Praktijkvoorbeelden functioneel ontwerp MP9
Er zijn concrete praktijksituaties beschreven voor de verschillende deelprocessen. De praktijksituaties zijn in een groot aantal gevallen ontleend aan de huisartsenpraktijk maar zijn illustratief voor vergelijkbare situaties in een andere setting. Verschillende van deze concrete praktijksituaties zijn voorzien van een visualisatie. Deze visualisatie toont de zorgverleners en bouwstenen die betrokken zijn bij de situatie. Wijzigingen in bouwstenen of nieuwe bouwstenen worden weergegeven in de tijd.
Legenda visualisatie
Praktijkvoorbeelden Voorschrijven
Praktijkvoorbeelden Ter hand stellen
Praktijkvoorbeelden Gebruiken
Praktijkvoorbeelden Toedienen
Praktijkvoorbeelden Medicatieverificatie
Praktijkvoorbeelden GDS
Praktijkvoorbeelden
Inhoud
- 1 Medicatie voor bepaalde duur
- 2 Medicatie voor onbepaalde duur
- 3 ‘Zo nodig’ medicatie
- 4 Kuur met start in de toekomst
- 5 Medicatie voor eenmalig gebruik
- 6 Dosering met minimum tussenpauze tussen innamemomenten
- 7 Twee doseringen van hetzelfde geneesmiddel tegelijkertijd
- 8 Hetzelfde geneesmiddel met verschillende sterkte tegelijkertijd
- 9 Nieuwe medicatieafspraak, geen verstrekkingsverzoek
- 10 Verlaging dosering, geen verstrekkingsverzoek
- 11 Verhoging dosering, geen verstrekkingsverzoek
- 12 Nieuw verstrekkingsverzoek onder bestaande medicatieafspraak van andere voorschrijver
- 13 Verstrekkingsverzoek met aantal herhalingen
- 14 Niet verstrekken voor bepaalde datum
- 15 Recept niet meer nodig na eerste verstrekkingsverzoek
- 16 Stoppen van medicatie
- 17 Stoppen van medicatie zonder medicatieafspraak
- 18 Medicatie onderbreken en hervatten
- 19 Medicatie onderbreken voor een ingreep
- 20 Annuleren eerder verstuurd voorschrift
- 21 Wijzigen van andermans medicatieafspraak
- 22 Wijzigen van andermans medicatieafspraak door niet-voorschrijver met gedelegeerde verantwoordelijkheid
- 23 Starten met medicatie vóór opname
- 24 Twee medicatieafspraken in één medicamenteuze behandeling
- 25 Onterecht openstaande medicatie of 'weeskinderen'
- 26 Samenvoegen bouwstenen onder één medicamenteuze behandeling
- 27 Nierfunctiewaarde meesturen met nieuw voorschrift
- 28 Nierfunctiewaarde reden voor wijziging dosering
- 29 Bepaling nierfunctiewaarde nodig vanwege type geneesmiddel
- 30 Opstarten wisselend doseerschema
- 31 Tussentijds wijzigen wisselend doseerschema
- 32 Stoppen medicatie met een wisselend doseerschema
- 33 Papieren recept - niet meer toegestaan
- 34 Eigen artikelen (90 miljoen nummers)
- 35 Nieuwe medicatieafspraak met verstrekking van zelfde product
- 36 Nieuwe medicatieafspraak met afwijkende toedieningsafspraak
- 37 Voorstel medicatieafspraak aan voorschrijver voor aanpassing dosering
- 38 Voorstel medicatieafspraak aan voorschrijver voor tijdelijk stoppen met medicatie
- 39 Voorstel medicatieafspraak aan voorschrijver voor toevoegen ander geneesmiddel
- 40 Medicatie voor langere tijd met herhalingen in verstrekkingsverzoek
- 41 Medicatie voor langere tijd, verstrekker maakt deelverstrekkingen
- 42 Aanschrijfdatum bij meerdere deelverstrekkingen
- 43 Patiënt vraagt herhaalrecept via voorschrijver
- 44 Patiënt vraagt herhaalrecept via verstrekker
- 45 Proactief herhaalrecept door verstrekker
- 46 Verstrekking grotere hoeveelheid dan voorgeschreven
- 47 Verstrekking kleinere hoeveelheid dan voorgeschreven
- 48 Opstarten van GDS
- 49 Medicatie toevoegen aan GDS
- 50 GDS-leverancier levert ander handelsproduct
- 51 Verstrekker wijzigt van handelsproduct
- 52 Parallelle toedieningsafspraken bij GDS- en niet-GDS-verstrekking
- 53 Parallelle toedieningsafspraken waarvan één gewijzigd wordt
- 54 Verstrekken onder andermans toedieningsafspraak
- 55 Wijzigen van andermans toedieningsafspraak
- 56 Verhogen dosering GDS-medicatie in nieuwe MBH
- 57 Verhogen dosering GDS-medicatie in zelfde MBH
- 58 Verhogen dosering GDS-medicatie met verschillende toedientijden
- 59 Verlagen dosering GDS-medicatie in nieuwe MBH
- 60 Verlagen dosering GDS-medicatie in zelfde MBH
- 61 Wijzigen van GDS-medicatie naar ‘zo nodig’-medicatie
- 62 Wijzigen van GDS-medicatie naar deels GDS- en deels ‘zo nodig’-medicatie
- 63 Toedienen gewijzigde hoeveelheid tabletten
- 64 Corrigeren van toediening
- 65 Corrigeren van toediening na uitspugen tablet door patiënt
- 66 Toediening niet gegeven
- 67 Opschorten van toediening
- 68 Aparte MTD’s vastleggen per PrikPlakLocatie
- 69 Verlagen dosering op initiatief patiënt
- 70 Stoppen medicatie op initiatief patiënt
- 71 Patiënt vraagt herhaalmedicatie aan voorschrijver via Voorstel Verstrekkingsverzoek
- 72 Medicatie wordt gebruikt volgens afspraak
- 73 Medicatie wordt gebruikt volgens afspraak en patiënt is van plan dit te blijven doen
- 74 Medicatie wordt gebruikt maar niet volgens afspraak
- 75 Medicatie wordt niet gebruikt en dat is niet volgens afspraak
- 76 Medicatie wordt niet gebruikt en dat is ook volgens afspraak
- 77 Medicatie wordt na de Gebruiksperiode niet gebruikt en dat is ook volgens afspraak
- 78 Medicatie wordt in de Gebruiksperiode niet gebruikt en dat is ook volgens afspraak
- 79 Medicatie wordt gebruikt maar onbekend of dit volgens afspraak is
- 80 Corrigeren onterecht openstaande medicatie (‘weeskind’) tijdens medicatieverificatie
1 Medicatie voor bepaalde duur
De huisarts schrijft aan een patiënte een kuur tegen een urineweginfectie voor. Op 27 januari is afgesproken:
- MA: nitrofurantoïne capsule mga 100 mg, 2x daags 1 capsule, vanaf heden gedurende 5 dagen
Hij legt deze MA vast in zijn informatiesysteem en maakt een VV aan:
- VV: nitrofurantoïne capsule mga 100 mg; 10 stuks
2 Medicatie voor onbepaalde duur
De huisarts spreekt met een patiënt met hypertensie af om een diureticum doorlopend te gaan gebruiken. Op 30 maart is afgesproken:
- MA: hydrochloorthiazide tablet 12,5 mg, 1x daags 1 tablet; vanaf heden
De huisarts laat de eindDatumTijd open; hiermee is duidelijk dat het een MA voor onbepaalde duur is. Hij maakt daarbij een VV aan voor 90 stuks.
3 ‘Zo nodig’ medicatie
De huisarts heeft bij een patiënt migraine vastgesteld en schrijft daarom rizatriptan voor:
- MA: rizatriptan tablet 10 mg, zo nodig 1x daags 1 tablet onder de tong.
In data-element ZoNodig.Criterium van de MA legt hij vast 'Eerste tablet bij eerstvolgende duidelijke migraineaanval' . De huisarts maakt ook een VV aan:
- VV: rizatriptan orodisp tablet 10 mg; 6 tabletten
4 Kuur met start in de toekomst
Een patiënt heeft zo nu en dan erysipelas als gevolg van een eerder doorgemaakte trombose in het been. Erysipelas is een ernstige infectie die zo snel mogelijk bestreden moet worden. De huisarts schrijft daarom een antibioticumkuur voor waar de patiënt meteen mee kan beginnen zodra de erysipelas weer optreedt:
- MA: flucloxacilline capsule 500 mg, 4x daags 1 capsule, gedurende 10 dagen.
In het data-element Gebruiksperiode.Criterium van de MA legt zij vast: 'Start bij recidief' . De huisarts maakt ook een VV aan:
- VV: flucloxacilline 500 mg capsules; 40 stuks
Als de patiënt een aanval van erysipelas heeft gehad en de Gebruiksperiode dus bekend is, maakt de voorschrijver een stop-MA aan met daarin de daadwerkelijke startDatumTijd of eindDatumTijd. Daarna kan zij een nieuwe MA aanmaken voor een eventuele volgende erysipelas.
