Functioneel Ontwerp BgZ medisch-specialistische zorg 2.0 Beta

Uit informatiestandaarden
Versie door Iwo Serlie (overleg | bijdragen) op 23 sep 2024 om 16:14 (BgZ informatie elementen)
Ga naar: navigatie, zoeken


In ontwikkeling


1 Inleiding

1.1 Algemeen

Dit document beschrijft het Functioneel Ontwerp (FO) voor de Informatiestandaard “BgZ-uitwisseling voor de medisch-specialistische zorg”. De “Handreiking adequate registratie in het Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) Klachten en diagnoses, behandelaanwijzingen en allergieën”, beschrijft afspraken over welke informatie er minimaal in het zorgproces moet worden geregistreerd [1]. De NEN 7540 bevat afspraken voor taal en techniek [2].

Deze versie van de informatiestandaard is uitsluitend gebaseerd op de zib Publicatie 2017(NL)[3] en uitwisseling via HL7 FHIR v3. Tevens zijn in dit FO enkele verduidelijkingen, aanvullingen, en restricties op de inhoudelijke afspraken in de informatiestandaard en handreiking opgenomen.

Het functioneel ontwerp (FO) beschrijft voor alle uitwisselscenario's, in dit document use cases genoemd, uit de informatiestandaard de transacties, transactiegroepen, systemen, systeemrollen en bedrijfsrollen van zorgverleners of patiënten. Hiervoor worden de eisen gegeven voor het sturen of ontvangen van gegevens. In hoofdstuk 2 zijn per use case de nadere details beschreven. Voor meer informatie over informatiestandaarden en hoe deze worden ontwikkeld, zie de Nictiz webpagina voor informatiestandaarden. Voor de verklaring van de begrippen die voorkomen in het FO wordt verwezen naar de Nictiz webpagina met een begrippenoverzicht.

1.2 Doelgroep

De doelgroepen van dit functionele ontwerp zijn:

  • Productmanagers, architecten, ontwerpers en testers van ICT-leveranciers, regio-organisaties en Nictiz en
  • Vertegenwoordigers van zorgverleners.

1.3 Kaders en uitgangspunten

1.3.1 Richtlijn en proces

Figuur 1

Figuur 1: Gegevensuitwisseling in het msz proces. De BgZ msz (t) is een samenvatting van gegevens van een bronsysteem (XIS) (s).


De overdracht van gegevens tussen zorgverleners in de msz zijn in twee use cases beschreven: (1) Uitwisseling BgZ bij verwijzing en (2) Opvraging BgZ bij eerdere behandelaar. In dit proces zijn de bedrijfsrollen van de betrokken partijen :

  • Verwijzende zorgverlener bij eerste use case, fig. 1a; (PUSH)
    • Sturende zorgverlener, fig. 1h;
    • Ontvangende zorgverlener, fig. 1j;
  • Opvragende zorgverlener bij tweede use case, fig. 1b; (PULL)
    • Raadplegende zorgverlener, fig. 1n;
    • Beschikbaarstellende zorgverlener, fig. 1k

1.3.2 Reikwijdte informatiestandaard

De informatiestandaard specificeert voor het derde niveau van het vijflagenmodel, welke informatie moet worden vastgelegd en gedeeld bij de overdrachtsmomenten in zorgprocessen. Deze laag bestaat uit (1) een functionele specificatie van het zorgproces en (2) een specificatie van de informatie die uitgewisseld wordt via een dataset, gegevensmodel, en terminologie.

1.4 Kwalificatie

Op basis van het FO en de bijbehorende dataset worden test- en kwalificatie-scripts opgesteld. Meer informatie en test- en kwalificatiescripts zijn te vinden op: de Landingspagina BgZ onder kwalificatiescripts

1.5 Begrippenkader

Zorgverlener Een natuurlijke persoon die beroepsmatig zorg verleent (Wkkgz artikel 1). In dit FO wordt zorgverlener gebruikt voor het identificeren van de verantwoordelijke rol, waarbij een gedelegeerde ook aangeduid wordt als zorgverlener.

