mp:VDraft Ontwerp medicatieproces 9 herstructureren: verschil tussen versies

Uit informatiestandaarden
Ga naar: navigatie, zoeken
(Overzichten van medicatiegegevens)
(Sturen en/of beschikbaar stellen)
 
(287 tussenliggende versies door 4 gebruikers niet weergegeven)
Regel 13: Regel 13:
  
 
=Inleiding=
 
=Inleiding=
''Dit hoofdstuk is nog in review. Onderstaande versie komt overeen met 20250423 Hoofdstuk 1 Inleiding.docx''<br><br>
+
''Dit hoofdstuk moet nog geautoriseerd worden. Onderstaande versie komt overeen met 20251031 Hoofdstuk 1 Inleiding v09 concept.docx''<br><br>
Dit document is tot stand gekomen binnen het [https://www.samenvoormedicatieoverdracht.nl/over-ons/ programma Medicatieoverdracht]. Het programma zorgt voor de implementatie van de kwaliteitsstandaard [https://www.zorginzicht.nl/kwaliteitsinstrumenten/medicatieoverdracht Richtlijn Overdracht van Medicatiegegevens in de keten] en de bijbehorende [https://nictiz.nl/standaarden/informatiestandaarden/medicatieproces/ informatiestandaard Medicatieproces]. Het doel is om bestaande knelpunten in het medicatieproces op te lossen, rekening houdend met de huidige wetgeving en de haalbaarheid van concrete resultaten binnen afzienbare termijn.
+
Dit document is onderdeel van de [https://nictiz.nl/standaarden/informatiestandaarden/medicatieproces/ informatiestandaard Medicatieproces] (MP9), ontwikkeld binnen het [https://www.samenvoormedicatieoverdracht.nl/over-ons/ programma Medicatieoverdracht].
 
Tijdens de [https://www.samenvoormedicatieoverdracht.nl/kickstart-medicatieoverdracht/ Kickstart] wordt de in de informatiestandaard beschreven werkwijze beproefd en zo nodig bijgesteld.
 
Tijdens de [https://www.samenvoormedicatieoverdracht.nl/kickstart-medicatieoverdracht/ Kickstart] wordt de in de informatiestandaard beschreven werkwijze beproefd en zo nodig bijgesteld.
  
 
==Algemeen==
 
==Algemeen==
Deze pagina beschrijft het functioneel ontwerp (FO) van de [https://nictiz.nl/standaarden/informatiestandaarden/medicatieproces/ informatiestandaard Medicatieproces]. Het beschrijft de vastlegging en uitwisseling van medicatiegegevens en licht dit toe met specifieke praktijkvoorbeelden. Dit wordt uitgelegd aan de hand van actoren (mensen en informatiesystemen) en transacties (welke informatie wordt wanneer en op welke wijze uitgewisseld).
+
Dit document beschrijft het functioneel ontwerp (FO) van de [https://nictiz.nl/standaarden/informatiestandaarden/medicatieproces/ informatiestandaard Medicatieproces]. Het beschrijft de vastlegging en uitwisseling van medicatiegegevens en licht dit toe met specifieke praktijkvoorbeelden. Dit wordt uitgelegd aan de hand van actoren (mensen en informatiesystemen) en transacties (welke informatie wordt wanneer en op welke wijze uitgewisseld).
  
 
Voor meer informatie over informatiestandaarden en hoe deze worden ontwikkeld, zie de [https://nictiz.nl/standaarden/informatiestandaarden/ Nictiz webpagina voor informatiestandaarden]. In het [https://www.nictiz.nl/standaardisatie/overzichten/begrippen/ begrippenoverzicht] op de website van Nictiz en de [https://www.samenvoormedicatieoverdracht.nl/kennisbank/begrippenlijst/ begrippenlijst] op de site van het programma Medicatieoverdracht staat uitleg van de begrippen die voorkomen in dit FO.
 
Voor meer informatie over informatiestandaarden en hoe deze worden ontwikkeld, zie de [https://nictiz.nl/standaarden/informatiestandaarden/ Nictiz webpagina voor informatiestandaarden]. In het [https://www.nictiz.nl/standaardisatie/overzichten/begrippen/ begrippenoverzicht] op de website van Nictiz en de [https://www.samenvoormedicatieoverdracht.nl/kennisbank/begrippenlijst/ begrippenlijst] op de site van het programma Medicatieoverdracht staat uitleg van de begrippen die voorkomen in dit FO.
Regel 34: Regel 34:
 
==Kaders en uitgangspunten==
 
==Kaders en uitgangspunten==
 
===Wetgeving===
 
===Wetgeving===
De overdracht van medicatiegegevens zoals in dit document beschreven voldoet aan de wet- en regelgeving. Het versturen van een medicatieafspraak gecombineerd met een verstrekkingsverzoek komt overeen met een recept zoals gedefinieerd in de Geneesmiddelenwet. Nadere uitleg hierover is te vinden in de [https://www.nen.nl/nen-7503-2022-nl-294742 NEN 7503 Gegevensuitwisseling in de zorg]. De [https://www.zorginzicht.nl/binaries/content/assets/zorginzicht/kwaliteitsinstrumenten/Kwaliteitsstandaard+Overdracht+van+medicatiegegevens+in+de+keten.pdf Richtlijn Overdracht van Medicatiegegevens in de keten] bevat ook toelichting op de wettelijke eisen aan de uitwisseling van medicatiegegevens.
+
De overdracht van medicatiegegevens zoals in dit document beschreven voldoet aan de wet- en regelgeving. Het versturen van een medicatieafspraak gecombineerd met een verstrekkingsverzoek komt overeen met een recept zoals gedefinieerd in de Geneesmiddelenwet. Nadere uitleg hierover is te vinden in de [https://www.nen.nl/nen-7503-2022-nl-294742 NEN 7503 Gegevensuitwisseling in de zorg – Elektronische verwerking en uitwisseling van gegevens voor het voorschrijven en ter hand stellen van medicatie]. De [https://www.zorginzicht.nl/binaries/content/assets/zorginzicht/kwaliteitsinstrumenten/Kwaliteitsstandaard+Overdracht+van+medicatiegegevens+in+de+keten.pdf Richtlijn Overdracht van Medicatiegegevens in de keten] bevat ook toelichting op de wettelijke eisen aan de uitwisseling van medicatiegegevens.
  
 
===Richtlijn en proces===
 
===Richtlijn en proces===
In 2020 is de herziene kwaliteitsstandaard [https://www.zorginzicht.nl/binaries/content/assets/zorginzicht/kwaliteitsinstrumenten/Kwaliteitsstandaard+Overdracht+van+medicatiegegevens+in+de+keten.pdf Richtlijn Overdracht van Medicatiegegevens in de keten] gepubliceerd door het Zorginstituut Nederland. De bijbehorende [https://www.zorginzicht.nl/binaries/content/assets/zorginzicht/kwaliteitsinstrumenten/informatieparagraaf-kwaliteitsstandaard-overdracht-van-medicatiegegevens-in-de-keten.pdf Informatieparagraaf] beschrijft globaal de vastlegging en uitwisseling van medicatiegegevens. De informatiestandaard werkt dit in detail uit.
+
In 2020 is de herziene kwaliteitsstandaard [https://www.zorginzicht.nl/binaries/content/assets/zorginzicht/kwaliteitsinstrumenten/Kwaliteitsstandaard+Overdracht+van+medicatiegegevens+in+de+keten.pdf Richtlijn Overdracht van Medicatiegegevens in de keten] gepubliceerd door het Zorginstituut Nederland. De bijbehorende [https://www.zorginzicht.nl/binaries/content/assets/zorginzicht/kwaliteitsinstrumenten/informatieparagraaf-kwaliteitsstandaard-overdracht-van-medicatiegegevens-in-de-keten.pdf Informatieparagraaf] beschrijft globaal de vastlegging en uitwisseling van medicatiegegevens. De informatiestandaard werkt dit in detail uit.<br>
Het basisproces bestaat uit de deelprocessen:
+
Het medicatieproces bestaat op hoofdlijnen uit de deelprocessen:
 
* Voorschrijven
 
* Voorschrijven
 
* Ter hand stellen
 
* Ter hand stellen
Regel 44: Regel 44:
 
* Gebruiken
 
* Gebruiken
 
Daarbij is ook het deelproces medicatieverificatie van belang.
 
Daarbij is ook het deelproces medicatieverificatie van belang.
In [[#Medicatieproces| Hoofdstuk 5 Medicatieproces]] wordt het zorgproces uitgewerkt.
+
In [[#Medicatieproces|hoofdstuk 5 Medicatieproces]] wordt het zorgproces beschreven.
  
 
===Reikwijdte informatiestandaard===
 
===Reikwijdte informatiestandaard===
De reikwijdte van de informatiestandaard beslaat de functionele beschrijvingen (dit FO) en de dataset voor alle gegevensuitwisselingen binnen alle deelprocessen in het medicatieproces in [https://decor.nictiz.nl/pub/medicatieproces/mp-html-20241118T151205/dataset.html ART-DECOR]
+
De reikwijdte van de informatiestandaard beslaat de functionele beschrijvingen (dit FO) en de dataset voor alle gegevensuitwisselingen binnen alle deelprocessen in het medicatieproces in [https://decor.nictiz.nl/pub/medicatieproces/mp-html-20250522T132618/dataset.html ART-DECOR]
  
 
==Kwalificatie==
 
==Kwalificatie==
Regel 54: Regel 54:
 
==Leeswijzer==
 
==Leeswijzer==
 
===Usecases en scenario's in dit FO===
 
===Usecases en scenario's in dit FO===
Informatiestandaarden worden bij Nictiz doorgaans beschreven aan de hand van usecases. Een usecase is een beschrijving van een praktijksituatie in de zorg die gekoppeld is aan een scenario voor uitwisseling van gegevens.<br>
+
Informatiestandaarden worden bij Nictiz doorgaans beschreven aan de hand van usecases. In die informatiestandaarden is een usecase gedefinieerd als een beschrijving van een praktijksituatie in de zorg, die gekoppeld is aan een scenario. Een scenario is een samenhangende groep transacties voor het uitwisselen van gegevens.<br>
Het FO voor MP9 behandelt de zorgbrede uitwisseling van medicatiegegevens tussen een groot aantal verschillende betrokkenen en in uiteenlopende zorgsituaties. Binnen MP9 kunnen daarom in één deelproces verschillende usecases met bijbehorende scenario’s voorkomen. Een scenario kan ook in meer dan één deelproces van toepassing zijn. Verder wordt bij MP9 veel aandacht besteed aan de vastlegging van gegevens, nog los van het uitwisselen ervan.<br>
+
Het FO voor MP9 behandelt de zorgbrede uitwisseling van medicatiegegevens tussen een groot aantal verschillende betrokkenen en in uiteenlopende zorgsituaties. Binnen MP9 kunnen daarom in één deelproces verschillende usecases met bijbehorende scenario’s voorkomen. Een scenario kan ook in meer dan één deelproces van toepassing zijn. Verder wordt bij MP9 veel aandacht besteed aan de vastlegging van gegevens, naast het uitwisselen ervan.<br>
Voor MP9 is daarom gekozen voor een iets andere indeling:
+
Voor MP9 is daarom gekozen voor een andere indeling:
* Scenario's en usecases worden beschreven in [[#Informatieoverdracht|Hoofdstuk 3 Informatieoverdracht]], onderverdeeld naar scenario. Hierbij wordt aangegeven in welke deelprocessen deze voorkomen.
+
* [[#Informatieoverdracht|Hoofdstuk 3 Informatieoverdracht]] geeft een overzicht van de scenario's met hun transacties. Hierbij wordt aangegeven in welke deelprocessen deze voorkomen.
* De uitwerking van het zorgproces bij de usecases staat in [[#Medicatieproces|Hoofdstuk 5 Medicatieproces]]. Voor elk deelproces wordt aangegeven welke scenario's/usecases daarin van toepassing zijn.
+
* De beschrijving van het zorgproces staat in [[#Medicatieproces|hoofdstuk 5 Medicatieproces]]. Voor elk deelproces wordt aangegeven welke scenario's daarin van toepassing zijn.
  
 
===Hoofdtekst en detailpagina's===
 
===Hoofdtekst en detailpagina's===
 
Vanwege de lengte van dit FO is ervoor gekozen om een deel van de informatie naar andere pagina’s buiten deze hoofdpagina te verplaatsen. Het gaat daarbij om:
 
Vanwege de lengte van dit FO is ervoor gekozen om een deel van de informatie naar andere pagina’s buiten deze hoofdpagina te verplaatsen. Het gaat daarbij om:
* Praktijkvoorbeelden. Er is een pagina met alle voorbeelden en aparte pagina’s met voorbeelden per deelproces:
+
* Praktijkvoorbeelden. Er is een [[mp:VDraft_Ontwerp_medicatieproces_9_herstructureren/praktijkvoorbeelden|pagina met alle voorbeelden]] en aparte pagina’s met voorbeelden per deelproces.
** Praktijkvoorbeelden Medicatieverificatie
+
* Op termijn: Detailpagina’s met een kort overzicht van de relevante context per deelproces, informatiesysteem, en bouwsteen.
** Praktijkvoorbeelden Voorschrijven
 
** Praktijkvoorbeelden Ter hand stellen
 
** Praktijkvoorbeelden Toedienen
 
** Praktijkvoorbeelden Gebruiken
 
*Op termijn: Detailpagina’s met een kort overzicht van de relevante context per deelproces, informatiesysteem, en bouwsteen. Bijvoorbeeld: Op de detailpagina van een informatiesysteem staat welke systeemrollen, bouwstenen en deelprocessen hiervoor relevant zijn.
 
  
===Hoofdstukindeling===
+
===Overzicht hoofdstukken===
[[#Inleiding|Hoofdstuk 1]] geeft algemene informatie over het FO van MP9.<br>
+
[[#Inleiding|Hoofdstuk 1 Inleiding]] geeft algemene informatie over het FO van MP9.<br>
In [[#Conceptueel model|Hoofdstuk 2]] wordt het onderliggende conceptuele model waar MP9 op gebaseerd is beschreven: de aanleiding voor het ontwikkelen van dit model, uitgangspunten, definities en werkwijze.<br>
+
[[#Conceptueel model|Hoofdstuk 2 Conceptueel model]] beschrijft het onderliggende conceptuele model waar MP9 op gebaseerd is: de aanleiding voor het ontwikkelen van dit model, uitgangspunten, definities en werkwijze.<br>
[[#Informatieoverdracht|Hoofdstuk 3]] geeft een overzicht van de relevante informatiesystemen, systeemrollen en transacties en de daarbij betrokken bouwstenen. Hierin worden ook de scenario's en usecases beschreven.<br>
+
[[#Informatieoverdracht|Hoofdstuk 3 Informatieoverdracht]] geeft een overzicht van de relevante informatiesystemen, systeemrollen, scenario's en transacties, en de daarbij betrokken bouwstenen.<br>
[[#Consolideren|Hoofdstuk 4]] beschrijft wat consolideren is en wat voor MP9 de bijbehorende regels zijn.<br>
+
[[#Consolideren|Hoofdstuk 4 Consolideren]] beschrijft wat consolideren is en wat voor MP9 de bijbehorende regels zijn.<br>
[[#Medicatieproces|Hoofdstuk 5]] behandelt het medicatieproces. Hoe ziet het globale proces eruit, welke deelprocessen komen erin voor en hoe worden medicatiegegevens daarin gebruikt, vastgelegd en uitgewisseld.<br>
+
[[#Medicatieproces|Hoofdstuk 5 Medicatieproces]] beschrijft hoe het proces er in grote lijnen uitziet, welke deelprocessen erin voorkomen en hoe medicatiegegevens daarin worden gebruikt, vastgelegd en uitgewisseld.<br>
[[#Aanvullende informatie|Hoofdstuk 6]] bevat aanvullende informatie, zoals verwijzingen naar implementatiehandleidingen en andere relevante informatie buiten het FO.
+
[[#Aanvullende informatie|Hoofdstuk 6 Aanvullende informatie]] bevat verwijzingen naar andere relevante documentatie buiten dit FO, en tekst die niet elders een plaats heeft gekregen.
  
 
===Schrijfconventies===
 
===Schrijfconventies===
 
De volgende schrijfconventies worden gevolgd in dit FO:
 
De volgende schrijfconventies worden gevolgd in dit FO:
* De medicatiebouwstenen worden als afkorting geschreven. Alleen bij de eerste introductie en in paragraaftitels worden de volledige namen uitgeschreven. Doel is om de tekst korter en beter leesbaar te maken, zeker in geval van lange namen als wisselend doseerschema of antwoord voorstel verstrekkingsverzoek.
+
* De medicatiebouwstenen worden als afkorting geschreven. Alleen bij de eerste introductie en in paragraaftitels worden de volledige namen uitgeschreven. Doel is om de tekst korter en beter leesbaar te maken, zeker in geval van lange namen als 'wisselend doseerschema' of 'antwoord voorstel verstrekkingsverzoek'.
* Data-elementen van de bouwstenen en waarden uit waardelijsten worden geschreven zoals ze in de [https://decor.nictiz.nl/pub/medicatieproces/mp-html-20241118T151205/dataset.html dataset in ART-DECOR] staan, inclusief hoofdletters. Op deze manier is altijd duidelijk wat er bedoeld wordt.
+
* Data-elementen van de bouwstenen en waarden uit waardelijsten worden geschreven zoals ze in de [https://decor.nictiz.nl/pub/medicatieproces/mp-html-20250522T132618/dataset.html dataset in ART-DECOR] staan, inclusief hoofdletters. Op deze manier is altijd duidelijk wat er bedoeld wordt.
 
* In dit FO wordt de term patiënt gebruikt waarmee zowel patiënten als cliënten worden bedoeld.
 
* In dit FO wordt de term patiënt gebruikt waarmee zowel patiënten als cliënten worden bedoeld.
* In dit FO wordt doorgaans de term verstrekker gebruikt. Een verstrekker is een apotheker of apotheekhoudend huisarts die het proces van ter hand stellen uitvoert of onder wiens verantwoordelijkheid dat gebeurt.
+
* In dit FO wordt de term verstrekker gebruikt. Een verstrekker is een apotheker of apotheekhoudend huisarts die het proces van ter hand stellen uitvoert of onder wiens verantwoordelijkheid dat gebeurt.
  
 
=Conceptueel model=
 
=Conceptueel model=
''Dit hoofdstuk is nog in review. Onderstaande versie komt overeen met 20250425 Hoofdstuk 2 Conceptueel model.docx''<br><br>
+
''Dit hoofdstuk moet nog geautoriseerd worden. Onderstaande versie komt overeen met 20251031 Hoofdstuk 2 Conceptueel model v09 concept.docx''<br><br>
 
In dit hoofdstuk wordt het model uitgelegd dat aan de basis staat van MP9.<br>
 
In dit hoofdstuk wordt het model uitgelegd dat aan de basis staat van MP9.<br>
 
Paragraaf 2.1 bespreekt de aanleiding voor het ontwikkelen van dit model.<br>
 
Paragraaf 2.1 bespreekt de aanleiding voor het ontwikkelen van dit model.<br>
Regel 92: Regel 87:
 
Paragraaf 2.3 beschrijft de medicatiebouwstenen en de voorstelgegevens.<br>
 
Paragraaf 2.3 beschrijft de medicatiebouwstenen en de voorstelgegevens.<br>
 
Paragraaf 2.4. introduceert het begrip 'medicamenteuze behandeling' en de functionele toepassing ervan.<br>
 
Paragraaf 2.4. introduceert het begrip 'medicamenteuze behandeling' en de functionele toepassing ervan.<br>
In paragraaf 2.5 volgt uitleg van de samenhang tussen bouwstenen en medicamenteuze behandeling.<br>
+
Paragraaf 2.5 geeft uitleg over de samenhang tussen bouwstenen en medicamenteuze behandeling.<br>
 
Paragraaf 2.6 beschrijft hoe deze bouwstenen uitgewisseld kunnen worden.
 
Paragraaf 2.6 beschrijft hoe deze bouwstenen uitgewisseld kunnen worden.
  
 
==Aanleiding ontwikkeling conceptueel model==
 
==Aanleiding ontwikkeling conceptueel model==
 
Registratie en communicatie van medicatiegegevens verlopen grotendeels digitaal. In de loop van de tijd zijn daarin diverse problemen aan het licht gekomen. Dit is onderzocht in een project van NHG en KNMP in 2012-2013. De conclusie was dat therapeutische en logistieke aspecten door elkaar lopen bij het vastleggen en communiceren van medicatiegegevens. Daarnaast ontbreekt er een eenduidig en gedeeld begrippenkader.<br>
 
Registratie en communicatie van medicatiegegevens verlopen grotendeels digitaal. In de loop van de tijd zijn daarin diverse problemen aan het licht gekomen. Dit is onderzocht in een project van NHG en KNMP in 2012-2013. De conclusie was dat therapeutische en logistieke aspecten door elkaar lopen bij het vastleggen en communiceren van medicatiegegevens. Daarnaast ontbreekt er een eenduidig en gedeeld begrippenkader.<br>
Het bovenstaande is uitgewerkt in een rapport, [https://www.nhg.org/praktijkvoering/informatisering/bouwstenen-voor-het-medicatieproces Bouwstenen voor het medicatieproces] uit 2014. Hierin wordt een conceptueel model beschreven waarin therapeutische en logistieke gegevens uit elkaar worden getrokken. Dit model is de basis voor de informatiestandaard MP9.
+
Het bovenstaande is uitgewerkt in een rapport, [https://nhg.org/bouwstenen Bouwstenen voor het medicatieproces] uit 2014. Hierin wordt een conceptueel model beschreven waarin therapeutische en logistieke gegevens uit elkaar worden getrokken. Dit model is de basis voor de informatiestandaard MP9.
 
De teksten in dit hoofdstuk zijn deels gebaseerd op dit rapport.
 
De teksten in dit hoofdstuk zijn deels gebaseerd op dit rapport.
  
Regel 107: Regel 102:
 
* gebruiken
 
* gebruiken
 
Tijdens deze deelprocessen worden gegevens vastgelegd in de vorm van medicatiebouwstenen. Een bouwsteen in een informatiestandaard is een verzameling samenhangende data-elementen rond een bepaald concept binnen een bepaalde context, bijvoorbeeld een medicatieafspraak in het medicatieproces. Deze data-elementen beschrijven de gegevens die nodig zijn voor een heldere en eenduidige representatie van dit concept.<br>
 
Tijdens deze deelprocessen worden gegevens vastgelegd in de vorm van medicatiebouwstenen. Een bouwsteen in een informatiestandaard is een verzameling samenhangende data-elementen rond een bepaald concept binnen een bepaalde context, bijvoorbeeld een medicatieafspraak in het medicatieproces. Deze data-elementen beschrijven de gegevens die nodig zijn voor een heldere en eenduidige representatie van dit concept.<br>
De verschillende medicatiebouwstenen representeren stappen in het medicatieproces rondom de patiënt; van het voorschrijven van een geneesmiddel (medicatieafspraak, verstrekkingsverzoek, wisselend doseerschema), gevolgd door het ter hand stellen (toedieningsafspraak, medicatieverstrekking), tot en met toedienen (medicatietoediening) en gebruik (medicatiegebruik).<br>
+
De verschillende medicatiebouwstenen representeren stappen in het medicatieproces rondom de patiënt: voorschrijven van een geneesmiddel (medicatieafspraak, verstrekkingsverzoek, wisselend doseerschema), gevolgd door het ter hand stellen (toedieningsafspraak, medicatieverstrekking), toedienen (medicatietoediening) en gebruiken (medicatiegebruik) van dat geneesmiddel.<br>
 
Tijdens een deelproces worden de data-elementen van de betreffende bouwsteen voor zover mogelijk en relevant ingevuld. Dit resulteert in een concrete invulling van die bouwsteen. Dit wordt een ''instantiatie'' genoemd. <br>
 
Tijdens een deelproces worden de data-elementen van de betreffende bouwsteen voor zover mogelijk en relevant ingevuld. Dit resulteert in een concrete invulling van die bouwsteen. Dit wordt een ''instantiatie'' genoemd. <br>
Instantiaties van bouwstenen kunnen digitaal worden uitgewisseld: ofwel door ze actief naar een andere zorgverlener te sturen, ofwel door ze beschikbaar te stellen voor raadpleging door een andere zorgverlener op een willekeurig moment (zie paragraaf 2.6). Hierdoor kan een zorgverlener op elk moment beschikken over alle medicatiegegevens van een patiënt, zoals bedoeld in de kwaliteitsstandaard [https://www.zorginzicht.nl/kwaliteitsinstrumenten/medicatieoverdracht Richtlijn Overdracht van Medicatiegegevens in de Keten].<br>
+
Instantiaties van bouwstenen kunnen digitaal worden uitgewisseld: ofwel door ze actief naar een andere zorgverlener te sturen, ofwel door ze beschikbaar te stellen voor raadpleging door een andere zorgverlener op een willekeurig moment (zie [[#Sturen en/of beschikbaar stellen|paragraaf 2.6]]). Hierdoor kan een zorgverlener op elk moment beschikken over alle medicatiegegevens van een patiënt, zoals bedoeld in de kwaliteitsstandaard [https://www.zorginzicht.nl/kwaliteitsinstrumenten/medicatieoverdracht Richtlijn Overdracht van Medicatiegegevens in de Keten].<br>
Volledige uitleg van het conceptuele model is te vinden in het originele rapport [https://www.nhg.org/praktijkvoering/informatisering/bouwstenen-voor-het-medicatieproces Bouwstenen voor het medicatieproces].
+
Volledige uitleg van het conceptuele model is te vinden in het originele rapport [https://nhg.org/bouwstenen Bouwstenen voor het medicatieproces].
  
 
==Medicatiebouwstenen en voorstelgegevens==
 
==Medicatiebouwstenen en voorstelgegevens==
 
In deze paragraaf worden de medicatiebouwstenen en voorstelgegevens beschreven. Na de eerste introductie worden verder de afkortingen van de bouwstenen gebruikt, behalve in paragraaftitels.
 
In deze paragraaf worden de medicatiebouwstenen en voorstelgegevens beschreven. Na de eerste introductie worden verder de afkortingen van de bouwstenen gebruikt, behalve in paragraaftitels.
 
===Therapeutische en logistieke bouwstenen===
 
===Therapeutische en logistieke bouwstenen===
Binnen de medicatiebouwstenen maken we onderscheid tussen therapie en logistiek:<br>
+
Binnen de medicatiebouwstenen wordt onderscheid gemaakt tussen therapie en logistiek:<br>
 
'''Therapie'''<br>
 
'''Therapie'''<br>
 
Dit betreft de medisch-inhoudelijke aspecten. Het omvat onder andere de medicamenteuze (behandelings-)afspraken en de uitvoering ervan. Ook de therapeutische intentie, het (werkelijk) gebruik en zelfmedicatie vallen hieronder.<br>
 
Dit betreft de medisch-inhoudelijke aspecten. Het omvat onder andere de medicamenteuze (behandelings-)afspraken en de uitvoering ervan. Ook de therapeutische intentie, het (werkelijk) gebruik en zelfmedicatie vallen hieronder.<br>
De therapeutische bouwstenen zijn: Medicatieafspraak (MA), Toedieningsafspraak (TA), Wisselend Doseerschema (WDS), Medicatietoediening (MTD) en Medicatiegebruik (MGB).<br>
+
De therapeutische bouwstenen zijn: medicatieafspraak (MA), toedieningsafspraak (TA), wisselend doseerschema (WDS), medicatietoediening (MTD) en medicatiegebruik (MGB).<br>
 
'''Logistiek'''<br>
 
'''Logistiek'''<br>
 
Dit gaat over aspecten rondom de fysieke goederenstroom van geneesmiddelen, zoals aanvragen en afleveringen.<br>
 
Dit gaat over aspecten rondom de fysieke goederenstroom van geneesmiddelen, zoals aanvragen en afleveringen.<br>
 
De logistieke bouwstenen zijn: Verstrekkingsverzoek (VV) en Medicatieverstrekking (MVE).<br>
 
De logistieke bouwstenen zijn: Verstrekkingsverzoek (VV) en Medicatieverstrekking (MVE).<br>
  
Figuur 2.1 geeft de medicatiebouwstenen weer, verdeeld naar activiteit en onderscheid therapie/logistiek.<br><br>
+
Figuur 2.1 geeft de medicatiebouwstenen weer, verdeeld naar deelproces en onderscheid therapie/logistiek.<br><br>
 
{{anchor|figuur FOH1}}
 
{{anchor|figuur FOH1}}
 
[[Bestand:Bouwstenen_oktober2023-300OUD.png|750px|Figuur 1 Bouwstenen - overzicht]]<br>
 
[[Bestand:Bouwstenen_oktober2023-300OUD.png|750px|Figuur 1 Bouwstenen - overzicht]]<br>
Regel 146: Regel 141:
 
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| verstrekkingsverzoek
 
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| verstrekkingsverzoek
 
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| VV
 
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| VV
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| Een verstrekkingsverzoek is het verzoek van een voorschrijver aan de apotheker tot medicatieverstrekking aan de patiënt in lijn met de geldende medicatieafspraken.
+
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| Een verstrekkingsverzoek is het verzoek van een voorschrijver aan de verstrekker tot medicatieverstrekking(en) aan de patiënt in lijn met de geldende medicatieafspraken.
 
|-
 
|-
 
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| toedieningsafspraak
 
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| toedieningsafspraak
 
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| TA
 
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| TA
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| Een toedieningsafspraak is de gebruiks- of toedieningsinstructie van de apotheker aan de patiënt, diens vertegenwoordiger of toediener, waarbij de medicatieafspraak concreet wordt ingevuld.
+
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| Een toedieningsafspraak is de gebruiks- of toedieningsinstructie van de verstrekker aan de patiënt, diens vertegenwoordiger of toediener, waarbij de medicatieafspraak concreet wordt ingevuld.
 
|-
 
|-
 
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| medicatieverstrekking
 
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| medicatieverstrekking
 
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| MVE
 
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| MVE
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| Een medicatieverstrekking is de uitgifte van een geneesmiddel aan de patiënt, diens vertegenwoordiger of toediener.
+
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| Een medicatieverstrekking is de uitgifte van een hoeveelheid van een geneesmiddel aan de patiënt, diens vertegenwoordiger of toediener.
 
|-
 
|-
 
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| medicatietoediening
 
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| medicatietoediening
 
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| MTD
 
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| MTD
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| Een medicatietoediening is de afzonderlijke toediening van het geneesmiddel aan de patiënt door de toediener.
+
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| Een medicatietoediening is de afzonderlijke toediening van een geneesmiddel aan de patiënt door de toediener.
 
|-
 
|-
 
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| medicatiegebruik
 
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| medicatiegebruik
 
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| MGB
 
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| MGB
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| Medicatiegebruik is een uitspraak over hoe de patiënt een geneesmiddel gebruikt, gebruikt heeft of van plan is te gebruiken. De uitspraak kan vastgelegd worden door de patiënt zelf maar ook door een zorgverlener of een vertegenwoordiger van de patiënt.
+
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| Medicatiegebruik is een uitspraak over het historisch, huidig of voorgenomen gebruik van een geneesmiddel door de patiënt. De uitspraak kan vastgelegd worden door de patiënt zelf maar ook door een zorgverlener of een vertegenwoordiger van de patiënt.
 