5 Medicatie voor eenmalig gebruik
Een patiënt moet een ingreep in het ziekenhuis ondergaan en maakt zich zorgen hierover. De huisarts besluit eenmalig diazepam voor te schrijven voor gebruik op de avond voor de operatie. Ze geeft dit aan door in de Gebruiksperiode een startDatumTijd en eindDatumTijd vast te leggen.
6 Dosering met minimum tussenpauze tussen innamemomenten
Een patiënt met kanker heeft veel pijn. De specialist schrijft voor:
- MA: oxycodon tablet 5 mg, zo nodig maximaal 4x daags 1 tablet, minimaal 4 uur tussen innamemomenten
Hierbij worden zo nodig en maximaal 4x daags op de standaardmanier in de Gebruiksinstructie vastgelegd. De instructie minimaal 4 uur tussen de innamemomenten wordt in vrije tekst in AanvullendeInstructie vastgelegd.
7 Twee doseringen van hetzelfde geneesmiddel tegelijkertijd
Een patiënt met uitgezaaide prostaatkanker heeft veel pijn. De specialist schrijft op 9 oktober voor:
- MA: oxycodon tablet 10 mg, 4x daags 1 tablet en zo nodig bij pijn ’s nachts 1x daags 1 tablet.
De specialist legt dit vast in één MA met twee doseerinstructies (data-element Gebruiksinstructie.Doseerinstructie) en maakt een VV aan voor 60 tabletten oxycodon 10 mg.
8 Hetzelfde geneesmiddel met verschillende sterkte tegelijkertijd
Een patiënt met uitgezaaide prostaatkanker krijgt meer last van pijn. Hij kreeg vanaf 9 oktober oxycodon 10 mg tabletten 4x daags 1 tablet en zo nodig bij pijn 's nachts 1x daags 1 tablet. De specialist stopt op 16 oktober deze MA en schrijft nu voor:
- MA: oxycodon tablet mga 40 mg, 2x daags 1 tablet
- MA: oxycodon tablet 20 mg, zo nodig bij pijn 's nachts 1x daags 1 tablet
Zij legt dit vast in twee MA's in twee nieuwe MBH's, aangezien het op PRK-niveau verschillende geneesmiddelen zijn en ook verschillen van de eerder voorgeschreven tabletten. Bij elke MA maakt zij een VV aan.
9 Nieuwe medicatieafspraak, geen verstrekkingsverzoek
Een 50-jarige man komt bij de huisarts met rugklachten. De klachten bestaan al 3 weken en hij gebruikt hiervoor al paracetamol. De huisarts spreekt op 30 januari met de patiënt af aanvullend diclofenac te gebruiken:
- MA: diclofenac tablet 50 mg, 3x daags 1 tablet, vanaf heden gedurende 3 weken.
De patiënt geeft aan voldoende voorraad thuis te hebben van een eerdere aandoening. Er is dus geen verstrekkingsverzoek nodig.
10 Verlaging dosering, geen verstrekkingsverzoek
De huisarts schrijft op 1 januari aan zijn patiënt tramadol voor onbepaalde duur voor, wegens pijnklachten. Hij maakt daarbij een VV voor 3 maanden aan.
- MA: tramadol capsule 50 mg, 4x daags 1 capsule, vanaf 1 januari
De patiënt mag de medicatie op basis van eigen inzicht verlagen. Tijdens een volgend consult op 1 februari geeft de patiënt aan dat hij sinds 1 week voldoende heeft aan 3x daags 1 capsule. De huisarts stopt de oude afspraak en maakt een nieuwe MA met startDatumTijd 1 februari aan.
- MA: tramadol capsule 50 mg, 3x daags 1 capsule, vanaf 1 februari
Bij de nieuwe MA is niet meteen een nieuw VV nodig, de patiënt heeft nog voldoende voorraad.
11 Verhoging dosering, geen verstrekkingsverzoek
Een patiënt met astma krijgt op 10 juni beclometason voorgeschreven.
- MA 10 juni: beclometason aerosol 100 microg/dosis inh, 2x daags 1 inhalatie, vanaf 10 juni
De patiënt komt op 8 juli terug bij de longarts voor controle. De longarts constateert dat de astma onvoldoende gereguleerd is. Ze stopt de MA van 10 juni en maakt een nieuwe MA met de verhoogde dosering aan:
- MA 8 juli: beclometason aerosol 100 microg/dosis inh, 2x daags 2 inhalaties, vanaf 8 juli
Ze noteert als reden 'gebrek aan geneesmiddeleffect' in het data-element RedenWijzigenOfStaken.
De patiënt heeft nog voldoende voorraad waardoor er niet meteen een VV nodig is.
12 Nieuw verstrekkingsverzoek onder bestaande medicatieafspraak van andere voorschrijver
De internist heeft bij een patiënte hypothyreoïdie geconstateerd en schrijft haar levothyroxine voor. Na enige tijd is zij goed ingesteld op 125 microgram per dag. De internist legt dit vast in een MA.
- MA: levothyroxine tablet 125 mcg, 1x daags 1 tablet
Ze spreken af dat de patiënte over een jaar weer bij de internist op controle komt. In de tussentijd verzorgt de huisarts de herhaalmedicatie. De huisarts maakt hiervoor een VV en stuurt het VV met de bestaande MA naar de verstrekker.
13 Verstrekkingsverzoek met aantal herhalingen
De voorschrijver maakt een VV bij een MA waarin zij het data-element AantalHerhalingen invult. Hiermee geeft de voorschrijver aan dat de verstrekker additionele verstrekkingen mag doen.
De voorschrijver kan op 2 manieren vastleggen hoeveel van het geneesmiddel de verstrekker uiteindelijk mag afleveren:
Het aantal herhalingen in combinatie met de te verstrekken hoeveelheid resulteert in:
- (
AantalHerhalingen+ 1) xTeVerstrekkenHoeveelheid.
In geval van “AantalHerhalingen = 3” en “TeVerstrekkenHoeveelheid = 30 stuks”, mag de verstrekker 4 maal 30 stuks verstrekken (in totaal 120 stuks).
Er kan ook gebruik gemaakt worden van de duur van de verbruiksperiode. De te verstrekken hoeveelheid is hierbij afhankelijk van de dosering en kan berekend worden met: (AantalHerhalingen + 1) x Verbruiksperiode.tijdsDuur x Frequentie x Keerdosis.
In geval van “Dosering = 3x per dag 2 stuks”, “AantalHerhalingen = 3” en “Verbruiksperiode.tijdsDuur = 30 dagen”, mag de verstrekker 4 maal (6 stuks per dag x 30 dagen = 180 stuks) = in totaal 720 stuks verstrekken.
14 Niet verstrekken voor bepaalde datum
Een patiënt komt op 14 april bij de huisarts met symptomen die mogelijk wijzen op een luchtweginfectie. Dit kan bestreden worden met amoxicilline, maar dit middel mag pas worden gestart bij aanhoudende koorts na 72 uur en een CRP-waarde > 50 mg/L. De huisarts schrijft een recept uit voor amoxicilline en wil daarin vermelden dat het middel pas vanaf 17 april verstrekt mag worden. Dit kan niet gestructureerd in het VV worden vastgelegd, daarom voegt ze dit in vrije tekst in het data-element Toelichting toe.
15 Recept niet meer nodig na eerste verstrekkingsverzoek
Een 16-jarige vrouw meldt zich met de wens om anticonceptie te gebruiken. Na uitleg kiest zij voor de pil. De arts schrijft Microgynon 20 voor en legt uit dat ze 21 dagen 1x daags 1 tablet moet nemen, dan 7 dagen niet, en dan die cyclus telkens moet herhalen.
- MA: Microgynon 20, 1x daags 1 tablet gedurende 21 dagen, 7 dagen stoppen, cyclus hervatten
Hij vertelt dat als ze geen klachten heeft, zij de pil verder via de apotheek kan verkrijgen. Hiervoor is geen nieuw verstrekkingsverzoek nodig. Dit middel valt onder 1 van de 3 categorieën (insulines, orale anticonceptiepil en niet-orale UR-anticonceptiva) waarbij recepten voor langer dan een jaar opgesteld mogen worden. Het maakt daarbij niet uit hoe het initiële verstrekkingsverzoek is ingevuld.
Drie maanden later vraagt de vrouw bij de apotheek om nieuwe voorraad. De apotheek verstrekt het middel en stuurt een afhandeling medicatievoorschrift naar de voorschrijver.
16 Stoppen van medicatie
Een patiënt komt op 13 augustus bij de longarts voor controle van zijn astma. De patiënt heeft last van een bijwerking. Hij gebruikt op dit moment beclometason volgens de MA van 10 juni.
- MA 10 juni: beclometason aerosol 100 microg/dosis inh 2x daags 1 inhalatie, vanaf 10 juni
De longarts spreekt met de patiënt af om met dit geneesmiddel te stoppen en legt een stop-MA vast:
- stop-MA 13 augustus: beclometason aerosol 100 microg/dosis inh;
MedicatieafspraakStopType'stopgezet';eindDatumTijd13 augustus 2025;RedenWijzigenOfStaken'ongewenste reactie op medicatie en/of drugs'.
De stop-MA wordt verstuurd naar de verstrekker en beschikbaar gesteld aan medebehandelaars en patiënt.
