Implementatie CiO
Terug naar Landingspagina Contra-indicaties en Overgevoeligheden
De informatiestandaard Contra-indicaties en Overgevoeligheden (CiO) is onderdeel van het programma Medicatieoverdracht en daarom wordt ook gewerkt aan de implementatie van de informatiestandaard. Dat betekent dat naast de informatiestandaard ook afspraken voor de implementatie van de informatiestandaard CiO worden opgeleverd. Dit zijn de besluiten kernteams CiO, welke op deze pagina worden ingeleid en weergegeven.
Inhoud
1 Inleiding
Deze pagina bevat de besluiten van de kernteams CiO met, indien van toepassing, de bijbehorende gebruikerseisen en –wensen. Het Implementatiehandboek zorgaanbieders CiO (nog in ontwikkeling en volgt later) bevat nadere uitwerking van en toelichting op de besluiten CiO voor zorgaanbieder en zorgverlener.
Op deze pagina gaat het om de besluiten voor stap 8 in het 10-stappenplan van het programma Medicatieoverdracht. De besluiten hebben een unieke identificatie (ID) passend bij de stap in het 10-stappenplan. De besluiten gaan over stap 8 Contra-indicaties en Overgevoeligheden en hebben daarom een ID die start met ‘CiO’.
In de besluiten kernteams CiO leggen zorgverleners van de tien verschillende sectoren (Geestelijke Gezondheidszorg, Gehandicaptenzorg, Huisartsenzorg, Medisch-Specialistische Zorg, Mondzorg, Openbare farmacie, Publieke gezondheid, Trombosezorg, Patiënt en Cliënt en Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg) met elkaar de verantwoordelijkheden vast rondom het registreren en uitwisselen van medicatie contra-indicaties en geneesmiddelovergevoeligheden. Er worden afspraken vastgelegd over wie wat mag/moet doen en waarom. Zo zijn er afspraken in de keten ten aanzien van raadplegen, opnemen/afhandelen, verificatie, onderdrukken, registreren/wijzigen/afsluiten en medicatiebewaking.
Binnen de informatiestandaard CiO worden zeven stappen onderscheiden in de uitwisseling van CiO-gegevens. In het onderstaande figuur worden deze stap kort weergegeven.
Een deel van de besluiten kernteams vraagt technische ondersteuning van het informatiesysteem. Deze ondersteuning is niet altijd (voldoende) beschreven in de informatiestandaard CiO, de NEN-normen of de Richtlijn 'Overdracht van Medicatiegegevens in de keten'. In dat geval vertalen leveranciers en zorgverleners dit in een gebruikerseis of -wens. Tijdens de aanvullende beproeving CiO wordt op de bovensectorale gebruikerseisen getoetst. Een gebruikerswens is op dit moment niet eenduidig te toetsen in de aanvullende beproeving CiO. Redenen hiervoor zijn dat het technisch of qua tijd (nog) niet goed haalbaar is, er uitzonderingen zijn op de situatie of er nog een doorontwikkeling (eventueel per sector) moet volgen. Indien een doorontwikkeling (tijdens de aanvullende beproeving CiO of daarna) leidt tot een eenduidige bovensectorale behoefte, dan kan een gebruikerswens in overleg met zorgverleners en leveranciers een bovensectorale gebruikerseis worden. Ook kan een gebruikerswens door een sector met eigen leverancier(s) doorvertaald worden naar een sectorale gebruikerseis. Hier is het programmateam Medicatieoverdracht niet bij betrokken. Gebruikerswensen kunnen ook de status van een gebruikerswens behouden. Dan zullen leveranciers zo goed mogelijk afstemmen op de wensen van de gebruikers, maar zullen ze er niet op getoetst worden tijdens de aanvullende beproeving CiO. De gebruikerswensen worden geborgd door het beheer implementatie Medicatieoverdracht (MO).
De hierna volgende paragrafen bevatten een overzicht van de volgende aspecten van de besluiten:
- ID;
- onderwerp;
- inhoud van het besluit, bestaande uit drie onderdelen (te lezen als één zin):
- wie/de doelgroep (rol);
- besluit/de inhoud;
- waarom/de relevantie.
- of het een werkproceseis voor de zorgaanbieder/zorgverlener is (NB dan is het besluit ook opgenomen in het Implementatiehandboek zorgaanbieders);
- of sprake is van een gebruikerseis en/of -wens;
- eventueel aanvullende informatie.
Juridische vraagstukken worden behandeld in een programmabreed juridisch kader en zijn daarom niet in onderstaande tabel opgenomen. Mocht blijken dat er aanvullende besluiten kernteams nodig zijn, dan zullen deze programmabreed worden opgesteld.
Voor aanpassingen in de besluiten kernteams CiO is een mutatielog bijgehouden.
2 Overzicht besluiten kernteams CiO
2.1 Algemene werkproces
Onderstaande tabel geeft de besluiten vanuit de kernteams CiO en de gebruikerseisen en -wensen weer voor het algemene werkproces.