|}
 
|}
  
 
===Voorstelgegevens===
 
===Voorstelgegevens===
Het kan voorkomen dat een zorgverlener of patiënt een voorstel wil doen voor een nieuwe MA of VV. Om dit te ondersteunen zijn, naast de medicatiebouwstenen, ook voorstelgegevens geïntroduceerd. Een voorstel voor een nieuwe MA kan adviseren over het starten, wijzigen of staken van medicatie. Daarnaast kan een voorstel voor een VV worden gedaan.<br>
+
Het kan voorkomen dat een zorgverlener of patiënt een voorstel wil doen voor een nieuwe MA of VV. Om dit te ondersteunen zijn voorstelgegevens geïntroduceerd. Een voorstel kan resulteren in een nieuwe MA of VV. Er wordt altijd een AVMA of AVVV naar de voorsteller gestuurd.<br>
Die bouwstenen worden op de gebruikelijke manier vastgelegd en uitgewisseld. De voorstelgegevens zelf zijn van tijdelijke aard. Ze worden alleen gestuurd en ontvangen op het moment van het betreffende voorstel en worden verder niet beschikbaar gesteld.<br>
+
Een voorstel is alleen bedoeld voor de voorschrijver waar het voorstel aan gericht is, niet voor de rest van de keten. Het zijn dus geen bouwstenen (zoals in [[#Therapeutische en logistieke bouwstenen|paragraaf 2.3.1]]) waarmee een overzicht van medicatie kan worden opgebouwd, al staan ze wel ook in de dataset in ART-DECOR. In [[#Medicatieoverdracht|hoofdstuk 3]] wordt het scenario Voorstelgegevens verder toegelicht.<br>
  
 
{{anchor|tabel 1}}
 
{{anchor|tabel 1}}
Regel 177: Regel 172:
 
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| voorstel medicatieafspraak
 
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| voorstel medicatieafspraak
 
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| VMA
 
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| VMA
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| Het voorstel medicatieafspraak is een advies of verzoek van de apotheker, voorschrijver of de patiënt aan de voorschrijver van de MA over de afgesproken medicatie. Het adviesverzoek kan bijvoorbeeld inhouden medicatie te evalueren, te stoppen, te starten of te wijzigen.
+
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| Het voorstel medicatieafspraak is een voorstel van een zorgverlener of de patiënt aan de voorschrijver met betrekking tot het voorschrijven van medicatie. Het voorstel kan inhouden de medicatie te stoppen, starten, wijzigen of continueren..
 
|-
 
|-
 
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| antwoord voorstel medicatieafspraak
 
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| antwoord voorstel medicatieafspraak
Regel 185: Regel 180:
 
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| voorstel verstrekkingsverzoek
 
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| voorstel verstrekkingsverzoek
 
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| VVV
 
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| VVV
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| Het voorstel verstrekkingsverzoek is een voorstel van de apotheker aan de voorschrijver om een medicatieverstrekking te fiatteren ten behoeve van een geldende medicatieafspraak. Ook de patiënt kan een voorstel verstrekkingsverzoek indienen bij de voorschrijver.
+
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| Het voorstel verstrekkingsverzoek is een voorstel van een zorgverlener of de patiënt aan de voorschrijver om een medicatieverstrekking te fiatteren ten behoeve van de bijbehorende medicatieafspraak.
 
|-
 
|-
 
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| antwoord voorstel verstrekkingsverzoek
 
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| antwoord voorstel verstrekkingsverzoek
Regel 199: Regel 194:
  
 
===Medicamenteuze behandeling als technisch begrip===
 
===Medicamenteuze behandeling als technisch begrip===
Er kunnen verschillende medicatiebouwstenen bestaan die betrekking hebben op dezelfde behandeling. Om aan te geven dat deze bouwstenen bij elkaar horen is het begrip ‘medicamenteuze behandeling’ geïntroduceerd. Het gaat hierbij om een '''''technisch begrip'''''. Het heeft de vorm van een uniek identificatienummer ('''''id''''') dat door een informatiesysteem aan een bouwsteen of verzameling van samenhangende bouwstenen gekoppeld wordt.
+
Er kunnen verschillende medicatiebouwstenen bestaan die betrekking hebben op dezelfde behandeling. Om aan te geven dat deze bouwstenen bij elkaar horen is het begrip ‘medicamenteuze behandeling’ geïntroduceerd. Het gaat hierbij om een '''''technisch begrip''''', een MBH heeft geen zorginhoudelijke betekenis. Het heeft de vorm van een uniek identificatienummer ('''''id''''') dat door een informatiesysteem aan een bouwsteen of verzameling van samenhangende bouwstenen gekoppeld wordt. De term medicamenteuze behandeling wordt afgekort als MBH.<br>
De term medicamenteuze behandeling wordt afgekort als MBH.
 
 
De MBH maakt het volgende mogelijk:
 
De MBH maakt het volgende mogelijk:
 
#''eenduidig identificeren van de verzameling van samenhangende medicatiebouwstenen;''
 
#''eenduidig identificeren van de verzameling van samenhangende medicatiebouwstenen;''
#''toepassen van regels op een verzameling van bouwstenen om eenduidig te bepalen wat de actuele situatie van een patiënt is wat betreft diens behandeling met een bepaald geneesmiddel (zie Hoofdstuk 4 [[#Consolideren|Consolideren]]).''
+
#''toepassen van regels op een verzameling van bouwstenen om eenduidig te bepalen wat de actuele situatie van een patiënt is wat betreft diens behandeling met een bepaald geneesmiddel (zie [[#Consolideren|hoofdstuk 4 Consolideren]]).''
Een MBH heeft geen zorginhoudelijke betekenis, maar kan bijvoorbeeld wel invloed hebben op de groepering van geneesmiddelen in een overzicht van medicatiegegevens.
 
  
 
===Starten van een nieuwe medicamenteuze behandeling===
 
===Starten van een nieuwe medicamenteuze behandeling===
Het starten van een behandeling met een geneesmiddel gebeurt door een eerste bouwsteen vast te leggen. Hiermee wordt een nieuwe MBH gestart. Die eerste bouwsteen zal meestal een MA zijn, maar kan ook bijvoorbeeld een TA of MGB zijn waarmee zelfzorgmedicatie wordt vastgelegd, of een MTD als in een acute situatie direct een geneesmiddel moet worden toegediend.<br>
+
Het starten van een behandeling met een geneesmiddel gebeurt door een eerste bouwsteen vast te leggen. Hiermee wordt een nieuwe MBH gestart. De eerste bouwsteen zal meestal een MA zijn, maar kan ook bijvoorbeeld een TA of MGB zijn waarmee zelfzorgmedicatie wordt vastgelegd, of een MTD als in een acute situatie direct een geneesmiddel moet worden toegediend.<br>
Bij het vastleggen van een nieuwe bouwsteen (MA, TA, MVE, MTD of MGB) moet eerst worden gecontroleerd of het om een nieuw geneesmiddel gaat of dat er al een bouwsteen met hetzelfde product bestaat. Dat kan in het eigen informatiesysteem het geval zijn, maar ook in informatiesystemen elders. Een afdoende controle vereist dus het raadplegen van alle beschikbare bouwstenen (zie voor uitleg over raadplegen paragraaf 2.6 [[#Sturen en/of beschikbaar stellen|Sturen en/of beschikbaar stellen]] en Hoofdstuk 3 [[#Informatieoverdracht|Informatieoverdracht]]). Deze bouwstenen worden vervolgens gecontroleerd:
+
Bij het vastleggen van een nieuwe bouwsteen moet eerst worden gecontroleerd of het om een nieuw geneesmiddel gaat of dat er al een bouwsteen met hetzelfde product bestaat. Dat kan in het eigen informatiesysteem het geval zijn, maar ook in informatiesystemen elders. Een afdoende controle vereist dus het raadplegen van alle beschikbare bouwstenen (zie voor uitleg over raadplegen [[#Sturen en/of beschikbaar stellen|paragraaf 2.6]] en [[#Informatieoverdracht|hoofdstuk 3]]). Deze bouwstenen worden vervolgens gecontroleerd:
 
* Als er geen bestaande bouwsteen voor dit geneesmiddel is dan wordt een nieuwe MBH aangemaakt.
 
* Als er geen bestaande bouwsteen voor dit geneesmiddel is dan wordt een nieuwe MBH aangemaakt.
 
* Als er een bouwsteen bestaat met hetzelfde geneesmiddel dan zal het doorgaans de bedoeling zijn dat de nieuwe bouwsteen onder dezelfde MBH valt. De zorgverlener moet wel de mogelijkheid hebben om te kiezen voor het starten van een nieuwe MBH.
 
* Als er een bouwsteen bestaat met hetzelfde geneesmiddel dan zal het doorgaans de bedoeling zijn dat de nieuwe bouwsteen onder dezelfde MBH valt. De zorgverlener moet wel de mogelijkheid hebben om te kiezen voor het starten van een nieuwe MBH.
Regel 218: Regel 211:
  
 
<u>Wanneer geldt iets als ‘hetzelfde geneesmiddel’ of ‘dezelfde behandeling’?</u><br>
 
<u>Wanneer geldt iets als ‘hetzelfde geneesmiddel’ of ‘dezelfde behandeling’?</u><br>
Bij het vastleggen van een MA bepaalt de PRK (Prescriptie Kode uit de G-standaard) van een geneesmiddel of deze MA bij een nieuwe of bestaande MBH hoort. Een andere PRK leidt tot een andere MBH. In het [https://www.z-index.nl/documentatie/functionele-beschrijvingen/documenten/Achtergronddocument%20G-Standaard%20structuur.pdf/view Achtergronddocument G-standaard structuur] wordt uitgelegd welke kenmerken op dit niveau van belang zijn.<br>
+
Bij het vastleggen van een MA bepaalt de PRK (PRescriptie Kenmerken uit de G-standaard) van een geneesmiddel of deze MA bij een nieuwe of bestaande MBH hoort. Een andere PRK leidt tot een andere MBH. Uitleg over welke kenmerken op dit niveau van belang zijn is te vinden op de webpagina [https://www.z-index.nl/documentatie/functionele-beschrijvingen/algemeen/ruggengraat Ruggengraat Z-Index].<br>
 
NB: Dat een wijziging in PRK tot een nieuwe MBH leidt geldt alleen voor de MA. Een verstrekker zou een middel met een andere PRK kunnen kiezen, bijvoorbeeld vanwege preferentiebeleid. De bijbehorende TA en MVE vallen dan niet onder een nieuwe MBH.<br>
 
NB: Dat een wijziging in PRK tot een nieuwe MBH leidt geldt alleen voor de MA. Een verstrekker zou een middel met een andere PRK kunnen kiezen, bijvoorbeeld vanwege preferentiebeleid. De bijbehorende TA en MVE vallen dan niet onder een nieuwe MBH.<br>
 
De andere bouwstenen volgen de MA of TA waarnaar ze verwijzen.<br>
 
De andere bouwstenen volgen de MA of TA waarnaar ze verwijzen.<br>
  
 
Voor producten zonder PRK geldt het volgende:
 
Voor producten zonder PRK geldt het volgende:
* Niet-geneesmiddelen. Dit zijn middelen als krukken of verbandmiddelen. In die gevallen bepaalt het HPK-niveau (Handels Product Kode uit de G-standaard) of het om een nieuw middel en dus een nieuwe MBH gaat.
+
* Niet-geneesmiddelen. Dit zijn middelen als krukken of verbandmiddelen. In die gevallen bepaalt het HPK-niveau (Handels Product Kenmerken uit de G-standaard) of het om een nieuw middel en dus een nieuwe MBH gaat.
 
* Geneesmiddelen. Het kan gaan om:
 
* Geneesmiddelen. Het kan gaan om:
 
:#Magistralen. Deze bestaan veelal uit meerdere stoffen die niet onder eenzelfde PRK vallen. Die stoffen worden afzonderlijk als ingrediënten opgenomen in de MA. Elke afzonderlijke magistraal of aanpassing* daarop valt onder een nieuwe MBH.
 
:#Magistralen. Deze bestaan veelal uit meerdere stoffen die niet onder eenzelfde PRK vallen. Die stoffen worden afzonderlijk als ingrediënten opgenomen in de MA. Elke afzonderlijke magistraal of aanpassing* daarop valt onder een nieuwe MBH.
 
:#Eigen artikelen zonder PRK. Dit zijn artikelen die in het interne informatiesysteem mogelijk onder een 90 miljoen nummer worden opgeslagen, bijvoorbeeld halve tabletten of veel gebruikte magistralen. Elk afzonderlijk artikel of aanpassing* daarop valt onder een nieuwe MBH.
 
:#Eigen artikelen zonder PRK. Dit zijn artikelen die in het interne informatiesysteem mogelijk onder een 90 miljoen nummer worden opgeslagen, bijvoorbeeld halve tabletten of veel gebruikte magistralen. Elk afzonderlijk artikel of aanpassing* daarop valt onder een nieuwe MBH.
 
:#Middelen die in vrije tekst zijn voorgeschreven en waarvan dus geen product- of ingrediëntcode uit de G-Standaard beschikbaar is. Elke aanpassing* van het product valt onder een nieuwe MBH.
 
:#Middelen die in vrije tekst zijn voorgeschreven en waarvan dus geen product- of ingrediëntcode uit de G-Standaard beschikbaar is. Elke aanpassing* van het product valt onder een nieuwe MBH.
:#Infusen. Voor de Kickstart is een voorlopige werkwijze uitgewerkt, zie de pagina [[mp:Kickstart_Werkwijze_Infusen|Werkwijze infusen]].<br><br>
+
:#Infusen. Voor de Kickstart is een voorlopige werkwijze uitgewerkt, zie de pagina [[mp:Kickstart_Werkwijze_Infusen|Werkwijze infusen]].<br>
  
 
<nowiki>* </nowiki>Met ‘aanpassing’ wordt in principe bedoeld: Aanpassingen die bij middelen mét PRK tot een andere PRK zouden leiden en daarmee onder een nieuwe MBH vallen, leiden bij deze middelen ook tot aanpassing van de MBH. Deze regel is met name bedoeld om consistent te zijn. Waar dit tot implementatieproblemen leidt moet in overleg tussen gebruikers en leveranciers naar een werkbare oplossing gezocht worden.<br>
 
<nowiki>* </nowiki>Met ‘aanpassing’ wordt in principe bedoeld: Aanpassingen die bij middelen mét PRK tot een andere PRK zouden leiden en daarmee onder een nieuwe MBH vallen, leiden bij deze middelen ook tot aanpassing van de MBH. Deze regel is met name bedoeld om consistent te zijn. Waar dit tot implementatieproblemen leidt moet in overleg tussen gebruikers en leveranciers naar een werkbare oplossing gezocht worden.<br>
Ook bij deze producten gelden de regels alleen bij vastleggen van een MA, niet bij TA en MVE. Indien en voor zover de verstrekker mag afwijken van de in de MA beschreven medicatie, leidt dit niet tot een nieuwe MBH.<br><br>
+
Ook bij deze producten gelden de regels alleen bij vastleggen van een MA, niet bij TA en MVE. Indien en voor zover de verstrekker mag afwijken van de in de MA beschreven medicatie, leidt dit niet tot een nieuwe MBH.<br>
  
 
'''Voorbeelden'''
 
'''Voorbeelden'''
Regel 237: Regel 230:
 
*Paroxetine tablet 10 mg 1x daags 1 tablet wordt gewijzigd naar paroxetine tablet 20 mg 1x daags  1 tablet. De bijbehorende MA’s gaan over verschillende geneesmiddelen op PRK-niveau en vallen dus onder verschillende MBH’s.
 
*Paroxetine tablet 10 mg 1x daags 1 tablet wordt gewijzigd naar paroxetine tablet 20 mg 1x daags  1 tablet. De bijbehorende MA’s gaan over verschillende geneesmiddelen op PRK-niveau en vallen dus onder verschillende MBH’s.
 
*Bij een behandeling met prednison is uit voorzorg een maagbeschermer afgesproken. Deze worden weliswaar parallel aan elkaar voorgeschreven maar het zijn verschillende geneesmiddelen. Ze vallen dus niet onder dezelfde MBH en kunnen apart van elkaar gewijzigd en gestopt worden.  
 
*Bij een behandeling met prednison is uit voorzorg een maagbeschermer afgesproken. Deze worden weliswaar parallel aan elkaar voorgeschreven maar het zijn verschillende geneesmiddelen. Ze vallen dus niet onder dezelfde MBH en kunnen apart van elkaar gewijzigd en gestopt worden.  
*Het wisselen van bètablokker naar een ACE-remmer betekent een wijziging van PRK. Deze middelen vallen onder verschillende MBH's.
+
*Het wisselen van bètablokker naar een ACE-remmer betekent een wijziging van PRK. De bijbehorende MA's vallen onder verschillende MBH's.
 +
 
 +
====Parallelle medicamenteuze behandelingen voor dezelfde medicatie====
 +
Hierboven is beschreven dat bij het vastleggen van een nieuwe bouwsteen gecontroleerd moet worden of er al een MBH voor deze medicatie bestaat. Er kunnen echter toch situaties voorkomen dat er parallelle MBH’s bestaan voor dezelfde medicatie.
 +
Voorbeelden zijn:
 +
* Patiënt heeft geen toestemming gegeven voor het beschikbaar stellen van diens medicatiegegevens.
 +
* Bij migratie en in de hybride situatie kunnen bouwstenen voor dezelfde behandeling in verschillende informatiesystemen zijn vastgelegd onder verschillende MBH’s.
 +
Samenvoegen van bij elkaar horende bouwstenen die onder verschillende MBH’s zijn vastgelegd is beschreven in de [[mp:Vkickstart_MigratieHybride#Ontdubbelen_van_MBH.27s|Implementatiehandleiding migratie en hybride V2.0]].
  
 
===Stoppen en wijzigen van medicatie binnen een medicamenteuze behandeling===
 
===Stoppen en wijzigen van medicatie binnen een medicamenteuze behandeling===
 
Een eenmaal ingevulde en uitgewisselde bouwsteen verandert niet. Als aanpassingen nodig zijn worden deze als volgt gemaakt:<br>
 
Een eenmaal ingevulde en uitgewisselde bouwsteen verandert niet. Als aanpassingen nodig zijn worden deze als volgt gemaakt:<br>
 
<u>Stoppen</u><br>
 
<u>Stoppen</u><br>
* Het stoppen van een afspraak (MA, TA) gebeurt door binnen dezelfde MBH een stop-bouwsteen te maken. Dit is een instantiatie van de afspraak met stoptype ‘stopgezet’.
+
* Het stoppen van een afspraak (MA, TA) gebeurt door binnen dezelfde MBH een stop-bouwsteen vast te leggen. Dit is een nieuwe MA of TA met stoptype ‘stopgezet’.
* Het stoppen van een toekomstige afspraak (MA, TA) heet annuleren. Een annuleer-bouwsteen heeft stoptype 'geannuleerd'. Hiermee wordt duidelijk dat de medicatie nooit gestart is, terwijl dit bij stoppen wel het geval is.
+
* Het stoppen van een afspraak (MA, TA) met {{fhir|startDatumTijd}} in de toekomst, met als doel dat de medicatie helemaal niet gebruikt gaat worden, heet annuleren. Dit gebeurt door binnen dezelfde MBH een annuleer-bouwsteen vast te leggen. Dit is een nieuwe MA of TA met stoptype 'geannuleerd'. Hiermee wordt duidelijk dat de medicatie nooit gestart is, terwijl dit bij stoppen wel het geval is.
* Een WDS moet door een stop-MA gestopt worden.<br>
+
* Definitief stoppen van een WDS moet door een stop-MA gebeuren.<br>
 
<u>Wijzigen</u><br>
 
<u>Wijzigen</u><br>
 
* Het wijzigen van een afspraak (MA, TA, WDS) gebeurt door binnen dezelfde MBH:
 
* Het wijzigen van een afspraak (MA, TA, WDS) gebeurt door binnen dezelfde MBH:
:#de bestaande afspraak te stoppen met een instantiatie met stoptype ‘stopgezet’ én
+
:#de bestaande afspraak te stoppen met een stop-bouwsteen met stoptype ‘stopgezet’ én
:#een nieuwe afspraak te maken door een instantiatie met de gewijzigde afspraak te maken.<br>
+
:#een nieuwe afspraak met de gewijzigde informatie vast te leggen.<br>
Deze werkwijze met stop-bouwstenen geldt alleen voor de afspraakbouwstenen MA, TA en WDS. Bij de overige bouwstenen is dit niet aan de orde. In [[#Medicatieproces|Hoofdstuk 5]] wordt per deelproces het vastleggen van (stop-)bouwstenen verder uitgewerkt.
+
Het data-element stoptype wordt uitsluitend in stop-bouwstenen ingevuld, dus alleen bij stoppen (inclusief annuleren) of wijzigen.<br>
 +
Deze werkwijze met stop-bouwstenen geldt alleen voor de afspraakbouwstenen MA, TA en WDS. Bij de overige bouwstenen is dit niet aan de orde. MGB kent weliswaar ook een stoptype, maar dat heeft daarin een andere functie. Hiermee wordt de periode aangegeven waarin de patiënt de medicatie niet gebruikt heeft, zie [[#Vastleggen medicatiegebruik|paragraaf 5.5.2]].<br>
 +
In [[#Medicatieproces|hoofdstuk 5]] wordt per deelproces het vastleggen van (stop-)bouwstenen verder uitgewerkt.
  
 
====Gewone en 'technische' stop-bouwstenen====
 
====Gewone en 'technische' stop-bouwstenen====
 
Bij het definitief stoppen van een bouwsteen zal de zorgverlener dit actief doen door de benodigde gegevens in de stop-bouwsteen in te vullen.<br>
 
Bij het definitief stoppen van een bouwsteen zal de zorgverlener dit actief doen door de benodigde gegevens in de stop-bouwsteen in te vullen.<br>
Naast zo’n gewone stop-bouwsteen bestaan ook ‘technische’ stop-bouwstenen. Deze zijn van toepassing bij het wijzigen van een bouwsteen. Als een bouwsteen gewijzigd wordt, moet deze ook worden gestopt. De zorgverlener zal de gewijzigde gegevens invullen, maar hoeft in dit geval niet expliciet een stop-bouwsteen aan te maken. Het systeem maakt onderliggend de stop-bouwsteen en een nieuwe bouwsteen met de gewijzigde informatie aan.<br>
+
Behalve gewone stop-bouwstenen bestaan er ook ‘technische’ stop-bouwstenen. Deze zijn van toepassing als medicatie wordt gewijzigd. Naast het vastleggen van een nieuwe bouwsteen met de gewijzigde informatie moet ook de oorspronkelijke bouwsteen worden gestopt. De zorgverlener hoeft in dit geval niet zelf een stop-bouwsteen vast te leggen, het systeem maakt onderliggend de stop-bouwsteen aan.<br>
 
Dergelijke stop-bouwstenen bij wijzigingen worden in dit FO technische stops genoemd, bijvoorbeeld 'technische stop-MA'.
 
Dergelijke stop-bouwstenen bij wijzigingen worden in dit FO technische stops genoemd, bijvoorbeeld 'technische stop-MA'.
  
 
===Effectieve periode===
 
===Effectieve periode===
In paragraaf 2.4.3 [[#Stoppen en wijzigen van medicatie binnen een medicamenteuze behandeling|Stoppen en wijzigen van medicatie binnen een medicamenteuze behandeling]] is beschreven dat een eenmaal vastgelegde instantiatie van een bouwsteen niet verandert. De periode waarin een bouwsteen als actueel wordt gezien kan wel veranderen. Voorbeelden:
+
In [[#Stoppen en wijzigen van medicatie binnen een medicamenteuze behandeling|paragraaf 2.4.3]] is beschreven dat een eenmaal vastgelegde instantiatie van een bouwsteen niet verandert. De ''periode'' waarin een bouwsteen als actueel wordt gezien kan wel veranderen. Voorbeelden:
* Een patiënt krijgt een bepaald middel voor 5 dagen voorgeschreven. Als de patiënt het geneesmiddel pas na 3 dagen ophaalt, liggen de start- en eindDatumTijd 3 dagen later dan in de MA. Na 4 dagen is de oorspronkelijke gebruiksperiode van de MA voorbij, maar is die MA op die datum wel nog van toepassing, dus moet als actueel gezien worden. De ''effectieve'' periode van de MA is in dit voorbeeld gelijk aan de periode van de TA.
+
* Een patiënt krijgt een bepaald middel voor 5 dagen voorgeschreven. Als de patiënt het geneesmiddel pas na 3 dagen ophaalt, liggen de {{fhir|startDatumTijd}} en {{fhir|eindDatumTijd}} van de TA 3 dagen later dan in de MA. Na 4 dagen is de oorspronkelijke Gebruiksperiode van de MA voorbij, maar is die MA op die datum wel nog van toepassing, dus moet als actueel gezien worden. De ''effectieve'' periode van de MA is in dit voorbeeld gelijk aan de periode van de TA.
* Er is een MA met startDatumTijd = dag 1. Op grond van een laboratoriumuitslag besluit de apotheker dat de gift moet worden uitgesteld tot dag 4. De ''effectieve'' startDatumTijd van de MA is dan dag 4. Het is van belang dat duidelijk is dat het middel niet voor dag 4 mag worden gegeven.   
+
* Er is een MA met {{fhir|startDatumTijd}} = dag 1. Op grond van een laboratoriumuitslag besluit de apotheker dat de gift moet worden uitgesteld tot dag 4. De ''effectieve'' {{fhir|startDatumTijd}} van de MA is dan dag 4. Het is van belang dat duidelijk is dat het middel niet voor dag 4 mag worden gegeven.   
 
De ''effectieve periode van een bouwsteen'' is de periode waarin een MA en/of TA (uiteindelijk) van toepassing is. Dit is ook op bouwstenen in het verleden toepasbaar, om het verloop van de behandeling in te kunnen zien.<br>
 
De ''effectieve periode van een bouwsteen'' is de periode waarin een MA en/of TA (uiteindelijk) van toepassing is. Dit is ook op bouwstenen in het verleden toepasbaar, om het verloop van de behandeling in te kunnen zien.<br>
Onder andere voor medicatiebewaking of een medicatieoverzicht kan het nodig zijn om de effectieve periode van een bouwsteen te weten. Deze periode is niet beschreven in de dataset, omdat het een afgeleid gegeven is. Het is afhankelijk van aanpassingen als stoppen of wijzigen van de medicatie, en van de concrete invulling van een MA door een TA.<br>
+
Onder andere voor medicatiebewaking of voor een overzicht van medicatie kan het nodig zijn om de effectieve periode van een bouwsteen te weten. Deze periode is geen onderdeel van de dataset, omdat het een afgeleid gegeven is. Het is afhankelijk van aanpassingen als stoppen of wijzigen van de medicatie, en van de concrete invulling van een MA door een TA.<br>
In paragraaf 4.3 [[Afleidingsregels voor het berekenen van de effectieve periode|Afleidingsregels voor het berekenen van de effectieve periode]] worden de regels beschreven voor het bepalen van de effectieve periode.
+
In [[#Regels voor het bepalen van de effectieve periode|paragraaf 4.3]] worden de regels beschreven voor het bepalen van de effectieve periode.
  
 
===Huidige, actuele en toekomstige bouwstenen binnen een medicamenteuze behandeling===
 
===Huidige, actuele en toekomstige bouwstenen binnen een medicamenteuze behandeling===
 
Binnen een MBH kunnen meerdere bouwstenen bestaan, waaronder stop-bouwstenen. Op elk moment moet bepaald kunnen worden welke van die bouwstenen actueel zijn.<br>
 
Binnen een MBH kunnen meerdere bouwstenen bestaan, waaronder stop-bouwstenen. Op elk moment moet bepaald kunnen worden welke van die bouwstenen actueel zijn.<br>
 
Om dit toe te lichten volgen hier enkele definities:
 
Om dit toe te lichten volgen hier enkele definities:
* '''Huidige bouwstenen''': Bouwstenen waarbij het heden tussen de effectieve startDatumTijd en de effectieve eindDatumTijd ligt.
+
* '''Huidige bouwstenen''': Bouwstenen waarbij het heden tussen de effectieve {{fhir|startDatumTijd}} en de effectieve {{fhir|eindDatumTijd}} ligt.
* '''Toekomstige bouwstenen''': Bouwstenen waarvan de effectieve startDatumTijd in de toekomst ligt.
+
* '''Toekomstige bouwstenen''': Bouwstenen waarvan de effectieve {{fhir|startDatumTijd}} in de toekomst ligt.
* '''Actuele bouwstenen''': Bouwstenen waarvan de eindDatumTijd in de toekomst ligt. Zowel de huidige als de toekomstige bouwstenen vallen onder de actuele bouwstenen. Een MBH blijft altijd bestaan, ook als deze geen actuele bouwstenen meer bevat.<br><br>
+
* '''Actuele bouwstenen''': Bouwstenen waarvan de effectieve {{fhir|eindDatumTijd}} in de toekomst ligt. Zowel de huidige als de toekomstige bouwstenen vallen onder de actuele bouwstenen.<br><br>
 
NB: Een MBH blijft altijd bestaan, ook als deze geen actuele bouwstenen meer bevat.  
 
NB: Een MBH blijft altijd bestaan, ook als deze geen actuele bouwstenen meer bevat.  
  
 
Figuur 2.3 geeft deze begrippen grafisch weer.
 
Figuur 2.3 geeft deze begrippen grafisch weer.
  
[[Bestand:20241126 Huidige actuele toekomstige bouwstenen.png|700px|Huidige actuele en toekomstige bouwstenen]]<br>
+
[[Bestand:20250910 huidige actuele toekomstige bouwstenen.png|700px|Huidige actuele en toekomstige bouwstenen]]<br>
  
''Figuur 2.3  Huidige, actuele en toekomstige bouwstenen binnen een MBH''<br><br>
+
''Figuur 2.3  Actuele (huidige en toekomstige) en niet-actuele bouwstenen binnen een MBH''<br><br>
  
 
Overige begrippen:
 
Overige begrippen:
# Bouwstenen met een effectieve eindDatumTijd in het verleden vormen de ''geschiedenis'' van een behandeling. Deze bouwstenen zijn niet-actueel.
+
* Bouwstenen met een effectieve {{fhir|eindDatumTijd}} in het verleden vormen de ''geschiedenis'' van een behandeling. Deze bouwstenen zijn niet-actueel.
# De categorie ''recent gestopt'' betreft bouwstenen waarvan de effectieve eindDatumTijd maximaal 2 maanden geleden is.
+
* Bouwstenen waarvan de effectieve {{fhir|eindDatumTijd}} maximaal 2 maanden geleden is vallen onder de categorie ''recent gestopt''.
  