17 Stoppen van medicatie zonder medicatieafspraak
Een patiënt heeft tijdens zijn vakantie op 13 juli diclofenac voorgeschreven gekregen tegen rugpijn en heeft daarvoor in zijn PGO een MGB vastgelegd. Aangezien er geen digitale MA bestaat is de MBH gestart met deze MGB. Na thuiskomst gaat hij op 28 juli naar de huisarts omdat hij niet weet hoelang hij dit middel mag blijven gebruiken. In overleg wordt besloten de diclofenac te stoppen. De huisarts maakt een stop-MA aan onder de MBH die met de MGB is gestart.
18 Medicatie onderbreken en hervatten
Een patiënt wordt behandeld met de cholesterolverlager simvastatine.
- MA: simvastatine tablet 40 mg, 1x daags 1 tablet
Zij komt op 7 juli bij de huisarts die voor een week claritromycine als antibioticum voorschrijft. Omdat dit een interactie geeft met simvastatine wordt gedurende die week de simvastatine onderbroken en daarna hervat.
- stop-MA: simvastatine tablet 40 mg, 1x daags 1 tablet;
MedicatieafspraakStopType'onderbroken';RedenWijzigenOfStaken'geneesmiddelinteractie' - MA: claritromycine tablet 250 mg, 2x daags 1 tablet, vanaf 7 juli gedurende 1 week
- toekomstige MA: simvastatine tablet 40 mg, 1x daags 1 tablet, vanaf 14 juli
19 Medicatie onderbreken voor een ingreep
Een 62-jarige man gebruikt acetylsalicylzuur 80 mg 1x daags 1 tablet wegens coronairlijden. Hij moet een operatie ondergaan om een darmpoliep laten verwijderen. De huisarts bespreekt met hem dat hij de acetylsalicylzuur drie dagen voor de ingreep moet stoppen en de dag na de ingreep moet hervatten. De huisarts maakt een stop-MA aan met stoptype ‘onderbroken’ en een nieuwe MA om de medicatie te hervatten na de ingreep.
De datum van de ingreep is nog niet bekend. In het data-element Gebruiksperiode.Criterium van de stop-MA geeft de huisarts daarom aan dat er 3 dagen voor de ingreep moet worden gestopt. In de nieuwe MA wordt in dit data-element aangegeven dat de medicatie 1 dag na opname hervat moet worden.
Zodra de datum van de ingreep bekend is, worden de MA’s gewijzigd naar het daadwerkelijke moment van starten en stoppen.
20 Annuleren eerder verstuurd voorschrift
Een patiënt komt 's ochtends bij de huisarts in verband met maagklachten. De huisarts schrijft pantoprazol voor en stuurt het voorschrift (MA + VV1) naar de voorkeursapotheek zoals die bij de huisarts bekend is. De patiënt belt ’s middags op. Hij is 's ochtends vergeten te melden dat hij verhuisd is en daarom de medicatie bij zijn nieuwe apotheek wil ophalen.
De huisarts stuurt de eerste apotheek opnieuw het voorschrift, waarin het VV nu de GeannuleerdIndicator bevat (MA + VV1 ‘geannuleerd’). De verstrekker weet hierdoor dat hij op dit voorschrift niet moet verstrekken. Daarna stuurt de voorschrijver een nieuw voorschrift (MA + VV2) naar de nieuwe apotheek van de patiënt.
De bijbehorende transacties zien er als volgt uit:
21 Wijzigen van andermans medicatieafspraak
Op 10 juni schrijft de huisarts lisinopril voor aan een patiënte in verband met hypertensie.
- MA 10 juni: lisinopril 20 mg, 1x daags 2 tabletten
Op 13 augustus komt de patiënte binnen op de spoedeisende hulp vanwege een val door duizeligheid. De specialist constateert hypotensie en besluit om de dosering van lisinopril te verlagen. De specialist stopt de MA van 10 juni en start een nieuwe MA met de lagere dosering.
- MA 13 augustus: lisinopril 20 mg, 1x daags 1 tablet
De specialist stuurt de stop-MA en de nieuwe MA naar de oorspronkelijke voorschrijver.
22 Wijzigen van andermans medicatieafspraak door niet-voorschrijver met gedelegeerde verantwoordelijkheid
De medisch specialist schrijft aan een patiënt met kanker niraparib voor.
- MA: niraparib 100 mg, 1x daags 3 tabletten
Voorafgaand aan de geplande eerste gift beoordeelt de ziekenhuisapotheker de labwaardes en besluit dat de dosering aangepast moet worden naar 2x daags 100 mg. In het ziekenhuis is afgesproken dat de ziekenhuisapotheker gedelegeerde voorschrijfbevoegdheid heeft (zie paragraaf 5.2). De ziekenhuisapotheker wijzigt de MA van de medisch specialist.
- MA: niraparib 100 mg, 1x daags 2 tabletten
De medisch specialist blijft wel Auteur van de MA, omdat de ziekenhuisapotheker in diens opdracht handelt.
23 Starten met medicatie vóór opname
Bij een cataractoperatie moet een patiënt 3 dagen voor de behandeling starten met nepafenac oogdruppels. Dit moet gebruikt worden tot 3 weken na de operatie.
- MA: : nepafenac oogdruppels 3 mg/ml, 1x daags 1 druppel 's morgens, gedurende 24 dagen
Als de datum van de operatie niet bekend of onzeker is, wordt in het data-element Gebruiksperiode.Criterium van de MA aangegeven dat er 3 dagen voor de operatie moet worden gestart.
24 Twee medicatieafspraken in één medicamenteuze behandeling
De huisarts schrijft aan een patiënt met constitutioneel eczeem een derde klasse corticosteroïd voor.
- MA: mometason crème 0,1%, 1x daags smeren
Dit is niet leverbaar, daarom wijzigt de verstrekker dit naar desoxymethason crème.
- TA: desoxymethason crème 0,25%, 1x daags smeren
De huisarts stuurt de patiënt door naar de dermatoloog. Deze wil de therapie wijzigen, maar het informatiesysteem van de huisarts heeft een storing. De dermatoloog heeft daarom alleen de beschikking over de TA van de verstrekker en maakt een stop-MA en nieuwe MA aan op basis van die informatie.
- MA: desoxymethason crème 0,25%, 2x daags smeren
Hierdoor ontstaan 2 parallelle MA's met verschillende PRK's in dezelfde MBH.
Zonder ingrijpen blijven deze 2 MA's bestaan. Na uitval moet een informatiesysteem daarom controleren of er wijzigingen zijn geweest. Een eventuele parallelle MA moet dan gestopt worden.
25 Onterecht openstaande medicatie of 'weeskinderen'
De specialist ziet bij het uitvoeren van medicatieverificatie dat er 2 MA's open staan voor dezelfde medicatie. Onbedoeld zijn er 2 MBH’s ontstaan, mogelijk door de hybride situatie. Als het om een MA met eindDatumTijd gaat sterft het probleem vanzelf uit en is er geen actie nodig. Hier betreft het MA's zonder eindDatumTijd, daarom besluit de specialist om de MA van de huisarts te stoppen.
26 Samenvoegen bouwstenen onder één medicamenteuze behandeling
Een patiënt gebruikt dagelijks 1 tablet propranolol 40 mg, voorgeschreven door zijn huisarts. De patiënt heeft geen toestemming gegeven voor het beschikbaar stellen van zijn medicatiegegevens. Als hij in zijn PGO zijn medicatiegebruik gaat vastleggen beschikt hij daarom niet over de MA waardoor de MGB in een nieuwe MBH wordt vastgelegd.
Na enige tijd geeft de patiënt de huisarts alsnog toestemming voor het beschikbaar stellen van zijn medicatiegegevens. De huisarts ziet nu dat er in 2 verschillende MBH's bouwstenen bestaan voor propranolol.
Het samenvoegen van de bouwstenen gaat volgens de afspraken in de Implementatiehandleiding migratie en hybride V2.0. In dit geval betekent dit dat de MA van de huisarts gestopt wordt, aangezien de MedicatiegebruikDatumTijd recenter is dan de RegistratieDatumTijd van de MA en het om hetzelfde type MBH-id gaat. De huisarts maakt een nieuwe MA aan in de MBH van de MGB.
27 Nierfunctiewaarde meesturen met nieuw voorschrift
Een patiënt krijgt voor het eerst dabigatran voorgeschreven, ter preventie van een beroerte. De patiënt heeft een verminderde nierfunctie en de voorschrijver heeft een recente nierfunctiewaarde beschikbaar. Op basis van deze nierfunctiewaarde maakt de voorschrijver een MA aan met een lagere dosering van dabigatran dan de standaarddosering.
- MA: dabigatran capsule 110 mg, 2x daags 1 capsule
De voorschrijver maakt hiervoor een VV en stuurt het voorschrift (MA + VV) met de laboratoriumuitslag nierfunctiewaarde naar de verstrekker. Dit gebeurt met de transacties Sturen medicatievoorschrift en Sturen laboratoriumresultaten.
28 Nierfunctiewaarde reden voor wijziging dosering
Een patiënt heeft op 13 januari metformine voorgeschreven gekregen.
- MA 13 jan: metformine 500 mg, 3x daags 1 tablet
De voorschrijver heeft tegelijkertijd een aanvraag voor bepaling van de nierfunctiewaarde gedaan.
Op 17 januari komt de uitslag binnen, de nierfunctie blijkt verminderd te zijn. De voorschrijver past daarom de dosering aan.