2 Use cases

Een use case is een specifieke beschrijving van een praktijksituatie in de zorg waarbij de uitwisseling van informatie voor een concrete situatie wordt beschreven aan de hand van actoren (mensen, systemen) en transacties. Een transactie beschrijft welke informatie wanneer wordt uitgewisseld. Een use case is een verbijzondering van een specifiek onderdeel van het zorgproces. Een informatiestandaard kan bestaan uit één of meerdere use cases. Elke use case koppelt met een scenario in ART-DECOR.

2.1 Algemeen

Implementatie van de informatiestandaard draagt eraan bij dat de continuïteit van zorg wordt gewaarborgd, een patiënt niet steeds opnieuw zijn verhaal hoeft te doen, de registratielast wordt verminderd en het maken van fouten wordt voorkomen.

Voor de uitwisseling van medicatiegegevens wordt verwezen naar het Medicatieproces 9: zie de medicatie Landingspagina. Meer specifiek de use cases Sturen en/of beschikbaar stellen van informatie.

In de BgZ msz moet het mogelijk zijn om de laatst bekende gegevens uit te wisselen tussen msz instellingen [1]. Hiervoor is het nodig om te weten wanneer een gegevenselement voor het laatst inhoudelijk is gewijzigd (hoofdstuk 3). Hiervoor is in de dataset per zib een MutatieDatumTijd opgenomen. Voor een concretisering van de laatst bekende waarde per informatie element en het gebruik van de MutatieDatumTijd wordt verwezen naar de beschrijvingen (context) per element in de ART-DECOR transacties (via tabel 2 en 4).

De uitwisseling van een unieke objectidentificatie per BgZ element, om altijd vast te kunnen stellen dat twee BgZ elementen uit verschillende bronnen oorspronkelijk hetzelfde element zijn, is onderwerp van een doorontwikkeling van de informatiestandaard.

Verder worden aanvullende use cases uitgewerkt in een doorontwikkeling zoals bijvoorbeeld

  • De uitwisseling van de BgZ msz bij overdracht;
  • De uitwisseling van een rapportage na verwijzing/ overdracht;
  • De tussentijdse uitwisseling van de BgZ.

2.1.1 BgZ informatie elementen

De onderstaande tabel bevat een nadere specificatie van de BgZ msz 2.0 samenvatting op transactie niveau (use case overstijgend). Hierbij is uitgegaan van de BgZ 2017 definitie die is aangescherpt op basis van de kwaliteitstandaard, handreiking adequate registratie, en afstemming met het veld.

De BgZ specificatie op basis van zibs release 2017 is te specifiek gesteld om gebruikt te worden in meerdere use cases zoals de medisch specialistische zorg. De eerste versie was meer gericht op de uitwisseling met de patiënt. Meer toekomstgericht is een generieke BgZ 2.0 te verwachten waarbij de transacties gericht zijn op de specifieke uitwisselingen zoals met de patiënt en tussen zorgprofessionals onderling.

Section Onderdeel Text2
1 Demografie en identificatie 1.1 Patiëntgegevens

NAW gegevens, BSN, geboortedatum, geslacht, overlijdensinformatie, contactgegevens van de patiënt (*)

  • aanscherping: ...
1.2 Burgerlijke staat Laatst bekende burgerlijke staat (*)
  • aanscherping: ...
2 Financiële informatie 2.1 Verzekeringsgegevens De verzekeringsgegevens van de patiënt (*)
3 Behandelrestricties 3.1 Behandelaanwijzingen Bekende behandelaanwijzingen (*)
3.2 Wilsverklaring Bekende wilsverklaring (*)
4 Contactpersoon 4.1 Contactpersoon Eerste relatie/ contactpersoon indien beschikbaar
5 Functionele status 5.1 Functionele/ mentale status Van elke functionele/ mentale status de laatst bekende indien beschikbaar
  • Toelichten: alle
6 Klachten en diagnoses 6.1 Problemen (incl. diagnoses) Alle bekende problemen van alle probleemtypen, van alle toegestane coderingen van 'ProbleemNaam'.
7 Sociale anamnese 7.1 Woonsituatie De laatst bekende woonsituatie
  • Let op dat voor de BgZ msz 2.0 de conceptuele kardinaliteit van het WoningType is aangescherpt (1). Een uitgewisselde woonsituatie bevat altijd een WoningType indien aanwezig in het bronsysteem, waarbij bij voorkeur een code is gekozen uit de WoningTypeCodelijst. Via de NullFlavor OTH kan gekozen worden om het woningtype als vrije tekst uit te wisselen.