 
===Regels voor parallelle bouwstenen in een medicamenteuze behandeling===
 
===Regels voor parallelle bouwstenen in een medicamenteuze behandeling===
Binnen een medicamenteuze behandeling kunnen meerdere bouwstenen van hetzelfde type gelijktijdig actueel zijn. Dit zijn alle bouwstenen die op dit moment geldig zijn of in de toekomst geldig worden.<br>
+
Binnen een medicamenteuze behandeling kunnen meerdere bouwstenen van hetzelfde type gelijktijdig actueel zijn, bijvoorbeeld een huidige en een toekomstige MA. In principe zijn er echter binnen één MBH geen parallelle bouwstenen toegestaan. Parallelle bouwstenen zijn bouwstenen die:
 +
* van hetzelfde type zijn én
 +
* beide geldig zijn én
 +
* een (deels) overlappende Gebruiksperiode hebben.
  
<nowiki>‘</nowiki>''Geldig''<nowiki>‘</nowiki> wil zeggen dat een bouwsteen de afspraken bevat waar de zorgverlener naar mag handelen. Als bijvoorbeeld een afspraakbouwsteen is opgevolgd door een stop-bouwsteen is de oorspronkelijke afspraakbouwsteen niet meer geldig. Hoofdstuk 4 [[#Consolideren|Consolideren]] beschrijft de regels voor het bepalen van de geldigheid van een bouwsteen.<br>
+
''‘Geldig’'' is een term die geïntroduceerd is om de consolidatieregels uit te kunnen leggen. Het wil zeggen dat een bouwsteen de afspraken bevat waar de zorgverlener naar mag handelen. Als bijvoorbeeld een afspraakbouwsteen is opgevolgd door een stop-bouwsteen is de oorspronkelijke afspraakbouwsteen niet meer geldig. Meer uitleg hierover is te vinden in [[#Consolideren|hoofdstuk 4]].<br>
In principe is er binnen een MBH op enig moment slechts één geldige bouwsteen per type toegestaan. Er zijn echter enkele uitzonderingen. In onderstaande regels is per type bouwsteen aangegeven of meerdere gelijktijdig geldige (parallelle) bouwstenen zijn toegestaan binnen dezelfde MBH.
+
In enkele gevallen zijn parallelle bouwstenen binnen een MBH wel toegestaan. Dit is in onderstaande regels per type bouwsteen uitgewerkt.
 
* '''Parallelle MA’s zijn niet toegestaan binnen dezelfde MBH.''' Ook complexe op- en afbouwschema’s moeten in 1 MA vastgelegd worden.
 
* '''Parallelle MA’s zijn niet toegestaan binnen dezelfde MBH.''' Ook complexe op- en afbouwschema’s moeten in 1 MA vastgelegd worden.
 
* '''Parallelle WDS’en zijn niet toegestaan binnen dezelfde MBH.'''
 
* '''Parallelle WDS’en zijn niet toegestaan binnen dezelfde MBH.'''
* '''Parallelle TA’s zijn wel toegestaan binnen dezelfde MBH.''' Dit kan noodzakelijk zijn om de medicatieafspraak volledig uit te voeren. Zie paragraaf 4.2.16 en 4.2.17 voor voorbeelden.
+
* '''Parallelle TA’s zijn wel toegestaan binnen dezelfde MBH.''' Dit kan noodzakelijk zijn om de medicatieafspraak volledig uit te voeren.
* '''Parallelle MGB’s zijn toegestaan, maar alleen bij parallelle TA’s.''' Dit maakt correcte medicatieverificatie mogelijk, zodat bijvoorbeeld één TA als correct kan worden beoordeeld, terwijl een andere TA als afwijkend wordt geregistreerd. In alle andere gevallen zijn parallelle MGB’s niet toegestaan.
+
* '''Parallelle MGB’s zijn toegestaan binnen dezelfde MBH, maar alleen bij parallelle TA’s.''' Dit maakt correcte medicatieverificatie mogelijk, zodat bijvoorbeeld het medicatiegebruik behorend bij de ene TA als ‘conform afspraak’ kan worden beoordeeld, terwijl het medicatiegebruik behorend bij een andere TA in dezelfde MBH als afwijkend wordt geregistreerd. In alle andere gevallen zijn parallelle MGB’s niet toegestaan.
  
 
==Samenhang medicamenteuze behandeling en medicatiebouwstenen==
 
==Samenhang medicamenteuze behandeling en medicatiebouwstenen==
Binnen één MBH kunnen verschillende bouwstenen bestaan. Hieronder wordt de samenhang tussen de bouwstenen binnen één MBH uitgelegd, met hun onderlinge getalsmatige verhoudingen, dus hoe vaak binnen één MBH een bouwsteen ten opzichte van een andere bouwsteen kan voorkomen. Het gaat hierbij om ''instantiaties'' van de bouwstenen.
+
Binnen één MBH kunnen verschillende bouwstenen bestaan. Hieronder wordt de samenhang tussen de bouwstenen binnen één MBH uitgelegd, met hun onderlinge getalsmatige verhoudingen, dus hoe vaak binnen één MBH een bouwsteen ten opzichte van een andere bouwsteen kan voorkomen. Het gaat hierbij om instantiaties van de bouwstenen.
  
 
===Samenhang MBH en bouwstenen===
 
===Samenhang MBH en bouwstenen===
Regel 302: Regel 307:
 
|-
 
|-
 
| style="width: 60%; vertical-align: top;"|Een MBH heeft in principe minimaal één MA.
 
| style="width: 60%; vertical-align: top;"|Een MBH heeft in principe minimaal één MA.
|Er zijn uitzonderingen mogelijk; enkele voorbeelden zijn:<br>  • Er is zelfzorgmedicatie vastgelegd met bouwsteen MGB of MTD.<br>  • Er is in een acute situatie direct medicatie toegediend en een MTD vastgelegd.<br>  • Er is afgesproken dat de verstrekker bij een NSAID of prednison altijd maagbescherming mag verstrekken.<br>In dergelijke gevallen is er sprake van een MBH zonder MA.
+
|Er zijn uitzonderingen mogelijk; enkele voorbeelden zijn:<br>  • Er is zelfzorgmedicatie vastgelegd met bouwsteen MGB.<br>  • Er is in een acute situatie direct medicatie toegediend en een MTD vastgelegd.<br>  • Er is afgesproken dat de verstrekker bij een NSAID of prednison altijd maagbescherming mag verstrekken.<br>In dergelijke gevallen is er sprake van een MBH zonder MA.
 
|-
 
|-
 
| Er kunnen 0 tot meer MA’s actueel zijn binnen een MBH, 0 of 1 huidige en 0 of meer toekomstige. Er is echter op enig moment altijd maximaal één ''huidige'' MA. Ook complexe op-/afbouwschema’s kunnen in één MA opgenomen worden voorzover het over dezelfde PRK gaat.
 
| Er kunnen 0 tot meer MA’s actueel zijn binnen een MBH, 0 of 1 huidige en 0 of meer toekomstige. Er is echter op enig moment altijd maximaal één ''huidige'' MA. Ook complexe op-/afbouwschema’s kunnen in één MA opgenomen worden voorzover het over dezelfde PRK gaat.
 
|  
 
|  
 
|-
 
|-
| Een MBH kan 0 of meer van de bouwstenen VV, WDS, TA, MVE, MGB en MTD hebben.
+
| Een MBH kan 0 of meer van de bouwstenen VV, WDS, TA, MVE, MGB en MTD hebben. In een MBH zit altijd minimaal 1 bouwsteen.
 
|  
 
|  
 
|}
 
|}
Regel 314: Regel 319:
 
Hieronder volgt uitleg over de getalsverhoudingen tussen de bouwstenen onderling, beginnend met de MA. Per bouwsteen wordt aangegeven hoeveel instantiaties van een andere bouwsteen erbij kunnen voorkomen. Waar nodig zijn uitspraken voorzien van voorbeelden.<br>
 
Hieronder volgt uitleg over de getalsverhoudingen tussen de bouwstenen onderling, beginnend met de MA. Per bouwsteen wordt aangegeven hoeveel instantiaties van een andere bouwsteen erbij kunnen voorkomen. Waar nodig zijn uitspraken voorzien van voorbeelden.<br>
 
Als het woord 'verwijzen' wordt gebruikt gaat het om een Relatie-veld zoals deze in de dataset in ART-DECOR voorkomt. Als zo’n relatie niet bestaat, maar er wel een uitspraak gedaan wordt over de onderlinge getalsverhoudingen is dit gemarkeerd met een asterisk (*).<br>
 
Als het woord 'verwijzen' wordt gebruikt gaat het om een Relatie-veld zoals deze in de dataset in ART-DECOR voorkomt. Als zo’n relatie niet bestaat, maar er wel een uitspraak gedaan wordt over de onderlinge getalsverhoudingen is dit gemarkeerd met een asterisk (*).<br>
<br>
 
  
 
{| class="wikitable" style="width: 85%;"
 
{| class="wikitable" style="width: 85%;"
Regel 328: Regel 332:
 
{| class="wikitable"
 
{| class="wikitable"
 
| style="vertical-align:top;"|Nul
 
| style="vertical-align:top;"|Nul
| De patiënt heeft nog voldoende voorraad, of;<br> Het betreft zelfzorgmedicatie.
+
| De patiënt heeft nog voldoende voorraad.<br> Het betreft zelfzorgmedicatie.
 
|-
 
|-
 
| style="vertical-align:top;"|Eén
 
| style="vertical-align:top;"|Eén
Regel 340: Regel 344:
 
| Voorbeelden:
 
| Voorbeelden:
 
{| class="wikitable"
 
{| class="wikitable"
| style="vertical-align:top;"| Nul:
+
| style="vertical-align:top;"| Nul
|Er is een wijziging in MA waarbij geen medicatie verstrekt hoeft te worden, of;<br> Het betreft medicatie waar geen wettig recept voor nodig is.
+
| • Een nieuwe MA waarbij geen medicatie verstrekt hoeft te worden omdat de patiënt nog voldoende voorraad heeft van een vorige behandeling.<br> Het betreft een MA voor medicatie waar geen wettig recept voor nodig is en die door de patiënt zelf wordt gehaald bij een drogist.
 
|-
 
|-
 
| style="vertical-align:top;"| Eén
 
| style="vertical-align:top;"| Eén
Regel 347: Regel 351:
 
|-
 
|-
 
| style="vertical-align:top;"| Meer
 
| style="vertical-align:top;"| Meer
| De verstrekker wisselt van handelsproduct bij dezelfde MA.
+
| De verstrekker wisselt van handelsproduct of gaat de medicatie in GDS (Geneesmiddel Distributie Systeem) leveren.
 
|}
 
|}
 
|-
 
|-
Regel 367: Regel 371:
 
|-
 
|-
 
| style="vertical-align:top;"|Een VV verwijst naar 1 of meer MA’s.
 
| style="vertical-align:top;"|Een VV verwijst naar 1 of meer MA’s.
| Voorbeeld:<br>  • Er wordt gestart met 2 tabletten per dag, daarna wordt besloten te verlagen naar 1 tablet.<br>Dat zijn 2 MA’s, maar er is maar 1 VV nodig omdat het om dezelfde tabletten gaat. <br>
+
| Voorbeeld:<br>  • Bij een tussentijdse doseringsverhoging kan een VV vastgelegd worden die enerzijds de voorraad voor de bestaande MA aanvult en anderzijds dient om de voorraad voor de toekomstige MA te starten. <br>
 
Uitzondering:<br>
 
Uitzondering:<br>
 
In de transacties Beschikbaar stellen medicatiegegevens en Sturen medicatiegegevens kan het voorkomen dat een VV zonder verwijzing naar een MA bestaat. Dit kan alleen in geval van migratie van een systeem, en soms in de hybride situatie.
 
In de transacties Beschikbaar stellen medicatiegegevens en Sturen medicatiegegevens kan het voorkomen dat een VV zonder verwijzing naar een MA bestaat. Dit kan alleen in geval van migratie van een systeem, en soms in de hybride situatie.
Regel 377: Regel 381:
 
|-
 
|-
 
| style="vertical-align:top;"|Een TA kan opgevolgd worden door een nieuwe TA.
 
| style="vertical-align:top;"|Een TA kan opgevolgd worden door een nieuwe TA.
| Voorbeelden:<br>  • Wijziging van de bestaande medicatieafspraak.<br>  • Verstrekking middel met andere PRK of HPK vanwege preferentiebeleid of voorraadtekort.<br>  • Wijziging in toedientijden of distributievorm<br>De nieuwe TA verwijst dan behalve naar de MA ook naar de vorige TA.
+
| Voorbeelden:<br>  • Wijziging van de bestaande MA.<br>  • Verstrekking middel met andere PRK of HPK vanwege preferentiebeleid of voorraadtekort.<br>  • Wijziging in toedientijden of distributievorm.
 
|-
 
|-
 
| style="vertical-align:top;"|Er kunnen meerdere (eventueel parallelle) TA’s verwijzen naar dezelfde MA.
 
| style="vertical-align:top;"|Er kunnen meerdere (eventueel parallelle) TA’s verwijzen naar dezelfde MA.
Regel 386: Regel 390:
 
|-
 
|-
 
| style="vertical-align:top;"|(*) Bij een TA kunnen 0, 1 of meer MVE’s horen.
 
| style="vertical-align:top;"|(*) Bij een TA kunnen 0, 1 of meer MVE’s horen.
| Voorbeelden:<br>  • Nul : De patiënt heeft voldoende voorraad.<br>  • Een: Het betreft een kuur met antibiotica.<br>  • Meer: Elke 2 weken een herhalende verstrekking.
+
| Voorbeelden:<br>  • Nul : De patiënt heeft voldoende voorraad.<br>  • Eén: Het betreft een kuur met antibiotica.<br>  • Meer: Elke 2 weken een herhalende verstrekking.
 
|-
 
|-
 
! colspan="2" style="text-align:left;"|Medicatieverstrekking → andere bouwstenen  
 
! colspan="2" style="text-align:left;"|Medicatieverstrekking → andere bouwstenen  
 
|-
 
|-
 
| style="vertical-align:top;"|Een MVE is in de ambulante situatie gebaseerd op een VV: een medicatieverstrekking mag alleen plaatsvinden als daarvoor een geldig VV bestaat. In dat geval verwijst de MVE naar dat VV.
 
| style="vertical-align:top;"|Een MVE is in de ambulante situatie gebaseerd op een VV: een medicatieverstrekking mag alleen plaatsvinden als daarvoor een geldig VV bestaat. In dat geval verwijst de MVE naar dat VV.
| Uitzonderingen:<br>  • Zelfzorgmedicatie verstrekt door de apotheker.<br>  • MVE op basis van een papieren recept. Papieren recepten zijn in principe niet meer toegestaan maar er zijn uitzonderingsgevallen mogelijk, zie praktijkvoorbeeld Papieren recept.
+
| Uitzonderingen:<br>  • Zelfzorgmedicatie verkregen bij de verstrekker.<br>  • MVE op basis van een papieren recept. Papieren recepten zijn in principe niet meer toegestaan maar er zijn uitzonderingsgevallen mogelijk, zie praktijkvoorbeeld [[mp:VDraft_Ontwerp_medicatieproces_9_herstructureren/praktijkvoorbeelden#Papieren_recept_-_niet_meer_toegestaan|Papieren recept]].
 
|-
 
|-
 
| style="vertical-align:top;"|(*) Een MVE is gebaseerd op een MA: een medicatieverstrekking mag alleen plaatsvinden als er een geldige en actuele MA bij bestaat.
 
| style="vertical-align:top;"|(*) Een MVE is gebaseerd op een MA: een medicatieverstrekking mag alleen plaatsvinden als er een geldige en actuele MA bij bestaat.
| Uitzondering:<br>  • Zelfzorgmedicatie verstrekt door de apotheker. De apotheker kan hierbij ook een TA aanmaken, maar dat hoeft niet.
+
| Uitzondering:<br>  • Zelfzorgmedicatie verkregen bij de verstrekker. De verstrekker kan hierbij ook een TA aanmaken, maar dat hoeft niet.
 
|-
 
|-
 
| style="vertical-align:top;"|(*) Een MVE is gebaseerd op een TA: een medicatieverstrekking mag alleen plaatsvinden als er een geldige en actuele TA bij bestaat.
 
| style="vertical-align:top;"|(*) Een MVE is gebaseerd op een TA: een medicatieverstrekking mag alleen plaatsvinden als er een geldige en actuele TA bij bestaat.
| Uitzondering:<br>  • Zelfzorgmedicatie verstrekt door de apotheker. De apotheker kan hierbij ook een TA aanmaken, maar dat hoeft niet.
+
| Uitzondering:<br>  • Zelfzorgmedicatie verkregen bij de verstrekker. De verstrekker kan hierbij ook een TA aanmaken, maar dat hoeft niet.
 
|-
 
|-
 
| style="vertical-align:top;"|(*) Een MVE kan bij meerdere TA’s horen.
 
| style="vertical-align:top;"|(*) Een MVE kan bij meerdere TA’s horen.
Regel 405: Regel 409:
 
|-
 
|-
 
| style="vertical-align:top;"|Een MGB kan naar 0 of 1 MA verwijzen.
 
| style="vertical-align:top;"|Een MGB kan naar 0 of 1 MA verwijzen.
| Voorbeelden:<br>  • Een patiënt legt zelfzorgmedicatie vast met MGB.<br>  • Een patiënt legt diens gebruik van een geneesmiddel over de afgelopen weken vast met MGB, met verwijzing naar de betreffende MA.
+
| Voorbeelden:<br>  • Nul : Een patiënt legt zelfzorgmedicatie vast met MGB.<br>  • Eén: Een patiënt legt diens gebruik van een geneesmiddel over de afgelopen weken vast met MGB, met verwijzing naar de betreffende MA.
 
|-
 
|-
 
| style="vertical-align:top;"|Meerdere MGB’s kunnen verwijzen naar dezelfde MA.
 
| style="vertical-align:top;"|Meerdere MGB’s kunnen verwijzen naar dezelfde MA.
Regel 411: Regel 415:
 
|-
 
|-
 
| style="vertical-align:top;"|Een MGB kan naar 0 of 1 TA verwijzen.
 
| style="vertical-align:top;"|Een MGB kan naar 0 of 1 TA verwijzen.
| Voorbeeld:<br>  • Een patiënt legt door de apotheek verstrekte zelfzorgmedicatie vast met MGB.
+
| Voorbeeld:<br>  • Nul: Een patiënt legt door de apotheek verstrekte zelfzorgmedicatie vast met MGB.
 
|-
 
|-
 
| style="vertical-align:top;"|Meerdere MGB’s kunnen verwijzen naar dezelfde TA.
 
| style="vertical-align:top;"|Meerdere MGB’s kunnen verwijzen naar dezelfde TA.
Regel 422: Regel 426:
 
|-
 
|-
 
| style="vertical-align:top;"|Een MTD verwijst naar 0 of 1 MA en/of TA en/of WDS, afhankelijk van de situatie.
 
| style="vertical-align:top;"|Een MTD verwijst naar 0 of 1 MA en/of TA en/of WDS, afhankelijk van de situatie.
| Voorbeelden:<br>  • In ad-hocsituaties waarin meteen medicatie moet worden toegediend heeft de MTD geen verwijzing.<br>  • In ambulante situaties zal doorgaans naar een TA worden verwezen, in klinische situaties eerder naar een MA.<br>  • De MTD   kan naar zowel de MA als TA verwijzen, als die beide bestaan. De MA waarnaar de MTD verwijst moet dezelfde zijn als die waar de TA naar verwijst.<br>  • Als er sprake is van een WDS, dan zal de MTD naar zowel WDS als MA verwijzen. De MA waarnaar de MTD verwijst moet dezelfde zijn als die waar het WDS naar verwijst.
+
| Voorbeelden:<br>  • In ad-hocsituaties waarin meteen medicatie moet worden toegediend heeft de MTD geen verwijzing.<br>  • In ambulante situaties zal doorgaans naar een TA worden verwezen, in klinische situaties eerder naar een MA.<br>  • De MTD kan naar zowel de MA als TA verwijzen, als die beide bestaan. De MA waarnaar de MTD verwijst moet dezelfde zijn als die waar de TA naar verwijst.<br>  • Als er sprake is van een WDS, dan zal de MTD naar zowel WDS als MA verwijzen. De MA waarnaar de MTD verwijst moet dezelfde zijn als die waar het WDS naar verwijst.
 
|}
 
|}
  
De voorstelgegevens VMA, AVMA, VVV en AVVV vallen buiten de MBH, en hebben ook geen MBH-id. Het gaat om voorstellen waarvan nog niet zeker is of deze leiden tot definitieve MA’s of VV’s met een relatie naar een MBH, en om de antwoorden op die voorstellen. De onderlinge getalsverhoudingen bij deze bouwstenen zijn als volgt:
+
De voorstelgegevens bevatten voorstellen waarvan nog niet zeker is of deze leiden tot nieuwe MA’s of VV’s. Voorstelgegevens leiden wel altijd tot antwoorden  met daarin het besluit op die voorstellen.<br>
 +
De onderlinge getalsverhoudingen bij deze voorstelgegevens zijn als volgt:
 
* Een VMA kan leiden tot 0 (als het voorstel niet geaccordeerd wordt), 1 of meer MA’s.
 
* Een VMA kan leiden tot 0 (als het voorstel niet geaccordeerd wordt), 1 of meer MA’s.
* Een VMA kan leiden tot 0 (als het voorstel geaccordeerd wordt, want dan kan volstaan worden met het sturen van de nieuwe MA) of 1 AVMA.
+
* Een VMA leidt tot 1 AVMA (onafhankelijk van het besluit op het VMA).
 
* Een VVV kan leiden tot 0 (als het voorstel niet geaccordeerd wordt), 1 of meer VV’s.
 
* Een VVV kan leiden tot 0 (als het voorstel niet geaccordeerd wordt), 1 of meer VV’s.
* Een VVV kan leiden tot 0 (als het voorstel geaccordeerd wordt, want dan kan volstaan worden met het sturen van het nieuwe VV) of 1 AVVV.
+
* Een VVV leidt tot 1 AVVV (onafhankelijk van het besluit op het VVV) .
  
===Samenhang MBH en bouwstenen schematisch weergegeven===
+
===Samenhang MBH en bouwstenen grafisch weergegeven===
De uitspraken in paragraaf 2.5.1 en 2.5.2 resulteren in de volgende figuren:<br><br>
+
De uitspraken in paragraaf 2.5.1 en 2.5.2 resulteren in de volgende figuren:
  
[[Bestand: 20241128 samenhang MBH en bouwstenen.png|500px|Samenhang MBH en bouwstenen]]<br><br>
+
[[Bestand:Samenhang MBH bouwstenen.png|600px|Samenhang MBH en bouwstenen]]<br><br>
 
''Figuur 2.4  Samenhang MBH en bouwstenen''<br>
 
''Figuur 2.4  Samenhang MBH en bouwstenen''<br>
  
Deze figuur laat zien hoeveel instantiaties van een bouwsteen er binnen 1 MBH kunnen voorkomen.<br>
+
Deze figuur laat zien hoeveel instantiaties van therapeutische en logistieke bouwstenen er binnen één MBH kunnen voorkomen. Een patiënt kan 0 of meer medicamenteuze behandelingen hebben.<br>
  
[[Bestand: 20241128 samenhang bouwstenen binnen een MBH.png|700px|Samenhang bouwstenen binnen een MBH]]<br><br>
+
[[Bestand:20250930 Samenhang verhoudingen en verwijzingen.png|700px|Samenhang bouwstenen binnen een MBH]]<br><br>
 
''Figuur 2.5  Samenhang bouwstenen binnen een MBH''<br>
 
''Figuur 2.5  Samenhang bouwstenen binnen een MBH''<br>
  
Deze figuur toont de onderlinge getalsverhoudingen tussen instantiaties van de bouwstenen binnen één MBH. Er is een lijntje getekend tussen twee bouwstenen als tenminste een van beide in ART-DECOR een Relatie-veld heeft naar de andere bouwsteen.<br><br>
+
Deze figuur toont de onderlinge getalsverhoudingen tussen instantiaties van de bouwstenen binnen één MBH. De pijlen geven aan dat een bouwsteen naar een andere bouwsteen kan verwijzen. In geval van dubbelzijdige pijlen kunnen beide bouwstenen naar elkaar verwijzen.<br>
  
 
De volgende notatie wordt gebruikt:<br>
 
De volgende notatie wordt gebruikt:<br>
Regel 458: Regel 463:
 
* Bij 1 instantiatie van bouwsteen Y kunnen 0, 1 of meerdere instantiaties van bouwsteen X horen.
 
* Bij 1 instantiatie van bouwsteen Y kunnen 0, 1 of meerdere instantiaties van bouwsteen X horen.
  
NB: De kardinaliteiten binnen transacties worden in [https://decor.nictiz.nl/pub/medicatieproces/mp-html-20241118T151205/scenarios.html ART-DECOR] beschreven (zie ook Hoofdstuk 3 [[#Informatieoverdracht|Informatieoverdracht]]).
+
NB: De kardinaliteiten binnen transacties worden in [https://decor.nictiz.nl/pub/medicatieproces/mp-html-20250522T132618/scenarios.html ART-DECOR]beschreven (zie ook [[#Informatieoverdracht|hoofdstuk 3]]).
  
 
==Sturen en/of beschikbaar stellen==
 
==Sturen en/of beschikbaar stellen==
Er zijn twee werkwijzen voor het digitaal uitwisselen van de medicatiebouwstenen in de zorgketen: raadplegen/beschikbaar stellen (Pull) en sturen/ontvangen (Push).<br>
+
Er zijn twee werkwijzen voor het uitwisselen van medicatiebouwstenen in de zorgketen: raadplegen/beschikbaar stellen (Pull) en sturen/ontvangen (Push).<br>
 
''Beschikbaar stellen'' wil zeggen dat gegevens in het eigen informatiesysteem beschikbaar gemaakt worden voor ''raadplegen'' door andere betrokkenen in de keten.<br>
 
''Beschikbaar stellen'' wil zeggen dat gegevens in het eigen informatiesysteem beschikbaar gemaakt worden voor ''raadplegen'' door andere betrokkenen in de keten.<br>
 
Daarnaast is ook ''sturen'' een mogelijkheid, het gericht sturen van gegevens naar andere betrokkenen die deze gegevens dan automatisch ''ontvangen''.<br>
 
Daarnaast is ook ''sturen'' een mogelijkheid, het gericht sturen van gegevens naar andere betrokkenen die deze gegevens dan automatisch ''ontvangen''.<br>
Gegevens worden verstuurd naar zorgaanbieders, niet naar specifieke zorgverleners. Als in het FO gesproken wordt over versturen naar "de verstrekker/huisarts/longarts etc." dan gaat het over de betreffende zorgaanbieders, niet die individuele zorgverlener.
+
Gegevens worden verstuurd naar zorgaanbieders, niet naar specifieke zorgverleners. Als in het FO gesproken wordt over versturen naar "de verstrekker/huisarts/longarts etc." dan gaat het over de betreffende zorgaanbieders, niet die individuele zorgverlener.<br>
 
Niet alle gegevens worden altijd of aan iedereen beschikbaar gesteld:
 
Niet alle gegevens worden altijd of aan iedereen beschikbaar gesteld:
*Voorstelgegevens worden alleen verstuurd, tussen degene die het voorstel doet en de ontvanger van het voorstel, vaak de voorschrijver.
+
* Voorstelgegevens worden alleen verstuurd, door degene die het voorstel doet naar de ontvanger van het voorstel, de voorschrijver.
*Verstrekkingsverzoeken worden alleen beschikbaar gesteld voor raadpleging door de patiënt.
+
* Verstrekkingsverzoeken worden alleen beschikbaar gesteld voor raadpleging door de patiënt.
*Een informatiesysteem stelt alleen bouwstenen beschikbaar waar de betreffende zorgverlener zelf de auteur van is. Eventueel aanwezige kopie-bouwstenen (dus afkomstig van een andere bron) worden ''niet'' beschikbaar gesteld.
+
* Een informatiesysteem stelt alleen bouwstenen beschikbaar waar de betreffende zorgverlener zelf de auteur van is. Eventueel aanwezige kopieën afkomstig uit een andere bron worden ''niet'' beschikbaar gesteld.
*De bouwstenen Lengte en Gewicht kunnen met het medicatievoorschrift verstuurd worden. Ook LaboratoriumUitslag kan meegestuurd worden. Raadplegen/beschikbaar stellen van deze bouwstenen is niet in scope van MP9.
+
* De bouwstenen Lengte en Gewicht kunnen met het medicatievoorschrift verstuurd worden. Ook LaboratoriumUitslag kan meegestuurd worden. Raadplegen/beschikbaar stellen van deze bouwstenen is niet in scope van MP9.
  
In Hoofdstuk 5 [[#Medicatieproces|Medicatieproces]] wordt per deelproces uitgewerkt wanneer er sprake is van alleen beschikbaar stellen dan wel van sturen en/of beschikbaar stellen. Dit wordt ook in tabellen in het [[mp:V2.0.0_Verwijzing_naar_documentatie_Medicatieproces9_tbv_Kickstart|Verzamelbestand]] per deelproces samengevat.
+
In [[#Medicatieproces|hoofdstuk 5]] wordt per deelproces uitgewerkt wanneer er sprake is van alleen beschikbaar stellen dan wel van sturen en/of beschikbaar stellen. Dit wordt ook in tabellen in het [[mp:V2.0.0_Verwijzing_naar_documentatie_Medicatieproces9_tbv_Kickstart|Verzamelbestand]] per deelproces samengevat.
  
 
=Informatieoverdracht=
 
=Informatieoverdracht=
''Dit hoofdstuk is nog in review. Onderstaande versie komt overeen met 20250425 Hoofdstuk 3 Informatieoverdracht.docx.''<br>
+
''Dit hoofdstuk moet nog geautoriseerd worden. Onderstaande versie komt overeen met 20251216 Hoofdstuk 3 Informatieoverdracht v091 concept.docx''<br>
  
Dit hoofdstuk biedt een overzicht van de informatiesystemen, systeemrollen, transacties en de daarbij betrokken bouwstenen in MP9. Het beschrijft kort hoe deze begrippen zich tot elkaar verhouden en hoe deze gebruikt worden in de beschrijving van deze informatiestandaard.
+
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de informatiesystemen, systeemrollen, transacties en de daarbij betrokken bouwstenen in MP9. Het beschrijft kort hoe deze begrippen zich tot elkaar verhouden en hoe deze gebruikt worden in de beschrijving van deze informatiestandaard.
  