- MA 17 jan: metformine 500 mg, 2x daags 1 tablet
De voorschrijver stuurt het nieuwe voorschrift (technische stop-MA + nieuwe MA) met de laboratoriumuitslag nierfunctiewaarde naar de verstrekker. Omdat de patiënt de medicatie al had opgehaald en daardoor voldoende voorraad heeft, wordt er geen nieuw VV meegestuurd.
29 Bepaling nierfunctiewaarde nodig vanwege type geneesmiddel
Een patiënte heeft een blaasontsteking. De huisarts schrijft een kuur nitrofurantoïne voor 5 dagen voor waar de patiënte direct mee moet starten.
- MA: nitrofurantoïne capsule mga 100 mg, 2x daags 1 capsule, vanaf heden gedurende 5 dagen
Bij dit geneesmiddel moet indien bekend een nierfunctiewaarde (niet ouder dan 13 maanden) meegestuurd worden. De voorschrijver beschikt over een nierfunctiewaarde van de patiënte. Deze geeft geen reden tot aanpassing van de dosering. De voorschrijver stuurt het voorschrift (MA + VV) met de laboratoriumuitslag nierfunctiewaarde naar de verstrekker.
30 Opstarten wisselend doseerschema
De voorschrijver schrijft bij een patiënt antistollingsmedicatie voor en meldt de patiënt aan bij de trombosedienst. Hij geeft in de MA aan dat de medicatie gebruikt moet worden volgens het schema van de trombosedienst. De voorschrijver maakt een eerste WDS aan om de periode tot start van de trombosezorg te overbruggen. Na de aanmelding stelt de trombosedienst een doseerschema op dat het schema van de voorschrijver opvolgt. Vanaf dat moment stelt de trombosedienst de verdere doseerschema’s op.
31 Tussentijds wijzigen wisselend doseerschema
Een patiënt moet binnenkort een kleine ingreep ondergaan. Hij gebruikt antistollingsmedicatie en moet enkele dagen voor de ingreep hiermee stoppen. Het lopende WDS loopt tot na de dag van de ingreep. De trombosearts stopt het WDS en maakt een nieuw WDS aan met enkele 0-doseringen voor de dagen voorafgaand aan de ingreep. De MA loopt in de tussentijd gewoon door.
32 Stoppen medicatie met een wisselend doseerschema
Een patiënt van 88 heeft diverse valincidenten achter de rug en heeft regelmatig blauwe plekken. De trombosearts besluit dat het beter is om te stoppen met antistollingsmedicatie. Hij maakt daarom een stop-MA en stuurt deze naar de oorspronkelijke voorschrijver. Met de stop-MA worden ook het onderliggende WDS en de bijbehorende TA gestopt.
33 Papieren recept - niet meer toegestaan
Sinds 1 januari 2024 mogen papieren recepten niet meer gebruikt worden volgens de wegiz (Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg). Daarom is de inhoud van dit praktijkvoorbeeld verwijderd. Er zijn echter uitzonderingssituaties denkbaar waar een papieren recept toch nodig kan zijn. Voorbeelden zijn:
- buitenlandse patiënten zonder BSN
- de voorkeursapotheek van de patiënt is niet in Nederland
- netwerkstoring
Omdat er geen digitale MA beschikbaar is zal de verstrekker een TA moeten maken zonder verwijzing naar een MA.
34 Eigen artikelen (90 miljoen nummers)
Een dermatoloog schrijft voor een patiënt met eczeem een hydrocortison 1% crème in een cetomacrogol-basis voor. Dit is een veelgebruikte magistrale bereiding die niet als geregistreerd geneesmiddel beschikbaar is, maar wel via de apotheek kan worden gemaakt op basis van het FNA-recept. De dermatoloog maakt een MA aan op basis van vrije tekst, omdat er geen passend geregistreerd geneesmiddel met een Z-Index code beschikbaar is. De Productnaam luidt: “Hydrocortison 1% in cetomacrogolcrème”. Het systeem koppelt hier geen specifieke PRK of 90 miljoen nummer aan.
Na ontvangst van de MA bereidt de verstrekker de crème. Voor de verwerking in het AIS gebruikt de verstrekker een bestaand 90 miljoen-nummer, dat correspondeert met de standaardbereiding “Hydrocortison 1% in cetomacrogolcrème (FNA)”. Dit maakt correcte declaratie, etikettering en toedienregistratie mogelijk. Bij het vastleggen van de TA wordt dit 90 miljoen-nummer gebruikt.
35 Nieuwe medicatieafspraak met verstrekking van zelfde product
Een patiënte komt bij de apotheek om haar medicatie af te halen. Het gaat om een nieuwe MA voor deze patiënte.
- MA: nitrofurantoïne capsule mga 100 mg, 2x daags 1 capsule, vanaf heden gedurende 5 dagen
- VV: nitrofurantoïne capsule mga 100 mg; 10 stuks
De verstrekker kiest een product op basis van de MA en factoren als preferentiebeleid zorgverzekeraar en voorraad in de apotheek. Zij spreekt met de patiënte af hoe die de medicatie moet gebruiken. Ze legt een TA en MVE vast en verstrekt de medicatie.
- TA: Furabid capsule mga 100 mg, 2x daags 1 capsule, vanaf heden gedurende 5 dagen
- MVE: Furabid capsule mga 100 mg, 10 stuks
36 Nieuwe medicatieafspraak met afwijkende toedieningsafspraak
Een patiënte komt bij de apotheek om haar medicatie af te halen. Het gaat om een nieuwe MA voor deze patiënt.
- MA: nitrofurantoïne capsule mga 100 mg, 2x daags 1 capsule, vanaf heden gedurende 5 dagen
- VV: nitrofurantoïne capsule mga 100 mg; 10 stuks
De verstrekker kiest een ander product, bijvoorbeeld vanwege het preferentiebeleid van de zorgverzekeraar. Zij spreekt met de patiënte af hoe die de medicatie moet gebruiken. Ze legt een TA en MVE vast en verstrekt de medicatie aan de patiënte.
- TA: nitrofurantoïne MC Actavis 50 mg, 4x daags 1 capsule, vanaf heden gedurende 5 dagen.
- MVE: nitrofurantoïne MC Actavis 50 mg, 20 stuks
37 Voorstel medicatieafspraak aan voorschrijver voor aanpassing dosering
De verstrekker ontvangt voor een patiënt een MA voor gabapentine.
- MA: gabapentine tablet 600 mg, 3x daags 1 tablet
In het systeem van de apotheek is vastgelegd dat de patiënt een verlaagde nierfunctie heeft. Als de verstrekker de TA wil vastleggen verschijnt daarom een medicatiebewakingssignaal dat de maximale dosering voor deze patiënt 900 mg per dag is. De verstrekker stuurt een VMA met aaangepaste dosering naar de voorschrijver. Deze accordeert het voorstel en stuurt een nieuwe MA met de voorgestelde dosering en optioneel een AVMA terug naar de verstrekker.
38 Voorstel medicatieafspraak aan voorschrijver voor tijdelijk stoppen met medicatie
Een patiënt gebruikt simvastatine voor onbepaalde duur. Er is nu een kuur met fluconazol voor 5 dagen voorgeschreven. De verstrekker voert een TA in voor fluconazol. Er verschijnt een melding met het advies om simvastatine tijdelijk te stoppen vanwege mogelijke interactie. De verstrekker stuurt een VMA met dit voorstel naar de voorschrijver. Deze gaat akkoord met het voorstel en onderbreekt de simvastatine voor de duur van de kuur met fluconazol.
39 Voorstel medicatieafspraak aan voorschrijver voor toevoegen ander geneesmiddel
Een verstrekker voert bij een patiënte van 55 jaar een TA in voor prednison.
- TA: prednison tablet 5 mg, 1x daags 2 tabletten, vanaf heden
Er verschijnt een melding met het advies om bisfosfonaat ter preventie van osteoporose toe te voegen.
De patiënte gebruikt al calcium en vitamine D, maar nog gen bisfosfonaat. De verstrekker stuurt een VMA naar de voorschrijver voor alendroninezuur tablet 70 mg 1x per week. De voorschrijver gaat akkoord met het voorstel en stuurt een MA voor alendroninezuur.
40 Medicatie voor langere tijd met herhalingen in verstrekkingsverzoek
Een patiënt gebruikt al jaren enalapril in dezelfde dosering voor zijn hypertensie. De huisarts heeft een MA voor onbepaalde tijd aangemaakt. Ook de TA volstaat voor onbepaalde duur.
- MA: enalapril tablet 10 mg, 1x daags 1 tablet
Hij maakt elk jaar een jaarrecept.
- VV: enalapril tablet 10 mg; 90 stuks
In data-element AantalHerhalingen in het VV legt de huisarts vast dat dit 3x herhaald moet worden.
De patiënt krijgt initieel 90 stuks verstrekt. De volgende keer dat de patiënt bij de apotheek komt wordt er een verstrekking gedaan onder de bestaande afspraken, er is geen nieuw VV nodig.
41 Medicatie voor langere tijd, verstrekker maakt deelverstrekkingen
Een patiënt gebruikt al jaren enalapril in dezelfde dosering voor zijn hypertensie. De huisarts heeft een MA voor onbepaalde tijd aangemaakt. Ook de TA volstaat voor onbepaalde duur.