ID | Onderwerp | Wie (rol) | Besluit | Waarom | Werkproceseis? | Gebruikerseis? | Gebruikerswens? | Aanvullende informatie | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
CiO1 | Raadplegen | Bij raadplegen is het volledige overzicht van alle actuele medicatie contra-indicaties en geneesmiddelovergevoeligheden en de delta gewijzigde en/of afgesloten CiO-gegevens in te zien, | zodat de zorgverlener na raadplegen van het dossier bij de zorginfrastructuur altijd een overzicht heeft van alle actuele medicatie contra-indicaties en geneesmiddelovergevoeligheden, maar ook ziet wat er gewijzigd en/of afgesloten is t.o.v. de vorige keer dat het patiëntdossier geraadpleegd is. | Nee |
|
De gebruikerswens is dat het XIS het volledige overzicht, zoals beschreven in afspraak CiO1, op een overzichtelijke manier toont. | Sectorspecifiek: *De trigger voor wanneer geraadpleegd wordt, dient sectorspecifiek te worden uitgewerkt. | ||
CiO2 | Raadplegen | Naast het volledige overzicht van alle actuele medicatie contra-indicaties en geneesmiddelovergevoeligheden en delta gewijzigde en/of afgesloten CiO-gegevens, is het mogelijk om alle historische gegevens over medicatie contra-indicaties en geneesmiddelovergevoeligheden in te zien, | zodat wanneer er meer informatie nodig is, altijd de volledige historie ingekeken kan worden. | Nee | De gebruikerseis is dat een historisch overzicht van gegevens over medicatie contra-indicaties en geneesmiddelovergevoeligheden kan worden getoond. Dit is een volledig overzicht van alle mutaties die ooit zijn aangeleverd door alle partijen. | De gebruikerswens is dat inactieve geneesmiddelovergevoeligheden (afgesloten geneesmiddelovergevoeligheden en eerdere versies van een registratie) overzichtelijk getoond worden in het XIS als aanvullende informatie. | |||
CiO3a | Opnemen | De zorgverlener | accepteert na raadplegen actuele medicatie contra-indicaties en geneesmiddelovergevoeligheden handmatig ter opname in het eigen XIS, | omdat het risico’s voor de patiëntveiligheid met zich meebrengt om medicatie contra-indicaties en geneesmiddelovergevoeligheden niet op te nemen in het eigen informatiesysteem en zodat iedere zorgverlener werkt met hetzelfde overzicht aan medicatie contra-indicaties en geneesmiddelovergevoeligheden. | Ja | Nee | De gebruikerswens is dat het actuele overzicht aan CiO-gegevens met minimale handeling van de zorgverlener kan worden opgenomen in het eigen XIS. | N.B. Momenteel loopt er een juridische analyse op het vraagstuk of gegevens automatisch mogen worden opgenomen in het lokale dossier (i.p.v. handmatig). Afhankelijk van de uitkomsten van deze analyse, bestaat de mogelijkheid dat de afspraken CiO3a en CiO3b worden gewijzigd. | |
CiO3b | Opnemen | De zorgverlener | die op basis van informatie waarover de zorgverlener beschikt, constateert dat een medicatie contra-indicatie of geneesmiddelovergevoeligheid incompleet of niet van toepassing is op de patiënt/cliënt, dient na raadplegen en alvorens het opnemen in het eigen XIS, de medicatie contra-indicatie of geneesmiddelovergevoeligheid af te handelen (wijzigen of afsluiten), | zodat medicatie contra-indicaties of geneesmiddelovergevoeligheden die incompleet geregistreerd of niet van toepassing zijn op de patiënt, niet als zodanig in het eigen XIS worden opgenomen en ook niet (incompleet) in de keten blijven bestaan. Daarnaast moet dit voorkomen dat medicatie contra-indicaties of geneesmiddelovergevoeligheden niet worden opgenomen, omdat ze als niet-relevant worden beschouwd in de eigen context. Indien een zorgverlener een medicatie contra-indicatie of geneesmiddelovergevoeligheid in een bepaalde context als niet-relevant beschouwt, is de werkwijze dat de zorgverlener de medicatie contra-indicatie of geneesmiddelovergevoeligheid onderdrukt in het eigen XIS (zie CiO5). | Ja | De gebruikerseis is dat het XIS het mogelijk maakt om, na raadplegen en alvorens het opnemen in het eigen XIS, een medicatie contra-indicatie of geneesmiddelovergevoeligheid te wijzigen of af te sluiten wanneer de zorgverlener beschikt over informatie waaruit blijkt dat de registratie incompleet of niet langer van toepassing is op de patiënt/cliënt. | Nee | N.B. Momenteel loopt er een juridische analyse op het vraagstuk of gegevens automatisch mogen worden opgenomen in het lokale dossier (i.p.v. handmatig). Afhankelijk van de uitkomsten van deze analyse, bestaat de mogelijkheid dat de afspraken CiO3a en CiO3b worden gewijzigd. | |
CiO4a | Verificatie | De voorschrijver of verstrekker | is eindverantwoordelijk voor het uitvoeren van verificatie van medicatie contra-indicaties en geneesmiddelovergevoeligheden, | omdat dit deel is van het reguliere zorgproces van voorschrijver of verstrekker. | Ja | Nee | Nee | ||
CiO4b | Verificatie | De voorschrijver of verstrekker | heeft de professionele verantwoordelijkheid voor de risico-inschatting en de daaruit volgende bepaling van de mate van verificatie van CiO-gegevens – dit valt onder de professionele autonomie (VG4 MP), | zodat kan worden ingeschat welke gegevens nodig zijn voor een zorgvuldige en veilige behandeling van de patiënt. | Ja | Nee | Nee | ||
CiO4c | Verificatie | De voorschrijver of verstrekker | kan de verificatie die hij moet uitvoeren voor de behandeling van zijn patiënt (het raadplegen van de gegevens over medicatie contra-indicaties en geneesmiddelovergevoeligheden, actualiteit controleren en de verificatie uitvoeren) uitbesteden aan een deskundig en bekwaam persoon. De zorgaanbieder, waar de patiënt op dat moment zorg krijgt, heeft hier beleidsafspraken over vastgelegd. Hier valt ook onder het maken van afspraken over hoe en wanneer de beoordeling op discrepantie wordt uitgevoerd. De voorschrijver/verstrekker blijft eindverantwoordelijk (VG5 MP), | zodat het proces efficiënt gehouden wordt, maar de eindverantwoordelijkheid bij de voorschrijver/verstrekker blijft belegd. | Ja | Nee | Nee | ||
CiO4d | Verificatie | De voorschrijver of verstrekker | die de verificatie uitvoert/uitbesteedt, is eindverantwoordelijk voor het afhandelen van geconstateerde discrepanties (VG6 MP), | zodat de medicatieveiligheid gewaarborgd wordt. | Ja | Nee | Nee | ||