 
==Overzicht begrippen==
 
==Overzicht begrippen==
Vastgelegde medicatiegegevens worden in de vorm van instantiaties van medicatiebouwstenen uitgewisseld. Dit gebeurt via ''transacties'' tussen de informatiesystemen van zorgverleners. Transacties worden gegroepeerd in transactiegroepen die zelf weer deel uitmaken van scenario’s. Deze zijn te vinden in het tabblad [https://decor.nictiz.nl/pub/medicatieproces/mp-html-20241118T151205/scenarios.html| Scenario’s] in ART-DECOR.<br>
+
Vastgelegde medicatiegegevens worden in de vorm van instantiaties van medicatiebouwstenen uitgewisseld. Dit gebeurt via ''transacties'' tussen de informatiesystemen van zorgverleners. Transacties worden gegroepeerd in transactiegroepen die zelf weer deel uitmaken van scenario’s. Deze zijn te vinden in het tabblad [https://decor.nictiz.nl/pub/medicatieproces/mp-html-20250522T132618/scenarios.html Scenario’s] in ART-DECOR.<br>
Daar staat ook een overzicht van de transacties per ''systeemrol'' (actor: systeem). Elk informatiesysteem in MP9 moet bepaalde systeemrollen kunnen vervullen om de bijbehorende transactie uit te kunnen voeren.<br>
+
Daarin staat ook een overzicht van de transacties per ''systeemrol'' (actor: systeem). Een systeemrol is een functie die het systeem vervult in de uitwisseling van gegevens. Elk informatiesysteem in MP9 moet bepaalde systeemrollen kunnen vervullen om de bijbehorende transactie uit te kunnen voeren.<br>
In het tabblad [https://decor.nictiz.nl/pub/medicatieproces/mp-html-20241118T151205/dataset.html| Dataset] in ART-DECOR is de ''generieke'' dataset te vinden met alle voor MP9 relevante gegevenstypen. Een ''transactie''dataset is een subset van deze generieke dataset. Het bevat de bouwstenen en data-elementen die in de betreffende transactie uitgewisseld kunnen of moeten worden. De kardinaliteit  en conformiteit van de data-elementen worden per transactie gespecificeerd. Zie voor uitleg hierover de [https://informatiestandaarden.nictiz.nl/wiki/Handleiding_Kardinaliteiten_en_conformance Handleiding Kardinaliteiten en conformance].<br>
+
In het tabblad [https://decor.nictiz.nl/pub/medicatieproces/mp-html-20250522T132618/dataset.html Dataset] in ART-DECOR is de ''generieke'' dataset te vinden met alle voor MP9 relevante gegevenstypen. Een ''transactie''dataset is een subset van deze generieke dataset. Het bevat de bouwstenen en data-elementen die in de betreffende transactie uitgewisseld kunnen of moeten worden. De kardinaliteit  en conformiteit van de data-elementen worden per transactie gespecificeerd. Zie voor uitleg hierover de [https://informatiestandaarden.nictiz.nl/wiki/Handleiding_Kardinaliteiten_en_conformance Handleiding Kardinaliteiten en conformance].<br>
 
Een ''usecase'' beschrijft een praktijksituatie in de zorg waarvoor de informatie-uitwisseling wordt gespecificeerd aan de hand van:
 
Een ''usecase'' beschrijft een praktijksituatie in de zorg waarvoor de informatie-uitwisseling wordt gespecificeerd aan de hand van:
 
* Actoren:<br>Personen en informatiesystemen die bij de usecase betrokken zijn. Het gaat daarbij om de ''rollen'' die deze actoren vervullen:<br>''bedrijfsrollen'': voorschrijver, verstrekker, toediener, patiënt<br>''systeemrollen'': sturend, ontvangend, raadplegend en beschikbaarstellend systeem
 
* Actoren:<br>Personen en informatiesystemen die bij de usecase betrokken zijn. Het gaat daarbij om de ''rollen'' die deze actoren vervullen:<br>''bedrijfsrollen'': voorschrijver, verstrekker, toediener, patiënt<br>''systeemrollen'': sturend, ontvangend, raadplegend en beschikbaarstellend systeem
* Transacties:<br>Welke informatie wordt uitgewisseld, wanneer, en tussen welke systemen en systeemrollen.<br>
+
* Transacties:<br>Welke informatie wordt uitgewisseld, wanneer, tussen welke systemen en systeemrollen, en welke bedrijfsrollen zijn erbij betrokken.<br>
  
 
In het rapport [https://nictiz.nl/app/uploads/2020/09/2021-Paper-Informatiestandaarden-Nictiz.pdf Informatiestandaarden; basis voor gegevensuitwisseling in de zorg] staat nadere uitleg en achtergrondinformatie over deze begrippen en hun onderlinge relatie.
 
In het rapport [https://nictiz.nl/app/uploads/2020/09/2021-Paper-Informatiestandaarden-Nictiz.pdf Informatiestandaarden; basis voor gegevensuitwisseling in de zorg] staat nadere uitleg en achtergrondinformatie over deze begrippen en hun onderlinge relatie.
Regel 493: Regel 498:
 
Binnen MP9 worden verschillende typen informatiesystemen onderscheiden op basis van hun functionele rol:<br>
 
Binnen MP9 worden verschillende typen informatiesystemen onderscheiden op basis van hun functionele rol:<br>
 
*EVS elektronisch voorschrijfsysteem
 
*EVS elektronisch voorschrijfsysteem
*AIS (ziekenhuis)apotheek informatiesysteem
+
*AIS apotheekinformatiesysteem
 
*PGO persoonlijke gezondheidsomgeving
 
*PGO persoonlijke gezondheidsomgeving
 
*eTDR elektronisch toedienregistratiesysteem
 
*eTDR elektronisch toedienregistratiesysteem
Regel 508: Regel 513:
 
Een informatiesysteem kan een of meer van deze systeemrollen vervullen.
 
Een informatiesysteem kan een of meer van deze systeemrollen vervullen.
  
In tabel 3.1 hieronder staat een overzicht van de systeemrollen binnen MP9 met hun afkorting, de bijbehorende transactie en bouwstenen. In [https://decor.nictiz.nl/pub/medicatieproces/mp-html-20241118T151205/scenarios.html ART-DECOR] is voor elke transactie te vinden hoe de betrokken bouwstenen daarin worden ingevuld.
+
In de tabel hieronder staat een overzicht van de systeemrollen binnen MP9 met hun afkorting, de bijbehorende transactie en de bouwstenen die daarbij betrokken kunnen zijn. In [https://decor.nictiz.nl/pub/medicatieproces/mp-html-20250522T132618/scenarios.html ART-DECOR] is voor elke transactie te vinden hoe de betrokken bouwstenen daarin worden ingevuld.
  
 
{| class="wikitable"
 
{| class="wikitable"
|+ style="caption-side:bottom; text-align:left;"|''Tabel 3.1 Systeemrollen, transacties en bouwstenen''
 
 
! style="text-align:left;" | Systeemrol
 
! style="text-align:left;" | Systeemrol
! style="text-align:left;" | Afkorting
+
! style="text-align:left; width: 70px" | Afkorting
 
! style="text-align:left;" | Transactie
 
! style="text-align:left;" | Transactie
! style="text-align:left;" | Betrokken bouwstenen
+
! style="text-align:left; width: 35%" | Mogelijk betrokken bouwstenen
  
 
|-
 
|-
Regel 523: Regel 527:
 
| MP-VOS
 
| MP-VOS
 
| Sturen medicatievoorschrift
 
| Sturen medicatievoorschrift
| rowspan="2" style="vertical-align:top;"| MA met of zonder VV; Lengte, Gewicht <br> Eventueel meesturen van de nierfunctiewaarde met het voorschrift verloopt via de transactie Lab2Zorg. Zie Leeswijzer meesturen nierfunctiewaarde met voorschrift.
+
| rowspan="2" style="vertical-align:top;"| MA met of zonder VV; eventueel Lengte, Gewicht <br> Eventueel meesturen van de nierfunctiewaarde met het voorschrift verloopt via de transactie Lab2Zorg. Zie [[mp:LeeswijzerVoorschriftmetnierfunctiewaarde|Leeswijzer meesturen nierfunctiewaarde met voorschrift]].
 
|-
 
|-
 
| VoorschriftOntvangend
 
| VoorschriftOntvangend
 
| MP-VOO
 
| MP-VOO
| Ontvangen medicatievoorschrift  
+
| Ontvangstbevestiging medicatievoorschrift  
 
|-
 
|-
 
! colspan="4" style="text-align:left;"| '''Scenario Afhandelen medicatievoorschrift'''
 
! colspan="4" style="text-align:left;"| '''Scenario Afhandelen medicatievoorschrift'''
Regel 538: Regel 542:
 
| VoorschriftAfhandelingOntvangend
 
| VoorschriftAfhandelingOntvangend
 
| MP-VAO
 
| MP-VAO
| Ontvangen afhandeling medicatievoorschrift  
+
| Ontvangstbevestiging afhandeling medicatievoorschrift  
 
|-
 
|-
 
! colspan="4" style="text-align:left;" |'''Scenario Medicatiegegevens'''
 
! colspan="4" style="text-align:left;" |'''Scenario Medicatiegegevens'''
Regel 549: Regel 553:
 
| MedicatieGegevensOntvangend
 
| MedicatieGegevensOntvangend
 
| MP-MGO
 
| MP-MGO
| Ontvangen medicatiegegevens
+
| Ontvangstbevestiging medicatiegegevens
 
|-
 
|-
 
| MedicatieGegevensBeschikbaarstellend
 
| MedicatieGegevensBeschikbaarstellend
Regel 559: Regel 563:
 
| Raadplegen medicatiegegevens
 
| Raadplegen medicatiegegevens
 
|-
 
|-
! colspan="4" style="text-align:left;"|'''Voorstelgegevens'''
+
! colspan="4" style="text-align:left;"|'''Scenario Voorstelgegevens'''
 +
|-
 +
| VoorstelMedicatieafspraakSturend
 +
| MP-VMS
 +
| Sturen voorstel medicatieafspraak
 +
| rowspan="2" style="vertical-align:top;"|VMA met of zonder Lengte, Gewicht
 +
|-
 +
| VoorstelMedicatieafspraakOntvangend
 +
| MP-VMO
 +
| Ontvangstbevestiging voorstel medicatieafspraak
 +
|-
 +
| AntwoordVoorstelMedicatieafspraakSturend
 +
| MP-AVMS
 +
| Sturen antwoord voorstel medicatieafspraak
 +
| rowspan="2" style="vertical-align:top;"|AVMA
 +
|-
 +
| AntwoordVoorstelMedicatieafspraakOntvangend
 +
| MP-AVMO
 +
| Ontvangstbevestiging antwoord voorstel medicatieafspraak
 
|-
 
|-
 
| VoorstelVerstrekkingsverzoekSturend
 
| VoorstelVerstrekkingsverzoekSturend
Regel 568: Regel 590:
 
| VoorstelVerstrekkingsverzoekOntvangend
 
| VoorstelVerstrekkingsverzoekOntvangend
 
| MP-VVO
 
| MP-VVO
| Ontvangen voorstel verstrekkingsverzoek  
+
| Ontvangstbevestiging voorstel verstrekkingsverzoek  
 
|-
 
|-
 
| AntwoordVoorstelVerstrekkingsverzoekSturend
 
| AntwoordVoorstelVerstrekkingsverzoekSturend
Regel 577: Regel 599:
 
| AntwoordVoorstelVerstrekkingsverzoekOntvangend
 
| AntwoordVoorstelVerstrekkingsverzoekOntvangend
 
| MP-AVVO
 
| MP-AVVO
| Ontvangen antwoord voorstel verstrekkingsverzoek
+
| Ontvangstbevestiging antwoord voorstel verstrekkingsverzoek
|-
+
 
| VoorstelMedicatieafspraakSturend
 
| MP-VMS
 
| Sturen voorstel medicatieafspraak
 
| rowspan="2" style="vertical-align:top;"|VMA met of zonder Lengte, Gewicht
 
|-
 
| VoorstelMedicatieafspraakOntvangend
 
| MP-VMO
 
| Ontvangen voorstel medicatieafspraak
 
|-
 
| AntwoordVoorstelMedicatieafspraakSturend
 
| MP-AVMS
 
| Sturen antwoord voorstel medicatieafspraak
 
| rowspan="2" style="vertical-align:top;"|AVMA
 
|-
 
| AntwoordVoorstelMedicatieafspraakOntvangend
 
| MP-AVMO
 
| Ontvangen antwoord voorstel medicatieafspraak
 
 
|}
 
|}
 +
 +
Bepaalde systeemrollen zijn elkaars logische tegenhangers en komen dus altijd samen in een systeem voor. Bijvoorbeeld het sturen van een voorschrift en het ontvangen van de afhandeling van het voorschrift. Het gaat om de volgende Sturen/Ontvangen-paren:
 +
* MP-VOS en MP-VAO
 +
* MP-VOO en MP-VAS
 +
* MP-VMS en MP-AVMO
 +
* MP-VMO en MP-AVMS
 +
* MP-VVS en MP-AVVO
 +
* MP-VVO en MP-AVVS
  
 
===Informatiesystemen en systeemrollen===
 
===Informatiesystemen en systeemrollen===
Een informatiesysteem kan verschillende systeemrollen vervullen. Tabel 3.2 laat voor elk informatiesysteem zien welke dit zijn.<br>
+
Een informatiesysteem kan verschillende systeemrollen vervullen. Onderstaande tabel laat voor elk informatiesysteem zien welke dit zijn.<br>
Op dit moment (Q1 2025) zijn de voorstelgegevens hier nog niet in meegenomen, aangezien dat nog verder uitgewerkt wordt.
 
 
 
 
{| class="wikitable"
 
{| class="wikitable"
 
! systeemrol !! EVS !! AIS !! PGO !! eTDR !! TrIS  
 
! systeemrol !! EVS !! AIS !! PGO !! eTDR !! TrIS  
Regel 620: Regel 631:
 
|-
 
|-
 
| MP-MGR || √ || √ || √ || √ || √
 
| MP-MGR || √ || √ || √ || √ || √
 +
|-
 +
| MP-VMS || √ || √ || √ || √ || √
 +
|-
 +
| MP-VMO || √ || - || - || - || -
 +
|-
 +
| MP-AVMS || √ || - || - || - || -
 +
|-
 +
| MP-AVMO || √ || √ || √ || √ || √
 +
|-
 +
| MP-VVS || √ || √ || √ || √ || √
 +
|-
 +
| MP-VVO || √ || - || - || - || -
 +
|-
 +
| MP-AVVS || √ || - || - || - || -
 +
|-
 +
| MP-AVVO || √ || √ || √ || √ || √
 
|}
 
|}
 
''Tabel 3.2 Informatiesystemen en systeemrollen''
 
 
  
 
Figuur 3.1 is een grafische weergave hiervan:<br><br>
 
Figuur 3.1 is een grafische weergave hiervan:<br><br>
 
[[Bestand:informatiesystemen_en_systeemrollen.png|500px|Figuur 3.1 Informatiesystemen en systeemrollen]]
 
[[Bestand:informatiesystemen_en_systeemrollen.png|500px|Figuur 3.1 Informatiesystemen en systeemrollen]]
<br>
+
<br><br>
 
''Figuur 3.1 Informatiesystemen en systeemrollen''
 
''Figuur 3.1 Informatiesystemen en systeemrollen''
  
==Scenario's en usecases==
+
==Scenario's==
 
Deze paragraaf geeft een beschrijving van de volgende scenario's:
 
Deze paragraaf geeft een beschrijving van de volgende scenario's:
 
* Medicatievoorschrift
 
* Medicatievoorschrift
 
* Afhandelen Medicatievoorschrift
 
* Afhandelen Medicatievoorschrift
 
* Medicatiegegevens
 
* Medicatiegegevens
Bij elk scenario wordt aangegeven wat voor usecases daarbij horen. De bijbehorende procesbeschrijvingen staan in Hoofdstuk 5 [[#Medicatieproces|Medicatieproces]]. Het scenario Voorstelgegevens is hier nog niet opgenomen omdat dit op dit moment (Q2 2025) nog verder wordt uitgewerkt.<br>
+
* Voorstelgegevens
Er is gekozen voor een onderverdeling per scenario en niet per usecase. Dit is gedaan omdat binnen het medicatieproces geen 1-op-1 relatie tussen usecase en scenario bestaat. Het deelproces Voorschrijven kent bijvoorbeeld de usecase voorschrijven, maar ook de usecase ontvangen afhandeling voorschrift, het ontvangen en beantwoorden van een voorstel van een verstrekker of het opstellen van een overzicht van medicatiegegevens. Alle drie de scenario’s komen hierbij aan de orde. Omgekeerd kan het scenario Medicatiegegevens voor allerlei verschillende usecases gebruikt worden. Een beschrijving per scenario is daarom het meest efficiënt.
+
Bij elk scenario wordt aangegeven in welke deelprocessen dit voor kan komen. De bijbehorende procesbeschrijvingen staan in [[#Medicatieproces|Hoofdstuk 5 Medicatieproces]].<br>
 +
Er is gekozen voor een onderverdeling per scenario en niet per usecase. Dit is gedaan omdat binnen het medicatieproces geen 1-op-1 relatie tussen usecase en scenario bestaat. Het deelproces Voorschrijven kent bijvoorbeeld de usecase versturen medicatievoorschrift, maar ook de usecases ontvangen afhandeling voorschrift, het ontvangen en beantwoorden van een voorstel van een verstrekker of het opstellen van een overzicht van medicatiegegevens. Alle scenario’s komen hierbij aan de orde. Omgekeerd kan het scenario Medicatiegegevens voor allerlei verschillende usecases gebruikt worden. Een beschrijving per scenario is daarom het meest efficiënt.
  
 
===Scenario Medicatievoorschrift===
 
===Scenario Medicatievoorschrift===
Regel 654: Regel 679:
  
 
====Systemen en systeemrollen====
 
====Systemen en systeemrollen====
De voorschrijver maakt gebruik van een EVS (elektronisch voorschrijfsysteem).
+
De voorschrijver maakt gebruik van een EVS.<br>
De verstrekker maakt gebruik van een AIS (apotheekinformatiesysteem).
+
De verstrekker maakt gebruik van een AIS.
  
 
{| class="wikitable"
 
{| class="wikitable"
Regel 664: Regel 689:
 
| AIS || VoorschriftOntvangend || MP-VOO || Ontvangen medicatievoorschrift van voorschrijver
 
| AIS || VoorschriftOntvangend || MP-VOO || Ontvangen medicatievoorschrift van voorschrijver
 
|}
 
|}
[[Bestand:Componentendiagram scenario Medicatievoorschrift.png|500px|Componentendiagram scenario Medicatievoorschrift]]
+
<!--[[Bestand:Componentendiagram scenario Medicatievoorschrift.png|500px|Componentendiagram scenario Medicatievoorschrift]]-->
  
 
====Samenhang bedrijfsrollen, systeemrollen en transacties====
 
====Samenhang bedrijfsrollen, systeemrollen en transacties====
 
{| class="wikitable"
 
{| class="wikitable"
! Usecase
+
! Scenario
 
! Bedrijfsrol  
 
! Bedrijfsrol  
 
! Systeem  
 
! Systeem  
! Systeemrol
+
! Systeemrolcode
 
! Transactiegroep  
 
! Transactiegroep  
 
! Transactie
 
! Transactie
Regel 685: Regel 710:
 
| AIS
 
| AIS
 
| MP-VOO
 
| MP-VOO
| Ontvangen medicatievoorschrift
+
| Ontvangstbevestiging medicatievoorschrift
 
|}
 
|}
[[Bestand:UML-diagram scenario Medicatievoorschrift.png|500px|UML-diagram scenario Medicatievoorschrift]]
+
<!--[[Bestand:UML-diagram scenario Medicatievoorschrift.png|500px|UML-diagram scenario Medicatievoorschrift]]-->
  
 
===Scenario Afhandelen medicatievoorschrift===
 
===Scenario Afhandelen medicatievoorschrift===
Regel 706: Regel 731:
  
 
====Systemen en systeemrollen====
 
====Systemen en systeemrollen====
De verstrekker maakt gebruik van een AIS (apotheekinformatiesysteem).
+
De verstrekker maakt gebruik van een AIS.<br>
De voorschrijver maakt gebruik van een EVS (elektronisch voorschrijfsysteem).
+
De voorschrijver maakt gebruik van een EVS.
 
{| class="wikitable"
 
{| class="wikitable"
 
! Systeem !! Naam systeemrol !! Systeemrolcode !! Beschrijving systeemrol
 
! Systeem !! Naam systeemrol !! Systeemrolcode !! Beschrijving systeemrol
 
|-
 
|-
| AIS || VoorschriftAfhandelingSturend || MP-VAS || Sturen van afhandeling medicatievoorschrift naar voorschrijver  
+
| AIS || VoorschriftAfhandelingSturend || MP-VAS || Sturen afhandeling medicatievoorschrift naar voorschrijver  
|-
 
| EVS || VoorschriftAfhandelingOntvangend || MP-VAO || Ontvangen van afhandeling medicatievoorschrift van verstrekker
 
 
|-
 
|-
|  
+
| EVS || VoorschriftAfhandelingOntvangend || MP-VAO || Ontvangen afhandeling medicatievoorschrift van verstrekker
 
|}
 
|}
[[Bestand:Componentendiagram scenario Afhandelen medicatievoorschrift.png|500px|Componentendiagram scenario Afhandelen medicatievoorschrift]]
+
<!--[[Bestand:Componentendiagram scenario Afhandelen medicatievoorschrift.png|500px|Componentendiagram scenario Afhandelen medicatievoorschrift]]-->
  
 
====Samenhang bedrijfsrollen, systeemrollen en transacties====
 
====Samenhang bedrijfsrollen, systeemrollen en transacties====
 
{| class="wikitable"
 
{| class="wikitable"
! Usecase
+
! Scenario
 
! Bedrijfsrol  
 
! Bedrijfsrol  
 
! Systeem  
 
! Systeem  
! Systeemrol
+
! Systeemrolcode
 
! Transactiegroep   
 
! Transactiegroep   
 
! Transactie
 
! Transactie
Regel 732: Regel 755:
 
| AIS  
 
| AIS  
 
| MP-VAS  
 
| MP-VAS  
| rowspan = "2" style = "vertical-align: top" | VoorschriftAfhandeling (Sturen/Ontvangen)  
+
| rowspan = "2" style = "vertical-align: top" | Medicatievoorschrift afhandeling (Sturen/Ontvangen)  
 
| Sturen afhandeling medicatievoorschrift
 
| Sturen afhandeling medicatievoorschrift
 
|-
 
|-
Regel 738: Regel 761:
 
| EVS  
 
| EVS  
 
| MP-VAO  
 
| MP-VAO  
| Ontvangen afhandeling medicatievoorschrift
+
| Ontvangstbevestiging afhandeling medicatievoorschrift
 
|}
 
|}
[[Bestand:UML-diagram scenario Afhandelen medicatievoorschrift.png|500px|UML-diagram scenario Afhandelen medicatievoorschrift]]
+
<!--[[Bestand:UML-diagram scenario Afhandelen medicatievoorschrift.png|500px|UML-diagram scenario Afhandelen medicatievoorschrift]]-->
  
 
===Scenario Medicatiegegevens===
 
===Scenario Medicatiegegevens===
 
====Doel en relevantie====
 
====Doel en relevantie====
Doel is het versturen, ontvangen, beschikbaar stellen en raadplegen van medicatiegegevens door zorgverleners en patiënt. Bijvoorbeeld:
+
Doel is het versturen, ontvangen, raadplegen en beschikbaar stellen van medicatiegegevens door zorgverleners en patiënt. Voorbeelden van usecases zijn:
 
* Beschikbaar stellen van een MGB die tijdens het proces van medicatieverificatie is vastgelegd;
 
* Beschikbaar stellen van een MGB die tijdens het proces van medicatieverificatie is vastgelegd;
 
* Raadplegen van medicatiegegevens ten behoeve van het opstellen van een toedienlijst;
 
* Raadplegen van medicatiegegevens ten behoeve van het opstellen van een toedienlijst;
Regel 750: Regel 773:
 
* Beschikbaar stellen van een TA en MVE door de verstrekker;
 
* Beschikbaar stellen van een TA en MVE door de verstrekker;
 
* Raadplegen van medicatiegegevens door een patiënt.
 
* Raadplegen van medicatiegegevens door een patiënt.
 +
 
====Proces====
 
====Proces====
Dit scenario komt in elk van de deelprocessen in Hoofdstuk 5 [[#Medicatieproces|Medicatieproces]] aan de orde.
+
Dit scenario komt in diverse usecases tijdens elk van de deelprocessen in [[#Medicatieproces|hoofdstuk 5]] aan de orde.
 +
 
 
====Bedrijfsrollen en activiteitendiagram====
 
====Bedrijfsrollen en activiteitendiagram====
 
Het scenario Medicatiegegevens kan bij alle bedrijfsrollen (zorgverleners en patiënt) van toepassing zijn.
 
Het scenario Medicatiegegevens kan bij alle bedrijfsrollen (zorgverleners en patiënt) van toepassing zijn.
Regel 770: Regel 795:
  
 
====Systemen en systeemrollen====
 
====Systemen en systeemrollen====
De generieke term XIS kan voor elk informatiesysteem staan, naast EVS en AIS bijvoorbeeld ook:
+
De generieke term XIS kan voor elk informatiesysteem staan, naast EVS en AIS bijvoorbeeld ook PGO, TrIS en eTDR.
* PGO (persoonlijke gezondheidsomgeving)
 
* TrIS (trombose-informatiesysteem)
 
* eTDR (toedieningsregistratiesysteem)
 
 
{| class="wikitable"
 
{| class="wikitable"
 
! Systeem  
 
! Systeem  
Regel 797: Regel 819:
 
| Raadplegen medicatiegegevens bij medebehandelaars/patiënt
 
| Raadplegen medicatiegegevens bij medebehandelaars/patiënt
 
|}
 
|}
[[Bestand:Componentendiagram scenario Medicatiegegevens.png|500px|Componentendiagram scenario Medicatiegegevens]]
+
<!--[[Bestand:Componentendiagram scenario Medicatiegegevens.png|500px|Componentendiagram scenario Medicatiegegevens]]-->
  
 
====Samenhang bedrijfsrollen, systeemrollen en transacties====
 
====Samenhang bedrijfsrollen, systeemrollen en transacties====
 
{| class="wikitable"
 
{| class="wikitable"
! Usecase
+
! Scenario
 
! Bedrijfsrol  
 
! Bedrijfsrol  
! Systeem  
+
! Systeem
! Systeemrol
+
! Systeemrolcode
 
! Transactiegroep
 
! Transactiegroep
 
! Transactie
 
! Transactie
Regel 816: Regel 838:
 
|-
 
|-
 
| MP-MGO
 
| MP-MGO
| Ontvangen medicatievoorschrift
+
| Ontvangstbevestiging medicatiegegevens
 
|-
 
|-
 
| MP-MGB
 
| MP-MGB
Regel 825: Regel 847:
 
| Raadplegen medicatiegegevens
 
| Raadplegen medicatiegegevens
 
|}
 
|}
[[Bestand:UML-diagram scenario Medicatiegegevens.png|800px|UML-diagram scenario Medicatiegegevens]]
+
<!--[[Bestand:UML-diagram scenario Medicatiegegevens.png|800px|UML-diagram scenario Medicatiegegevens]]-->
 +
 
 +
===Scenario Voorstelgegevens===
 +
====Doel en relevantie====
 +
Doel is het doen van een voorstel met betrekking tot een MA of VV aan de voorschrijver. Alle actoren kunnen zo’n voorstel doen.
 +
====Proces====
 +
Dit scenario is van toepassing in usecases tijdens alle deelprocessen.
 +
 
 +
====Bedrijfsrollen en activiteitendiagram====
 +
Het scenario Voorstelgegevens kan bij alle bedrijfsrollen (zorgverleners en patiënt) van toepassing zijn.
 +
{| class="wikitable"
 +
! Bedrijfsrol (actor)
 +
! Beschrijving bedrijfsrol
 +
|-
 +
| rowspan = "2" style = "vertical-align: top"| Alle actoren
 +
| Sturen voorstel MA/VV naar voorschrijver
 +
|-
 +
| Ontvangen antwoord voorstel MA/VV van voorschrijver
 +
|-
 +
| rowspan = "2" style = "vertical-align: top"| Voorschrijver
 +
| Ontvangen voorstel MA/VV van andere actor
 +
|-
 +
| Sturen antwoord voorstel MA/VV naar voorsteller
 +
|}
 +
[[Bestand:Activiteitendiagram scenario Voorstelgegevens.png|700px|Activiteitendiagram scenario Voorstelgegevens]]
 +
 
 +
====Systemen en systeemrollen====
 +
De voorschrijver maakt gebruik van een EVS.<br>
 +
Alle actoren maken gebruik van een XIS.
 +
<br>
 +
{| class="wikitable"
 +
! Systeem
 +
! Naam systeemrol
 +
! Systeemrolcode
 +
! Omschrijving
 +
|-
 +
| rowspan = "4" style = "vertical-align: top"| XIS
 +
| VoorstelMedicatieafspraakSturend
 +
| MP-VMS
 +
| Sturen voorstel medicatieafspraak
 +
|-
 +
| AntwoordVoorstelMedicatieafspraakOntvangend
 +
| MP-AVMO
 +
| Ontvangen antwoord voorstel medicatieafspraak
 +
|-
 +
| VoorstelVerstrekkingsverzoekSturend
 +
| MP-VVS
 +
| Sturen voorstel verstrekkingsverzoek
 +
|-
 +
| AntwoordVoorstelVerstrekkingsverzoekOntvangend
 +
| MP-AVVO
 +
| Ontvangen antwoord voorstel verstrekkingsverzoek
 +
|-
 +
| rowspan = "4" style = "vertical-align: top"| EVS
 +
| VoorstelMedicatieafspraakOntvangend
 +
| MP-VMO
 +
| Ontvangen voorstel medicatieafspraak
 +
|-
 +
| AntwoordVoorstelMedicatieafspraakSturend
 +
| MP-AVMS
 +
| Sturen antwoord voorstel medicatieafspraak
 +
|-
 +
| VoorstelVerstrekkingsverzoekOntvangend
 +
| MP-VVO
 +
| Ontvangen voorstel verstrekkingsverzoek
 +
|-
 +
| AntwoordVoorstelVerstrekkingsverzoekSturend
 +
| MP-AVVS
 +
| Sturen antwoord voorstel verstrekkingsverzoek
 +
|}
 +
<br>
 +
<!--[[Bestand:Componentendiagram scenario Voorstelgegevens.png|500px|Componentendiagram scenario Voorstelgegevens]]-->
 +
 
 +
====Samenhang bedrijfsrollen, systeemrollen en transacties====
 +
{| class="wikitable"
 +
! Scenario
 +
! Bedrijfsrol
 +
! Systeem
 +
! Systeemrolcode
 +
! Transactiegroep 
 +
! Transactie
 +
|-
 +
| rowspan = "2" style = "vertical-align: top"| Voorstelgegevens
 +
| Alle actoren
 +
| XIS
 +
| MP-VMS
 +
| rowspan = "2" style = "vertical-align: top" | Voorstel medicatieafspraak (VMS/VMO)
 +
| Sturen voorstel medicatieafspraak
 +
|-
 +
| Voorschrijver
 +
| EVS
 +
| MP-VMO
 +
| Ontvangstbevestiging voorstel medicatieafspraak
 +
|-
 +
| rowspan = "2" style = "vertical-align: top"| Voorstelgegevens
 +
| Alle actoren
 +
| XIS
 +
| MP-AVMO
 +
| rowspan = "2" style = "vertical-align: top" | Antwoord voorstel medicatieafspraak (AVMS/AVMO)
 +
| Ontvangstbevestiging antwoord voorstel medicatieafspraak
 +
|-
 +
| Voorschrijver
 +
| EVS
 +
| MP-AVMS
 +
| Sturen antwoord voorstel medicatieafspraak
 +
|-
 +
| rowspan = "2" style = "vertical-align: top"| Voorstelgegevens
 +
| Alle actoren
 +
| XIS
 +
| MP-VVS
 +
| rowspan = "2" style = "vertical-align: top" | Voorstel verstrekkingsverzoek (VVS/VVO)
 +
| Sturen voorstel verstrekkingsverzoek
 +
|-
 +
| Voorschrijver
 +
| EVS
 +
| MP-VVO
 +
| Ontvangstbevestiging voorstel verstrekkingsverzoek
 +
|-
 +
| rowspan = "2" style = "vertical-align: top"| Voorstelgegevens
 +
| Alle actoren
 +
| XIS
 +
| MP-AVVO
 +
| rowspan = "2" style = "vertical-align: top" | Antwoord voorstel verstrekkingsverzoek (AVVS/AVVO)
 +
| Ontvangstbevestiging antwoord voorstel medicatieafspraak
 +
|-
 +
| Voorschrijver
 +
| EVS
 +
| MP-AVVS
 +
| Sturen antwoord voorstel verstrekkingsverzoek
 +
|}
 +
<!--[[Bestand:UML-diagram scenario Voorstelgegevens.png|500px|Bestand:UML-diagram scenario Voorstelgegevens.png]]-->
  