- MA: enalapril tablet 10 mg, 1x daags 1 tablet
Hij maakt elk jaar een jaarrecept met een VV voor een heel jaar.
- VV: enalapril tablet 10 mg; 360 stuks
De verstrekker knipt dit zelf op in 4 deelverstrekkingen. De patiënt krijgt initieel 90 stuks verstrekt. Hierna kan de patiënt nog 3x bij de apotheek een verstrekking krijgen van 90 stuks, er is geen nieuw VV nodig.
42 Aanschrijfdatum bij meerdere deelverstrekkingen
De huisarts schrijft aan een patiënt met hypertensie enalapril voor onbepaalde duur voor. De verstrekker ontvangt op 3 februari een VV en een MA met een Gebruiksperiode van een jaar. Zij maakt hiervoor een TA aan met ook een Gebruiksperiode van een jaar. De patiënt komt op 6 februari naar de apotheek om de medicatie op te halen. Er vindt een eerste medicatieverstrekking plaats onder deze TA voor een periode van 3 maanden. De MVE krijgt als AanschrijfDatum de datum waarop het voorschrift is binnengekomen en als MedicatieverstrekkingsDatumTijd de datum van uitgifte.
De tweede verstrekking wordt op basis van de bestaande MA, VV en TA uitgevoerd; er is geen nieuw voorschrift of nieuwe TA nodig. De tweede MVE krijgt een nieuwe AanschrijfDatum en MedicatieverstrekkingsDatumTijd.
43 Patiënt vraagt herhaalrecept via voorschrijver
De huisarts schrijft op 30 maart aan een patiënt bisoprolol voor als onderhoudsbehandeling voor stabiele angina pectoris.
- MA: bisoprolol tablet 5 mg, 1x daags 1 tablet, vanaf 30 maart
- VV: bisoprolol tablet 5 mg, voor 3 maanden
Als diens voorraad op is vraagt de patiënt de huisarts om herhaling van deze medicatie. De huisarts gaat akkoord en maakt een nieuw VV en stuurt deze met de bijbehorende MA naar de apotheek van de patiënt.
44 Patiënt vraagt herhaalrecept via verstrekker
De huisarts schrijft op 30 maart aan een patiënt bisoprolol voor als onderhoudsbehandeling voor stabiele angina pectoris.
- MA: bisoprolol tablet 5 mg, 1x daags 1 tablet, vanaf 30 maart
- VV: bisoprolol tablet 5 mg, voor 3 maanden
Als diens voorraad op is vraagt de patiënt de verstrekker om herhaling van deze medicatie. De verstrekker stuurt een VVV naar de voorschrijver. Deze accordeert het voorstel en stuurt een nieuw VV met bijbehorende MA (en eventueel een AVVV) naar de verstrekker.
45 Proactief herhaalrecept door verstrekker
Een patiënt heeft zich bij de apotheek gemeld voor proactief herhalen. Wanneer de patiënt nieuwe medicatie nodig heeft zal het AIS een signaal genereren. De verstrekker stuurt een VVV naar de voorschrijver. Als deze akkoord is stuurt de voorschrijver een nieuw VV met bijbehorende MA (en eventueel een AVVV) naar de verstrekker.
46 Verstrekking grotere hoeveelheid dan voorgeschreven
De huisarts schrijft bij een patiënt met maagklachten pantoprazol 1x daags 1 tablet voor 28 dagen voor en stuurt een VV naar de verstrekker voor 28 stuks. De verstrekker heeft alleen verpakkingen van 30 stuks. Daarmee blijven er twee tabletten over aan het einde van de Gebruiksperiode, maar er kan wel voldaan worden aan de medicamenteuze behandeling. Er volgt een TA voor 28 dagen. In de MVE wordt genoteerd dat er 30 stuks zijn geleverd, eventueel met toelichting waarom dit afwijkt van de TA.
47 Verstrekking kleinere hoeveelheid dan voorgeschreven
De huisarts schrijft bij een patiënt met maagklachten pantoprazol 1x daags 1 tablet voor 30 dagen voor en stuurt een VV naar de verstrekker voor 30 stuks. De verstrekker heeft alleen verpakkingen van 28 stuks en neemt daarom contact op met de voorschrijver. Er vindt een verstrekking plaatst van 28 stuks met een TA voor 28 dagen. Zowel de TA als de MVE wijken nu af van de afspraak die de patiënt met de voorschrijvende arts heeft gemaakt.
48 Opstarten van GDS
Een bejaarde patiënt krijgt op 2 januari metoprolol voorgeschreven.
- MA 2 januari: metoprolol tablet mga 100 mg (succinaat), 1x daags 1 tablet, vanaf heden
- TA 2 januari: metoprolol PCH retard 100 tablet mga 95 mg, 1x daags 1 tablet, vanaf heden
De patiënt gebruikt gebruikt zoveel verschillende geneesmiddelen dat hij geen overzicht meer heeft.
Op 6 februari spreken de voorschrijver en verstrekker af dat de patiënt zijn medicatie voortaan via GDS krijgt. Voor metoprolol ziet het proces er dan als volgt uit: om het GDS op te starten, kiest de verstrekker op 7 februari met de patiënt een deeltijd voor het middel en maakt een nieuwe TA aan. De RegistratieDatumTijd is 7 februari. Het kost enige dagen om het GDS op te starten, de startDatumTijd is daarom 11 februari.
- TA 7 februari: metoprolol PCH retard 100 tablet mga 95 mg, 1 tablet 's morgens bij ontbijt, vanaf 11 februari
De medicatie wordt vanaf 11 februari elke 2 weken in GDS verstrekt.
49 Medicatie toevoegen aan GDS
De huisarts schrijft aan een patiënt dabigatran voor ter preventie van CVA en systemische embolie bij atriumfibrilleren. De patiënt moet dat middel direct gaan gebruiken.
- MA: dabigatran etexilaat capsule 150 mg, 2x daags 1 capsule
De patiënt krijgt zijn medicatie via GDS. In het data-element AanvullendeInformatie van de MA noteert de voorschrijver 'Wijziging in GDS per direct'.
De volgende rolwissel vindt pas 5 dagen later plaats. De verstrekker overbrugt de tussenliggende periode met een losse verstrekking van het nieuwe geneesmiddel en maakt hiervoor een TA aan met als eindDatumTijd de datum van de volgende rolwissel. Ze maakt ook een TA voor de verstrekking in GDS met als startDatumTijd de datum van de volgende rolwissel.
- TA: dabigatran etexilaat CF capsule 150 mg (in strip,) 2x daags 1 capsule, vanaf heden gedurende 5 dagen
- TA: dabigatran etexilaat CF capsule 150 mg (in GDS), vanaf dag 6
50 GDS-leverancier levert ander handelsproduct
De verstrekker maakt voor een patiënt op 1 juli een TA aan voor metoprolol.
- TA1: metoprolol PCH retard 100 tablet mga 95 mg, 1x daags 1 tablet, vanaf 4 juli
De patiënt krijgt dit middel in GDS. De GDS-leverancier blijkt echter een ander handelsproduct te leveren. Doordat dit een andere HPK heeft moet de TA gewijzigd worden.
- TA2: metoprolol Sandoz retard 100 tablet mga 95 mg, 1x daags 1 tablet, vanaf 4 juli
In data-element ToedieningsafspraakRedenWijzigenOfStaken legt de verstrekker vast ‘overgang naar geneesmiddeldistributiesysteem’.
51 Verstrekker wijzigt van handelsproduct
Een patiënt gebruikt sinds 2 januari metoprolol.
- MA 2 januari: metoprolol tablet mga 100 mg (succinaat), 1x daags 1 tablet, vanaf heden
- TA 2 januari: metoprolol PCH retard 100 tablet mga 95 mg, 1x daags 1 tablet, vanaf heden
Na een half jaar is dit handelsproduct niet meer leverbaar en wordt een ander handelsproduct verstrekt. De TA moet hiervoor worden gewijzigd.
- TA 3 juli: metoprolol Sandoz retard 100 tablet mga 95 mg, 1x daags 1 tablet, vanaf heden
In data-element ToedieningsafspraakRedenWijzigenOfStaken legt de verstrekker vast 'geneesmiddel niet voorradig'.
52 Parallelle toedieningsafspraken bij GDS- en niet-GDS-verstrekking
Een patiënt slikt twee tot drie keer per dag 20 mg pantoprazol van het merk Sandoz in verband met maagklachten.
- TA: pantoprazol Sandoz tablet 20 mg, 2-3x daags 1 tablet
Na verloop van tijd wordt besloten om de medicatie van de patiënt in GDS te leveren. Voor pantoprazol betekent dit dat de vaste dosering van 2 tabletten in GDS geleverd gaat worden. Dit zijn tabletten van Teva omdat de GDS-leverancier geen pantoprazol van Sandoz levert. De derde ‘zo nodig’-tablet blijft los verstrekt worden. De verstrekker splitst de bestaande TA op in twee nieuwe TA’s, met dezelfde startDatumTijd.