CiO5 | Onderdrukken | Binnen een (afdeling van een) zorgaanbieder bestaat de mogelijkheid om bepaalde medicatie contra-indicaties en geneesmiddelovergevoeligheden die op basis van professionele inschatting niet relevant gevonden worden binnen de eigen context te onderdrukken, | zodat medicatiebewakingssignalen bij niet relevante medicatie contra-indicaties en geneesmiddelovergevoeligheden onderdrukt kunnen worden, en signaalmoeheid zo veel mogelijk voorkomen kan worden. | Nee | De gebruikerseis is het besluit. | De gebruikerswens is dat er geavanceerde opties zijn voor onderdrukken, bijvoorbeeld voor de context van de patiënt (klinisch of poliklinisch, etc.) of de rol van de zorgverlener binnen een zorgaanbieder, een individuele zorgverlener of een groep zorgverleners. | Sectorspecifiek: Uitwerking van hoe onderdrukt mag en kan worden. Naast onderdrukken van een medicatie contra-indicatie of geneesmiddelovergevoeligheid, kunnen medicatiebewakingssignalen eenmalig of voor een bepaalde periode worden afgehandeld. Dit is een (bestaande) functionaliteit van het XIS. | ||
CiO6a | Registratie geneesmiddelovergevoeligheid | De voorschrijver of verstrekker | die als eerste een geneesmiddelovergevoeligheid vaststelt, is ook verantwoordelijk om na vaststellen de geneesmiddelovergevoeligheid te registreren, | zodat er een zo volledig mogelijke registratie van de geneesmiddelovergevoeligheid en de geneesmiddelovergevoeligheidsreactie plaatsvindt. | Ja | Nee | De gebruikerswens is dat het XIS de vastlegger ondersteunt bij de registratie van geneesmiddelovergevoeligheden, zodat de vastlegger geen dubbele informatie in hoeft te voeren. | ||
CiO6b | Registratie geneesmiddelovergevoeligheid | De voorschrijver of verstrekker | dient een geneesmiddelovergevoeligheid die niet aan de bron geregistreerd is alsnog te registreren, mits deze beschikt over voldoende informatie om te bepalen of deze van toepassing is. Deze inschatting valt onder de professionele autonomie van de zorgverlener, | omdat wanneer een geneesmiddelovergevoeligheid door een andere voorschrijver of verstrekker die voldoende informatie heeft alsnog geregistreerd kan worden, dit leidt tot meer relevante en bruikbare informatie in de keten. | Ja | Nee | Zie gebruikerswens CiO6a. | ||
CiO7a | Registratie medicatie contra-indicatie | De voorschrijver of verstrekker | die als eerste de aandoening of het kenmerk* van een patiënt welke een medicatie contra-indicatie vormt voor toepassing van bepaalde geneesmiddelen vaststelt, is verantwoordelijk om ook de medicatie contra-indicatie te registreren,
*Hieronder vallen o.a. kenmerken vastgesteld op basis van een laboratoriumresultaat. |
omdat degene die als eerst de aandoening, diagnose, verrichting of het kenmerk van een patiënt registreert, de meest actuele en complete informatie heeft en dus het meeste inzicht heeft in of er ook een medicatie contra-indicatie vastgelegd moet worden. | Ja | Nee | De gebruikerswens is dat het XIS de vastlegger ondersteunt bij de registratie van medicatie contra-indicaties, zodat de vastlegger geen dubbele informatie in hoeft te voeren door middel van koppeling tussen aandoening/diagnose/verrichting/kenmerk van de patiënt en medicatie contra-indicaties. Andersom, bij het vervallen van een diagnose wordt een melding gegeven dat de medicatie contra-indicatie afgesloten dient te worden*.
*De ondersteuning bij registratie middels koppeling is een punt voor doorontwikkeling. |
Sectorspecifiek: De precieze wensen en behoeften voor koppeling dienen binnen de eigen sector te worden uitgewerkt.
Voor geneesmiddelovergevoeligheden is deze behoefte tot koppeling er niet. | |
CiO7b | Registratie medicatie contra-indicatie | De voorschrijver of verstrekker | dient een medicatie contra-indicatie die niet aan de bron geregistreerd is alsnog te registreren, mits deze beschikt over voldoende informatie om te bepalen of deze van toepassing is. Deze inschatting valt onder de professionele autonomie van de zorgverlener, | omdat wanneer een medicatie contra-indicatie door een andere voorschrijver of verstrekker die voldoende informatie heeft alsnog geregistreerd kan worden, dit leidt tot meer relevante en bruikbare informatie in de keten. | Ja | Nee | Zie gebruikerswens CiO7a. | Zie CiO7a. | |
CiO8 | Registratie medicatie contra-indicatie | Uit geneesmiddelgebruik, niet geverifieerde, afgeleide medicatie contra-indicaties worden niet langer geregistreerd, | omdat medicatie contra-indicaties afgeleid uit geneesmiddelgebruik of andere patiëntinformatie momenteel vervuiling in systemen veroorzaken. Het gaat hier om niet geverifieerde afgeleide medicatie contra-indicaties. Op het moment dat een medicatie contra-indicatie geverifieerd is, bijvoorbeeld door bevestiging van de patiënt, mag de medicatie contra-indicatie volgens afspraak CiO7b geregistreerd worden. | Ja | Nee | Nee | Voor de opschoning van bewezen incorrecte registraties van afgeleide medicatie contra-indicaties dienen opschoningsafspraken gemaakt te worden in het project opschoning. | ||
CiO9 | Registratie CiO | Enkel medicatie contra-indicaties en geneesmiddelovergevoeligheden die 1) door of in opdracht van een voorschrijver of verstrekker geregistreerd zijn of 2) door een voorschrijver of verstrekker geaccordeerd zijn, worden uitgewisseld in de keten, | omdat het vaststellen van een medicatie contra-indicatie of stof waarop bewaakt moet worden, wordt beschouwd als een medisch besluit, voorbehouden aan een voorschrijver of verstrekker. Deze afspraak maakt daarnaast het handelen in opdracht van een voorschrijver of verstrekker mogelijk. | Nee |
|
Nee | Specifieke behoeften met betrekking tot het handelen in opdracht van een voorschrijver of verstrekker dienen op zorgaanbiederniveau te worden afgestemd. | ||
CiO10 | Afsluiten geneesmiddelovergevoeligheid | De voorschrijver of verstrekker | kan een geneesmiddelovergevoeligheid afsluiten mits aangetoond óf op basis van professionele inschatting te verwachten is dat deze voor alle andere zorgverleners die betrokken zijn bij deze patiënt niet langer relevant is om op te bewaken, | omdat de geneesmiddelovergevoeligheid uit de gehele keten verdwijnt wanneer de zorgverlener een geneesmiddelovergevoeligheid afsluit.