 
=Consolideren=
 
=Consolideren=
''Dit hoofdstuk is nog in review. Onderstaande versie komt overeen met 20250428 Hoofdstuk 4 Consolideren.docx''<br>
+
''Dit hoofdstuk moet nog geautoriseerd worden. Onderstaande versie komt overeen met 20251031 Hoofdstuk 4 Consolideren v09 concept.docx''<br>
  
In de voorgaande hoofdstukken zijn de medicatiebouwstenen beschreven en is toegelicht hoe deze worden vastgelegd en uitgewisseld. In dit hoofdstuk wordt het principe van consolideren uitgelegd. Hiermee wordt bepaald welke bouwstenen binnen 1 MBH op enig moment geldig zijn. Dit is bijvoorbeeld van belang voor:
+
In de voorgaande hoofdstukken zijn de medicatiebouwstenen beschreven en is toegelicht hoe deze worden vastgelegd en uitgewisseld. In dit hoofdstuk wordt het principe van consolideren uitgelegd. Dit is bijvoorbeeld van belang voor:
 
* genereren van overzichten van de medicatiegegevens van een patiënt op enig moment
 
* genereren van overzichten van de medicatiegegevens van een patiënt op enig moment
 
* medicatiebewaking
 
* medicatiebewaking
* receptendatabase apotheker
 
 
Ook tijdens migratie en in de hybride situatie is consolideren van belang. Zie hiervoor de [[mp:Vkickstart_MigratieHybride|Implementatiehandleiding migratie en hybride V2.0]]. De regels en afspraken in de hybride situatie zijn complementair aan de consolidatieregels die in dit hoofdstuk beschreven worden.<br>
 
Ook tijdens migratie en in de hybride situatie is consolideren van belang. Zie hiervoor de [[mp:Vkickstart_MigratieHybride|Implementatiehandleiding migratie en hybride V2.0]]. De regels en afspraken in de hybride situatie zijn complementair aan de consolidatieregels die in dit hoofdstuk beschreven worden.<br>
In paragraaf 4.1 wordt het begrip consolideren toegelicht.<br>
+
In paragraaf 4.1 wordt het doel van consolideren toegelicht.<br>
Paragraaf 4.2 bevat uitleg over de bijbehorende consolidatieregels. Deze regels worden met voorbeelden uitgewerkt.<br>
+
Paragraaf 4.2 geeft een overzicht van de stappen in het proces van consolideren.<br>
Paragraaf 4.3 beschrijft de regels voor het bepalen van de effectieve periode van een bouwsteen.<br>
+
Paragraaf 4.3 beschrijft de regels voor het bepalen van de geldigheid van een bouwsteen. Deze regels worden met voorbeelden uitgewerkt.<br>
Paragraaf 4.4 geeft uitleg over de toepassing van de regels voor overzichten van medicatiegegevens.
+
Paragraaf 4.4 beschrijft de regels voor het bepalen van de effectieve periode van een bouwsteen.<br>
 +
Paragraaf 4.5 geeft uitleg over de toepassing van de regels voor overzichten van medicatiegegevens.<br>
 +
 
 +
==Doel van consolideren==
 +
Bij raadplegen worden bouwstenen uit alle beschikbare bronnen verzameld. Binnen een MBH kunnen verschillende ''typen'' bouwstenen voorkomen, bijvoorbeeld MA, VV, TA en MVE. Ook kan medicatie worden gestart, gestopt en gewijzigd, resulterend in verschillende instantiaties van bouwstenen van eenzelfde type. Bijvoorbeeld bij het wijzigen van medicatie is er een MA met daarna een stop-MA en een nieuwe MA.<br>
 +
De vastlegging van een nieuwe bouwsteen in een MBH kan invloed hebben op de status van voorgaande bouwstenen. Zorgverleners en patiënt moeten echter op elk moment kunnen zien wat de bedoeling is met een bepaald geneesmiddel. Voor iedere bouwsteen in een MBH moet daarom bepaald worden hoe deze op dat moment geïnterpreteerd moet worden. Hiervoor is de volgende informatie van belang:
 +
* Is deze bouwsteen ''geldig''? Deze term is geïntroduceerd om de consolidatieregels te kunnen beschrijven. ''‘Geldig’'' wil zeggen dat een bouwsteen de afspraken bevat waar de zorgverlener naar mag handelen. Voorbeeld:<br>
 +
: Vanaf de datum dat een TA ongeldig gemaakt is door een stop-MA (dus vanaf de {{fhir|eindDatumTijd}} van die MA) mag een verstrekker niet meer verstrekken op die TA, ook als die wel nog actueel is.
 +
* Is deze bouwsteen ''actueel'', ofwel: ligt de effectieve {{fhir|eindDatumTijd}} van deze bouwsteen in de toekomst? Voorbeeld:<br>
 +
:  Er is een MA met {{fhir|eindDatumTijd}} = 3 dagen geleden. De medicatie was echter pas na een week opgehaald, dus de {{fhir|startDatumTijd}} en ook de {{fhir|eindDatumTijd}} van de TA liggen een week later dan die van de MA. De effectieve {{fhir|eindDatumTijd}} van de MA is dus nog niet verstreken, dus die MA is nog wel actueel.<br>
 +
Alle informatiesystemen moeten op een uniforme manier kunnen bepalen of een therapeutische bouwsteen op een bepaald moment geldig en actueel is. Dit is bijvoorbeeld belangrijk bij het genereren van overzichten. Door bouwstenen na raadpleging te consolideren, kunnen ze binnen de juiste context worden weergegeven.<br>
 +
Afhankelijk van het doel kunnen systemen verschillende keuzes maken. Zo kan ervoor worden gekozen om alleen bouwstenen te tonen die op dit moment geldig en actueel zijn. Een andere mogelijkheid is om ook niet-actuele bouwstenen mee te nemen voor het samenstellen van een historisch overzicht. Daarnaast wordt het mogelijk om bouwstenen te categoriseren naar status: huidig, toekomstig of recent gestopt.
  
==Wat houdt consolideren in?==
+
==Proces van consolideren==
Met het proces van consolideren worden uit alle beschikbare bronnen de medicatiegegevens verzameld en wordt bepaald wat op dat moment de geldige bouwstenen zijn. ''‘Geldig’'' wil zeggen dat een bouwsteen de afspraken bevat waar de zorgverlener naar mag handelen. Voorbeeld:<br>
+
Bij consolideren worden de volgende stappen doorlopen:
Vanaf de datum dat een TA ongeldig gemaakt is door een stop-MA (dus vanaf de eindDatumTijd van die MA) mag een apotheker niet meer verstrekken op die TA.<br>
 
De geldigheid van een bouwsteen is bijvoorbeeld van belang bij het maken van overzichten, zodat elke bouwsteen in de juiste context getoond/geplaatst kan worden.<br>
 
Bij consolideren worden de volgende stappen doorlopen:  
 
 
* Verzamelen bouwstenen
 
* Verzamelen bouwstenen
: Eerst moeten de beschikbare bouwstenen verzameld worden. Met de transactie Raadplegen medicatiegegevens (zie paragraaf 3.3.3 [[#Scenario Medicatiegegevens|Scenario Medicatiegegevens]]) worden voor een bepaalde tijdsperiode bouwstenen verzameld uit alle beschikbare bronnen .
+
: Eerst moeten de beschikbare bouwstenen verzameld worden. Met de transactie Raadplegen medicatiegegevens (zie [[#Scenario Medicatiegegevens|paragraaf 3.3.3]]) worden voor een bepaalde tijdsperiode bouwstenen verzameld uit alle beschikbare bronnen.
 +
: In sommige situaties kan het voorkomen dat een bouwsteen actief lijkt terwijl deze eigenlijk niet meer actief is. Daarom moet voor elke MBH ook de stop-bouwsteen met de meest recente {{fhir|RegistratieDatumTijd}} opgeleverd worden, ook als deze bouwsteen buiten de opgevraagde Gebruiksperiode valt. Op die manier kan alsnog bepaald worden dat die bouwsteen gestopt is.
 
* Ontdubbelen identieke bouwstenen
 
* Ontdubbelen identieke bouwstenen
: In principe zouden dubbele bouwstenen niet moeten voorkomen aangezien de betrokken informatiesystemen bij deze transactie alleen eigen medicatiegegevens beschikbaar mogen stellen, geen kopiebouwstenen. In enkele gevallen kan dit toch voorkomen. Het informatiesysteem moet daarom eventuele identieke bouwstenen kunnen identificeren en ontdubbelen.
+
: In principe zouden dubbele bouwstenen niet moeten voorkomen aangezien de betrokken informatiesystemen bij deze transactie alleen eigen medicatiegegevens beschikbaar mogen stellen. In enkele gevallen kan dit toch voorkomen. Het informatiesysteem moet daarom eventuele identieke bouwstenen kunnen identificeren en ontdubbelen.
 
* Toepassen consolidatieregels
 
* Toepassen consolidatieregels
: Met consolidatieregels wordt bepaald welke bouwstenen op enig moment geldig zijn. In de volgende paragraaf worden deze consolidatieregels uitgewerkt.
+
: Met consolidatieregels worden de geldigheid en actualiteit van elke bouwsteen in een MBH bepaald. In de volgende paragrafen worden deze regels uitgewerkt.
  
==Consolidatieregels==
+
==Regels voor het bepalen van de geldigheid van een bouwsteen==
===Waarom zijn regels nodig?===
+
De regels voor het bepalen van de geldigheid zijn van toepassing op:
Bij raadplegen worden bouwstenen uit alle beschikbare bronnen verzameld. Binnen een MBH kunnen verschillende ''typen'' bouwstenen voorkomen, bijvoorbeeld MA, VV, TA en MVE. Ook kan medicatie worden gestart, gestopt en gewijzigd, resulterend in verschillende ''instantiaties'' van bouwstenen van eenzelfde type. Bijvoorbeeld bij tijdelijk onderbreken is er een MA met daarna een stop-MA en een nieuwe MA.<br>
 
Zorgverleners en patiënt moeten op elk moment kunnen zien wat de bedoeling is met een bepaald geneesmiddel. Alle informatiesystemen moeten op dezelfde manier bepalen welke therapeutische bouwstenen op enig moment geldig zijn, oftewel: welke bouwstenen de afspraken bevatten waarnaar gehandeld mag worden.
 
 
 
Hiervoor zijn de consolidatieregels opgesteld. De regels moeten worden toegepast op:
 
 
* de afspraakbouwstenen MA, TA, en WDS
 
* de afspraakbouwstenen MA, TA, en WDS
 
* MGB
 
* MGB
Hoewel MGB geen afspraken bevat, is deze wel van belang voor medicatieverificatie en overzichten van medicatiegegevens. Daarom wordt deze toch in de consolidatieregels meegenomen. ‘Ongeldig’ betekent in geval van een MGB dat de informatie in deze bouwsteen achterhaald is.<br>
+
Hoewel MGB geen afspraken bevat, is deze bouwsteen wel van belang voor medicatieverificatie en overzichten van medicatiegegevens. Daarom wordt deze toch in de consolidatieregels meegenomen. ‘Ongeldig’ betekent in geval van een MGB dat de informatie in deze bouwsteen achterhaald is.<br>
MTD’s komen niet voor in deze regels. Een MTD is een registratie van een handeling die al heeft plaatsgevonden. Een stop-MA of stop-TA heeft daarom geen invloed op een eenmaal vastgelegde MTD.
+
MTD’s komen niet voor in deze regels. Een MTD is een registratie van een handeling die al heeft plaatsgevonden. Een stop-bouwsteen heeft daarom geen invloed op een eenmaal vastgelegde MTD.
 +
De geldigheid van bouwstenen wordt met name beïnvloed door stop-bouwstenen. Een stop-bouwsteen ''stopt'' een bouwsteen van hetzelfde type en maakt deze daarmee ''ongeldig''. Een MA kan dus worden gestopt door een stop-MA, die een nieuwe {{fhir|eindDatumTijd}} heeft. Een stop-MA maakt op diens effectieve {{fhir|eindDatumTijd}} daarnaast ook de gerelateerde TA, WDS en alle eerdere MGB’s ongeldig.<br>
 +
Ook een stop-TA en stop-WDS stoppen alleen de bouwsteen van hetzelfde type en maken deze daarmee ongeldig. Ze maken daarnaast alleen MGB’s ongeldig.<br>
 +
Op MGB zijn nog andere regels van toepassing. MGB’s worden door elke nieuwe MA, TA en WDS ongeldig gemaakt, en daarnaast ook door elke nieuwe MGB van eenzelfde type auteur. Alleen in geval van parallelle TA’s maakt een nieuwe MGB alleen MGB’s ongeldig die bij dezelfde TA horen.<br>
  
===Hoe zien de consolidatieregels voor MP9 eruit?===
+
De geldigheidsregels binnen één MBH zijn dan als volgt samen te vatten:<br>
Een stop-bouwsteen stopt alleen een bouwsteen van hetzelfde type en maakt deze daarmee dan ongeldig. Een MA kan dus worden gestopt door een stop-MA, die een nieuwe eindDatumTijd heeft. Op die eindDatumTijd maakt deze stop-MA daarnaast ook de gerelateerde TA, WDS en alle eerdere MGB’s ongeldig.<br>
+
1. Een stop-MA maakt op diens effectieve {{fhir|eindDatumTijd}} ongeldig:
Ook een stop-TA en stop-WDS  stoppen de bouwsteen van hetzelfde type. Ze maken verder alleen MGB’s ongeldig.<br>
 
MGB’s worden door elke nieuwe MA, TA en WDS ongeldig gemaakt, en daarnaast ook door elke nieuwe MGB van eenzelfde type auteur. Alleen in geval van parallelle TA’s maakt een nieuwe MGB alleen die MGB’s ongeldig die bij dezelfde TA horen.<br>
 
 
 
De consolidatieregels binnen één MBH zijn dan als volgt samen te vatten:<br>
 
1. Een stop-MA maakt op diens eindDatumTijd ongeldig:
 
 
:* de originele MA waarnaar deze stop-MA verwijst, én
 
:* de originele MA waarnaar deze stop-MA verwijst, én
 
:* de TA en WDS die ook naar die originele MA verwijzen
 
:* de TA en WDS die ook naar die originele MA verwijzen
 
:* alle eerdere MGB’s
 
:* alle eerdere MGB’s
2. Een stop-TA maakt op diens eindDatumTijd ongeldig:
+
2. Een stop-TA maakt op diens {{fhir|eindDatumTijd}} ongeldig:
 
:* de originele TA waarnaar deze stop-TA verwijst, én
 
:* de originele TA waarnaar deze stop-TA verwijst, én
 
:* alle eerdere MGB’s
 
:* alle eerdere MGB’s
3. Een stop-WDS maakt op diens eindDatumTijd ongeldig:
+
3. Een stop-WDS maakt op diens {{fhir|eindDatumTijd}} ongeldig:
 
:* het WDS waarnaar dit stop-WDS verwijst, én
 
:* het WDS waarnaar dit stop-WDS verwijst, én
 
:* alle eerdere MGB’s
 
:* alle eerdere MGB’s
 
4. MGB's worden door elk type nieuwe MA, TA en WDS ongeldig gemaakt.<br>
 
4. MGB's worden door elk type nieuwe MA, TA en WDS ongeldig gemaakt.<br>
5. Elk type MGB maakt eerdere MGB’s ongeldig, mits afkomstig van eenzelfde type auteur.
+
5. Elk type MGB maakt eerdere MGB’s ongeldig, mits afkomstig van eenzelfde type auteur. Uitzondering:
:* Uitzondering: In geval van parallelle TA's maakt een nieuwe MGB alleen de oudere MGB's ongeldig die bij dezelfde TA horen en van eenzelfde type auteur komen.
+
:* In geval van parallelle TA's maakt een nieuwe MGB alleen de oudere MGB's ongeldig die bij dezelfde TA horen en van eenzelfde type auteur komen.<br>
 
+
Op annuleer-bouwstenen zijn dezelfde regels van toepassing. Na het toepassen van deze regels is bekend welke bouwstenen geldig en ongeldig zijn.<br>
Op annuleer-bouwstenen zijn dezelfde regels van toepassing. Na het toepassen van de consolidatieregels blijven alleen de geldige bouwstenen over.<br>
+
De regels zijn van toepassing op de meest gangbare situaties binnen een MBH. Er kunnen echter situaties bestaan die onvoldoende ondervangen worden met deze regels. Wanneer een systeem op basis van bovengenoemde regels niet kan bepalen welke bouwstenen geldig zijn, moet dit worden aangegeven aan de eindgebruiker. Deze kan dit dan verder zelf beoordelen.<br>
De regels zijn van toepassing op de meest gangbare situaties binnen een MBH. Er kunnen echter situaties bestaan die onvoldoende ondervangen worden met deze regels. Wanneer een systeem op basis van bovengenoemde regels niet kan bepalen welke afspraken geldig zijn, moet dit worden aangegeven aan de eindgebruiker. Deze kan dit dan verder zelf beoordelen.<br>
 
 
Een eenmaal ongeldig gemaakte bouwsteen kan niet meer opnieuw geldig worden. Dan moet er een nieuwe bouwsteen worden aangemaakt.
 
Een eenmaal ongeldig gemaakte bouwsteen kan niet meer opnieuw geldig worden. Dan moet er een nieuwe bouwsteen worden aangemaakt.
  
 
In de volgende paragraaf worden voorbeelden gegeven van de uitwerking van deze regels. De [[mp:Implementatiehandleiding_Consolidatie/afleidingsregels|Implementatiehandleiding Consolidatie/afleidingsregels]] biedt een (niet-normatief) stappenplan voor een mogelijke praktische uitwerking van de regels.
 
In de volgende paragraaf worden voorbeelden gegeven van de uitwerking van deze regels. De [[mp:Implementatiehandleiding_Consolidatie/afleidingsregels|Implementatiehandleiding Consolidatie/afleidingsregels]] biedt een (niet-normatief) stappenplan voor een mogelijke praktische uitwerking van de regels.
  
===De consolidatieregels uitgewerkt in voorbeelden===
+
===Geldigheidsregels uitgewerkt in voorbeelden===
 
De regels zijn hieronder uitgewerkt in voorbeelden van mogelijke situaties. De groen gekleurde bouwstenen zijn de geldige bouwstenen, bouwstenen in zwart cursief zijn niet meer geldig.<br>
 
De regels zijn hieronder uitgewerkt in voorbeelden van mogelijke situaties. De groen gekleurde bouwstenen zijn de geldige bouwstenen, bouwstenen in zwart cursief zijn niet meer geldig.<br>
 
Bij stopafspraken gaat het zowel om stop- als om annuleer-afspraken.
 
Bij stopafspraken gaat het zowel om stop- als om annuleer-afspraken.
 
====Medicatie op voorschrift - algemeen====
 
====Medicatie op voorschrift - algemeen====
 
<u>Basissituatie</u><br>
 
<u>Basissituatie</u><br>
De meest eenvoudige volgorde is: een medicamenteuze behandeling begint met een MA, gevolgd door een TA die de MA concreet invult. Eventueel wordt medicatiegebruik vastgelegd. Alle bouwstenen zijn in dit geval geldig:
+
De meest eenvoudige volgorde is: een medicamenteuze behandeling begint met een MA, gevolgd door een TA die de MA concreet invult. Eventueel wordt medicatiegebruik vastgelegd. Alle bouwstenen zijn in dit geval geldig.
 
::→ <font color="00B050">MA – TA – MGB</font>
 
::→ <font color="00B050">MA – TA – MGB</font>
 
<u>Nieuwe MA in bestaande MBH (wijziging)</u><br>
 
<u>Nieuwe MA in bestaande MBH (wijziging)</u><br>
 
(regel 1)<br>
 
(regel 1)<br>
Als in een bestaande MBH voor een wijziging een technische stop-MA een nieuwe MA worden vastgelegd, zijn de bijbehorende eerdere MA, TA’s en MGB’s niet meer geldig.
+
Als in een bestaande MBH voor een wijziging een technische stop-MA een nieuwe MA worden vastgelegd, zijn de bijbehorende eerdere MA en TA’s en alle eerdere MGB’s niet meer geldig. Zie paragraaf 4.2.3.3 voor de situatie met toekomstige MA's en TA's.
 
::→ ''MA – TA – MGB'' – <font color="00B050">stop-MA</font> – <font color="00B050">MA</font>
 
::→ ''MA – TA – MGB'' – <font color="00B050">stop-MA</font> – <font color="00B050">MA</font>
  
Varianten:
+
Een wijziging in de MA leidt tot een technische stop-TA en nieuwe TA die wel weer geldig zijn. Ook een eventuele MGB die na de nieuwe MA wordt vastgelegd is wel weer geldig.
* Een TA of MGB die na de nieuwe MA wordt vastgelegd is wel weer geldig:
 
 
::→ ''MA – TA – MGB'' – <font color="00B050">stop-MA</font> – <font color="00B050">MA</font> – <font color="00B050">stop-TA</font> – <font color="00B050">TA</font><br>
 
::→ ''MA – TA – MGB'' – <font color="00B050">stop-MA</font> – <font color="00B050">MA</font> – <font color="00B050">stop-TA</font> – <font color="00B050">TA</font><br>
 
::→ ''MA – TA – MGB'' – <font color="00B050">stop-MA</font> – <font color="00B050">MA</font> – <font color="00B050">stop-TA</font> – <font color="00B050">TA</font> – <font color="00B050">MGB</font>
 
::→ ''MA – TA – MGB'' – <font color="00B050">stop-MA</font> – <font color="00B050">MA</font> – <font color="00B050">stop-TA</font> – <font color="00B050">TA</font> – <font color="00B050">MGB</font>
* Als de patiënt geheel moet stoppen met de medicatie is de nieuwe MA een stop-MA. Deze stop-MA is geldig, de gestopte MA niet meer.
+
Variant:
::→ ''MA – TA – MGB'' – <font color="00B050">stop-MA</font>
+
* Als de patiënt geheel moet stoppen met de medicatie is de nieuwe MA een stop-MA. Deze stop-MA is geldig, de gestopte MA niet meer. De stop-MA leidt ook weer tot een stop-TA.
 +
::→ ''MA – TA – MGB'' – <font color="00B050">stop-MA</font> – <font color="00B050">stop-TA</font>
 
<u>Nieuwe TA in bestaande MBH</u><br>
 
<u>Nieuwe TA in bestaande MBH</u><br>
 
(regel 2)<br>
 
(regel 2)<br>
Soms is een nieuwe TA bij een bestaande MA nodig, bijvoorbeeld bij verstrekking van een ander product vanwege preferentiebeleid. De nieuwe TA en technische stop-TA maken eerdere TA’s en MGB’s ongeldig:
+
Soms is een nieuwe TA bij een bestaande MA nodig, bijvoorbeeld bij verstrekking van een ander product vanwege preferentiebeleid. De nieuwe TA en technische stop-TA maken eerdere TA’s en MGB’s ongeldig.
 
::→ <font color="00B050">MA</font> – ''TA – MGB'' – <font color="00B050">stop-TA</font> – <font color="00B050">TA</font>
 
::→ <font color="00B050">MA</font> – ''TA – MGB'' – <font color="00B050">stop-TA</font> – <font color="00B050">TA</font>
  
 
Variant:
 
Variant:
* Een MGB die na de nieuwe TA wordt vastgelegd is wel weer geldig:
+
* Een MGB die na de nieuwe TA wordt vastgelegd is wel weer geldig.
 
::→ <font color="00B050">MA</font> – ''TA – MGB'' – <font color="00B050">stop-TA</font> – <font color="00B050">TA</font> – <font color="00B050">MGB</font><br>
 
::→ <font color="00B050">MA</font> – ''TA – MGB'' – <font color="00B050">stop-TA</font> – <font color="00B050">TA</font> – <font color="00B050">MGB</font><br>
 
<u>MGB eerder vastgelegd dan TA</u><br>
 
<u>MGB eerder vastgelegd dan TA</u><br>
Regel 920: Regel 1.073:
 
::→ <font color="00B050">MA – MGB</font>  
 
::→ <font color="00B050">MA – MGB</font>  
 
::→ <font color="00B050">MA</font> – ''MGB'' – <font color="00B050">TA</font>
 
::→ <font color="00B050">MA</font> – ''MGB'' – <font color="00B050">TA</font>
Als daarna opnieuw een MGB wordt vastgelegd, is deze wel weer geldig:
+
Als daarna opnieuw een MGB wordt vastgelegd, is deze wel weer geldig.
 
::→ <font color="00B050">MA</font> – ''MGB'' – <font color="00B050">TA</font> – <font color="00B050">MGB</font>
 
::→ <font color="00B050">MA</font> – ''MGB'' – <font color="00B050">TA</font> – <font color="00B050">MGB</font>
  
Regel 929: Regel 1.082:
 
<u>Nieuw WDS</u><br>
 
<u>Nieuw WDS</u><br>
 
(regel 3)<br>
 
(regel 3)<br>
De gebruiksperiode van het WDS is afgelopen en er wordt een nieuw WDS gemaakt:
+
De gebruiksperiode van het WDS is afgelopen en er wordt een nieuw WDS gemaakt.
 
::→ <font color="00B050">MA – WDS – TA – WDS</font>
 
::→ <font color="00B050">MA – WDS – TA – WDS</font>
 
Dat maakt het eerdere WDS niet ongeldig, maar voor toepassing in bijvoorbeeld een overzicht zal het eerdere WDS niet of minder relevant zijn.<br>
 
Dat maakt het eerdere WDS niet ongeldig, maar voor toepassing in bijvoorbeeld een overzicht zal het eerdere WDS niet of minder relevant zijn.<br>
  
<u>Wijziging WDS</u><br>
+
<u>Wijzigen WDS</u><br>
 
(regel 3)<br>
 
(regel 3)<br>
Voor het wijzigen van een WDS wordt een stop-WDS aangemaakt en een nieuw WDS met de gewijzigde informatie:
+
Voor het wijzigen van een WDS worden een nieuw WDS met de gewijzigde informatie en een technisch stop-WDS aangemaakt.
 
::→ <font color="00B050">MA</font> – ''WDS'' – <font color="00B050">TA</font> – <font color="00B050">stop-WDS</font> – <font color="00B050">WDS</font>
 
::→ <font color="00B050">MA</font> – ''WDS'' – <font color="00B050">TA</font> – <font color="00B050">stop-WDS</font> – <font color="00B050">WDS</font>
 
Een stop-WDS maakt een eerder WDS wel ongeldig.<br>
 
Een stop-WDS maakt een eerder WDS wel ongeldig.<br>
Regel 941: Regel 1.094:
 
<u>Stoppen van medicatie met WDS</u><br>
 
<u>Stoppen van medicatie met WDS</u><br>
 
(regel 1)<br>
 
(regel 1)<br>
Stoppen van medicatie met WDS
+
Definitief stoppen van medicatie met een WDS gebeurt met een stop-MA, die ook weer leidt tot een stop-TA.
(regel 1)
+
::→ ''MA – WDS – TA'' – <font color="00B050">stop-MA</font><br> – <font color="00B050">stop-TA</font>
Medicatie met een WDS wordt met een stop-MA gestopt:
 
::→ ''MA – WDS – TA'' – <font color="00B050">stop-MA</font><br>
 
  
 
<u>Wijzigen van TA</u><br>
 
<u>Wijzigen van TA</u><br>
Het wijzigen van een TA gebeurt met een stop-TA, bijvoorbeeld bij wijzigen van handelsproduct. Dit heeft geen invloed op het WDS:
+
Het wijzigen van een TA (bijvoorbeeld bij wijzigen van handelsproduct) gebeurt met het aanmaken van een nieuwe TA en een technische stop-TA. Dit heeft geen invloed op het WDS.
 
::→ <font color="00B050">MA – WDS</font> – ''TA'' – <font color="00B050">stop-TA</font> – <font color="00B050">TA</font>
 
::→ <font color="00B050">MA – WDS</font> – ''TA'' – <font color="00B050">stop-TA</font> – <font color="00B050">TA</font>
  
 
====Medicatie op voorschrift met toekomstige MA's en TA's====
 
====Medicatie op voorschrift met toekomstige MA's en TA's====
 
<u>Basissituatie</u><br>
 
<u>Basissituatie</u><br>
Een MBH kan meerdere actuele MA’s, TA’s en MGB’s bevatten, zowel huidige als toekomstige. Beide typen zijn geldig. De TA’s en MGB’s moeten wel adequate verwijzingen bevatten naar de huidige dan wel de toekomstige afspraak.<br>
+
Een MBH kan meerdere actuele MA’s, TA’s en MGB’s bevatten, zowel huidige als toekomstige. Hieronder wordt dit uitgewerkt, op volgorde van {{fhir|RegistratieDatumTijd}}. De toekomstige bouwstenen heten hier TMA, TTA en TMGB.
Hieronder wordt dit uitgewerkt, op volgorde van RegistratieDatumTijd. De toekomstige bouwstenen heten hier TMA, TTA en TMGB.
 