- TA: pantoprazol Sandoz tablet 20 mg, zo nodig 1x daags 1 tablet
- TA GDS: pantoprazol Teva tablet 20 mg, 2x daags 1 tablet
53 Parallelle toedieningsafspraken waarvan één gewijzigd wordt
De huisarts schrijft aan een patiënt met maagklachten pantoprazol voor.
- MA: pantoprazol tablet 20 mg, 2-3x daags 1 tablet
De vaste dosering van 2 tabletten gaat in GDS en wordt door de GDS-leverancier geleverd van het merk Sandoz. De derde tablet is voor gebruik ‘zo nodig’ en wordt los verstrekt van het merk Teva. Dit resulteert in twee parallelle TA’s.
Op een bepaald moment kan de GDS-leverancier tijdelijk geen pantoprazol meer leveren. De verstrekker heeft voorraad Teva en wijzigt de TA voor de vaste dosering in GDS naar een losse verstrekking. Het stoppen van de GDS-TA heeft geen invloed op de 'zo nodig'-TA, deze loopt gewoon door.
Hiermee ontstaan twee parallelle TA’s van hetzelfde merk, die beide los verstrekt worden. Echter, de ene bevat de vaste dosering en de andere de ‘zo nodig’-dosering. Op deze manier blijven ze ook apart op de toedienlijst zichtbaar als vaste en ‘zo nodig’-dosering.
Zodra pantoprazol weer in GDS geleverd kan worden zal de verstrekker de TA voor de vaste dosering stoppen en een nieuwe TA voor levering in GDS maken.
54 Verstrekken onder andermans toedieningsafspraak
Een patiënt gebruikt olanzapine sinds hij de diagnose schizofrenie heeft gekregen.
- MA: olanzapine tablet 15 mg, 1x daags 1 tablet
Hij gaat op vakantie en merkt bij aankomst op vrijdagavond dat hij zijn medicatie vergeten is. Hij gaat naar een huisartsenpraktijk (HAP) in de buurt en vraagt om tabletten voor deze vakantieperiode. De dienstdoende arts maakt een VV aan onder de bestaande MA en stuurt deze met een kopie van die MA naar de dienstapotheek.
- VV: olanzapine tablet 15 mg; 7 stuks
De verstrekker van de dienstapotheek ziet het medicatievoorschrift en maakt een MVE aan onder de bestaande TA voor de 7 tabletten die de patiënt nodig heeft en informeert de dienstdoende arts over deze verstrekking. Daarbij stuurt de verstrekker een kopie van de oorspronkelijke TA mee.
55 Wijzigen van andermans toedieningsafspraak
Een patiënt slikt pantoprazol van het merk Sandoz in verband met maagklachten. Tijdens een vakantie merkt hij dat hij zijn medicatie vergeten is. Hij gaat naar een huisartsenpraktijk in de buurt en vraagt om tabletten voor deze vakantieperiode. De dienstdoende arts stuurt een VV aan de lokale apotheek onder de bestaande MA.
De verstrekker van de plaatselijke apotheek constateert dat zij geen voorraad pantoprazol van Sandoz hebben, maar van Teva. Hierop onderbreekt ze de huidige TA, start een nieuwe TA voor pantoprazol van Teva en maakt een MVE voor 28 tabletten aan.
De stop-TA met stoptype ‘onderbroken’ wordt naar de apotheek waar de oorspronkelijke TA vandaan komt gestuurd. Die TA moet te zijner tijd hervat worden.
56 Verhogen dosering GDS-medicatie in nieuwe MBH
Een patiënt krijgt iedere dag 1 tablet propranolol 40 mg toegediend. Dit heeft onvoldoende effect en de voorschrijver besluit de dosis te verhogen naar 80 mg 1x daags. De voorschrijver stopt de oorspronkelijke MA en legt een nieuwe MA vast. Omdat het een wijziging op PRK-niveau betreft wordt hiermee een nieuwe MBH gestart.
Echter, de patiënt heeft nog voor enkele dagen voorraad van de 40 mg-tabletten in haar GDS-rol. De verstrekker besluit om, tot de rolwissel, de GDS-medicatie aan te vullen met 1 losse tablet propranolol 40 mg.
De verstrekker legt een stop-TA en 3 nieuwe TA's vast:
- stop-TA om de oorspronkelijke TA te stoppen, als gevolg van de stop-MA.
- TA voor de oorspronkelijke dosering van 40 mg propranolol in GDS.
- TA voor de overbrugging met losse tabletten propranolol 40 mg.
- TA voor de nieuwe dosering van 80 mg propranolol in GDS.
Bij de volgende rolwissel wordt de verhoging in de GDS-rol geleverd.
57 Verhogen dosering GDS-medicatie in zelfde MBH
Een patiënt krijgt iedere dag 1 tablet propranolol 40 mg toegediend. Dit heeft onvoldoende effect en de voorschrijver besluit de dosis te verhogen naar 1x daags 2 tabletten. Er is geen sprake van een wijziging op PRK-niveau dus de voorschrijver stopt de oorspronkelijke MA en legt een nieuwe MA binnen dezelfde MBH vast.
De wijziging moet per direct ingaan. De rolwissel vindt echter pas enkele dagen later plaats.
De verstrekker besluit om, tot de rolwissel, de GDS-medicatie aan te vullen met losse tabletten propranolol 40 mg.
De verstrekker legt een stop-TA en 3 nieuwe TA’s vast:
- stop-TA om de oorspronkelijke TA te stoppen, als gevolg van de stop-MA.
- TA voor de oorspronkelijke dosering propranolol in GDS.
- TA voor de overbrugging met losse tabletten propranolol 40 mg.
- TA voor de nieuwe dosering propranolol 40 mg in GDS.
Bij de volgende rolwissel wordt de verhoging (2 tabletten per keer) in de GDS-rol geleverd.
![]()
58 Verhogen dosering GDS-medicatie met verschillende toedientijden
Een patiënt krijgt iedere dag om 8:00 u 1 tablet propranolol 40 mg toegediend. Dit heeft onvoldoende effect en de voorschrijver besluit de dosis te verhogen naar 2x daags 1 tablet, 's ochtends om 8:00 u en 's middags om 16:00 u. Er is geen sprake van een wijziging op PRK-niveau dus de stop-MA en nieuwe MA worden in dezelfde MBH vastgelegd.
De wijziging moet per direct ingaan. De rolwissel vindt echter pas enkele dagen later plaats. De verstrekker besluit om, tot de rolwissel, de GDS-medicatie aan te vullen met losse tabletten propranolol 40 mg. De tablet in de GDS-rol houdt als Toedientijd 8:00, de losse tablet krijgt Toedientijd 16:00 u.
De verstrekker legt een stop-TA en 3 nieuwe TA’s vast:
- stop-TA om de oorspronkelijke TA te stoppen, als gevolg van de stop-MA.
- TA voor de oorspronkelijke dosering propranolol in GDS met toedientijd 8:00 u.
- TA voor de overbrugging met losse tabletten propranolol 40 mg met toedientijd 16:00 u.
- TA voor de nieuwe dosering propranolol 40 mg in GDS met toedientijden 8:00 u en 16:00 u.
Bij de volgende rolwissel wordt de verhoging (2 tabletten per dag) in de GDS-rol geleverd.
![]()
59 Verlagen dosering GDS-medicatie in nieuwe MBH
Een patiënt krijgt iedere dag 1 tablet propranolol 80 mg toegediend. Dit heeft een te sterk effect en de voorschrijver besluit de dosis te verlagen naar 40 mg 1x daags. De voorschrijver stopt de oorspronkelijke MA en legt een nieuwe MA vast. Omdat het een wijziging op PRK-niveau betreft wordt hiermee een nieuwe MBH gestart.
De patiënt heeft nog voor enkele dagen voorraad van de 80 mg-tabletten in haar GDS-rol. Een toediener mag echter geen tabletten halveren. De wijziging moet per direct ingaan en kan niet wachten op de rolwissel die pas enkele dagen later plaatsvindt.
De verstrekker besluit daarom de overgebleven GDS-zakjes dezelfde dag nog te laten ophalen en te vervangen door een nieuwe GDS-rol met de 40 mg-tabletten. Zij stopt de oorspronkelijke TA en legt een nieuwe TA vast voor de nieuwe dosering.
![]()
60 Verlagen dosering GDS-medicatie in zelfde MBH
Een patiënt krijgt iedere dag 2 tabletten propranolol 40 mg toegediend. Dit heeft een te sterk effect en de voorschrijver besluit de dosis te verlagen naar 1x daags 1 tablet. Er is geen sprake van een wijziging op PRK-niveau dus de stop-MA en nieuwe MA worden in dezelfde MBH vastgelegd.
De wijziging moet per direct ingaan. De rolwissel vindt echter pas enkele dagen later plaats.
De verstrekker besluit daarom de overgebleven GDS-zakjes dezelfde dag nog te laten ophalen en tot de volgende rolwissel de tabletten los aan te leveren.
De verstrekker legt een stop-TA en 2 nieuwe TA’s vast:
- stop-TA om de oorspronkelijke TA te stoppen, als gevolg van de stop-MA.
- TA voor de overbrugging met losse tabletten propranolol 40 mg.
- TA voor de nieuwe dosering propranolol 40 mg in GDS.
Bij de volgende rolwissel wordt de verlaging in de GDS-rol geleverd.