(1) Indien er geen gebruik is gemaakt van een code uit de WoningTypeCodelijst inclusief 'OTH' zou er op basis van de conceptuele kardinaliteit in de zib geen nullFlavor worden uitgewisseld.

7.2 Drugsgebruik text (*)
7.3 Alcoholgebruik text (*)
7.4 Tabakgebruik text (*)
7.5 Voedingsadviezen De laatst bekende voedingsadviezen
  • Toelichting: de BgZ msz 2.0 informatiestandaard specificeert een uitwisseling van alle bekende voedingsadviezen.
  • Een uitwisseling van het laatst bekende voedingsadvies is te beperkend omdat meerdere type voedingsadviezen relevant kunnen zijn. Een uitwisseling van het laatst bekende voedingsadvies per type voedingsadvies (dieetType) is complex. Daarnaast is het 'dieetType' op dit moment nog niet gestandaardiseerd in de zib en een vrij tekst veld.
  • Een bronsysteem kan ondersteunen bij het tonen van dwarsdoorsneden van de voedingsadviezen.
8 Waarschuwingen 8.1 Alerts Alle bekende alerts
9 Allergieën 9.1 Allergie-intoleranties *
10 Medicatie Algemeen Alle bekende, indien beschikbaar, medicatieafspraken, toedieningsafspraken, medicatiegebruik en bekende medicatie contra-indicaties.
  • Zorginhoudelijke Medicatiegegevens worden uitgewisseld zoals beschikbaar in een XIS via drie medicatie zibs.
  • Deze informatiestandaard vereist geen implementatie van het medicatieproces (MP) en bevat geen verwijzing naar een specifieke versie van het MP. Voor toekomstige versies is het de verwachting dat wordt verwezen naar de MP informatiestandaard welke nu in ontwikkeling is (zie Medicatieproces landingspagina).
  • De uitwisseling van medicatiegegevens kan niet gebruikt worden voor een Actueel Medicatie Overzicht (AMO). De gegevens kunnen op verschillende manieren en verschillende momenten zijn ontstaan in een XIS. Denk bijvoorbeeld aan een intakegesprek waarbij gegevens vanuit een papieren AMO zijn ingevoerd. Ook kunnen de gegevens medicatie bevatten zoals gebruikt tijdens interventies. Deze gegevens hebben daarom niet altijd een ID, product code, of een voorschrijver bijvoorbeeld ten behoeve van ontdubbelen van gegevens.
  • [ Bekende contra-indicaties worden uitgewisseld via de medicatieafspraak via 'RedenMedicatieafspraak'. ]
10.1 Medicatieafspraak Alle bekende medicatieafspraken, indien beschikbaar
10.2 Toedieningsafspraak Alle Bekende toedieningsafspraken, indien beschikbaar
10.3 Medicatiegebruik Al het bekende medicatiegebruik, indien beschikbaar
11 text 11.1 text text (*)
12 text 12.1 text text (*)
13 text 13.1 text text (*)
13.2 text text (*)
13.3 text text (*)
14 Uitslagen 14.1 Laboratoriumuitslagen Indien beschikbaar alle bekende klinische chemie bepalingen, van elke klinische bepaling de laatst bekende uitslag. Hieronder valt ook bloedgroeptypering (normaliter/vaak vallend onder klinische chemie)
  • Toelichting: alle laatst bekende bepalingen worden uitgewisseld zoals beschikbaar in het bronsysteem, per type onderzoek (of panel), binnen het domein van de klinische chemie en medische microbiologie. Dit is een uitbreiding en nadere specificatie van de definitie zoals in de kwaliteitstandaard staat. Een ontvangend systeem kan de eindgebruiker dwarsdoorsnedes tonen van de uitgewisselde uitslagen.
  • Specifiek worden de laatst bekende gegevens uitgewisseld voor elk type onderzoek of panel (zie zib LaboratoriumUitslag en het veld Onderzoek). Per laatst bekende onderzoek worden gegevens zoals de toelichting en alle onderliggende bepalingen uitgewisseld. De bepalingen omvatten alle categorieën (zie zib LaboratoriumUitslag en het veld ResultaatType) zoals endocrinologie, microbiologie, hematologie. Er wordt niet op specifieke categorieën gefilterd bij het uitwisseling van gegevens voor de msz.