Afsluiten heeft andere gevolgen dan onderdrukken (zie CiO5). |
Ja | De gebruikerseis is dat het XIS bij afsluiten van een geneesmiddelovergevoeligheid de volgende tekst weergeeft: “Dit betekent een afsluiting voor de gehele keten en de patiënt/cliënt dient hierover gepast geïnformeerd te worden.”*
*Deze melding kan op termijn komen te vervallen, wanneer dit niet meer nodig wordt geacht. |
De gebruikerswens is dat het XIS ondersteunt in het informeren van de patiënt/cliënt bij het afsluiten van een geneesmiddelovergevoeligheid. | Hoe communicatie naar de patiënt/cliënt wordt vormgegeven, ligt bij de zorgaanbieder zelf. Denk aan wie dit communiceert, wat er wordt gecommuniceerd en wanneer dit wordt gedaan. | |
CiO11 | Afsluiten geneesmiddelovergevoeligheid | De voorschrijver of verstrekker | kan ook een geneesmiddelovergevoeligheid die door een andere zorgverlener, zowel binnen als buiten de eigen organisatie, is geregistreerd afsluiten. De voorschrijver of verstrekker die de geneesmiddelovergevoeligheid afsluit noteert verplicht een reden van afsluiten, | omdat het afsluiten van een geneesmiddelovergevoeligheid weinig voorkomend is. Dit geeft andere zorgverleners inzicht in de gemaakte keuzes. | Ja | Zie gebruikerseis CiO10. | Zie gebruikersewens CiO10. | Zie CiO10. | |
CiO12 | Afsluiten medicatie contra-indicatie | De voorschrijver of verstrekker | kan een medicatie contra-indicatie afsluiten mits aangetoond óf op basis van professionele inschatting te verwachten is dat deze voor alle andere zorgverleners die betrokken zijn bij deze patiënt niet langer relevant is om op te bewaken, | omdat de medicatie contra-indicatie uit de gehele keten verdwijnt wanneer de zorgverlener een medicatie contra-indicatie afsluit.
De voorkeur gaat ernaar uit om ook het afsluiten aan de bron te doen. Met andere woorden, degene die de diagnose of het probleem afsluit, sluit ook de medicatie contra-indicatie af. |
Ja | Nee | De gebruikerswens is dat het XIS de vastlegger ondersteunt bij de registratie van medicatie contra-indicaties, zodat de vastlegger geen dubbele informatie in hoeft te voeren door middel van koppeling tussen aandoening/diagnose/verrichting/kenmerk van de patiënt en medicatie contra-indicaties. Andersom, bij het vervallen van een diagnose wordt een melding gegeven dat de medicatie contra-indicatie afgesloten dient te worden*.
*De ondersteuning bij registratie middels koppeling is een punt voor doorontwikkeling. |
Sectorspecifiek: De precieze wensen en behoeften voor koppeling dienen binnen de eigen sector te worden uitgewerkt.
Voor geneesmiddelovergevoeligheden is deze behoefte tot koppeling er niet. | |
CiO13 | Afsluiten medicatie contra-indicatie | De voorschrijver of verstrekker | kan ook een medicatie contra-indicatie die door een andere zorgverlener, zowel binnen als buiten de eigen organisatie, is geregistreerd afsluiten. De voorschrijver of verstrekker die de medicatie contra-indicatie afsluit, noteert indien nodig ter verduidelijking een reden van afsluiten, | omdat het afsluiten van een medicatie contra-indicatie vaak om vanzelfsprekende redenen gebeurt, maar er wel de mogelijkheid moet zijn om een reden van afsluiten mee te geven indien op basis van professionele inschatting wordt verwacht dat dit ter verduidelijking nodig is.
De voorkeur gaat ernaar uit om ook het afsluiten aan de bron te doen. Met andere woorden, degene die de diagnose of het probleem afsluit, sluit ook de medicatie contra-indicatie af. |
Ja | Nee | Zie gebruikerswens CiO12. | Zie CiO12. | |
CiO14 | Afsluiten CiO | Enkel afsluitingen in medicatie contra-indicaties en geneesmiddelovergevoeligheden die 1) door of in opdracht van een voorschrijver of verstrekker uitgevoerd zijn of 2) door een voorschrijver of verstrekker geaccordeerd zijn, worden uitgewisseld in de keten, | omdat zowel het registreren, wijzigen als afsluiten van een CiO is voorbehouden aan voorschrijvers of verstrekkers, omdat dit effect heeft op de medicatiebewaking. Deze afspraak maakt daarnaast het handelen in opdracht van een voorschrijver of verstrekker mogelijk. | Nee |
|
Nee | Specifieke behoeften met betrekking tot het handelen in opdracht van een voorschrijver of verstrekker dienen op zorgaanbiederniveau te worden afgestemd. | ||
CiO15 | Wijzigen CiO | De voorschrijver of verstrekker | kan een medicatie contra-indicatie of geneesmiddelovergevoeligheid wijzigen. Voorschrijvers of verstrekkers kunnen ook een medicatie contra-indicatie of geneesmiddelovergevoeligheid die door een andere zorgverlener is geregistreerd wijzigen, | omdat de mogelijkheid tot wijzigen van een medicatie contra-indicatie of geneesmiddelovergevoeligheid geregistreerd door andere zorgverleners ervoor zorgt dat registraties actuele informatie bevatten. | Nee | Nee | De gebruikerswens is dat het XIS ondersteuning biedt bij het wijzigen van medicatie contra-indicaties, zodat de vastlegger geen dubbele informatie in hoeft te voeren door middel van een koppeltabel tussen aandoening/diagnose/verrichting/kenmerk van de patiënt en medicatie contra-indicaties.*
*De ondersteuning bij registratie middels koppeling is een punt voor doorontwikkeling. |
Sectorspecifiek: De precieze wensen en behoeften voor koppeling dienen binnen de eigen sector te worden uitgewerkt.