![]()
61 Wijzigen van GDS-medicatie naar ‘zo nodig’-medicatie
De huisarts schrijft aan een patiënt temazepam voor tegen slapeloosheid door stress. De klachten nemen af dus de voorschrijver verlaagt de dosering van 1x daags 10 mg temazepam naar 10 mg temazepam ‘zo nodig’. Er is geen sprake van een wijziging op PRK-niveau dus de stop-MA en nieuwe MA worden in dezelfde MBH vastgelegd, evenals de stop-TA en nieuwe TA die het gevolg zijn van de wijziging.
De wijziging moet per direct ingaan. De rolwissel vindt echter pas enkele dagen later plaats. De verstrekker besluit daarom dat de overgebleven GDS-zakjes dezelfde dag nog moeten worden opgehaald en dat de medicatie voortaan los zal worden geleverd.
![]()
62 Wijzigen van GDS-medicatie naar deels GDS- en deels ‘zo nodig’-medicatie
De huisarts schrijft aan een patiënt diazepam 2x daags 5 mg voor wegens angstklachten. Dit heeft een te sterk effect en de voorschrijver besluit de dosis te verlagen naar diazepam 5 mg 1x daags 1 tablet plus 1 tablet ‘zo nodig’. Er is geen sprake van een wijziging op PRK-niveau dus de stop-MA en nieuwe MA worden in dezelfde MBH vastgelegd, evenals de stop-TA en nieuwe TA die het gevolg zijn van de wijziging.
De wijziging moet per direct ingaan. De rolwissel vindt echter pas enkele dagen later plaats. De verstrekker besluit daarom de overgebleven GDS-zakjes dezelfde dag nog te laten ophalen en tot de volgende rolwissel de tabletten los aan te leveren.
De verstrekker legt een stop-TA en 3 nieuwe TA’s vast:
- stop-TA om de oorspronkelijke TA te stoppen, als gevolg van de stop-MA.
- TA voor de overbrugging met losse tabletten diazepam.
- TA voor de nieuwe dosering diazepam in GDS.
- TA voor de nieuwe dosering diazepam als losse tabletten.
Bij de volgende rolwissel wordt de ‘zo nodig’-medicatie los aangeleverd en de verlaagde dosis in de GDS-rol geleverd.
![]()
63 Toedienen gewijzigde hoeveelheid tabletten
De huisarts schrijft aan een patiënte pantoprazol 40 mg, 1x daags 1 tablet voor.
- MA: pantoprazol tablet 40 mg, 1x daags 1 tablet
- TA: pantoprazol Sandoz tablet 40 mg, 1x daags 1 tablet
Na enige tijd zijn er leveringsproblemen voor pantoprazol 40 mg. De apotheek levert daarom pantoprazol 20 mg.
- TA: pantoprazol Sandoz tablet 20 mg, 1x daags 2 tabletten
De thuiszorgmedewerker ziet de nieuwe TA in het eTDR en dient 2 tabletten toe en tekent dit af.
![]()
64 Corrigeren van toediening
De huisarts schrijft aan een patiënte calcium 500 mg, 2x daags 1 tablet voor, in verband met botontkalking. De patiënte krijgt hulp van de thuiszorg bij het innemen van haar medicatie. De calciumtabletten zijn groot en patiënte heeft moeite beide tabletten in te nemen. Vandaag wil ze daarom de tweede tablet niet innemen. De thuiszorgmedewerker registreert toediening van 1 tablet, met als reden ‘toediening van medicatie geweigerd’ in MedicatietoedieningRedenVanAfwijken. Na enkele minuten neemt patiënte alsnog de tweede tablet in. De thuiszorgmedewerker corrigeert de registratie naar 2 tabletten, met als reden ‘foutieve registratie van medicatie’.
Dit kan op 2 manieren in het eTDR worden vastgelegd:
Corrigeren met negatieve ToegediendeHoeveelheid
In het eTDR worden 2 extra MTD’s vastgelegd: een met negatieve ToegediendeHoeveelheid en een met de juiste hoeveelheid.
![]()
Corrigeren met aanvullende MTD
![]()
65 Corrigeren van toediening na uitspugen tablet door patiënt
De huisarts schrijft aan een patiënte calcium 1000 mg, 1x daags 1 tablet voor, in verband met botontkalking. De patiënte krijgt hulp van de thuiszorg bij het innemen van haar medicatie. De calciumtabletten zijn groot en patiënte heeft moeite met het innemen van een tablet.
De thuiszorgmedewerker geeft patiënte 1 tablet en registreert dit in het eTDR. Even later spuugt de patiënte de tablet echter uit en het lukt niet om het haar opnieuw te geven.
De thuiszorgmedewerker corrigeert de eerdere registratie door het invoeren van een nieuwe MTD met negatieve hoeveelheid.
![]()
66 Toediening niet gegeven
Een patiënt krijgt iedere dag 1 tablet propranolol 80 mg toegediend. De patiënt heeft een lagere bloeddruk dan normaal vanwege koorts. De toediener neemt contact op met de voorschrijver. In overleg wordt besloten die dag geen propranolol toe te dienen. De toediener legt een MTD vast met '0 stuks' als ToegediendeHoeveelheid en 'lage bloeddruk door koorts' in MedicatietoedieningRedenVanAfwijken.
![]()
67 Opschorten van toediening
Een patiënt krijgt iedere dag 1 tablet calcium 1000 mg toegediend. Deze ochtend lukt het niet de tablet toe te dienen omdat de patiënt last heeft van misselijkheid. De toediener legt een MTD vast met '0 stuks' als ToegediendeHoeveelheid en 'patiënt misselijk' in MedicatietoedieningRedenVanAfwijken.
Voor calcium is geen vaste toedientijd noodzakelijk. De toediener komt op de middagronde opnieuw bij de patiënt en dit keer lukt het wel de tablet toe te dienen.
![]()
68 Aparte MTD’s vastleggen per PrikPlakLocatie
Een patiënt krijgt iedere avond 50 eenheden langwerkende insuline glargine toegediend door een thuiszorgmedewerker. Vanwege het hoge aantal eenheden moet dit in twee giften van 25 eenheden toegediend worden. De verstrekker vermeldt dit in het data-element AanvullendeInformatie in de TA.
De zorgmedewerker dient eerst 25E toe met PrikPlakLocatie ‘linkerbovenbeen’ en vervolgens 25E met PrikPlakLocatie ‘rechterbovenbeen’ en MedicatietoedieningRedenVanAfwijken ‘2 toedieningen ivm 50 eenheden’.
![]()
69 Verlagen dosering op initiatief patiënt
Een patiënt heeft propranolol voorgeschreven gekregen. De patiënt slaapt er erg slecht door, en heeft de medicatie geminderd. De patiënt legt een MGB vast met de gewijzigde dosering en de datum vanaf wanneer deze verlaagde dosis wordt genomen in startDatumTijd. Daarbij geeft de patiënt als reden aan dat dit vanwege een bijwerking is, in RedenWijzigenOfStoppenGebruik. In de Toelichting vult hij aan dat de bijwerking slapeloosheid betreft. Hij geeft aan dat het gebruik niet volgens afspraak is, wat resulteert in ‘nee’ in data-element VolgensAfspraakIndicator.
![]()
70 Stoppen medicatie op initiatief patiënt
Sinds hij propranolol gebruikt heeft een patiënt last van slapeloosheid. Op 13 augustus besluit hij te stoppen zonder de voorschrijvend arts te informeren. De patiënt legt in MedicatiegebruikStopType 'stopgezet' vast en noteert in de startDatumTijd per wanneer hij gestopt is.
In RedenWijzigenOfStoppenGebruik legt hij 'ongewenste reactie op medicatie en/of drugs' vast. In de Toelichting vult hij aan dat de bijwerking slapeloosheid betreft. Hij zet de VolgensAfspraakIndicator op 'nee'. Dit laat zien dat hij op eigen initiatief de dosering heeft verlaagd.
71 Patiënt vraagt herhaalmedicatie aan voorschrijver via Voorstel Verstrekkingsverzoek
Een patiënt gebruikt propranolol wegens hypertensie. Zijn voorraad is op en omdat hij enkele dagen in het buitenland is kan hij niet direct nieuwe medicatie halen. Hij legt een MGB vast met als MedicatiegebruikStopType 'onderbroken' en schrijft in RedenWijzigenOfStoppenGebruik ‘geen voorraad meer’.
Hij stuurt tegelijkertijd een VVV naar de voorschrijver. Als deze het voorstel accordeert wordt er een VV naar de verstrekker gestuurd. Een eventuele AVVV komt dan bij de patiënt terecht.
![]()
72 Medicatie wordt gebruikt volgens afspraak
De patiënt heeft ferrofumaraat voorgeschreven gekregen tegen bloedarmoede.
- MA: ferrofumaraat tablet 100 mg, 3x daags 1 tablet, half uur voor het eten innemen
De medicatie start op 4 juni en heeft geen einddatum. Op 10 juni registreert de huisarts het medicatiegebruik van de patiënt over de periode van 4 t/m 10 juni.