 
::→ <font color="00B050">MA – TMA</font>
 
::→ <font color="00B050">MA – TMA</font>
 
::→ <font color="00B050">MA – TA – TMA – TTA</font>
 
::→ <font color="00B050">MA – TA – TMA – TTA</font>
Regel 963: Regel 1.113:
 
<u>Nieuwe MA in situatie met toekomstige MA's en/of TA's</u><br>
 
<u>Nieuwe MA in situatie met toekomstige MA's en/of TA's</u><br>
 
(regel 1)<br>
 
(regel 1)<br>
* De huidige MA wordt gewijzigd. Daarvoor wordt een nieuwe MA vastgelegd en een stop-MA met verwijzing naar de huidige MA. De 3 voorbeelden hierboven komen er dan als volgt uit te zien:
+
* De medicatie wordt gewijzigd. Daarvoor worden een nieuwe MA en een technische stop-MA met verwijzing naar de oorspronkelijke MA vastgelegd. De 3 voorbeelden hierboven komen er dan als volgt uit te zien:
 
::→ ''MA'' – <font color="00B050">TMA</font> – <font color="00B050">stop-MA</font> – <font color="00B050">MA</font>
 
::→ ''MA'' – <font color="00B050">TMA</font> – <font color="00B050">stop-MA</font> – <font color="00B050">MA</font>
::→ ''MA – TA'' – <font color="00B050">TMA</font> – <font color="00B050">TTA</font> – <font color="00B050">stop-MA</font> – <font color="00B050">MA</font>
+
::→ ''MA – TA'' – <font color="00B050">TMA</font> – <font color="00B050">TTA</font> – <font color="00B050">stop-MA</font> – <font color="00B050">MA</font> – <font color="00B050">stop-TA</font> – <font color="00B050">TA</font>
 
::→ ''MA – TA – MGB'' – <font color="00B050">TMA</font> – <font color="00B050">TTA</font> – ''TMGB'' – <font color="00B050">stop-MA</font> – <font color="00B050">MA</font>
 
::→ ''MA – TA – MGB'' – <font color="00B050">TMA</font> – <font color="00B050">TTA</font> – ''TMGB'' – <font color="00B050">stop-MA</font> – <font color="00B050">MA</font>
* De toekomstige MA wordt gewijzigd. Daarvoor wordt een nieuwe MA vastgelegd en een stop-MA met verwijzing naar die toekomstige MA (is dus annuleer-MA). De 3 voorbeelden hierboven komen er dan als volgt uit te zien:
+
* De toekomstige medicatie wordt gewijzigd. Daarvoor worden een nieuwe TMA en een technische annuleer-TMA met verwijzing naar de oorspronkelijke TMA vastgelegd . De 3 voorbeelden hierboven komen er dan als volgt uit te zien:
 
::→ <font color="00B050">MA</font> – ''TMA'' – <font color="00B050">annuleer-TMA</font> – <font color="00B050">TMA</font>
 
::→ <font color="00B050">MA</font> – ''TMA'' – <font color="00B050">annuleer-TMA</font> – <font color="00B050">TMA</font>
::→ <font color="00B050">MA</font> – <font color="00B050">TA</font> – ''TMA – TTA'' – <font color="00B050">annuleer-TMA</font> – <font color="00B050">TMA</font>
+
::→ <font color="00B050">MA</font> – <font color="00B050">TA</font> – ''TMA – TTA'' – <font color="00B050">annuleer-TMA</font> – <font color="00B050">TMA</font> – <font color="00B050">annuleer-TTA</font> – <font color="00B050">TTA</font>
::→ <font color="00B050">MA</font> – <font color="00B050">TA</font> – ''MGB – TMA – TTA – TMGB'' – <font color="00B050">annuleer-TMA</font> – <font color="00B050">TMA</font>
+
::→ <font color="00B050">MA</font> – <font color="00B050">TA</font> – ''MGB – TMA – TTA – TMGB'' – <font color="00B050">annuleer-TMA</font> – <font color="00B050">TMA</font> – <font color="00B050">annuleer-TTA</font> – <font color="00B050">TTA</font>
 
* Soms is er geen MA beschikbaar in de MBH. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren doordat de MBH is gestart met een TA of MGB, of doordat de MA niet opgeleverd is bij het raadplegen. De voorschrijver kan dan een stop-MA zonder verwijzing naar een MA vastleggen. Hiermee worden alle bestaande bouwstenen binnen deze MBH ongeldig gemaakt. Eventueel kan de voorschrijver dan alsnog een nieuwe MA binnen deze MBH aanmaken.
 
* Soms is er geen MA beschikbaar in de MBH. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren doordat de MBH is gestart met een TA of MGB, of doordat de MA niet opgeleverd is bij het raadplegen. De voorschrijver kan dan een stop-MA zonder verwijzing naar een MA vastleggen. Hiermee worden alle bestaande bouwstenen binnen deze MBH ongeldig gemaakt. Eventueel kan de voorschrijver dan alsnog een nieuwe MA binnen deze MBH aanmaken.
 
::→ ''TA – MGB'' – <font color="00B050">stop-MA-zonder-verwijzing</font> – <font color="00B050">MA</font>
 
::→ ''TA – MGB'' – <font color="00B050">stop-MA-zonder-verwijzing</font> – <font color="00B050">MA</font>
Regel 981: Regel 1.131:
 
::→ <font color="00B050">MA</font> – ''TA'' – <font color="00B050">TMA</font> – <font color="00B050">TTA</font> – <font color="00B050">stop-TA</font> – <font color="00B050">TA</font>
 
::→ <font color="00B050">MA</font> – ''TA'' – <font color="00B050">TMA</font> – <font color="00B050">TTA</font> – <font color="00B050">stop-TA</font> – <font color="00B050">TA</font>
 
::→ <font color="00B050">MA</font> – ''TA – MGB'' – <font color="00B050">TMA</font> – <font color="00B050">TTA</font> – ''TMGB'' – <font color="00B050">stop-TA</font> – <font color="00B050">TA</font>
 
::→ <font color="00B050">MA</font> – ''TA – MGB'' – <font color="00B050">TMA</font> – <font color="00B050">TTA</font> – ''TMGB'' – <font color="00B050">stop-TA</font> – <font color="00B050">TA</font>
* Er wordt een (nieuwe) TA gemaakt voor de toekomstige MA, met verwijzing naar die toekomstige MA. De 3 voorbeelden komen er dan als volgt uit te zien:  
+
* Er wordt een (nieuwe) TTA gemaakt voor de TMA, met verwijzing naar die TMA. De 3 voorbeelden komen er dan als volgt uit te zien:  
 
::→ <font color="00B050">MA</font> – <font color="00B050">TMA</font> – <font color="00B050">TA</font> – <font color="00B050">TTA</font>
 
::→ <font color="00B050">MA</font> – <font color="00B050">TMA</font> – <font color="00B050">TA</font> – <font color="00B050">TTA</font>
 
::→ <font color="00B050">MA</font> – <font color="00B050">TA</font> – <font color="00B050">TMA</font> – ''TTA'' – <font color="00B050">annuleer-TTA</font> – <font color="00B050">TTA</font>
 
::→ <font color="00B050">MA</font> – <font color="00B050">TA</font> – <font color="00B050">TMA</font> – ''TTA'' – <font color="00B050">annuleer-TTA</font> – <font color="00B050">TTA</font>
Regel 987: Regel 1.137:
  
 
====Zelfzorgmedicatie====
 
====Zelfzorgmedicatie====
Gebruik van zelfzorgmedicatie als paracetamol kan met MGB worden vastgelegd:
+
Gebruik van zelfzorgmedicatie als paracetamol kan met MGB worden vastgelegd.
 
::→ <font color="00B050">MGB</font>
 
::→ <font color="00B050">MGB</font>
 
Variant:
 
Variant:
* Als een voorschrijver besluit deze behandeling te formaliseren met een MA, gelden vervolgens de regels hierboven. Hieronder enkele voorbeelden op volgorde van RegistratieDatumTijd:<br>
+
* Als een voorschrijver besluit deze behandeling te formaliseren met een MA, gelden vervolgens de regels hierboven. Hieronder enkele voorbeelden op volgorde van {{fhir|RegistratieDatumTijd}}:<br>
 
: (regel 1)
 
: (regel 1)
 
::→ ''MGB – MGB'' – <font color="00B050">MA</font>
 
::→ ''MGB – MGB'' – <font color="00B050">MA</font>
Regel 1.020: Regel 1.170:
 
'''A) Medicatie starten'''<br>
 
'''A) Medicatie starten'''<br>
 
''Maken medicatieafspraak''<br>
 
''Maken medicatieafspraak''<br>
Medicatie wordt gestart door het vastleggen van een MA. Deze kent een Gebruiksperiode met startDatumTijd, eindDatumTijd en tijdsDuur.
+
Medicatie wordt gestart door het vastleggen van een MA. Deze kent een Gebruiksperiode met {{fhir|startDatumTijd}}, {{fhir|eindDatumTijd}} en {{fhir|tijdsDuur}}.
  
 
  regel 1a: De effectieve periode van een MA is gelijk aan diens Gebruiksperiode.
 
  regel 1a: De effectieve periode van een MA is gelijk aan diens Gebruiksperiode.
  
 
''Maken toedieningsafspraak''<br>
 
''Maken toedieningsafspraak''<br>
Een TA vult een MA concreet in. De TA kent een Gebruiksperiode met startDatumTijd, eindDatumTijd en tijdsDuur.  
+
Een TA vult een MA concreet in. De TA kent een Gebruiksperiode met {{fhir|startDatumTijd}}, {{fhir|eindDatumTijd}} en {{fhir|tijdsDuur}}.  
  
 
  regel 1b: De effectieve periode van een TA is gelijk aan diens Gebruiksperiode.
 
  regel 1b: De effectieve periode van een TA is gelijk aan diens Gebruiksperiode.
Regel 1.031: Regel 1.181:
 
Als een MA een onderliggende TA kent, geldt:
 
Als een MA een onderliggende TA kent, geldt:
  
  regel 2a: De effectieve periode van de MA is gelijk aan die van de TA.
+
  regel 2a: De effectieve periode van de MA is gelijk aan de effectieve periode van de TA.
  
 
'''B) Medicatie stoppen'''<br>
 
'''B) Medicatie stoppen'''<br>
 
''Stoppen medicatieafspraak''<br>
 
''Stoppen medicatieafspraak''<br>
Het definitief stoppen van medicatie, en dus de MBH, gebeurt door het maken van een stop-MA met stoptye ‘gestopt’ en:
+
Het definitief stoppen van medicatie gebeurt door het maken van een stop-MA met stoptype ‘gestopt’ en:
* startDatumTijd = startDatumTijd van de originele MA
+
* {{fhir|startDatumTijd}} = {{fhir|startDatumTijd}} van de originele MA
* eindDatumTijd = datum waarop de medicatie gestopt wordt.
+
* {{fhir|eindDatumTijd}} = datum waarop de medicatie gestopt wordt.
 
De effectieve periode van de originele MA is vervangen door die van de nieuwe stop-MA.
 
De effectieve periode van de originele MA is vervangen door die van de nieuwe stop-MA.
  
Regel 1.043: Regel 1.193:
  
 
''Stoppen toedieningsafspraak''<br>
 
''Stoppen toedieningsafspraak''<br>
Een stop-TA vult een stop-MA concreet in. Zo kan bijvoorbeeld worden uitgedrukt dat het stoppen ingaat met de volgende GDS uitgifte. In dit geval verandert dat dus de effectieve periode, volgens regels 1b en 2a.<br>
+
Een stop-TA vult een stop-MA concreet in. Zo kan bijvoorbeeld worden uitgedrukt dat het stoppen ingaat met de volgende GDS-uitgifte. In dit geval verandert dat dus de effectieve periode, volgens regels 1b en 2a.<br>
 
regels 1b en 2a: effectieve periode stop-MA = effectieve periode stop-TA
 
regels 1b en 2a: effectieve periode stop-MA = effectieve periode stop-TA
  
'''C Medicatie wijzigen'''<br>
+
'''C) Medicatie wijzigen'''<br>
 
''Wijzigen medicatieafspraak''<br>
 
''Wijzigen medicatieafspraak''<br>
 
De voorschrijver wijzigt medicatie binnen de MBH door het stoppen van de originele MA1 en het maken van een nieuwe MA2. De voorgaande afleidingsregels veranderen hierdoor niet:<br>
 
De voorschrijver wijzigt medicatie binnen de MBH door het stoppen van de originele MA1 en het maken van een nieuwe MA2. De voorgaande afleidingsregels veranderen hierdoor niet:<br>
 
regel 1a: effectieve periode nieuwe MA2 = Gebruiksperiode MA2<br>
 
regel 1a: effectieve periode nieuwe MA2 = Gebruiksperiode MA2<br>
regel 1c: effectieve periode MA1 = Gebruiksperiode stop-MA
+
regel 1c: effectieve periode MA1 = effectieve periode stop-MA
  
 
''Wijzigen toedieningsafspraak''<br>
 
''Wijzigen toedieningsafspraak''<br>
 
Een MA wordt concreet ingevuld door een TA. Op deze TA kan een wijziging plaatsvinden (zie paragraaf <font color=red>5.3.2</font>). Er kunnen dus meerdere achtereenvolgende TA’s onder één MA worden gemaakt. De effectieve periode van de MA wordt nu bepaald door alle onderliggende TA’s.
 
Een MA wordt concreet ingevuld door een TA. Op deze TA kan een wijziging plaatsvinden (zie paragraaf <font color=red>5.3.2</font>). Er kunnen dus meerdere achtereenvolgende TA’s onder één MA worden gemaakt. De effectieve periode van de MA wordt nu bepaald door alle onderliggende TA’s.
  
  regel 2b: De effectieve periode van een MA loopt vanaf de vroegste startDatumTijd van de TA’s tot aan de eindDatumTijd van de laatste TA.
+
  regel 2b: De effectieve periode van een MA loopt vanaf de vroegste {{fhir|startDatumTijd}} van de TA’s tot aan de {{fhir|eindDatumTijd}} van de laatste TA.
  
Er kunnen parallelle toedieningsafspraken onder één medicatieafspraak zijn waarvan de RegistratieDatumTijd en startDatumTijd gelijk zijn. Beide zijn dan tegelijk geldig; daarmee wijzigt regel 2b niet.
+
Er kunnen parallelle TA's onder één MA bestaan waarvan de {{fhir|RegistratieDatumTijd}} en {{fhir|startDatumTijd}} gelijk zijn. Daarmee wijzigt regel 2b niet.
  
 
'''D) Medicatie tijdelijk onderbreken en hervatten'''<br>
 
'''D) Medicatie tijdelijk onderbreken en hervatten'''<br>
Onderbreken van medicatie gebeurt door het maken van een stop-MA met stoptype 'onderbroken' en dezelfde startDatumTijd als de originele MA. De eindDatumTijd van de stop-MA is het moment van tijdelijk onderbreken.<br>
+
Onderbreken van medicatie gebeurt door het maken van een stop-MA met stoptype 'onderbroken' en dezelfde {{fhir|startDatumTijd}} als de originele MA. De {{fhir|eindDatumTijd}} van de stop-MA is het moment van tijdelijk onderbreken.<br>
Hervatten gebeurt door het maken van een MA met als startDatumTijd de datum van hervatten. Het stoptype ‘onderbroken’ zorgt ervoor dat de medicatie als actueel herkend blijft worden. Dit is van belang voor bijvoorbeeld medicatiebewaking en overzichten van medicatiegegevens.
+
Hervatten gebeurt door het maken van een MA met als {{fhir|startDatumTijd}} de datum van hervatten. Het stoptype ‘onderbroken’ zorgt ervoor dat de medicatie als actueel herkend blijft worden. Dit is van belang voor bijvoorbeeld medicatiebewaking en overzichten van medicatiegegevens.
  
 
  regel 1d: Tijdelijk onderbreken van medicatie beïnvloedt niet de effectieve periode. De effectieve periode blijft gelijk aan de effectieve periode van de originele MA.
 
  regel 1d: Tijdelijk onderbreken van medicatie beïnvloedt niet de effectieve periode. De effectieve periode blijft gelijk aan de effectieve periode van de originele MA.
 
+
===Samenvatting regels voor het bepalen van de effectieve periode===
Als niet hervat wordt moet de medicatie alsnog gestopt worden met stoptype 'gestopt'. Hiermee wordt voorkomen dat de medicatie onterecht als actueel gezien blijft worden.
+
De beschreven regels moeten op volgorde van hun nummering worden verwerkt:
 +
* regel 1a: De effectieve periode van een nieuwe MA is gelijk aan diens Gebruiksperiode.
 +
* regel 1b: De effectieve periode van een TA is gelijk aan diens Gebruiksperiode.
 +
* regel 1c: Wanneer een MA definitief gestopt wordt dan is de effectieve periode van de MA de effectieve periode van de stop-MA.
 +
* regel 1d: Tijdelijk onderbreken van medicatie beïnvloedt niet de effectieve periode. De effectieve periode blijft gelijk aan de effectieve periode van de originele MA.
 +
* regel 2a: De effectieve periode van de MA is gelijk aan de effectieve periode van de TA.
 +
* regel 2b: De effectieve periode van een MA loopt vanaf de vroegste startDatumTijd van de TA’s tot aan de eindDatumTijd van de laatste TA.
  
 
==Overzichten van medicatiegegevens==
 
==Overzichten van medicatiegegevens==
Na het consolideren resulteert een set van geldige bouwstenen. Op basis hiervan kunnen overzichten van medicatiegegevens worden gegenereerd. Er zijn allerlei situaties en doeleinden denkbaar waarin een overzicht van medicatiegegevens gebruikt wordt. Hiervoor is dus niet één definitie of beschrijving te geven. Zo’n overzicht kan ook verschillende vormen hebben (papier, pdf, presentatie op een beeldscherm etc.).<br>
+
Na het consolideren is van elke bouwsteen in een MBH bekend of deze geldig/ongeldig en actueel/niet-actueel is. Hierdoor kunnen alle gegevens in hun juiste context worden geplaatst. Op basis hiervan kunnen verschillende overzichten van medicatiegegevens worden gegenereerd. Er zijn allerlei situaties en doeleinden denkbaar waarin een overzicht van medicatiegegevens gebruikt wordt. Hiervoor is dus niet één definitie of beschrijving te geven. Zo’n overzicht kan ook verschillende vormen hebben (papier, pdf, presentatie op een beeldscherm etc.).<br>
 
Voorbeelden van overzichten zijn:
 
Voorbeelden van overzichten zijn:
* een medicatieoverzicht zoals beschreven in de [https://www.zorginzicht.nl/binaries/content/assets/zorginzicht/kwaliteitsinstrumenten/Kwaliteitsstandaard+Overdracht+van+medicatiegegevens+in+de+keten.pdf Richtijn Overdracht van Medicatiegegevens in de keten];
+
* een medicatieoverzicht zoals beschreven in de [https://www.zorginzicht.nl/binaries/content/assets/zorginzicht/kwaliteitsinstrumenten/Kwaliteitsstandaard+Overdracht+van+medicatiegegevens+in+de+keten.pdf Richtlijn Overdracht van Medicatiegegevens in de keten]
* een medicatiedashboard in het informatiesysteem van een zorgverlener;
+
* een medicatiedashboard in het informatiesysteem van een zorgverlener
* een toedienlijst.
+
* een toedienlijst
  
Voor elke situatie zal een eigen wijze van presentatie gekozen worden, in overleg tussen gebruiker of organisatie en leverancier. Met behulp van de regels voor het bepalen van de effectieve periode kan bijvoorbeeld een indeling gemaakt worden naar actuele en recent gestopte medicatie. In paragraaf 5.4 Deelproces Toedienen wordt het opstellen van een toedienlijst behandeld.
+
Voor elke situatie zal een eigen wijze van presentatie gekozen worden, in overleg tussen gebruiker of organisatie en leverancier. De effectieve periode kan bijvoorbeeld worden gebruikt om het beloop van een behandeling weer te geven, of om een indeling te maken naar huidige, toekomstige en recent gestopte medicatie. Nadere informatie over toedienlijsten is te vinden in [[#Toedienlijsten|paragraaf 5.4.2]].
  
 
Er zijn overigens situaties denkbaar waarin de consolidatieregels niet tot een compleet en/of volledig accuraat overzicht leiden, bijvoorbeeld omdat de patiënt geen toestemming tot delen heeft gegeven. Daarom is altijd medicatieverificatie wenselijk.
 
Er zijn overigens situaties denkbaar waarin de consolidatieregels niet tot een compleet en/of volledig accuraat overzicht leiden, bijvoorbeeld omdat de patiënt geen toestemming tot delen heeft gegeven. Daarom is altijd medicatieverificatie wenselijk.
  
 
=Medicatieproces=
 
=Medicatieproces=
''Nog nader uit te werken''
+
''Dit hoofdstuk is nog in review. Onderstaande paragraaf komt overeen met 20251031 Tekstvoorstel Inleiding H5.docx''<br>
* Globale beschrijving zorgproces medicatie
+
Dit hoofdstuk beschrijft het medicatieproces in relatie tot het vastleggen en uitwisselen van de daarbij benodigde gegevens.  Het generieke medicatieproces bestaat in de kern uit de deelprocessen voorschrijven, ter hand stellen, toedienen en gebruiken. Het proces start wanneer een patiënt een geneesmiddel gaat gebruiken, al dan niet op voorschrift. Het eindigt wanneer het gebruik van het betreffende middel stopt.<br>
** indeling in 4 deelprocessen Voorschrijven, Ter hand stellen, Toedienen en Gebruiken
+
Het proces kan per sector en situatie op een verschillende manier verlopen. Niet alle onderdelen zijn altijd van toepassing; zo is in de ambulante situatie een VV vereist voor medicatieverstrekking, maar niet in de klinische situatie. Deelprocessen kunnen ook iteratief of in een andere volgorde uitgevoerd worden.<br>
** daarnaast ook toelichting op de deelprocessen Medicatieverificatie en het klinische proces
+
Om het medicatieproces op een verantwoorde manier te laten verlopen zijn ook ondersteunende activiteiten als medicatieverificatie en medicatiebewaking  nodig. Medicatieverificatie is in verschillende zorgsituaties aan de orde en is daarom als apart deelproces opgenomen.<br>
* Zie ook tekst informatieparagraaf bij [https://www.zorginzicht.nl/binaries/content/assets/zorginzicht/kwaliteitsinstrumenten/Kwaliteitsstandaard+Overdracht+van+medicatiegegevens+in+de+keten.pdf Richtlijn Overdracht van Medicatiegegevens in de keten]
+
Doordat MP9 bijdraagt aan de volledigheid van medicatiegegevens, kan betere medicatiebewaking worden uitgevoerd. Medicatiebewaking zelf valt buiten de scope van dit FO.<br>
* Overzichtsplaatje aanpassen of nieuw maken
+
 
* Aangeven dat in zorgproces men te maken heeft met ''gebruiken'', ''vastleggen'' en ''uitwisselen'' van medicatiegegevens in de vorm van medicatiebouwstenen
+
In de paragrafen 5.1 t/m 5.5 worden de deelprocessen beschreven. Paragraaf 5.6 bevat enkele aandachtspunten rond de klinische situatie.
* De verschillende deelprocessen benoemen; deze worden in de volgende paragrafen uitgewerkt.
 
* Link naar overzichtspagina met alle praktijkvoorbeelden: [[mp:VDraft_Ontwerp_medicatieproces_9_herstructureren/praktijkvoorbeelden |Praktijkvoorbeelden MP9]]
 
  
==Deelproces: Medicatieverificatie==
+
De functionele beschrijving wordt geïllustreerd met praktijkvoorbeelden (PV’s). Alle PV’s zijn op een [[mp:VDraft_Ontwerp_medicatieproces_9_herstructureren/praktijkvoorbeelden|aparte overzichtspagina]] te vinden. Daarnaast zijn er aparte pagina’s met PV’s per deelproces:
===Overzicht deelproces medicatieverificatie===
+
* [[mp:VDraft_Ontwerp_medicatieproces_9_herstructureren/praktijkvoorbeelden/medicatieverificatie|Praktijkvoorbeelden Medicatieverificatie]]
Op verschillende momenten in het zorgproces kan medicatieverificatie nodig of wenselijk zijn. Bijvoorbeeld voorafgaand aan voorschrijven, ter hand stellen of toedienen van medicatie, bij evaluatie van een behandeling of bij opname. Doel is optimaal inzicht te verkrijgen in het medicijngebruik van een patiënt, zodat goede zorg verleend kan worden.
+
* [[mp:VDraft_Ontwerp_medicatieproces_9_herstructureren/praktijkvoorbeelden/voorschrijven|Praktijkvoorbeelden Voorschrijven]]
 +
* [[mp:VDraft_Ontwerp_medicatieproces_9_herstructureren/praktijkvoorbeelden/ter_hand_stellen|Praktijkvoorbeelden Ter hand stellen]]
 +
* [[mp:VDraft_Ontwerp_medicatieproces_9_herstructureren/praktijkvoorbeelden/toedienen|Praktijkvoorbeelden Toedienen]]
 +
* [[mp:VDraft_Ontwerp_medicatieproces_9_herstructureren/praktijkvoorbeelden/gebruiken|Praktijkvoorbeelden Gebruiken]]
 +
* [[mp:VDraft_Ontwerp_medicatieproces_9_herstructureren/praktijkvoorbeelden/GDS|Praktijkvoorbeelden GDS (Geneesmiddel Distributie Systeem)]]
 +
Sommige PV’s zijn voor meerdere deelprocessen relevant, en zijn dus op verschillende pagina’s terug te vinden.
  
De zorgverlener maakt een risico-inschatting volgens de definitie van de kwaliteitsstandaard [https://www.zorginzicht.nl/binaries/content/assets/zorginzicht/kwaliteitsinstrumenten/Kwaliteitsstandaard+Overdracht+van+medicatiegegevens+in+de+keten.pdf Richtlijn Overdracht van Medicatiegegevens in de keten]. Op basis hiervan bepaalt hij of, en in hoeverre, medicatieverificatie nodig is.
+
==Deelproces Medicatieverificatie==
Medicatieverificatie is in de richtlijn gedefinieerd als:
+
''Dit hoofdstuk is nog in review. Onderstaande paragraaf komt overeen met 20251031 Tekstvoorstel deelproces Medicatieverificatie.docx''<br>
"''Het samen met de patiënt vaststellen van de door de patiënt daadwerkelijk gebruikte medicatie en de relevante informatie met betrekking tot het gebruik van medicatie (contra-indicaties, allergieën, ernstige bijwerkingen en laboratoriumwaarden)"''.
+
Deze paragraaf beschrijft het proces van medicatieverificatie. Medicatieverificatie is het samen met (de vertegenwoordiger van) de patiënt vaststellen van het daadwerkelijke gebruik van medicatie door de patiënt. Ook andere informatie die van belang kan zijn voor dat gebruik (contra-indicaties, allergieën, ernstige bijwerkingen en laboratoriumwaarden) wordt hierbij uitgevraagd. Doel is optimaal inzicht te verkrijgen in het medicijngebruik van een patiënt, zodat goede zorg verleend kan worden.<br>
 +
Op verschillende momenten in het zorgproces kan medicatieverificatie nodig of wenselijk zijn. Bijvoorbeeld voorafgaand aan voorschrijven, ter hand stellen of toedienen van medicatie, bij evaluatie van een behandeling, of bij de voorbereiding van een opname.<br>
 +
Ter ondersteuning van de implementatie van dit deelproces zijn diverse voorbeelden beschikbaar op de pagina [[mp:VDraft_Ontwerp_medicatieproces_9_herstructureren/praktijkvoorbeelden/medicatieverificatie|Praktijkvoorbeelden Medicatieverificatie]].
  
De zorgverlener verzamelt informatie over de medicatie van de patiënt uit verschillende bronnen. Dit kan ook zelfzorgmedicatie en medicatie uit het buitenland betreffen. Naast het raadplegen van medicatiegegevens kan gebruik gemaakt worden van bronnen als:
+
===Overzicht deelproces Medicatieverificatie===
 +
Met de transactie Raadplegen medicatiegegevens verzamelt de zorgverlener de beschikbare medicatiebouwstenen, inclusief bouwstenen die eventueel door de patiënt zijn vastgelegd. Na consolideren heeft hij een overzicht van het geneesmiddelengebruik van de patiënt.
 +
Daarnaast kan eventueel ook gebruik gemaakt worden van bronnen als:
 
* verhaal van de patiënt en/of diens vertegenwoordiger
 
* verhaal van de patiënt en/of diens vertegenwoordiger
 
* meegenomen medicatie
 
* meegenomen medicatie
* telefonische informatie van de eigen apotheker of huisarts van de patiënt
+
* telefonische informatie van de apotheker of huisarts van de patiënt
 +
De zorgverlener bespreekt deze informatie met de patiënt en kan de geverifieerde medicatie (inclusief zelfzorgmedicatie en medicatie uit het buitenland) als medicatiegebruik (MGB) vastleggen.
 +
De vastgelegde gegevens rond medicatiegebruik worden beschikbaar gesteld aan medebehandelaars en patiënt zodat deze de gegevens kunnen raadplegen.
  
De zorgverlener bespreekt deze informatie met de patiënt. Hierbij legt hij het daadwerkelijke gebruik van medicatie door de patiënt in de bouwsteen Medicatiegebruik (MGB) vast en stelt deze beschikbaar.
+
===Vastleggen gegevens tijdens Medicatieverificatie===
 
+
Bij medicatieverificatie zijn voor elk geneesmiddel in de basis twee uitkomsten mogelijk:<br>
===Gebruiken, vastleggen en uitwisselen van gegevens bij medicatieverificatie===
+
<u>Het geneesmiddel wordt gebruikt zoals afgesproken</u><br>
'''Gebruiken'''<br>
+
Er zijn dan geen wijzigingen nodig. De zorgverlener kan per MBH verificatie vastleggen met de bouwsteen MGB, met als invulling onder andere*:
Voor risico-inschatting en medicatieverificatie wordt gebruik gemaakt van een overzicht van de medicatiegegevens, m.b.v. de transactie Raadplegen medicatiegegevens.<br><br>
+
* {{fhir|Auteur}} = zorgverlener
'''Vastleggen'''<br>
+
* Eventueel: {{fhir|Informant}} = de patiënt, een zorgverlener of een andere persoon
Er zijn voor elke MBH 2 mogelijkheden bij medicatieverificatie:<br>
+
* {{fhir|VolgensAfspraakIndicator}} = ja
<u>Het geneesmiddel wordt gebruikt zoals afgesproken''</u><br>
+
* Verwijzing naar MA óf TA die de referentie is geweest voor het opgeven van dit gebruik in {{fhir|RelatieMedicatieafspraak}} of {{fhir|RelatieToedieningsafspraak}}. Dit is de MA of TA conform welke de patiënt gebruikt.
Er zijn dan geen wijzigingen nodig. De zorgverlener legt per MBH verificatie vast met de bouwsteen MGB, met als invulling:<br>
+
<u>Het gebruik is niet zoals afgesproken</u><br>
*Auteur = Zorgverlener
 
*Eventueel: Informant = de patiënt, een zorgverlener of een andere persoon
 
*Eventueel: VolgensAfspraakIndicator = ja, als het medicatiegebruik volgens de auteur conform MA of TA is.
 
*Eventueel: verwijzing naar MA óf TA die de referentie is geweest voor het opgeven van dit gebruik. Wanneer VolgensAfspraakIndicator = ja, dan moet hier de MA of TA ingevuld worden conform welke de patiënt gebruikt.
 