  • Op het moment van het samenstellen van de BgZ msz 2.0 informatiestandaard is er in Nederland nog geen consensus is over de categorisering van een specifieke bepaling in een categorie zoals bijvoorbeeld hematologie.
  • Voor de msz worden de laatst bekende bepalingen uitgewisseld onafhankelijk van het resultaattype. Voor zorgverlener naar patiënt toepassingen kunnen specifieke resultaattypen relevant zijn zoals het niet uitwisselen van voorlopige bepalingen.
15 Verrichtingen 15.1 Verrichtingen Alle bekende therapeutische of diagnostische verrichtingen die de patiënt heeft ondergaan, indien beschikbaar.
  • Toelichting: alle grote ingrepen waarbij de trend van chirurgische ingrepen naar beeldgeleide interventies wordt herkend. Uitsluitend de 'bekende operatieve verrichtingen', zoals de BgZ 2017 definitie, is tegenwoordig te beperkend.
  • De BgZ msz 2.0 sluit aan bij de IPS die ook de beeldgeleide interventies includeert.
  • Concreet wordt aan alle uitgewisselde verrichtingen één van de volgende categorieën toegevoegd:
  1. 'chirurgische ingreep' met SNOMED CT code 387713003, en
  2. 'verrichting onder geleide van beeldvormende techniek' met SNOMED CT code 258174001.
  • De categorie informatie wordt uitsluitend toegevoegd aan uitgewisselde verrichtingen ten behoeve van filtering, groepering, of visualisatie en hoeft niet zib compliant te worden opgeslagen in een XIS. In de praktijk kan deze categorie volgen uit de organisatie van de lijsten waarin verrichtingen worden beheerd.
  • Deze categorie kan niet op basis van de SNOMED terminologie worden afgeleid uit het VerrichtingType via de SNOMED-taxonomie die aan verandering onderhevig is (zie zib verrichting). In een technische uitwerking is het aanbevolen de categorie code toe te passen in een categorie gebaseerde query, zonder aannames te doen over waardelijsten of de SNOMED taxonomie via een code gebaseerde query.
16 Contacten 16.1 Contacten Alle bekende contacten met zorgverleners, indien beschikbaar.
  • Toelichting: voor de medisch specialistische zorg is het van belang dat de patiënt samenvatting ten minste de klinische contacten, de SEH, en een overzicht bevat van de poliklinieken waar de patiënt bekend is. Uitsluitend het uitwisselen van de 'Bekende ziekenhuisopnames (niet poliklinische contacten)', zoals volgens BgZ 2017 definitie, is te beperkend.
  • Concreet worden alle contacten uitgewisseld. In de technische implementatie vervallen de filters op de contacten zoals in de voorgaande versie van de informatiestandaard. In een technische uitwerking kunnen filters op het 'ContactType' (zie zib contact) toegepast worden in een ontvangend systeem waarbij filters in een eerdere versie van de informatiestandaard werden toegepast in een beschikbaar stellend of sturend systeem.
  • Een ontvangend systeem kan op basis van de BgZ msz samenvatting naast een overzicht van de poliklinieken waar de patiënt bekend is per polikliniek een lijst van contacten tonen.
17 Zorgplan Algemeen Voor de BgZ msz 2.0 informatiestandaard worden Verrichting, Contact, en MedicatieToediening uitgewisseld.
17.1 MedicatieToediening Alle bekende toedieningsafspraken met een datum (AfgesprokenDatumTijd) in de toekomst, indien beschikbaar.
17.1 Verrichting Alle bekende verrichtingen met een datum (VerrichtingStartDatum) in de toekomst, indien beschikbaar.
17.2 Contact Alle bekende contacten met een datum (BeginDatumTijd) in de toekomst, indien beschikbaar.
18 Zorgsetting 18.1 Huisarts text (*)
18.2 Zorgverleners text (*)
18.3 Zorgaanbieders text (*)
18 Metagegevens 18.1 text text (*)