Voor geneesmiddelovergevoeligheden is deze behoefte tot koppeling er niet. | |
CiO16 | Wijzigen CiO | Enkel wijzigingen in medicatie contra-indicaties en geneesmiddelovergevoeligheden die 1) door of in opdracht van een voorschrijver of verstrekker uitgevoerd zijn of 2) door een voorschrijver of verstrekker geaccordeerd zijn, worden uitgewisseld in de keten, | omdat zowel het registreren, wijzigen als afsluiten van een CiO is voorbehouden aan voorschrijvers of verstrekkers, omdat dit effect heeft op de medicatiebewaking. Deze afspraak maakt daarnaast het handelen in opdracht van een voorschrijver of verstrekker mogelijk. | Nee |
|
Nee | Specifieke behoeften met betrekking tot het handelen in opdracht van een voorschrijver of verstrekker dienen op zorgaanbiederniveau te worden afgestemd. | ||
CiO17a | Medicatiebewaking | De voorschrijver of verstrekker | die een medicatie contra-indicatie of geneesmiddelovergevoeligheid accordeert* is ook verantwoordelijk om direct de medicatiebewaking van de hieraan gerelateerde medicatie af te handelen en indien relevant de patiënt/cliënt te informeren. Op basis van professionele inschatting en/of zorgprocesafspraken kan de voorschrijver of verstrekker besluiten de medicatiebewaking op een later moment af te handelen of de patiënt/cliënt (nog) niet te informeren,
*Onder accorderen valt ook het zelf registreren/wijzigen/afsluiten door een voorschrijver of verstrekker of het registreren/wijzigen/afsluiten in opdracht van een voorschrijver of verstrekker. |
zodat het accorderen* van de medicatie contra-indicatie of geneesmiddelovergevoeligheid en bijbehorende afhandeling bij dezelfde zorgverlener ligt, waardoor medicatieveiligheid gewaarborgd wordt.
Bespreken met de patiënt/cliënt omvat na afsluiten een zorgvuldige uitleg dat hier niet meer in de keten op wordt bewaakt. Waar nodig is toegespitste uitleg van de individuele situatie voor de patiënt/cliënt met in achtneming van de complexiteit die hier soms aanwezig is (bijvoorbeeld bij preferentiebeleid). Het afhandelen van de medicatiebewaking kan worden uitbesteed aan een deskundig en bekwaam persoon, zoals beschreven in besluit CiO17b. |
Ja |
|
De gebruikerswens is dat het XIS ondersteunt in het informeren van de patiënt/cliënt bij het accorderen* van een medicatie contra-indicatie of geneesmiddelovergevoeligheid. | Hoe communicatie naar de patiënt/cliënt wordt vormgegeven, ligt bij de zorgaanbieder zelf. Denk aan wie dit communiceert, wat er wordt gecommuniceerd en wanneer dit wordt gedaan. | |
CiO17b | Medicatiebewaking | De voorschrijver of verstrekker | kan de medicatiebewaking die hij moet afhandelen voor de behandeling van zijn patiënt uitbesteden aan een deskundig en bekwaam persoon, | zodat het proces efficiënt gehouden wordt en de veiligheid van de patiënt gewaarborgd wordt, maar de eindverantwoordelijkheid bij de voorschrijver of verstrekker blijft belegd. | Ja | Nee | Nee | ||
CiO18 | Signaalfunctie | Zorgverleners | die zich actief willen laten informeren over nieuwe, gewijzigde of afgesloten CiO-gegevens kunnen gebruik maken van een signaalfunctie, | zodat alle gegevens die beschikbaar zijn gesteld, kunnen worden opgehaald, zodra het signaal ontvangen is. Dit is geschikt voor zorgverleners die een actieve behandelrelatie hebben. | Ja | Nee | Nee | Totdat er meer duidelijkheid is over welke differentiaties de signaalfunctie kent en hoe de signaalfunctie voor CiO gaat werken, is deze afspraak een openstaand punt richting de aanvullende beproeving CiO. |
Waar wordt gesproken over een "zorgverlener" wordt daarmee bedoeld een beroepsbeoefenaar zoals beschreven in de Autorisatierichtlijn Medicatieveiligheid.
2.2 Voorstel contra-indicatie
Onderstaande tabel geeft de besluiten vanuit de kernteams CiO en de gebruikerseisen en -wensen weer voor het werkproces met betrekking tot het voorstel contra-indicatie (VCI). Een VCI is een voorstelbericht waarmee een zorgverlener aan een andere zorgverlener kan vragen om bevestiging indien er vermoeden is van een medicatie contra-indicatie, maar onvoldoende informatie om deze vast te stellen. Het betreft een aanvullende functionaliteit in de informatiestandaard CiO waar eveneens aanvullende zorgprocesafspraken over zijn opgesteld.
De behoefte voor het gebruik van een VCI is met name groot voor de sectoren openbare farmacie en huisartsenzorg. Op dit moment worden in het apothekerssysteem contra-indicaties geregistreerd die afgeleid zijn uit voorgeschreven medicatie. Deze werkwijze zorgt voor vervuiling van informatiesystemen, omdat er niet altijd overleg tussen de apotheker en de voorschrijver plaatsvindt om de afgeleide contra-indicatie te verifiëren alvorens deze geregistreerd wordt. Daardoor worden er onterecht medicatie contra-indicaties bij de patiënt geregistreerd. In de toekomst is het registreren van een afgeleide contra-indicatie niet meer toegestaan (zie CiO8). Een VCI zal het proces van bevestiging door de voorschrijver gedigitaliseerd laten plaatsvinden, waardoor er geen onjuiste informatie wordt geregistreerd.
Een VCI in de context van de openbare farmacie en huisartsenzorg heeft als doel dat een apotheker in het geval van twijfel een voorstelbericht kan versturen naar de huisarts, waarmee om bevestiging wordt gevraagd van de vermoede medicatie contra-indicatie. De huisarts kan vervolgens beoordelen of de voorgestelde medicatie contra-indicatie wel of niet geregistreerd dient te worden in het dossier van de patiënt. Door dit proces te digitaliseren, wordt voorkomen dat zorgverleners tijdens patiëntenzorg gestoord worden en de vraag af kunnen handelen op het moment dat dat voor de zorgverlener passend is.
Bij de voorgenomen besluiten VCI gelden twee uitgangspunten:
- Het VCI zal tijdens de aanvullende beproeving CiO in eerste instantie enkel tussen de openbare apotheker en de huisarts worden beproefd, met uitzondering van de HAP en waarnemende apotheek.