<u>Er is sprake van een discrepantie</u><br>
 
 
Bijvoorbeeld:
 
Bijvoorbeeld:
* De patiënt gebruikt het middel niet of anders dan afgesproken, of wil dit gaan doen;
+
* De patiënt gebruikt het geneesmiddel anders dan afgesproken, of wil dit gaan doen;
* De patiënt gebruikt een bij de zorgverlener niet bekend middel.
+
* De patiënt gebruikt een ander geneesmiddel dan bij de zorgverlener bekend is.
De zorgverlener legt deze informatie vast in een MGB. Daarnaast kan de zorgverlener ook besluiten tot aanpassen van medicatiebouwstenen als MA en TA. De werkwijze hiervoor wordt bij Voorschrijven en Ter hand stellen beschreven.<br><br>
 
'''Uitwisselen'''<br>
 
De vastgelegde gegevens rond medicatiegebruik worden beschikbaar gesteld aan medebehandelaars en patiënt zodat deze de gegevens kunnen raadplegen.<br><br>
 
  
Op de [[mp:VDraft_Ontwerp_medicatieproces_9_herstructureren/deelproces/medicatieverificatie|detailpagina voor Medicatieverificatie]] staat nadere informatie over de context van dit deelproces:
+
Ook dit kan vastgelegd worden in een MGB, met {{fhir|VolgensAfspraakIndicator}} = nee.<br>
* bouwstenen
+
Een voorschrijver kan daarnaast ook besluiten de MA te wijzigen of een nieuwe MA vast te leggen (zie [[#Medicatieafspraak|paragraaf 5.2.2]]. Ziet de voorschrijver daar geen aanleiding toe, dan kan hij ook alleen een MGB vastleggen, eventueel met opmerking dat hij de patiënt heeft verzocht zich te houden aan de eerder gemaakte afspraken.<br>
* informatiesystemen
+
Een verstrekker kan bij afwijkend gebruik ook een VMA naar de voorschrijver sturen en/of de patiënt aanraden de voorschrijver te informeren over het afwijkende gebruik.
* systeemrollen/transacties
 
* UML-diagram
 
Zie ook de [[mp:VDraft_Ontwerp_medicatieproces_9_herstructureren/praktijkvoorbeelden/medicatieverificatie|pagina met praktijkvoorbeelden voor Medicatieverificatie]].
 
  
==Deelproces: Voorschrijven==
+
[[#Vastleggen medicatiegebruik|Paragraaf 5.5.2]] bevat een tabel met uitleg over de wijze van invulling van de verschillende data-elementen. Een uitgebreide toelichting op het invullen van de medicatiebouwstenen MGB, MA en TA in verschillende situaties tijdens medicatieverificatie is te vinden in de [[mp:Draft_Implementatiehandleiding_Medicatieverificatie_MGB|Implementatiehandleiding invulling bouwstenen bij medicatieverificatie]].
  
===Overzicht deelproces voorschrijven===
+
===Informatieoverdracht tijdens deelproces Medicatieverificatie===
 +
Binnen het deelproces Medicatieverificatie kunnen diverse vormen van informatieoverdracht plaatsvinden:
  
===Gebruiken, vastleggen en uitwisselen van gegevens bij voorschrijven===
+
{| class="wikitable"
====Gebruiken====
+
! gegevensuitwisseling !! transactie
 +
|-
 +
| De zorgverlener raadpleegt de beschikbare
 +
medicatiegegevens voor het uitvoeren van
 +
medicatieverificatie.
 +
|| Raadplegen medicatiegegevens
 +
|-
 +
| De zorgverlener stelt de vastgelegde
 +
medicatiegegevens beschikbaar aan
 +
medebehandelaars en patiënt.
 +
|| Beschikbaar stellen medicatiegegevens
 +
|-
 +
| rowspan = "2" style = "vertical-align: top"| De zorgverlener kan de vastgelegde
 +
medicatiegegevens versturen naar of
 +
ontvangen van andere zorgverleners.
 +
| Sturen medicatiegegevens
 +
|-
 +
| Ontvangen medicatiegegevens
 +
|}
  
====Vastleggen====
+
Zorgverleners kunnen van verschillende informatiesystemen gebruik maken. Zie [[#Systeemrollen en bijbehorende transacties en bouwstenen|paragraaf 3.2.3]] voor een overzicht van de systeemrollen per informatiesysteem.
=====Medicatieafspraak=====
 
  
'''Starten medicatie'''<br>
+
==Deelproces Voorschrijven==
 +
''Dit hoofdstuk is nog in review. Onderstaande paragraaf komt overeen met 20251031 Tekstvoorstel deelproces Voorschrijven.docx''<br>
 +
Deze paragraaf beschrijft het proces van voorschrijven. De rol van voorschrijver mag worden uitgevoerd door iedereen met een voorschrijfbevoegdheid volgens de [https://wetten.overheid.nl/BWBR0006251/2024-07-01/0 Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (BIG)]. Daarnaast mag een voorschrijver deze taak delegeren aan andere zorgverleners zonder eigen voorschrijfbevoegdheid. Dit mag alleen binnen de voorwaarden in de wet en binnen de afspraken in de betreffende zorgorganisatie.<br>
 +
Ter ondersteuning van de implementatie van dit deelproces zijn diverse voorbeelden beschikbaar op de pagina [[mp:VDraft_Ontwerp_medicatieproces_9_herstructureren/praktijkvoorbeelden/voorschrijven|Praktijkvoorbeelden Voorschrijven]].
  
'''Continueren medicatie'''<br>
+
===Overzicht deelproces voorschrijven===
 +
Het voorschrijfproces kan starten tijdens een consult of naar aanleiding van een voorstel van een andere zorgverlener of de patiënt met betrekking tot diens medicamenteuze behandeling. Zie paragraaf [[#Voorstelgegevens|5.2.5.1]] voor uitleg over voorstelgegevens.
 +
De voorschrijver evalueert de situatie van de patiënt, waaronder diens medicamenteuze behandeling. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van een overzicht van medicatiegegevens (zie [[#Consolideren|Hoofdstuk 4)]].<br>
 +
De voorschrijver besluit op basis van een risico-inschatting of, dan wel in hoeverre, medicatieverificatie nodig is (zie [[#Deelproces Medicatieverificatie|paragraaf 5.1)]].<br>
 +
Vervolgens besluit de voorschrijver om medicatie te starten, continueren, stoppen of wijzigen. Hierbij kunnen de volgende medicatiebouwstenen vastgelegd worden:
 +
* MA voor het vastleggen van de therapeutische intentie van de voorschrijver.
 +
* WDS voor het specificeren van het doseerschema bij geneesmiddelen met wisselende dosering (bijvoorbeeld antistollingsmedicatie)
 +
* VV voor de logistieke verwerking van de voorgeschreven medicatie.
 +
Dit wordt per bouwsteen verder uitgewerkt in de paragrafen 5.2.2 t/m 5.2.4.
 +
In geval van toedienpatiënten moeten de gegevens die nodig zijn voor het genereren van een toedienlijst beschikbaar zijn. Deze kunnen door de voorschrijver in MA of WDS worden vastgelegd en/of door de verstrekker in de TA (zie [[#Toedienlijsten|paragraaf 5.4.2]]).
 +
De voorschrijver stuurt de MA met of zonder VV als voorschrift naar de verstrekker. Zo nodig kan een WDS, informatie over lengte of gewicht, of nierfunctiewaarde van de patiënt meegestuurd worden. De vastgelegde gegevens worden ook beschikbaar gesteld. De informatieoverdracht wordt in [[#Informatieoverdracht tijdens deelproces Voorschrijven|paragraaf 5.2.5]] verder behandeld.<br>
 +
Tijdens het voorschrijfproces wordt medicatiebewaking uitgevoerd; de uitwerking hiervan is buiten scope van dit FO.
  
'''Stoppen medicatie'''<br>
+
===Medicatieafspraak===
 +
De MA is de therapeutische bouwsteen in een voorschrift. Hierin legt de voorschrijver vast wat er met de patiënt is afgesproken over het betreffende geneesmiddel. De MA geeft de therapeutische intentie van de voorschrijver weer.<br>
 +
Een MA kan gemaakt worden om direct in te gaan maar kan ook vooruit gepland worden, met start in de toekomst (TMA). Deze TMA heeft een {{fhir|startDatumTijd}} die later ligt dan de datum waarop de afspraak gemaakt is.<br>
 +
Op hoofdlijnen kan een voorschrijver een eerste MA maken binnen een nieuwe MBH, of een bestaande MA continueren, stoppen, wijzigen of tijdelijk onderbreken. Dit wordt in paragraaf 5.2.2.1 t/m 5.2.2.4 uitgewerkt. Zie [[#Stoppen en wijzigen van medicatie binnen een medicamenteuze behandeling|paragraaf 2.4.3]] voor uitleg over werkwijze bij stoppen en wijzigen.<br>
 +
In paragraaf 5.2.2.6 worden nog enkele specifieke aanwijzingen voor de invulling van deze bouwsteen gegeven.
 +
====Starten medicatie====
 +
Een eerste MA vormt doorgaans de start van een MBH. Soms kan een MBH ook beginnen met een andere therapeutische bouwsteen. Voorbeelden:
 +
* MTD in situaties waarbij acute toediening van een geneesmiddel nodig is.
 +
* TA als de verstrekker (nog) niet de beschikking heeft over de digitale MA, bijvoorbeeld in de hybride situatie.
 +
* Door de patiënt vastgelegde MGB.
 +
In dergelijke gevallen volgt de eerste MA op deze bouwstenen binnen de betreffende MBH. Ook dan is de MA altijd leidend voor het weergeven van de therapeutische intentie van de voorschrijver.br>
  
'''Stoppen toekomstige medicatieafspraak - annuleren'''<br>
+
In bepaalde situaties kan het gebeuren dat er parallelle MA’s (dreigen te) ontstaan. Voorbeeld:
 +
* Bij het vastleggen van een nieuwe MA is niet gemerkt dat er al een MBH bestaat voor deze medicatie.<br>
 +
Als op enig moment blijkt dat er sprake is van parallelle MA’s moet een van beide gestopt worden.
  
'''Tijdelijk onderbreken en hervatten van medicatie'''<br>
+
====Continueren medicatie====
 +
Om medicatie te continueren is geen nieuwe MA nodig, mits de gebruiksperiode van de MA nog niet verstreken is. Is dat wel het geval, dan moet er een nieuwe MA worden vastgelegd.<br>
 +
Voorbeelden van continueren van medicatie zijn:
 +
* Herhaalmedicatie; er is alleen een nieuw VV nodig bij bestaande MA.
 +
* Bij opname in een instelling waarbij de thuismedicatie wordt doorgebruikt.
 +
NB: Het voortzetten van een behandeling met een middel met een andere PRK valt niet onder continueren, maar onder wijzigen (zie paragraaf 5.2.2.4).
 +
====Stoppen medicatie====
 +
Een MA met {{fhir|eindDatumTijd}}, bijvoorbeeld voor een kuur, stopt vanzelf op die datum en bevat dus geen stoptype.
 +
Als een MA geen {{fhir|eindDatumTijd}} heeft, of als de medicatie eerder gestopt moet worden, moet er een stop-MA binnen dezelfde MBH worden vastgelegd.<br>
 +
De stop-MA bevat de volgende nieuwe gegevens:
  
'''Wijzigen medicatie'''<br>
+
{| class="wikitable"
 +
! data-element  in dataset !! uitleg
 +
|-
 +
| eindDatumTijd || De datum waarop de MA eindigt. Deze einddatum kan ook in de toekomst liggen.
 +
|-
 +
| Voorschrijver || Naam van de zorgverlener die de stop-MA maakt.
 +
|-
 +
| RegistratieDatumTijd || Datum en tijd waarop de stop-MA wordt vastgelegd.
 +
|-
 +
| MedicatieafspraakStopType || ‘stopgezet’
 +
|-
 +
| RelatieMedicatieafspraak || Relatie naar de MA die gestopt wordt. Een stop-MA moet deze relatie bevatten, tenzij er geen MA beschikbaar is in de MBH om naar te verwijzen. Als de MBH alleen TA(‘s) en/of MGB(‘s) bevat, moet de voorschrijver deze kunnen stoppen met een stop-MA zonder RelatieMedicatieafspraak. De stop-MA krijgt in dat geval ook geen relatie naar een TA of MGB.
 +
|-
 +
| RedenWijzigenOfStaken || Reden voor stoppen van de MA.
 +
|}
  
'''Corrigeren medicatie'''<br>
+
Uit de bouwsteen waarnaar verwezen wordt moet de overige beschikbare informatie worden overgenomen, in ieder geval de volgende elementen:
  
=====Wisselend doseerschema=====
+
{| class="wikitable"
 +
! data-element in dataset !! uitleg
 +
|-
 +
| startDatumTijd || De oorspronkelijke startdatum.
 +
|-
 +
| AfgesprokenGeneesmiddel || Het afgesproken geneesmiddel. In geval van magistralen of ingrediënten hoeven 90 miljoen-nummers niet overgenomen te worden.
 +
|-
 +
| Gebruiksinstructie || De oorspronkelijke gebruiksinstructie. Het onderdeel AanvullendeInstructie hoeft niet te worden overgenomen aangezien wijze van gebruik bij een stop-MA niet meer relevant is.
 +
|}
  
'''Opstarten wisselend doseerschema'''<br>
+
De MA kan per direct gestopt worden met {{fhir|eindDatumTijd}} vandaag, of gestopt worden met een {{fhir|eindDatumTijd}} in de toekomst. Als de voorschrijver na het vastleggen van een stop-MA met een toekomstige {{fhir|eindDatumTijd}} de {{fhir|Gebruiksperiode}} alsnog verder wil inkorten, wordt een tweede stop-MA aangemaakt. Deze tweede stop-MA verwijst naar de meest recente MA, in dit geval de eerste stop-MA.<br>
 +
Met het stoppen van een MA worden ook de bijbehorende WDS’en en TA’s gestopt.
 +
======Stoppen medicatieafspraak door andere voorschrijver======
 +
Een MA kan door de voorschrijver zelf gestopt worden maar ook door een andere voorschrijver. Wanneer een voorschrijver medicatie stopt maakt hij een stop-MA, ook bij het stoppen van een MA van een ander. De stop-MA wordt naar de zorgverlener die de originele MA heeft gemaakt gestuurd (transactie Sturen medicatiegegevens).<br>
 +
De stop-MA moet ook naar de verstrekker gestuurd worden. De voorschrijver kan deze vinden door het raadplegen van de bij de MA horende TA’s (transactie Raadplegen medicatiegegevens). Hij verstuurt vervolgens de stop-MA naar de verstrekker met een actieve TA (transactie Sturen medicatievoorschrift).
  
'''Wijzigen wisselend doseerschema'''<br>
+
=====Annuleren toekomstige medicatieafspraak=====
 +
Als een MA met {{fhir|startDatumTijd}} in de toekomst (TMA) gestopt wordt, gaat het om annuleren. Het is van belang dat voor iedereen duidelijk is of een patiënt ooit daadwerkelijk met de medicatie is gestart en daarna gestopt, of dat er nooit sprake is geweest van gebruik van die medicatie. Het onderscheid tussen stop-MA’s en annuleer-TMA’s maakt dit duidelijk.<br>
 +
De annuleer-TMA werkt hetzelfde als de stop-MA zoals hierboven beschreven maar met twee verschillen:
 +
• Het stoptype is ‘geannuleerd’ i.p.v. ‘stopgezet’;
 +
• De {{fhir|startDatumTijd}} en {{fhir|eindDatumTijd}} van de annuleer-TMA zijn aan elkaar gelijk.
  
'''Stoppen wisselend doseerschema'''<br>
+
====Wijzigen medicatie====
 +
Het wijzigen van medicatie kan bijvoorbeeld gaan over dosering, toedieningsweg  of verantwoordelijke voorschrijver.<br>
 +
Als een verandering resulteert in een andere PRK stopt de voorschrijver de MA en legt een nieuwe MA vast in een nieuwe MBH (zie paragraaf 2.4.2). Voorbeelden zijn verandering in toedieningsweg of sterkte, of overstappen naar een ander geneesmiddel.<br>
 +
Als de PRK van het voorgeschreven geneesmiddel gelijk blijft worden wijzigingen vastgelegd onder dezelfde MBH.  Een MA wordt gewijzigd door het maken van een technische stop-MA en een nieuwe MA met de wijziging binnen dezelfde MBH (zie [[#Stoppen en wijzigen van medicatie binnen een medicamenteuze behandeling|paragraaf 2.4.3]]).<br>
 +
Een wijziging kan per direct ingaan of kan gepland worden met een startDatumTijd in de toekomst. Als de wijziging wordt doorgevoerd in een toekomstige MA dan wordt er een technische annuleer-TMA gemaakt (zie paragraaf 2.2.5.7) en een nieuwe TMA met de wijziging.<br>
 +
De technische stop-/annuleer-(T)MA werkt hetzelfde als de stop-MA en heeft dus ook stoptype ‘stopgezet’ of 'geannuleerd' (zie paragraaf 5.2.2.3).<br>
 +
In de nieuwe MA wordt de reden van wijzigen in {{fhir|RedenWijzigenOfStaken}} vastgelegd en een verwijzing naar de oorspronkelijke MA in {{fhir|RelatieMedicatieafspraak}}.
  
=====Verstrekkingsverzoek=====
+
Het inkorten van de {{fhir|Gebruiksperiode}} is altijd een wijziging. Het verlengen van de {{fhir|Gebruiksperiode}} van een MA kan echter op twee manieren plaatsvinden:
 +
* Aanmaken van een nieuwe MA2 met {{fhir|startDatumTijd}} na de {{fhir|eindDatumTijd}} van de oorspronkelijke MA1. Er is geen stop-MA op MA1 nodig, deze verloopt vanzelf op diens {{fhir|eindDatumTijd}}. De nieuwe MA2 kan zowel tijdens als na de {{fhir|Gebruiksperiode}} van MA1 aangemaakt worden.
 +
* Verlengen van de {{fhir|Gebruiksperiode}} van de oorspronkelijke MA1 als die nog niet verlopen is. Dit is wel een gewone wijziging met technische stop-MA en een nieuwe MA2 met de verlengde {{fhir|Gebruiksperiode}}.
 +
De technische stop/annuleer-(T)MA en de nieuwe (T)MA worden gelijktijdig aangemaakt en hebben dus dezelfde {{fhir|RegistratieDatumTijd}} (zie [[#Gewone en 'technische' stop-bouwstenen|paragraaf 2.4.3.1]]). Ze worden ook gelijktijdig verstuurd en/of beschikbaar gesteld.
  
====Uitwisselen====
+
=====Corrigeren medicatieafspraak=====
=====Sturen en/of beschikbaar stellen van vastgelegde gegevens=====
+
Het kan voorkomen dat een voorschrijver een vergissing heeft gemaakt in een MA, bijvoorbeeld een typefout in de dosering. Als de foutieve MA nog niet gedeeld is met andere zorgverleners, kan de voorschrijver deze in het eigen informatiesysteem aanpassen of schrappen. Als de foutieve afspraak al wel gedeeld is met andere zorgverleners dan moet deze gecorrigeerd worden.<br>
 +
Corrigeren volgt het proces van wijzigen van een MA. Er worden twee nieuwe MA’s gemaakt binnen dezelfde MBH:
 +
* Een nieuwe MA met de juiste gegevens en ‘foutieve registratie van medicatie’ in {{fhir|RedenWijzigenOfStaken}}.
 +
* Een technische stop-MA met stoptype ‘stopgezet’ en verwijzing naar de te corrigeren MA in {{fhir|RelatieMedicatieafspraak}}.
 +
Corrigeren van een toekomstige MA gebeurt op dezelfde manier, met een technische annuleer-TMA plus nieuwe TMA.
  
=====Meesturen extra informatie met voorschrift=====
+
=====Wijzigen medicatieafspraak door andere voorschrijver=====
 +
Een MA kan door de voorschrijver zelf gewijzigd worden maar ook door een andere voorschrijver. De stop-MA en nieuwe MA worden gestuurd:
 +
* naar de zorgverlener die de originele MA heeft gemaakt (transactie Sturen medicatiegegevens).
 +
* met of zonder VV naar de verstrekker met een actieve TA, zie paragraaf 5.2.2.3.1 (transactie Sturen medicatievoorschrift).
  
'''Lengte en gewicht'''<br>
+
====Tijdelijk onderbreken en hervatten van medicatie====
 +
Tijdelijk onderbreken is het stoppen van het medicatiegebruik gedurende enige tijd. De onderbreking kan per direct ingaan of er kan een toekomstige onderbreking gepland worden. Gedurende de periode van onderbreken blijft de medicatie relevant voor medicatiebewaking in verband met het mogelijk hervatten in de toekomst.<br>
 +
Er worden twee nieuwe MA’s gemaakt binnen dezelfde MBH:
 +
* Een stop-MA met stoptype ‘onderbroken’ en verwijzing naar de te onderbreken MA in {{fhir|RelatieMedicatieafspraak}} en reden voor onderbreken in {{fhir|RedenWijzigenOfStaken}}.
 +
* Een nieuwe MA ter hervatting met relatie naar die stop-MA en eventueel de reden van hervatting in {{fhir|RedenWijzigenOfStaken}}.
 +
Indien de voorschrijver de onderbroken MA definitief wil stoppen, wordt er een stop-MA met stoptype ‘stopgezet’ gemaakt met verwijzing naar de stop-MA waarmee de oorspronkelijke MA is onderbroken.
  
'''Nierfunctiewaarde'''<br>
+
Als de exacte datum waarop de onderbreking moet ingaan nog niet bekend, of onzeker is, moet dit in het data-element {{fhir|Gebruiksperiode.Criterium}} van de stop-MA en de hervattings-MA worden toegelicht. Zodra dit bekend is wordt een nieuwe stop-MA gemaakt met het daadwerkelijke moment van starten en stoppen, stoptype ‘onderbroken’, en met verwijzing naar de stop-MA waarmee de oorspronkelijke MA is onderbroken.
  
 +
Tijdelijke substitutie met een ander middel is geen wijziging of onderbreking maar daadwerkelijk stoppen van het eerste middel en het starten van een nieuwe MBH met het substituut.
 +
====Aanwijzingen voor invulling bouwsteen Medicatieafspraak====
 +
=====AfgesprokenGeneesmiddel=====
 +
In {{fhir|AfgesprokenGeneesmiddel}} wordt het voor te schrijven geneesmiddel vastgelegd met een code uit de G-standaard, doorgaans op PRK-niveau.<br>
 +
Het is wel mogelijk om zonder zo’n code, dus in vrije tekst, voor te schrijven. Dit is echter alleen toegestaan wanneer er geen geschikte code beschikbaar is in de G-Standaard, bijvoorbeeld bij onderzoeksmedicatie. Dit mag alleen bij hoge uitzondering gebeuren, o.a. omdat zonder G-standaardcode geen medicatiebewaking kan worden uitgevoerd.
 +
Ook niet-geneesmiddelen kunnen, op HPK-niveau, vanuit de G-standaard voorgeschreven worden. Voorbeeld: inhalator (Aerochamber, HPK 1915185) als hulpmiddel voor voorgeschreven aerosolen. Niet-geneesmiddelen zijn niet van toepassing voor een medicatieoverzicht of medicatiebewaking.<br>
 +
Eigen artikelen (90 miljoen nummer) kunnen ook in dit data-element worden vastgelegd. Voorwaarde is dat binnen een organisatie een eenmaal aangemaakt 90 miljoen nummer nooit aangepast mag worden. Bij de uitwisseling zorgt de root-oid (unieke technische identificatie van de organisatie) in combinatie met het 90 miljoen nummer ervoor dat deze uniek is ten opzichte van alle 90 miljoen nummers vanuit andere organisaties.
 +
De stoffen waaruit dit artikel bestaat worden als ingrediënten in dit data-element van de MA vastgelegd. Er moet minimaal één ingrediënt worden vastgelegd, zoals bij magistralen.
 +
=====RegistratieDatumTijd=====
 +
De {{fhir|RegistratieDatumTijd}} geeft de datum en tijd van het vastleggen van de medicatiebouwsteen en dient om de volgordelijkheid van de medicatiebouwstenen correct te kunnen bepalen. Verdere uitleg over de [https://decor.nictiz.nl/ad/#/mp-/datasets/dataset/2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.20.77.1.4/2022-06-30T00:00:00/concept/2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.20.77.2.4.1480/2024-02-15T14:02:23 RegistratieDatumTijd] is te vinden in ART-DECOR.
  
Op de [[mp:VDraft_Ontwerp_medicatieproces_9_herstructureren/deelproces/voorschrijven|detailpagina voor Voorschrijven]] is nadere informatie te vinden over de bij dit deelproces betrokken:
+
=====AanvullendeInformatie=====
* bouwstenen
+
Een voorschrijver kan in data-element {{fhir|AanvullendeInformatie}} aangeven wanneer een eventuele wijziging in GDS-medicatie moet ingaan, namelijk ‘Wijziging in GDS per direct’ en ‘Wijziging in GS per rolwissel’.
* informatiesystemen
+
=====VolgendeBehandelaar=====
* transacties en systeemrollen
+
In dit data-element kan worden aangegeven welke zorgverlener (naar verwachting) het auteurschap van de MA zal overnemen. Voorbeeld:<br>
* praktijkvoorbeelden
+
<u>Huisartsenpost</u>
 +
Een huisartsenpost (HAP) werkt in opdracht van de vaste huisarts.
 +
* Als de HAP-voorschrijver een nieuwe MA maakt kan in VolgendeBehandelaar de naam van de vaste huisarts worden ingevuld.
 +
* Als de HAP-voorschrijver een bestaande MA wijzigt kan in dit data-element van de nieuwe MA de naam van de voorschrijver van de oorspronkelijke MA worden ingevuld.
 +
* Als de HAP-voorschrijver een bestaande MA stopt, wordt dit in de stop-MA ingevuld.
 +
Hiermee is het ook buiten ANW-uren voor de hele keten duidelijk bij welke voorschrijver men moet zijn voor bijvoorbeeld vraagafhandeling.<br>
 +
Ook bij ontslag na een opname kan dit data-element relevant zijn (zie [[#Tijdens opname en bij ontslag|paragraaf 5.6.2.2]]).
 +
===Wisselend doseerschema===
  
 +
<!--
 
==Deelproces: Ter hand stellen==
 
==Deelproces: Ter hand stellen==
  
Regel 1.198: Regel 1.474:
  
 
[[mp:VDraft_Ontwerp_medicatieproces_9_herstructureren/deelproces/klinisch_proces|Klinisch proces]]
 
[[mp:VDraft_Ontwerp_medicatieproces_9_herstructureren/deelproces/klinisch_proces|Klinisch proces]]
 +
 +
28-04-2025 Voorlopig onzichtbaar gemaakt omdat dit nog niet geschikt is om te laten lezen -->
  
 
=Aanvullende informatie=
 
=Aanvullende informatie=
 
+
''Nog nader uit te werken''
*Relevante pagina's met extra informatie:
+
*Link naar landingspagina met overige relevante documentatie
** [[mp:Vdraft_RaadplegenReconcilieren|Raadplegen en reconciliëren]]
 
** [[mp:Vkickstart_MigratieHybride|Migratie/hybride]]
 
** [[mp:LeeswijzerVoorschriftmetnierfunctiewaarde|Meesturen nierfunctiewaarde met voorschrift]]
 
** [[mp:V3.0_Voorbeelden_doseringen|Voorbeelden doseringen]] - zowel functionele als technische uitwerking in HL7v3 CDA en FHIR
 
** [[mp:Implementatiehandleiding_Consolidatie/afleidingsregels|Consolidatie/afleidingsregels]]
 
** [[mp:Kickstart_Werkwijze_Infusen|Werkwijze en scope voor infusen gedurende de Kickstart]]
 
 
 
 
* Onderdelen uit huidige hoofdstukken 8 en 9
 
* Onderdelen uit huidige hoofdstukken 8 en 9
 
* Eventuele overige informatie die nog niet elders is verwerkt
 
* Eventuele overige informatie die nog niet elders is verwerkt
 +
 +
Link naar pagina met [[mp:VDraft_Ontwerp_medicatieproces_9_herstructureren/bijlagen|bijlagen]]

Huidige versie van 17 dec 2025 om 14:18




Inhoud

1 Inleiding

Dit hoofdstuk moet nog geautoriseerd worden. Onderstaande versie komt overeen met 20251031 Hoofdstuk 1 Inleiding v09 concept.docx

Dit document is onderdeel van de informatiestandaard Medicatieproces (MP9), ontwikkeld binnen het programma Medicatieoverdracht. Tijdens de Kickstart wordt de in de informatiestandaard beschreven werkwijze beproefd en zo nodig bijgesteld.

1.1 Algemeen

Dit document beschrijft het functioneel ontwerp (FO) van de informatiestandaard Medicatieproces. Het beschrijft de vastlegging en uitwisseling van medicatiegegevens en licht dit toe met specifieke praktijkvoorbeelden. Dit wordt uitgelegd aan de hand van actoren (mensen en informatiesystemen) en transacties (welke informatie wordt wanneer en op welke wijze uitgewisseld).

Voor meer informatie over informatiestandaarden en hoe deze worden ontwikkeld, zie de Nictiz webpagina voor informatiestandaarden. In het begrippenoverzicht op de website van Nictiz en de begrippenlijst op de site van het programma Medicatieoverdracht staat uitleg van de begrippen die voorkomen in dit FO.

Links naar het technisch ontwerp zijn hier te vinden.

1.2 Doelgroep

De doelgroep voor dit document bestaat uit:

  • Productmanagers, architecten, ontwerpers, bouwers en testers van:
    • leveranciers van medicatiegerelateerde informatiesystemen;
    • zorgorganisaties en regio-organisaties;
    • Nictiz;
  • Vertegenwoordigers van zorgverleners en patiënten.

1.3 Kaders en uitgangspunten

1.3.1 Wetgeving

De overdracht van medicatiegegevens zoals in dit document beschreven voldoet aan de wet- en regelgeving. Het versturen van een medicatieafspraak gecombineerd met een verstrekkingsverzoek komt overeen met een recept zoals gedefinieerd in de Geneesmiddelenwet. Nadere uitleg hierover is te vinden in de NEN 7503 Gegevensuitwisseling in de zorg – Elektronische verwerking en uitwisseling van gegevens voor het voorschrijven en ter hand stellen van medicatie. De Richtlijn Overdracht van Medicatiegegevens in de keten bevat ook toelichting op de wettelijke eisen aan de uitwisseling van medicatiegegevens.

1.3.2 Richtlijn en proces

In 2020 is de herziene kwaliteitsstandaard Richtlijn Overdracht van Medicatiegegevens in de keten gepubliceerd door het Zorginstituut Nederland. De bijbehorende Informatieparagraaf beschrijft globaal de vastlegging en uitwisseling van medicatiegegevens. De informatiestandaard werkt dit in detail uit.
Het medicatieproces bestaat op hoofdlijnen uit de deelprocessen:

  • Voorschrijven
  • Ter hand stellen
  • Toedienen
  • Gebruiken

Daarbij is ook het deelproces medicatieverificatie van belang. In hoofdstuk 5 Medicatieproces wordt het zorgproces beschreven.

1.3.3 Reikwijdte informatiestandaard

De reikwijdte van de informatiestandaard beslaat de functionele beschrijvingen (dit FO) en de dataset voor alle gegevensuitwisselingen binnen alle deelprocessen in het medicatieproces in ART-DECOR

1.4 Kwalificatie

Op basis van dit FO en de daarbij behorende dataset wordt een kwalificatiescript opgesteld. Het opstellen van kwalificatiescripts valt buiten de scope van dit FO. Voor meer informatie zie de pagina over Nictiz kwalificaties en de landingspagina van de Kickstart.