Invulling bouwsteen Medicatiegebruik:
| Data-element | Waarde |
|---|---|
| Gebruiksproduct | ferrofumaraat tablet 100 mg |
| GebruikIndicator | ja |
| VolgensAfspraakIndicator | ja |
| MedicatiegebruikStopType | leeg laten |
| startDatumTijd | 04-06-2026 |
| eindDatumTijd | 10-06-2026 |
| Doseerinstructie | conform afspraak |
73 Medicatie wordt gebruikt volgens afspraak en patiënt is van plan dit te blijven doen
De patiënt heeft ferrofumaraat voorgeschreven gekregen tegen bloedarmoede.
- MA: ferrofumaraat tablet 100 mg, 3x daags 1 tablet, half uur voor het eten innemen
De medicatie start op 4 juni en heeft geen einddatum. Op 10 juni registreert de huisarts het medicatiegebruik van de patiënt en diens voornemen om deze medicatie volgens afspraak te blijven gebruiken.
![]()
Invulling bouwsteen Medicatiegebruik:
| Data-element | Waarde |
|---|---|
| Gebruiksproduct | ferrofumaraat tablet 100 mg |
| GebruikIndicator | ja |
| VolgensAfspraakIndicator | ja |
| MedicatiegebruikStopType | leeg laten |
| startDatumTijd | 04-06-2026 |
| eindDatumTijd | leeg laten |
| Doseerinstructie | conform afspraak |
74 Medicatie wordt gebruikt maar niet volgens afspraak
De patiënt heeft ferrofumaraat voorgeschreven gekregen tegen bloedarmoede.
- MA: ferrofumaraat tablet 100 mg, 3x daags 1 tablet, half uur voor het eten innemen
De medicatie start op 4 juni 2026 en heeft geen einddatum.
Tijdens de eerste werkweek na de start vergeet de patiënt regelmatig tijdens lunchtijd de middagdosis in te nemen, omdat hij overdag veel op pad is. De ochtenden en avonden heeft hij de medicatie wel conform voorschrift ingenomen. Hij legt dit vast in een MGB.
![]()
Invulling bouwsteen Medicatiegebruik:
| Data-element | Waarde |
|---|---|
| Gebruiksproduct | ferrofumaraat tablet 100 mg |
| GebruikIndicator | ja |
| VolgensAfspraakIndicator | nee |
| MedicatiegebruikStopType | leeg laten |
| startDatumTijd | 07-06-2026 |
| eindDatumTijd | 11-06-2026 |
| Doseerinstructie | 2x daags 1 tablet |
75 Medicatie wordt niet gebruikt en dat is niet volgens afspraak
De patiënt heeft ferrofumaraat voorgeschreven gekregen tegen bloedarmoede.
- MA: ferrofumaraat tablet 100 mg, 3x daags 1 tablet, half uur voor het eten innemen
De medicatie start op 4 juni 2026 en heeft geen einddatum. Tijdens een lang weekend weg realiseert de patiënt zich dat hij de medicatie is vergeten. Bij thuiskomst registreert de patiënt dat hij in deze periode de medicatie niet heeft ingenomen.
Invulling bouwsteen Medicatiegebruik:
| Data-element | Waarde |
|---|---|
| Gebruiksproduct | ferrofumaraat tablet 100 mg |
| GebruikIndicator | nee |
| VolgensAfspraakIndicator | nee |
| MedicatiegebruikStopType | onderbroken |
| startDatumTijd | 20 juli |
| eindDatumTijd | 23 juli |
| Doseerinstructie | leeg laten |
76 Medicatie wordt niet gebruikt en dat is ook volgens afspraak
De patiënt heeft ferrofumaraat voorgeschreven gekregen tegen bloedarmoede.
- MA: ferrofumaraat tablet 100 mg, 3x daags 1 tablet, half uur voor het eten innemen
De medicatie start op 4 juni 2026.
Op 12 augustus 2026 blijkt bij controle dat er geen sprake meer is van bloedarmoede, waarop de arts besluit de medicatie te stoppen. Bij een volgend consult legt de arts tijdens medicatieverificatie vast dat de patiënt inderdaad vanaf 12 augustus is gestopt met deze medicatie.
Invulling bouwsteen Medicatiegebruik:
| Data-element | Waarde |
|---|---|
| Gebruiksproduct | ferrofumaraat tablet 100 mg |
| GebruikIndicator | Nee |
| VolgensAfspraakIndicator | Ja |
| MedicatiegebruikStopType | stopgezet (of leeg laten)* |
| startDatumTijd | 12 augustus 2026 |
| eindDatumTijd | leeg laten |
| Doseerinstructie | leeg laten |
* Bij het stoppen conform de MA/TA maakt het niet uit of het veld MedicatiegebruikStopType wel of niet wordt gevuld met de waarde ‘stopgezet’. Beide situaties worden aan de ontvangende kant correct verwerkt en betekenen hetzelfde stoptype.
Als het stoppen niet conform MA/TA plaatsvindt, dan wordt het veld MedicatiegebruikStopType wél verwacht, met de waarde ‘stopgezet’.
77 Medicatie wordt na de Gebruiksperiode niet gebruikt en dat is ook volgens afspraak
De patiënt heeft een infectie en krijgt op 1 september amoxicilline voorgeschreven. De medicatie moet zeven dagen lang worden ingenomen. De gebruiksperiode eindigt op 8 september 2026, waarna de patiënt registreert dat hij het middel niet meer gebruikt.
Invulling bouwsteen Medicatiegebruik:
| Data-element | Waarde |
|---|---|
| Gebruiksproduct | amoxicilline tablet disper 500 mg |
| GebruikIndicator | Nee |
| VolgensAfspraakIndicator | Ja |
| MedicatiegebruikStopType | stopgezet (of leeg laten)* |
| startDatumTijd | 8 september 2026 |
| eindDatumTijd | leeg laten |
| Doseerinstructie | leeg laten |
* Bij het stoppen conform de MA/TA maakt het niet uit of het veld MedicatiegebruikStopType wel of niet wordt gevuld met de waarde ‘stopgezet’. Beide situaties worden aan de ontvangende kant correct verwerkt en betekenen hetzelfde stoptype.
Als het stoppen niet conform MA/TA plaatsvindt, dan wordt het veld MedicatiegebruikStopType wél verwacht, met de waarde ‘stopgezet’.
78 Medicatie wordt in de Gebruiksperiode niet gebruikt en dat is ook volgens afspraak
De patiënt heeft last van seizoensgebonden hooikoorts en krijgt cetirizine voorgeschreven. De medicatie is bedoeld om zo nodig bij klachten in te nemen. De patiënt heeft inmiddels al drie maanden geen klachten gehad en registreert dat hij het middel gedurende die periode niet heeft gebruikt.
Invulling bouwsteen Medicatiegebruik:
| Data-element | Waarde |
|---|---|
| Gebruiksproduct | cetirizine tablet 10 mg |
| GebruikIndicator | nee |
| VolgensAfspraakIndicator | ja |
| MedicatiegebruikStopType | stopgezet of onderbroken (of leeg laten) |
| startDatumTijd | 8 augustus 2026 |
| eindDatumTijd | 8 november 2026 |
| Doseerinstructie | leeg laten |
* Bij het stoppen conform de MA/TA maakt het niet uit of het veld MedicatiegebruikStopType wel of niet wordt gevuld met de waarde ‘stopgezet’. Beide situaties worden aan de ontvangende kant correct verwerkt en betekenen hetzelfde stoptype.
Als het stoppen niet conform MA/TA plaatsvindt, dan wordt het veld MedicatiegebruikStopType wél verwacht, met de waarde ‘stopgezet’.
79 Medicatie wordt gebruikt maar onbekend of dit volgens afspraak is
De patiënt heeft griep en gebruikt tegen de spierpijn paracetamol 500 mg van de plaatselijke drogist. Hij neemt sinds vier dagen dagelijks vier tot zes tabletten en verwacht dit nog ongeveer drie dagen voort te zetten.
Op 12 augustus 2026 registreert de patiënt dit als medicatiegebruik.
Invulling bouwsteen Medicatiegebruik:
| Data-element | Waarde |
|---|---|
| Gebruiksproduct | paracetamol 500 mg |
| GebruikIndicator | ja |
| VolgensAfspraakIndicator | leeg laten |
| MedicatiegebruikStopType | leeg laten |
| startDatumTijd | 8 augustus 2026 |
| tijdsDuur | 7 dagen |
| Doseerinstructie | 4 tot 6 tabletten per dag |
80 Corrigeren onterecht openstaande medicatie (‘weeskind’) tijdens medicatieverificatie
Een patiënt is recent verhuisd. Tijdens een kennismakingsconsult met zijn nieuwe huisarts vindt medicatieverificatie plaats. De huisarts constateert dat er nog een MA openstaat voor een geneesmiddel dat de patiënt al geruime tijd niet meer gebruikt.
Deze MA blijkt per ongeluk zonder eindDatumTijd te zijn vastgelegd door de vorige huisarts van de patiënt. Hierdoor blijft diens informatiesysteem deze bouwsteen opleveren terwijl de behandeling al is beëindigd. Deze MA is daarmee een zogenoemd ‘weeskind’: een bouwsteen die onterecht actueel blijft lijken.
De nieuwe huisarts legt een stop-MA vast onder de MBH van de oorspronkelijke MA. De stop-MA wordt beschikbaar gesteld en daarnaast ook verstuurd naar de de vorige huisarts van de patiënt. Die verwerkt de stop-MA in het eigen informatiesysteem.