- Het VCI biedt een oplossing voor het probleem van de afgeleide contra-indicatie op de korte termijn, maar de stip aan de horizon dient het meesturen van de indicatie/reden van voorschrijven met de medicatieafspraak te zijn. In de toekomst zou de medicatiebewaking kunnen plaatsvinden op de indicatie in de medicatieafspraak, waardoor het registreren van de medicatie contra-indicatie niet langer nodig is.
ID | Onderwerp | Wie (rol) | Besluit | Waarom | Werkproceseis? | Gebruikerseis? | Gebruikerswens? | Aanvullende informatie |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
CiO19 | Voorstel contra-indicatie | De apotheker | maakt bij het vermoeden van een medicatie contra-indicatie een voorstel contra-indicatie aan voor de auteur van de medicatieafspraak op basis waarvan een medicatie contra-indicatie wordt vermoed. Indien het een spoedsituatie betreft, neemt de apotheker op basis van professionele inschatting contact op met de voorschrijver, | zodat een voor een apotheker niet te verifiëren medicatie contra-indicatie ter verificatie kan worden voorgelegd aan de voorschrijver van de medicatie op basis waarvan een medicatie contra-indicatie wordt vermoed. | Ja |
|
Nee | |
CiO20 | Accorderen voorstel contra-indicatie | De voorschrijver | registreert bij accorderen van het voorstel contra-indicatie direct de medicatie contra-indicatie. In principe is de registratie van de medicatie contra-indicatie voldoende en hoeft er niet ook nog een antwoord voorstel contra-indicatie te worden verzonden naar de apotheker die het voorstel contra-indicatie heeft gestuurd,
Na registratie is de voorschrijver verantwoordelijk om de medicatiebewaking af te handelen of dit uit te besteden aan een deskundig en bekwaam persoon (zie CiO17a en CiO17b). |
omdat het erom gaat dat de voorgestelde medicatie contra-indicatie wordt geregistreerd wanneer deze van toepassing is op de patiënt. | Ja |
|
Nee | *De kolom gebruikerseisen geeft functionele behoeften van zorgverleners weer bij dit besluit. De technische uitwerking volgt in de expertgroep en werkstroom CiO.
Deze afspraak dient mogelijk aangepast te worden op het moment dat de technische uitwerking in de informatiestandaard bepaald is. |
CiO21 | Antwoord voorstel contra-indicatie | De voorschrijver | stuurt bij het afwijzen van het voorstel contra-indicatie een antwoord voorstel contra-indicatie met de reden van afwijzen naar de apotheker die het voorstel contra-indicatie heeft gestuurd, | zodat het voor de apotheker die het voorstel contra-indicatie heeft gestuurd inzichtelijk is dat het voorstel contra-indicatie niet geaccordeerd is en waarom niet. | Ja |
|
Nee | |
CiO22 | Afhandelen voorstel contra-indicatie | De voorschrijver | handelt een voorstel contra-indicatie zoveel mogelijk dezelfde werkdag, uiterlijk de eerstvolgende werkdag, af, tenzij de voorschrijver op basis van professionele inschatting vindt dat hier op een verantwoorde manier meer tijd voor nodig is, | zodat het voorstel contra-indicatie binnen afzienbare tijd wordt afgehandeld en de zorgverleners beschikken over de meest actuele CiO-gegevens. | Ja | Nee | Nee | De termijn waarbinnen een voorstel contra-indicatie moet worden afgehandeld, is in lijn met die voor een VVV en VMA. |
3 Mutatielog
Datum | Onderwerp | ID | Mutatie |
---|---|---|---|
25-06-2024 | N.v.t. | Alle | Na het vaststellen van de besluiten kernteams CiO zijn de besluiten opnieuw genummerd. Links staat het voormalige nummer van het besluit, rechts wat het nieuwe nummer van het besluit is geworden:
|
Raadplegen | CiO1 | Naar aanleiding van de achterbanraadpleging 3 in mei/juni 2024 en het kernteam op 24/06 is besloten om de eis “Een andere eis is dat na het raadplegen direct op de geraadpleegde gegevens wordt bewaakt” te laten vervallen. Naast dat het inbouwen hiervan veel moeite zou kusten voor leveranciers voor een minimaal extra voordeel, lijkt dit niet nodig vanwege CiO10: degene die registreert/wijzigt/afsluit handelt de medicatiebewaking af. Het is ongewenst om dubbel werk te doen in de keten. | |
Opnemen | CiO27b | Naar aanleiding van de achterbanraadpleging 3 in mei/juni 2024 en het kernteam op 24/06 is besloten om de afspraak en bijbehorende gebruikerseis te herformuleren om te verduidelijken dat als iets na raadplegen, maar alvorens opname in het eigen XIS, kan worden aangevuld of afgesloten omdat de informatie incompleet of niet op de patiënt van toepassing is, dit direct gedaan dient te worden. | |
Voorstel contra-indicatie | CiO30 | Naar aanleiding van de achterbanraadpleging 3 in mei/juni 2024 is “en kan het voorstel contra-indicatie koppelen aan de medicatieafspraak” uit de afspraak verwijderd. Dit is een functionaliteit die vanuit de informatiestandaard wordt gefaciliteerd en hoeft daarom niet in de afspraak te staan. | |
18-06-2024 | Medicatiebewaking | CiO10 | Naar aanleiding van de achterbanraadpleging 3 in mei/juni 2024 is aan het besluit toegevoegd: “Op basis van professionele inschatting en/of zorgprocesafspraken kan de voorschrijver of verstrekker besluiten de medicatiebewaking op een later moment af te handelen of de patiënt/cliënt (nog) niet te informeren.” Dit om te verduidelijken waar op basis van professionele inschatting en/of zorgprocesafspraken van kan worden afgeweken. “Hiervan” was te onduidelijk. |
Afsluiten geneesmiddelovergevoeligheid | CiO21 | Naar aanleiding van de achterbanraadpleging 3 in mei/juni 2024 is in de gebruikerseis “een melding geeft met de tekst” vervangen door “de volgende tekst weergeeft”, om leveranciers de vrijheid te geven in hoe die tekst wordt weergegeven. | |
15-05-2024 | Registratie/wijzigen/afsluiten CiO | CiO12 CiO29 CiOY | In voorbereidingsgroep 16 op 13/05 is opgehaald dat een niet-voorschrijver of –verstrekker een zorgverlener kan mandateren om onder zijn/haar naam te registreren/wijzigen/afsluiten in de keten (= handelen in opdracht van, ook wel bekend als de verlengde arm constructie). De voorschrijver of verstrekker blijft verantwoordelijk. In die gevallen is er geen akkoord van de voorschrijver of verstrekker nodig en mag de zorgverlener die geen voorschrijver of verstrekker is zelfstandig registreren/wijzigen/afsluiten en dit beschikbaar stellen aan de keten. Daarnaast is het ook mogelijk dat een niet-gemandateerd zorgverlener iets registreert/wijzigt/afsluit. In dat geval is het wel wenselijk om dit te laten accorderen door een voorschrijver of verstrekker. Deze besluiten, de “waarom” en de bijbehorende gebruikerseisen zijn aangepast op basis van deze informatie. Tot slot wordt in deze besluiten niet langer gesproken van de “verlengde arm constructie”, maar van “handelen in opdracht van”, om in lijn te blijven met de wet BIG. |
Medicatiebewaking | CiO10a CiO10b | Naar aanleiding van voorbereidingsgroep 16 op 13/05 zijn CiO10a en b samengevoegd. Daartoe is er een gebruikerseis toegevoegd die stelt dat de medicatiebewakingsmodule altijd moet starten, maar dat de medicatiebewakingssignalen op de werklijst van de zorgverlener moeten komen die deze mag afhandelen volgens de geldende zorgprocesafspraken binnen de zorgaanbieder. | |
Voorstel contra-indicatie | CiO30 CiO31 | Naar aanleiding van voorbereidingsgroep 16 op 13/05 zijn CiO30 (je stuurt VCI naar een voorschrijver) en CiO31 (je kunt de VCI koppelen aan de MA en sturen naar de voorschrijver van de medicatie) samengevoegd in CiO30, omdat medicatie contra-indicaties niet afgeleid uit medicatie met de patiënt kunnen worden geverifieerd en om het proces VCI te richten op enkel medicatie. In de gebruikerseis is bij de eerste eis “het systeem” verandert in “het AIS”, omdat deze eis specifiek geldt voor AIS-leveranciers. De eis is hier wel opgenomen, omdat deze belangrijk is in het proces van de VCI. | |
Voorstel contra-indicatie | CiO32 | Naar aanleiding van voorbereidingsgroep 16 op 13/05 is het onderwerp van de afspraak gewijzigd van “Antwoord voorstel contra-indicatie" naar “Accorderen voorstel contra-indicatie", omdat dit beter past bij het besluit. Daarnaast is ook de “waarom” herschreven om deze beter passend te maken bij het besluit. Tot slot zijn functionele behoeften van zorgverleners opgenomen in de kolom “gebruikerseisen”. De technische uitwerking van deze behoeften volgt nog in de expertgroep en werkstroom CiO. Dit is eveneens weergegeven in de kolom “Aanvullende informatie”. | |
Voorstel contra-indicatie | CiO33 | Naar aanleiding van voorbereidingsgroep 16 op 13/05 is in het besluit expliciet benoemd “een antwoord voorstel contra-indicatie met de reden van afwijzen”. Daarnaast is de tweede gebruikerseis aangepast, omdat het automatisch verdwijnen van het verstuurde voorstel contra-indicatie van de werklijst van de apotheker ongewenst is. De apotheker wil op basis van de gepushte afwijzing in het dossier verwerken waarom de medicatie contra-indicatie niet geregistreerd is, zodat het versturen van een voorstel contra-indicatie op basis van dezelfde medicatie wordt voorkomen. | |
Signaalfunctie | CiO35 | Naar aanleiding van voorbereidingsgroep 16 op 13/05 is de eis verwijderd bij de afspraak over de signaalfunctie, omdat eerst beter in kaart gebracht dient te worden welke differentiaties de signaalfunctie kent en hoe de signaalfunctie voor CiO gaat werken. Dit is ook in de kolom “aanvullende informatie” toegevoegd. | |
07-05-2024 | Voorstel contra-indicatie | CiO30 t/m CiO34 | De afspraken Voorstel contra-indicatie (VCI) zijn toegevoegd aan het overzicht van voorgenomen besluiten, nadat tijdens de voorbereidingsgroep op 29 april 2024 is besloten dat VCI binnen scope blijft. |
02-04-2024 | Opnemen | CiO27 | Aangepast op basis van kruisbestuiving met leveranciers. CiO27 is opgesplitst in CiO27a en CiO27b. Handmatig opnemen in het eigen dossier (27a) is belangrijk i.v.m. Europese regelgeving. Daarnaast, in het kader van samen werken aan een actueel overzicht in de keten, moeten niet kloppende CiO-gegevens direct worden afgehandeld na raadplegen (27b). Tot slot is besloten dat “vastleggen” geen passende term is. In plaats daarvan is gekozen voor “opnemen in het eigen XIS”. |
Medicatiebewaking | CiO10 CiO18 | Aangepast op basis van kruisbestuiving met leveranciers. CiO10 en CiO18 zijn samengevoegd, omdat deze beide gingen over medicatiebewaking. Hierbij is CiO18 komen te vervallen. Wel is er een opsplitsing in CiO10a en CiO10b ter uitwerking van de verlengde arm constructie bij het afhandelen van de medicatiebewaking. | |
29-02-2024 | Registratie medicatie contra-indicatie | CiO13a | Deze afspraak is aangevuld met een * achter “kenmerk”, waarbij staat vermeld: *hieronder vallen o.a. kenmerken vastgesteld op basis van een laboratoriumresultaat. Deze aanpassing is gedaan op basis van afstemming met projectteam Lab2Zorg. |
31-01-2024 | Raadplegen | CiO1 | Aangepast op basis van achterbanraadpleging 2. Afspraken worden infrastructuuronafhankelijk opgesteld. “LSP” is vervangen door “infrastructuur” in de waarom en de gebruikerseis. |