Table a.b Generieke definities voor de BgZ msz samenvatting op transactieniveau. *specificatie van de BgZ gebaseerd op de zibs release 2017 **kwaliteitstandaard

2.2 Uitwisseling BgZ bij verwijzing

Deze use case komt overeen met use case (a) in figuur 1.

2.2.1 Doel en relevantie

Het doel is een veilige en zorgvuldige overdracht bij een verwijzing van een sturende msz instelling (fig. 1c) naar een ontvangende msz instelling (fig. 1d).

Een voorbeeld van het uitwisselen van gegevens bij een verwijzing

  1. Een patiënt is onder behandeling van een cardioloog in een regionaal ziekenhuis.
  2. Een vernauwing in een kransslagader is vastgesteld in het regionaal ziekenhuis.
  3. Vanuit het regionale ziekenhuis wordt aan een topklinisch ziekenhuis voorgelegd of de patiënt in aanmerking komt voor een stent.
  4. Een zorgmedewerker in het topklinische ziekenhuis bestudeert de gegevens van de patiënt inclusief de BgZ om te beoordelen of het plaatsen van een stent de juiste therapie is voor deze patiënt.
  5. Er wordt een afspraak gemaakt en de patiënt wordt tijdelijk opgenomen in het topklinische ziekenhuis voor het plaatsen van een stent.

2.2.2 Proces en context

2.2.2.1 Proces

Voor het uitwisselen van de BgZ bij verwijzing van een verwijzende zorgverlener (fig. 1g) zijn de volgende stappen relevant:

  1. Een sturende zorgverlener (fig. 1h) in een sturende msz instelling kan de BgZ zo snel als vereist is voor de continuïteit van zorg na de verwijzing van de patiënt naar de ontvangende instelling sturen. Dit is binnen 24 uur (hoofdstuk 3).
  2. De ontvangende zorgverlener (fig. 1j) in een ontvangende msz instelling (fig. 1d) kan de BgZ die is samengesteld en gestuurd ten tijde van de verwijzing verwerken in het eigen XIS (fig. 1v) zolang er een behandelrelatie is.

2.2.3 Bedrijfsrollen en UML activity diagram

Rol Toelichting
Verwijzende zorgverlener De zorgverlener die de patiënt verwijst van het ene centrum naar het andere fig. 1a, g.
Sturende zorgverlener De zorgverlener of gedelegeerde die na verwijzing de BgZ van de patiënt naar de ontvangende instelling stuurt (fig. 1h).
Ontvangende zorgverlener Bij overdracht van de medische gegevens van de patiënt tussen instellingen waar msz wordt verleend wordt de BgZ als geheel overgedragen en door de ontvanger geheel of in delen verwerkt. De ontvangende zorgverlener controleert de relevante gegevens en autoriseert deze voor overname in het eigen dossier (fig. 1j).

Tabel 1: Bedrijfsrollen betrokken bij de eerste use case.

Figuur 2

Figuur 2: Activiteit van de bedrijfsrollen in de eerste use case.