1.5 Leeswijzer

1.5.1 Usecases en scenario's in dit FO

Informatiestandaarden worden bij Nictiz doorgaans beschreven aan de hand van usecases. In die informatiestandaarden is een usecase gedefinieerd als een beschrijving van een praktijksituatie in de zorg, die gekoppeld is aan een scenario. Een scenario is een samenhangende groep transacties voor het uitwisselen van gegevens.
Het FO voor MP9 behandelt de zorgbrede uitwisseling van medicatiegegevens tussen een groot aantal verschillende betrokkenen en in uiteenlopende zorgsituaties. Binnen MP9 kunnen daarom in één deelproces verschillende usecases met bijbehorende scenario’s voorkomen. Een scenario kan ook in meer dan één deelproces van toepassing zijn. Verder wordt bij MP9 veel aandacht besteed aan de vastlegging van gegevens, naast het uitwisselen ervan.
Voor MP9 is daarom gekozen voor een andere indeling:

  • Hoofdstuk 3 Informatieoverdracht geeft een overzicht van de scenario's met hun transacties. Hierbij wordt aangegeven in welke deelprocessen deze voorkomen.
  • De beschrijving van het zorgproces staat in hoofdstuk 5 Medicatieproces. Voor elk deelproces wordt aangegeven welke scenario's daarin van toepassing zijn.

1.5.2 Hoofdtekst en detailpagina's

Vanwege de lengte van dit FO is ervoor gekozen om een deel van de informatie naar andere pagina’s buiten deze hoofdpagina te verplaatsen. Het gaat daarbij om:

  • Praktijkvoorbeelden. Er is een pagina met alle voorbeelden en aparte pagina’s met voorbeelden per deelproces.
  • Op termijn: Detailpagina’s met een kort overzicht van de relevante context per deelproces, informatiesysteem, en bouwsteen.

1.5.3 Overzicht hoofdstukken

Hoofdstuk 1 Inleiding geeft algemene informatie over het FO van MP9.
Hoofdstuk 2 Conceptueel model beschrijft het onderliggende conceptuele model waar MP9 op gebaseerd is: de aanleiding voor het ontwikkelen van dit model, uitgangspunten, definities en werkwijze.
Hoofdstuk 3 Informatieoverdracht geeft een overzicht van de relevante informatiesystemen, systeemrollen, scenario's en transacties, en de daarbij betrokken bouwstenen.
Hoofdstuk 4 Consolideren beschrijft wat consolideren is en wat voor MP9 de bijbehorende regels zijn.
Hoofdstuk 5 Medicatieproces beschrijft hoe het proces er in grote lijnen uitziet, welke deelprocessen erin voorkomen en hoe medicatiegegevens daarin worden gebruikt, vastgelegd en uitgewisseld.
Hoofdstuk 6 Aanvullende informatie bevat verwijzingen naar andere relevante documentatie buiten dit FO, en tekst die niet elders een plaats heeft gekregen.

1.5.4 Schrijfconventies

De volgende schrijfconventies worden gevolgd in dit FO:

  • De medicatiebouwstenen worden als afkorting geschreven. Alleen bij de eerste introductie en in paragraaftitels worden de volledige namen uitgeschreven. Doel is om de tekst korter en beter leesbaar te maken, zeker in geval van lange namen als 'wisselend doseerschema' of 'antwoord voorstel verstrekkingsverzoek'.
  • Data-elementen van de bouwstenen en waarden uit waardelijsten worden geschreven zoals ze in de dataset in ART-DECOR staan, inclusief hoofdletters. Op deze manier is altijd duidelijk wat er bedoeld wordt.
  • In dit FO wordt de term patiënt gebruikt waarmee zowel patiënten als cliënten worden bedoeld.
  • In dit FO wordt de term verstrekker gebruikt. Een verstrekker is een apotheker of apotheekhoudend huisarts die het proces van ter hand stellen uitvoert of onder wiens verantwoordelijkheid dat gebeurt.

2 Conceptueel model

Dit hoofdstuk moet nog geautoriseerd worden. Onderstaande versie komt overeen met 20251031 Hoofdstuk 2 Conceptueel model v09 concept.docx

In dit hoofdstuk wordt het model uitgelegd dat aan de basis staat van MP9.
Paragraaf 2.1 bespreekt de aanleiding voor het ontwikkelen van dit model.
Paragraaf 2.2 legt de basisprincipes uit.
Paragraaf 2.3 beschrijft de medicatiebouwstenen en de voorstelgegevens.
Paragraaf 2.4. introduceert het begrip 'medicamenteuze behandeling' en de functionele toepassing ervan.
Paragraaf 2.5 geeft uitleg over de samenhang tussen bouwstenen en medicamenteuze behandeling.
Paragraaf 2.6 beschrijft hoe deze bouwstenen uitgewisseld kunnen worden.

2.1 Aanleiding ontwikkeling conceptueel model

Registratie en communicatie van medicatiegegevens verlopen grotendeels digitaal. In de loop van de tijd zijn daarin diverse problemen aan het licht gekomen. Dit is onderzocht in een project van NHG en KNMP in 2012-2013. De conclusie was dat therapeutische en logistieke aspecten door elkaar lopen bij het vastleggen en communiceren van medicatiegegevens. Daarnaast ontbreekt er een eenduidig en gedeeld begrippenkader.
Het bovenstaande is uitgewerkt in een rapport, Bouwstenen voor het medicatieproces uit 2014. Hierin wordt een conceptueel model beschreven waarin therapeutische en logistieke gegevens uit elkaar worden getrokken. Dit model is de basis voor de informatiestandaard MP9. De teksten in dit hoofdstuk zijn deels gebaseerd op dit rapport.

2.2 Uitgangspunten conceptueel model

Het conceptuele model is tot stand gekomen door de deelprocessen in het medicatieproces als vertrekpunt te nemen:

  • voorschrijven
  • ter hand stellen
  • toedienen
  • gebruiken

Tijdens deze deelprocessen worden gegevens vastgelegd in de vorm van medicatiebouwstenen. Een bouwsteen in een informatiestandaard is een verzameling samenhangende data-elementen rond een bepaald concept binnen een bepaalde context, bijvoorbeeld een medicatieafspraak in het medicatieproces. Deze data-elementen beschrijven de gegevens die nodig zijn voor een heldere en eenduidige representatie van dit concept.
De verschillende medicatiebouwstenen representeren stappen in het medicatieproces rondom de patiënt: voorschrijven van een geneesmiddel (medicatieafspraak, verstrekkingsverzoek, wisselend doseerschema), gevolgd door het ter hand stellen (toedieningsafspraak, medicatieverstrekking), toedienen (medicatietoediening) en gebruiken (medicatiegebruik) van dat geneesmiddel.
Tijdens een deelproces worden de data-elementen van de betreffende bouwsteen voor zover mogelijk en relevant ingevuld. Dit resulteert in een concrete invulling van die bouwsteen. Dit wordt een instantiatie genoemd.
Instantiaties van bouwstenen kunnen digitaal worden uitgewisseld: ofwel door ze actief naar een andere zorgverlener te sturen, ofwel door ze beschikbaar te stellen voor raadpleging door een andere zorgverlener op een willekeurig moment (zie paragraaf 2.6). Hierdoor kan een zorgverlener op elk moment beschikken over alle medicatiegegevens van een patiënt, zoals bedoeld in de kwaliteitsstandaard Richtlijn Overdracht van Medicatiegegevens in de Keten.
Volledige uitleg van het conceptuele model is te vinden in het originele rapport Bouwstenen voor het medicatieproces.

2.3 Medicatiebouwstenen en voorstelgegevens

In deze paragraaf worden de medicatiebouwstenen en voorstelgegevens beschreven. Na de eerste introductie worden verder de afkortingen van de bouwstenen gebruikt, behalve in paragraaftitels.

2.3.1 Therapeutische en logistieke bouwstenen

Binnen de medicatiebouwstenen wordt onderscheid gemaakt tussen therapie en logistiek:
Therapie
Dit betreft de medisch-inhoudelijke aspecten. Het omvat onder andere de medicamenteuze (behandelings-)afspraken en de uitvoering ervan. Ook de therapeutische intentie, het (werkelijk) gebruik en zelfmedicatie vallen hieronder.
De therapeutische bouwstenen zijn: medicatieafspraak (MA), toedieningsafspraak (TA), wisselend doseerschema (WDS), medicatietoediening (MTD) en medicatiegebruik (MGB).
Logistiek
Dit gaat over aspecten rondom de fysieke goederenstroom van geneesmiddelen, zoals aanvragen en afleveringen.
De logistieke bouwstenen zijn: Verstrekkingsverzoek (VV) en Medicatieverstrekking (MVE).

Figuur 2.1 geeft de medicatiebouwstenen weer, verdeeld naar deelproces en onderscheid therapie/logistiek.

Figuur 1 Bouwstenen - overzicht
Figuur 2.1 Overzicht therapeutische en logistieke medicatiebouwstenen

Onderstaande tabel geeft een beschrijving van de bouwstenen.

Bouwsteen Afk. Beschrijving
medicatieafspraak MA Een medicatieafspraak is de afspraak tussen de voorschrijver en de patiënt over het gebruik van medicatie door deze patiënt. Ook de afspraak om het medicatiegebruik te stoppen of te wijzigen is een medicatieafspraak.
wisselend doseerschema WDS Met het wisselend doseerschema wordt het onderdeel gebruiksinstructie van een medicatieafspraak concreet ingevuld. Het doseerschema kan tussentijds aangepast worden zonder dat de medicatieafspraak gewijzigd hoeft te worden.
verstrekkingsverzoek VV Een verstrekkingsverzoek is het verzoek van een voorschrijver aan de verstrekker tot medicatieverstrekking(en) aan de patiënt in lijn met de geldende medicatieafspraken.
toedieningsafspraak TA Een toedieningsafspraak is de gebruiks- of toedieningsinstructie van de verstrekker aan de patiënt, diens vertegenwoordiger of toediener, waarbij de medicatieafspraak concreet wordt ingevuld.
medicatieverstrekking MVE Een medicatieverstrekking is de uitgifte van een hoeveelheid van een geneesmiddel aan de patiënt, diens vertegenwoordiger of toediener.
medicatietoediening MTD Een medicatietoediening is de afzonderlijke toediening van een geneesmiddel aan de patiënt door de toediener.
medicatiegebruik MGB Medicatiegebruik is een uitspraak over het historisch, huidig of voorgenomen gebruik van een geneesmiddel door de patiënt. De uitspraak kan vastgelegd worden door de patiënt zelf maar ook door een zorgverlener of een vertegenwoordiger van de patiënt.

2.3.2 Voorstelgegevens

Het kan voorkomen dat een zorgverlener of patiënt een voorstel wil doen voor een nieuwe MA of VV. Om dit te ondersteunen zijn voorstelgegevens geïntroduceerd. Een voorstel kan resulteren in een nieuwe MA of VV. Er wordt altijd een AVMA of AVVV naar de voorsteller gestuurd.
Een voorstel is alleen bedoeld voor de voorschrijver waar het voorstel aan gericht is, niet voor de rest van de keten. Het zijn dus geen bouwstenen (zoals in paragraaf 2.3.1) waarmee een overzicht van medicatie kan worden opgebouwd, al staan ze wel ook in de dataset in ART-DECOR. In hoofdstuk 3 wordt het scenario Voorstelgegevens verder toegelicht.

Bouwsteen Afk. Beschrijving
voorstel medicatieafspraak VMA Het voorstel medicatieafspraak is een voorstel van een zorgverlener of de patiënt aan de voorschrijver met betrekking tot het voorschrijven van medicatie. Het voorstel kan inhouden de medicatie te stoppen, starten, wijzigen of continueren..
antwoord voorstel medicatieafspraak AVMA Het antwoord voorstel medicatieafspraak is een antwoord van de voorschrijver op het voorstel medicatieafspraak. Hierin geeft de voorschrijver aan akkoord te gaan (waarna een (aangepaste) medicatieafspraak zal volgen) of niet (en de reden daarvoor).
voorstel verstrekkingsverzoek VVV Het voorstel verstrekkingsverzoek is een voorstel van een zorgverlener of de patiënt aan de voorschrijver om een medicatieverstrekking te fiatteren ten behoeve van de bijbehorende medicatieafspraak.
antwoord voorstel verstrekkingsverzoek AVVV Het antwoord voorstel verstrekkingsverzoek is een antwoord van de voorschrijver op het voorstel verstrekkingsverzoek. Hierin geeft de voorschrijver aan akkoord te gaan (waarna een verstrekkingsverzoek zal volgen) of niet (en de reden daarvoor).

2.3.3 Medicatiebouwstenen en zorginformatiebouwstenen

Zorginformatiebouwstenen (zibs) zijn conceptuele modellen. Elke informatiestandaard gebruikt deze als bouwblokken. Maar zibs zijn context-onafhankelijk en in informatiestandaarden kan het nodig zijn om extra informatie toe te voegen om die context te verduidelijken. Daardoor zijn er in de uitwerking enige verschillen tussen de medicatiebouwstenen in dit FO en de medicatiezibs. Voor meer informatie over de zibs zie zibs.nl.

2.4 Het begrip 'medicamenteuze behandeling'

In deze paragraaf wordt het begrip ‘medicamenteuze behandeling’ en de functionele toepassing ervan geïntroduceerd.

2.4.1 Medicamenteuze behandeling als technisch begrip

Er kunnen verschillende medicatiebouwstenen bestaan die betrekking hebben op dezelfde behandeling. Om aan te geven dat deze bouwstenen bij elkaar horen is het begrip ‘medicamenteuze behandeling’ geïntroduceerd. Het gaat hierbij om een technisch begrip, een MBH heeft geen zorginhoudelijke betekenis. Het heeft de vorm van een uniek identificatienummer (id) dat door een informatiesysteem aan een bouwsteen of verzameling van samenhangende bouwstenen gekoppeld wordt. De term medicamenteuze behandeling wordt afgekort als MBH.
De MBH maakt het volgende mogelijk:

  1. eenduidig identificeren van de verzameling van samenhangende medicatiebouwstenen;
  2. toepassen van regels op een verzameling van bouwstenen om eenduidig te bepalen wat de actuele situatie van een patiënt is wat betreft diens behandeling met een bepaald geneesmiddel (zie hoofdstuk 4 Consolideren).

2.4.2 Starten van een nieuwe medicamenteuze behandeling

Het starten van een behandeling met een geneesmiddel gebeurt door een eerste bouwsteen vast te leggen. Hiermee wordt een nieuwe MBH gestart. De eerste bouwsteen zal meestal een MA zijn, maar kan ook bijvoorbeeld een TA of MGB zijn waarmee zelfzorgmedicatie wordt vastgelegd, of een MTD als in een acute situatie direct een geneesmiddel moet worden toegediend.
Bij het vastleggen van een nieuwe bouwsteen moet eerst worden gecontroleerd of het om een nieuw geneesmiddel gaat of dat er al een bouwsteen met hetzelfde product bestaat. Dat kan in het eigen informatiesysteem het geval zijn, maar ook in informatiesystemen elders. Een afdoende controle vereist dus het raadplegen van alle beschikbare bouwstenen (zie voor uitleg over raadplegen paragraaf 2.6 en hoofdstuk 3). Deze bouwstenen worden vervolgens gecontroleerd:

  • Als er geen bestaande bouwsteen voor dit geneesmiddel is dan wordt een nieuwe MBH aangemaakt.
  • Als er een bouwsteen bestaat met hetzelfde geneesmiddel dan zal het doorgaans de bedoeling zijn dat de nieuwe bouwsteen onder dezelfde MBH valt. De zorgverlener moet wel de mogelijkheid hebben om te kiezen voor het starten van een nieuwe MBH.

In figuur 2.2 is het ontstaan van een MBH schematisch weergegeven.

Figuur 2 Stroomschema starten MBH
Figuur 2.2 Stroomschema starten MBH

Wanneer geldt iets als ‘hetzelfde geneesmiddel’ of ‘dezelfde behandeling’?
Bij het vastleggen van een MA bepaalt de PRK (PRescriptie Kenmerken uit de G-standaard) van een geneesmiddel of deze MA bij een nieuwe of bestaande MBH hoort. Een andere PRK leidt tot een andere MBH. Uitleg over welke kenmerken op dit niveau van belang zijn is te vinden op de webpagina Ruggengraat Z-Index.
NB: Dat een wijziging in PRK tot een nieuwe MBH leidt geldt alleen voor de MA. Een verstrekker zou een middel met een andere PRK kunnen kiezen, bijvoorbeeld vanwege preferentiebeleid. De bijbehorende TA en MVE vallen dan niet onder een nieuwe MBH.
De andere bouwstenen volgen de MA of TA waarnaar ze verwijzen.

Voor producten zonder PRK geldt het volgende:

  • Niet-geneesmiddelen. Dit zijn middelen als krukken of verbandmiddelen. In die gevallen bepaalt het HPK-niveau (Handels Product Kenmerken uit de G-standaard) of het om een nieuw middel en dus een nieuwe MBH gaat.
  • Geneesmiddelen. Het kan gaan om:
  1. Magistralen. Deze bestaan veelal uit meerdere stoffen die niet onder eenzelfde PRK vallen. Die stoffen worden afzonderlijk als ingrediënten opgenomen in de MA. Elke afzonderlijke magistraal of aanpassing* daarop valt onder een nieuwe MBH.
  2. Eigen artikelen zonder PRK. Dit zijn artikelen die in het interne informatiesysteem mogelijk onder een 90 miljoen nummer worden opgeslagen, bijvoorbeeld halve tabletten of veel gebruikte magistralen. Elk afzonderlijk artikel of aanpassing* daarop valt onder een nieuwe MBH.
  3. Middelen die in vrije tekst zijn voorgeschreven en waarvan dus geen product- of ingrediëntcode uit de G-Standaard beschikbaar is. Elke aanpassing* van het product valt onder een nieuwe MBH.
  4. Infusen. Voor de Kickstart is een voorlopige werkwijze uitgewerkt, zie de pagina Werkwijze infusen.

* Met ‘aanpassing’ wordt in principe bedoeld: Aanpassingen die bij middelen mét PRK tot een andere PRK zouden leiden en daarmee onder een nieuwe MBH vallen, leiden bij deze middelen ook tot aanpassing van de MBH. Deze regel is met name bedoeld om consistent te zijn. Waar dit tot implementatieproblemen leidt moet in overleg tussen gebruikers en leveranciers naar een werkbare oplossing gezocht worden.
Ook bij deze producten gelden de regels alleen bij vastleggen van een MA, niet bij TA en MVE. Indien en voor zover de verstrekker mag afwijken van de in de MA beschreven medicatie, leidt dit niet tot een nieuwe MBH.

Voorbeelden

  • Diazepam 5 mg 4x daags 1 tablet wordt gewijzigd naar diazepam 5 mg 3x daags 1 tablet. De PRK blijft gelijk, beide MA’s vallen daarom onder dezelfde MBH.
  • Paroxetine tablet 10 mg 1x daags 1 tablet wordt gewijzigd naar paroxetine tablet 20 mg 1x daags 1 tablet. De bijbehorende MA’s gaan over verschillende geneesmiddelen op PRK-niveau en vallen dus onder verschillende MBH’s.
  • Bij een behandeling met prednison is uit voorzorg een maagbeschermer afgesproken. Deze worden weliswaar parallel aan elkaar voorgeschreven maar het zijn verschillende geneesmiddelen. Ze vallen dus niet onder dezelfde MBH en kunnen apart van elkaar gewijzigd en gestopt worden.
  • Het wisselen van bètablokker naar een ACE-remmer betekent een wijziging van PRK. De bijbehorende MA's vallen onder verschillende MBH's.

2.4.2.1 Parallelle medicamenteuze behandelingen voor dezelfde medicatie

Hierboven is beschreven dat bij het vastleggen van een nieuwe bouwsteen gecontroleerd moet worden of er al een MBH voor deze medicatie bestaat. Er kunnen echter toch situaties voorkomen dat er parallelle MBH’s bestaan voor dezelfde medicatie. Voorbeelden zijn:

  • Patiënt heeft geen toestemming gegeven voor het beschikbaar stellen van diens medicatiegegevens.
  • Bij migratie en in de hybride situatie kunnen bouwstenen voor dezelfde behandeling in verschillende informatiesystemen zijn vastgelegd onder verschillende MBH’s.

Samenvoegen van bij elkaar horende bouwstenen die onder verschillende MBH’s zijn vastgelegd is beschreven in de Implementatiehandleiding migratie en hybride V2.0.

2.4.3 Stoppen en wijzigen van medicatie binnen een medicamenteuze behandeling

Een eenmaal ingevulde en uitgewisselde bouwsteen verandert niet. Als aanpassingen nodig zijn worden deze als volgt gemaakt:
Stoppen

  • Het stoppen van een afspraak (MA, TA) gebeurt door binnen dezelfde MBH een stop-bouwsteen vast te leggen. Dit is een nieuwe MA of TA met stoptype ‘stopgezet’.
  • Het stoppen van een afspraak (MA, TA) met startDatumTijd in de toekomst, met als doel dat de medicatie helemaal niet gebruikt gaat worden, heet annuleren. Dit gebeurt door binnen dezelfde MBH een annuleer-bouwsteen vast te leggen. Dit is een nieuwe MA of TA met stoptype 'geannuleerd'. Hiermee wordt duidelijk dat de medicatie nooit gestart is, terwijl dit bij stoppen wel het geval is.
  • Definitief stoppen van een WDS moet door een stop-MA gebeuren.

Wijzigen

  • Het wijzigen van een afspraak (MA, TA, WDS) gebeurt door binnen dezelfde MBH:
  1. de bestaande afspraak te stoppen met een stop-bouwsteen met stoptype ‘stopgezet’ én
  2. een nieuwe afspraak met de gewijzigde informatie vast te leggen.

Het data-element stoptype wordt uitsluitend in stop-bouwstenen ingevuld, dus alleen bij stoppen (inclusief annuleren) of wijzigen.
Deze werkwijze met stop-bouwstenen geldt alleen voor de afspraakbouwstenen MA, TA en WDS. Bij de overige bouwstenen is dit niet aan de orde. MGB kent weliswaar ook een stoptype, maar dat heeft daarin een andere functie. Hiermee wordt de periode aangegeven waarin de patiënt de medicatie niet gebruikt heeft, zie paragraaf 5.5.2.
In hoofdstuk 5 wordt per deelproces het vastleggen van (stop-)bouwstenen verder uitgewerkt.

2.4.3.1 Gewone en 'technische' stop-bouwstenen

Bij het definitief stoppen van een bouwsteen zal de zorgverlener dit actief doen door de benodigde gegevens in de stop-bouwsteen in te vullen.
Behalve gewone stop-bouwstenen bestaan er ook ‘technische’ stop-bouwstenen. Deze zijn van toepassing als medicatie wordt gewijzigd. Naast het vastleggen van een nieuwe bouwsteen met de gewijzigde informatie moet ook de oorspronkelijke bouwsteen worden gestopt. De zorgverlener hoeft in dit geval niet zelf een stop-bouwsteen vast te leggen, het systeem maakt onderliggend de stop-bouwsteen aan.
Dergelijke stop-bouwstenen bij wijzigingen worden in dit FO technische stops genoemd, bijvoorbeeld 'technische stop-MA'.

2.4.4 Effectieve periode

In paragraaf 2.4.3 is beschreven dat een eenmaal vastgelegde instantiatie van een bouwsteen niet verandert. De periode waarin een bouwsteen als actueel wordt gezien kan wel veranderen. Voorbeelden:

  • Een patiënt krijgt een bepaald middel voor 5 dagen voorgeschreven. Als de patiënt het geneesmiddel pas na 3 dagen ophaalt, liggen de startDatumTijd en eindDatumTijd van de TA 3 dagen later dan in de MA. Na 4 dagen is de oorspronkelijke Gebruiksperiode van de MA voorbij, maar is die MA op die datum wel nog van toepassing, dus moet als actueel gezien worden. De effectieve periode van de MA is in dit voorbeeld gelijk aan de periode van de TA.
  • Er is een MA met startDatumTijd = dag 1. Op grond van een laboratoriumuitslag besluit de apotheker dat de gift moet worden uitgesteld tot dag 4. De effectieve startDatumTijd van de MA is dan dag 4. Het is van belang dat duidelijk is dat het middel niet voor dag 4 mag worden gegeven.

De effectieve periode van een bouwsteen is de periode waarin een MA en/of TA (uiteindelijk) van toepassing is. Dit is ook op bouwstenen in het verleden toepasbaar, om het verloop van de behandeling in te kunnen zien.
Onder andere voor medicatiebewaking of voor een overzicht van medicatie kan het nodig zijn om de effectieve periode van een bouwsteen te weten. Deze periode is geen onderdeel van de dataset, omdat het een afgeleid gegeven is. Het is afhankelijk van aanpassingen als stoppen of wijzigen van de medicatie, en van de concrete invulling van een MA door een TA.
In paragraaf 4.3 worden de regels beschreven voor het bepalen van de effectieve periode.

2.4.5 Huidige, actuele en toekomstige bouwstenen binnen een medicamenteuze behandeling

Binnen een MBH kunnen meerdere bouwstenen bestaan, waaronder stop-bouwstenen. Op elk moment moet bepaald kunnen worden welke van die bouwstenen actueel zijn.
Om dit toe te lichten volgen hier enkele definities:

  • Huidige bouwstenen: Bouwstenen waarbij het heden tussen de effectieve startDatumTijd en de effectieve eindDatumTijd ligt.
  • Toekomstige bouwstenen: Bouwstenen waarvan de effectieve startDatumTijd in de toekomst ligt.
  • Actuele bouwstenen: Bouwstenen waarvan de effectieve eindDatumTijd in de toekomst ligt. Zowel de huidige als de toekomstige bouwstenen vallen onder de actuele bouwstenen.

NB: Een MBH blijft altijd bestaan, ook als deze geen actuele bouwstenen meer bevat.

Figuur 2.3 geeft deze begrippen grafisch weer.

Huidige actuele en toekomstige bouwstenen

Figuur 2.3 Actuele (huidige en toekomstige) en niet-actuele bouwstenen binnen een MBH

Overige begrippen:

  • Bouwstenen met een effectieve eindDatumTijd in het verleden vormen de geschiedenis van een behandeling. Deze bouwstenen zijn niet-actueel.
  • Bouwstenen waarvan de effectieve eindDatumTijd maximaal 2 maanden geleden is vallen onder de categorie recent gestopt.

2.4.6 Regels voor parallelle bouwstenen in een medicamenteuze behandeling

Binnen een medicamenteuze behandeling kunnen meerdere bouwstenen van hetzelfde type gelijktijdig actueel zijn, bijvoorbeeld een huidige en een toekomstige MA. In principe zijn er echter binnen één MBH geen parallelle bouwstenen toegestaan. Parallelle bouwstenen zijn bouwstenen die:

  • van hetzelfde type zijn én
  • beide geldig zijn én
  • een (deels) overlappende Gebruiksperiode hebben.

‘Geldig’ is een term die geïntroduceerd is om de consolidatieregels uit te kunnen leggen. Het wil zeggen dat een bouwsteen de afspraken bevat waar de zorgverlener naar mag handelen. Als bijvoorbeeld een afspraakbouwsteen is opgevolgd door een stop-bouwsteen is de oorspronkelijke afspraakbouwsteen niet meer geldig. Meer uitleg hierover is te vinden in hoofdstuk 4.
In enkele gevallen zijn parallelle bouwstenen binnen een MBH wel toegestaan. Dit is in onderstaande regels per type bouwsteen uitgewerkt.

  • Parallelle MA’s zijn niet toegestaan binnen dezelfde MBH. Ook complexe op- en afbouwschema’s moeten in 1 MA vastgelegd worden.
  • Parallelle WDS’en zijn niet toegestaan binnen dezelfde MBH.
  • Parallelle TA’s zijn wel toegestaan binnen dezelfde MBH. Dit kan noodzakelijk zijn om de medicatieafspraak volledig uit te voeren.
  • Parallelle MGB’s zijn toegestaan binnen dezelfde MBH, maar alleen bij parallelle TA’s. Dit maakt correcte medicatieverificatie mogelijk, zodat bijvoorbeeld het medicatiegebruik behorend bij de ene TA als ‘conform afspraak’ kan worden beoordeeld, terwijl het medicatiegebruik behorend bij een andere TA in dezelfde MBH als afwijkend wordt geregistreerd. In alle andere gevallen zijn parallelle MGB’s niet toegestaan.

2.5 Samenhang medicamenteuze behandeling en medicatiebouwstenen

Binnen één MBH kunnen verschillende bouwstenen bestaan. Hieronder wordt de samenhang tussen de bouwstenen binnen één MBH uitgelegd, met hun onderlinge getalsmatige verhoudingen, dus hoe vaak binnen één MBH een bouwsteen ten opzichte van een andere bouwsteen kan voorkomen. Het gaat hierbij om instantiaties van de bouwstenen.

2.5.1 Samenhang MBH en bouwstenen

Voor de verhoudingen tussen een MBH en de bouwstenen geldt het volgende (uitgaande van de MBH):

Medicamenteuze behandeling → andere bouwstenen
Een MBH heeft in principe minimaal één MA. Er zijn uitzonderingen mogelijk; enkele voorbeelden zijn:
• Er is zelfzorgmedicatie vastgelegd met bouwsteen MGB.
• Er is in een acute situatie direct medicatie toegediend en een MTD vastgelegd.
• Er is afgesproken dat de verstrekker bij een NSAID of prednison altijd maagbescherming mag verstrekken.
In dergelijke gevallen is er sprake van een MBH zonder MA.
Er kunnen 0 tot meer MA’s actueel zijn binnen een MBH, 0 of 1 huidige en 0 of meer toekomstige. Er is echter op enig moment altijd maximaal één huidige MA. Ook complexe op-/afbouwschema’s kunnen in één MA opgenomen worden voorzover het over dezelfde PRK gaat.
Een MBH kan 0 of meer van de bouwstenen VV, WDS, TA, MVE, MGB en MTD hebben. In een MBH zit altijd minimaal 1 bouwsteen.

2.5.2 Samenhang bouwstenen onderling

Hieronder volgt uitleg over de getalsverhoudingen tussen de bouwstenen onderling, beginnend met de MA. Per bouwsteen wordt aangegeven hoeveel instantiaties van een andere bouwsteen erbij kunnen voorkomen. Waar nodig zijn uitspraken voorzien van voorbeelden.
Als het woord 'verwijzen' wordt gebruikt gaat het om een Relatie-veld zoals deze in de dataset in ART-DECOR voorkomt. Als zo’n relatie niet bestaat, maar er wel een uitspraak gedaan wordt over de onderlinge getalsverhoudingen is dit gemarkeerd met een asterisk (*).

Medicatieafspraak → andere bouwstenen
Een MA kan opgevolgd worden door een nieuwe MA. Voorbeelden:
• Wijzigen bestaande medicatie.
• Stoppen bestaande medicatie.
De nieuwe MA en eventuele stop-MA verwijzen dan naar de oorspronkelijke MA.
Bij een MA kunnen 0, 1 of meer WDS'en horen.
Bij een MA kunnen 0, 1 of meer VV’s horen. