bieden om middels (combinaties van) de queryparameters meer op te vragen.

Toelichting: Als historie al een keer is opgehaald, kan daarna de resultaten vanaf laatste synchronisatie worden opgehaald.

Nee
Lab 7 Medicatiebewaking De zorgverlener die een laboratoriumonderzoek heeft aangevraagd, of onder wiens verantwoordelijkheid dit is gedaan, is verantwoordelijk voor het uitvoeren van de medicatiebewaking op basis van de daaruit voortkomende laboratoriumresultaten. Hiervan kan worden afgeweken o.b.v. professionele inschatting of vigerende afspraken. Zodat de controle van nieuwe laboratoriumresultaten met bestaande medicatie en bijbehorende afhandeling* bij dezelfde zorgverlener ligt, waardoor medicatieveiligheid gewaarborgd wordt. *Het afhandelen van de medicatiebewaking kan worden uitbesteed aan een deskundig en bekwaam persoon.
  • 1 Het XIS moet in staat zijn om bij het verwerken van een nieuw laboratoriumresultaat dit resultaat te controleren op klinische relevantie, o.b.v. (bijvoorbeeld) MFB's en CR's. De manier en het tijdstip van afhandeling van deze melding is sector specifiek en zal daar opgepakt moeten worden.
  • 2 Het XIS moet zo geconfigureerd zijn dat de zorgverlener tijdens het accorderen van de medicatieafspraken ook de nieuwe en klinisch relevante laboratoriumresultaten die gerelateerd zijn aan de medicatiebewaking te zien krijgen.
  • 3 Het XIS biedt de mogelijkheid om de in eis 1 genoemde meldingen te onderdrukken om herhaling bij ongewijzigde klinische omstandigheden te voorkomen. De criteria, de wijze en de duur van deze onderdrukking kan onafhankelijk van MFB en CR’s door een zorgaanbieder worden ingesteld.
  • 4 Het XIS moet in staat zijn om een overzicht weer te geven van (virtuele) meldingen*, voortkomend uit de ontvangen, maar nog niet verwerkte laboratoriumresultaten met betrekking tot medicatie. Vanuit dit overzicht moet de gebruiker in staat zijn om de betreffende laboratoriumresultaten te verwerken en de daarbij horende meldingen verder af te handelen. De locatie en het tijdstip van afhandeling van deze melding moeten worden bepaald door de instelling. *o.b.v bijv. MFBs en CRs
  • 1 In aanvulling op XIS-eis 1, is het mogelijk om een prioriteit te geven aan de melding (bijv. Laag, midden, hoog). De gebruiker kan deze prioriteit aanpassen.
  • 2 Indien er een melding voortkomt uit deze resultaten, dient het systeem de zorgverlener de mogelijkheid te bieden deze melding af te handelen en/of ter beoordeling intern door te sturen naar de verantwoordelijke zorgverlener.
  • 3 Het overzicht, zoals beschreven in eis 4, dient geïntegreerd te worden in de algemene werklijst voor de voorschrijver, zodat deze een centraal punt heeft voor het beheer van werkzaamheden. Welke werklijst dit betreft, wordt afgestemd met de gebruiker.
Lab 8 Actualiteitcontrole Zorgverleners die zich willen laten informeren over nieuwe of gewijzigde laboratoriumresultaten kunnen gebruik maken van de actualtiteitscontrole. Zodat als de zorgverlener het dossier van de patiënt opent, zichtbaar wordt dat er nieuwe informatie beschikbaar is. Het XIS zorgt ervoor dat de laboratoriumresultaten automatisch worden opgevraagd en worden getoond wanneer de zorgverlener het dossier opent. Nee Dit besluit komt voort uit het juridisch kader.

3 Mutatielog

De mutatielog houdt vanaf moment van publicatie (3 juli 2024) de mutaties bij.

Datum ID Onderwerp Type wijziging Oud Nieuw Toelichting
9 juli 2024 Lab 8 Actualiteitscontrole Toevoeging - In de toelichting: Dit besluit komt voort uit het juridisch kader. In overeenstemming met MP en CiO
9 juli 2024 Lab 7 Medicatiebewaking Toevoeging
  • 1 In aanvulling op XIS-eis 1, is het mogelijk om een prioriteit te geven aan de melding (bijv. Laag, midden, hoog). De gebruiker kan deze prioriteit aanpassen.
  • 2 Indien er een melding voortkomt uit deze resultaten, dient het systeem de zorgverlener de mogelijkheid te bieden deze melding af te handelen en/of ter beoordeling intern door te sturen naar de verantwoordelijke zorgverlener.
  • 1 In aanvulling op XIS-eis 1, is het mogelijk om een prioriteit te geven aan de melding (bijv. Laag, midden, hoog). De gebruiker kan deze prioriteit aanpassen.
  • 2 Indien er een melding voortkomt uit deze resultaten, dient het systeem de zorgverlener de mogelijkheid te bieden deze melding af te handelen en/of ter beoordeling intern door te sturen naar de verantwoordelijke zorgverlener.
  • 3 Het overzicht, zoals beschreven in eis 4, dient geïntegreerd te worden in de algemene werklijst voor de voorschrijver, zodat deze een centraal punt heeft voor het beheer van werkzaamheden. Welke werklijst dit betreft, wordt afgestemd met de gebruiker.
Derde wens is bij publicatie per abuis niet overgenomen