2.2.4 Informatieoverdracht

2.2.4.1 Systemen & systeemrollen

De sturende en ontvangende zorgmedewerkers maken ieder gebruik van een bronsysteem (XIS) in een sturende en ontvangende zorginstelling. Het XIS vervult de systeemrollen:

  1. Medisch Specialistische Zorg Proces – BgZ - Sturend [MSZ-XIS-S] systeem
  2. Medisch Specialistische Zorg Proces – BgZ – Ontvangend [MSZ-XIS-O] systeem


2.2.4.2 Transacties&transactiegroepen

Uitwisselen BgZ msz bij verwijzing (PUSH).

Transactiegroep Transactie Systeemrol Systeemrolcode Systemen Bedrijfsrol ART-DECOR
Uitwisseling bij verwijzing (PUSH) Sturen BgZ msz Sturend systeem MSZ-BZS-2.0-FHIR XIS Sturende msz zorgverlener Sturen
Uitwisselen bij verwijzing (PUSH) Ontvangen BgZ msz Ontvangend systeem MSZ-BZO-2.0-FHIR XIS Ontvangende msz zorgverlener Ontvangen

Tabel 2:ART-DECOR publicatie bij de transacties betrokken bij de use case: Uitwisseling BgZ bij verwijzing (PUSH). [opmerking bij draft: in het FO een verwijzing naar ART-DECOR; in het TO een verwijzing naar FHIR profielen; geen dataset tabel in het FO]

2.2.4.3 Samenhang bedrijfsrollen, activiteiten, transacties, systeemrollen en transactiegroepen

Onderstaande afbeelding toont de samenhang tussen de processen, bedrijfsrollen, systemen, systeemrollen, transacties en transactiegroep die onderdeel maken van het uitwisselen bij verwijzing.

Figuur 3

Figuur 3:Systeemrollen betrokken bij het uitwisselen van de BgZ msz bij verwijzing of overdracht (PUSH).

2.3 Opvraging BgZ bij eerdere behandelaar

Deze use case komt overeen met use case (b) in figuur 1.

2.3.1 Doel en relevantie

Het doel is een veilige en zorgvuldige uitwisseling van gegevens bij opvraging van de BgZ bij een eerdere behandelaar (fig. e, f).

Een voorbeeld van het opvraging van gegevens bij een eerdere behandelaar

  1. Een patiënt is na een wachtlijst van één maand onder behandeling van een cardioloog in een topklinisch ziekenhuis voor het plaatsen van een stent.
  2. Voor het plannen van de behandeling vraagt de cardioloog van het topklinische ziekenhuis de actuele BgZ gegevens op bij het regionale ziekenhuis.
  3. Een zorgmedewerker in het regionale ziekenhuis stelt de actuele BgZ beschikbaar.
  4. Een zorgmedewerker bestudeert de BgZ zoals gestuurd bij de verwijzing om inzicht in de patiëntencontext te krijgen ten tijde van de verwijzing en de actuele BgZ om de behandeling en nazorg optimaal te kunnen plannen.

2.3.2 Proces en context

2.3.2.1 Proces

Voor het opvragen van de BgZ bij een eerdere behandelaar zijn de volgende stappen relevant:

  1. Een verzendend zorgverlener (fig. 1h) in een beschikbaarstellende msz instelling kan de BgZ zo snel als vereist is, voor de continuïteit van zorg, naar de ontvangende instelling sturen. Dit is binnen 24 uur (zie hoofdstuk 3).
  2. De raadplegend zorgverlener (fig. 1j) in een ontvangende msz instelling (fig. 1d) kan de actuele BgZ verwerken in het eigen XIS (fig. 1v) zolang er een behandelrelatie is.

2.3.3 Bedrijfsrollen en UML activity diagram

In dit proces zijn de bedrijfsrollen van de betrokken partijen

Bedrijfsrol(actor) Beschrijving
Opvragende zorgverlener De opvragende zorgverlener (nieuwe behandelaar) of gedelegeerde vraagt relevante zorginformatie op waarvan de BgZ deel uitmaakt.
Beschikbaarstellende zorgverlener De verzendende zorgverlener (dossierhouder) kan de BgZ, zo snel als vereist is voor de continuïteit van zorg in delen beschikbaar stellen voor opvragen.
Raadplegende zorgverlener De raadplegende zorgverlener raadpleegt en verwerkt de relevante BgZ als geheel of in delen. De raadplegende zorgverlener controleert de relevante gegevens en autoriseert deze voor overname in het eigen dossier.