Raadplegen | CiO3 | Aangepast op basis van achterbanraadpleging 2. Afspraken worden infrastructuuronafhankelijk opgesteld. “LSP” is weggehaald uit de gebruikerseis. | |
Verificatie | CiO4a | Aangepast op basis van achterbanraadpleging 2. “zelf verantwoordelijk” is veranderd in “eindverantwoordelijk” in het besluit, omdat uitbesteden mogelijk is. | |
Verificatie | CiO4b | Aangepast op basis van achterbanraadpleging 2. Het besluit is aangevuld met “van CiO-gegevens”. | |
Verificatie | CiO4d | Aangepast op basis van achterbanraadpleging 2. “verantwoordelijk” is veranderd in “eindverantwoordelijk” in het besluit, omdat uitbesteden mogelijk is. | |
Onderdrukken | CiO28 | Aangepast op basis van achterbanraadpleging 2. Om eenduidige terminologie te gebruiken is “een praktijk/zorginstelling/afdeling” vervangen door “een zorgaanbieder of afdeling daarbinnen”. Daarnaast is “op basis van professionele inschatting” toegevoegd aan het besluit. | |
Registratie geneesmiddelovergevoeligheid | CiO9 | Aangepast op basis van achterbanraadpleging 2. Om één lijn te trekken in de formulering van besluiten is CiO9 opgesplitst in 9a en 9b (net als dat CiO13 uit a en b bestaat). In CiO9a is “als eerste” aan het besluit toegevoegd, zodat de laatste zin “wanneer deze nog niet is geregistreerd” kon worden verwijderd. Deze formulering is in lijn met CiO13a. | |
Registratie medicatie contra-indicatie | CiO14 | Aangepast op basis van achterbanraadpleging 2. De tekst achter de asterix is aangepast om te verduidelijken dat opschoningsafspraken moeten worden gemaakt over bewezen incorrecte registratie van afgeleide contra-indicaties. De tekst is tevens verplaatst naar de kolom "Aanvullende informatie". | |
Registratie CiO | CiO12 | Aangepast op basis van achterbanraadpleging 2. Er was wat onduidelijkheid over waarom deze afspraak nodig is. Daarom is aan de waarom toegevoegd: “Deze afspraak maakt daarnaast verlengde arm constructies mogelijk.” | |
Medicatiebewaking | CiO10 | Aangepast op basis van achterbanraadpleging 2 en het kernteam op 5 februari 2024. Aan het besluit is de zin “Op basis van professionele inschatting en/of beleidsafspraken kan hiervan worden afgeweken,” toegevoegd, omdat uit de achterbanraadpleging en het kernteam naar voren kwam dat “direct” niet altijd mogelijk is. | |
Afsluiten geneesmiddelovergevoeligheid | CiO21 | Aangepast op basis van achterbanraadpleging 2. De tekst achter de asterix is aangepast om te verduidelijken dat deze melding op termijn kan komen te vervallen. Daarnaast is n.a.v. het kernteam van 5 februari 2024 aangepast dat afsluiten kan wanneer de registratie voor niemand in de keten meer relevant is om op te bewaken, naar “mits aangetoond is óf op basis van professionele inschatting te verwachten is dat deze voor alle andere zorgverleners die betrokken zijn bij deze patiënt niet langer relevant is om op te bewaken.” | |
Afsluiten medicatie contra-indicatie | CiO22 | Aangepast op basis van achterbanraadpleging 2. Om één lijn te trekken in de formulering van besluiten is CiO-22 opgesplitst in twee aparte afspraken (CiO22 en CiOX). Dit om in lijn te zijn met de formulering van de afspraken over afsluiten geneesmiddelovergevoeligheid (CiO21 en CiO20). Daarnaast is n.a.v. het kernteam van 5 februari 2024 in CiO22 aangepast dat afsluiten kan wanneer de registratie voor niemand in de keten meer relevant is om op te bewaken, naar “mits aangetoond is óf op basis van professionele inschatting te verwachten is dat deze voor alle andere zorgverleners die betrokken zijn bij deze patiënt niet langer relevant is om op te bewaken.” | |
Afsluiten CiO | CiO29 | Aangepast op basis van achterbanraadpleging 2. Er was wat onduidelijkheid over waarom deze afspraak nodig is. Daarom is aan de waarom toegevoegd: “Deze afspraak maakt daarnaast verlengde arm constructies mogelijk.” | |
Wijzigen CiO | CiO17 | Aangepast op basis van achterbanraadpleging 2. Om één lijn te trekken in de formulering van besluiten is CiO17 opgesplitst in twee aparte afspraken (CiO17 en CiOY). Dit om in lijn te zijn met de formulering van de afspraken over afsluiten CiO. | |
Wijzigen CiO | CiOY | Aangepast op basis van achterbanraadpleging 2. Er was wat onduidelijkheid over waarom deze afspraak nodig is. Daarom is aan de waarom toegevoegd: “Deze afspraak maakt daarnaast verlengde arm constructies mogelijk.” | |
Medicatiebewaking | CiO18 | Aangepast op basis van achterbanraadpleging 2 en het kernteam op 5 februari 2024. Aan het besluit is de zin “Op basis van professionele inschatting en/of beleidsafspraken kan hiervan worden afgeweken,” toegevoegd, omdat uit de achterbanraadpleging en het kernteam naar voren kwam dat “direct” niet altijd mogelijk is. | |
Registratie/wijzigen/afsluiten CiO | CiO12 CiO29 CiO17 | Aangepast op basis van achterbanraadpleging 2. Het woord “beoordeeld” is vervangen door “geaccordeerd”. | |
Opnemen | CiO27 | “na verificatie” is uit de afspraak gehaald. Zorgverleners hebben meermaals aangegeven dat het tot op zekere hoogte een eigen keuze is of je eerst verifieert en daarna vastlegt of andersom. Vastleggen hoeft dus niet per definitie na verificatie plaats te vinden. Aan de inhoud van het besluit doet dit niks af: je moet geraadpleegde gegevens vastleggen, of dat nou voor of na verificatie gebeurt. | |
N.v.t. | Alle | Aangepast op basis van achterbanraadpleging 2. Waar nog “systeem” stond, is dit vervangen door “XIS”. |