Tabel 3: Bedrijfsrollen betrokken bij de tweede use case.

Figuur 2

Figuur 2: Activiteit van de bedrijfsrollen in de eerste use case.

2.3.4 Informatieoverdracht

2.3.4.1 Systemen & systeemrollen

De beschikbaar stellende en raadplegende zorgverleners maken ieder gebruik van een bronsysteem (XIS).

Het XIS vervult de systeemrollen:

  1. Medisch Specialistische Zorg Proces – BgZ – Beschikbaarstellend [MSZ-XIS-B] systeem
  2. Medisch Specialistische Zorg Proces – BgZ – Raadplegend [MSZ-XIS-R] systeem

2.3.4.2 Transacties&transactiegroepen

Transactiegroep Transactie Systeemrol Systemen Bedrijfsrol ART-DECOR
Opvraging BgZ msz bij eerdere behandelaar (PULL) Raadplegen BgZ msz MSZ-XIS-R XIS Raadplegende msz zorgverlener Raadplegen BgZ msz
Opvraging BgZ msz bij eerdere behandelaar(PULL) Beschikbaarstellen BgZ msz MSZ-XIS-B XIS Beschikbaarstellende msz zorgverlener Beschikbaarstellen BgZ msz

Tabel 4:ART-DECOR publicatie bij de transacties betrokken bij de use case: Uitwisseling BgZ bij eerdere behandelaar (PULL).

2.3.4.3 Samenhang bedrijfsrollen, activiteiten, transacties, systeemrollen en transactiegroepen

Onderstaande afbeelding toont de samenhang tussen de processen, bedrijfsrollen, systemen, systeemrollen, transacties en transactiegroep die onderdeel maken van het uitwisselen bij verwijzing.

Figuur 3

Figuur 4:Systeemrollen betrokken bij het uitwisselen van de BgZ msz bij eerdere behandelaar (PULL).

3 Aanvullende afspraken

Dit hoofdstuk bevat aanvullende afspraken en verduidelijkingen die bijdragen aan een veilige en zorgvuldige overdracht met eenduidig te interpreteren afspraken. Deze kunnen in een (door)ontwikkeling van de kwaliteitsstandaard en/of richtlijn worden verwerkt.

3.1 Uitwisselen bij verwijzing en overdracht zonder informatieverlies

Voor een veilige en zorgvuldige overdracht van een eerste MSZ-instelling naar een tweede msz-instelling moet de uitwisseling van patiëntgegevens plaatsvinden zonder verlies van informatie. Tijdens de uitwisseling moet altijd duidelijk zijn om welke gestructureerde informatie-elementen het gaat.

  • De naamgeving van een data-element mag niet zodanig zijn dat het op enig moment in het proces als een ander data-element kan worden geïnterpreteerd. Bijvoorbeeld, een “MateVanKritiekZijn” bij een allergie mag niet worden gelabeld als “Ernst”. Er is al een ander informatie-element “Ernst” voor een allergische reactie.
  • De nauwkeurigheid van gegevenselementen moet behouden blijven. De waarde “3,0” met één decimaal achter de komma mag tijdens het uitwisselen bijvoorbeeld geen “3” worden. Ook mag voor een datum die is gedefinieerd als een jaartal nergens in het proces een maand of dag worden verondersteld of toegevoegd.

3.2 Laatst bekende waarde

Voor een veilige en zorgvuldige overdracht van een eerste msz-instelling naar een tweede msz-instelling moet de uitwisseling van patiëntgegevens plaatsvinden zonder verlies van informatie. Dit is ook van toepassing op registratiegegevens. De datum van eerste registratie en de mutatiedatum van een gegevenselement moet ongewijzigd worden overgenomen door een tweede msz instelling, zodat bij het sturen en beschikbaarstellen van gegevens door deze tweede msz instelling nog steeds de laatst bekende waarde kan worden gestuurd indien relevant. Voor registratiegegevens gelden de volgende afspraken:

  • Bij het sturen en beschikbaarstellen van gegevens die voor het eerst zijn geregistreerd in een bronsysteem en niet zijn gewijzigd, zijn de mutatiedatum en registratiedatum gelijk.
  • Na het sturen van gegevens die ongewijzigd zijn overgenomen door een tweede bronsysteem, is de mutatiedatum en de datum van eerste registratie niet aangepast.

Zo heeft een zorgverlener altijd inzicht in wanneer gegevens zijn vastgelegd en wanneer deze voor het laatst zijn geactualiseerd. Ook kan een zorgverlener bij gegevens uit meerdere bronnen inzicht krijgen in wat de laatst bekende waarde is van een gegevenselement.

3.3 Geplande activiteiten

De uitwisseling van BgZ in de medisch specialistische zorg omvat alleen historische gegevens en geen toekomstige afspraken. Zorgplan en GeplandeZorgActiviteit zijn niet in scope van deze versie van de informatiestandaard die uitsluitend is gebaseerd op de zib Publicatie 2017(NL).

3.4 Beschikbaarheid van BgZ elementen

Voor een veilige en zorgvuldige overdracht moet het duidelijk zijn of een bronsysteem een element van de BgZ niet kan sturen of wel kan sturen. Als het systeem gegevens voor een specifiek gegevenselement wel kan sturen, moet het duidelijk zijn dat er wel of niet gegevens beschikbaar zijn over dit specifieke element van de BgZ. Als het systeem gegevens voor een specifiek gegevenselement niet kan sturen, heeft de zorgverlener de informatie om weloverwogen te beslissen welke vervolgstappen te ondernemen.

BgZ elementen moeten binnen 24 uur na verwijzing beschikbaar zijn voor het sturen naar de ontvangende zorgverlener. Tevens moeten BgZ elementen binnen 24 uur na opvragen bij een eerdere behandelaar beschikbaargesteld zijn.

4 Aanvullende informatie

4.1 Binding van waardenlijsten

De BgZ msz 2.0 is samengesteld uit zibs uit de zib Publicatie 2017 [3]. Deze bevat geen specificaties voor de sterkte van de bindings van de waardenlijsten. Voor de BgZ msz 2.0 gelden de specificaties zoals ze zijn opgenomen in de FHIR-profielen waarmee de BgZ 2.0 is geïmplementeerd (zie Technisch Ontwerp).

4.2 Codering van informatie

Tijdens het gehele uitwisselingsproces worden eenheden uitgewisseld via de hoofdlettergevoelige expressiesyntaxis van UCUM. De accolades maken deel uit van de UCUM-standaard. Het gaat hierbij om een beschrijvende aantekening in plaats van een eenheidsnaam zoals bijvoorbeeld in {Cells}/uL.

De BgZ kan worden uitgewisseld met verouderde codes, zoals verouderde SNOMED codes. De ontvangende partij dient deze gegevens zonder verlies van informatie te kunnen tonen. De verantwoordelijkheid ligt niet bij de sturende partij om verouderde codes te transformeren naar actuele codes. Het kan zijn dat een code tijdens het beschikbaarstellen nog actueel is, maar tijdens het raadplegen is verouderd.

5 Referenties

[1] “Handreiking adequate registratie in het Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) Klachten en diagnoses, behandelaanwijzingen en allergieën”, 24-03-2022, Versie 1.1.

[2] “NEN 7540 BgZ-uitwisseling tussen instellingen voor medisch specialistische zorg.", maart 2024

[3] "publicatieversie 2017 van de zorginformatiebouwstenen", Nictiz, 20-01-2018, zib publicatie 2017(NL)

6 Release notes

7 Wiki-paginahistorie

Eerste versie van 2.0 x mei 2024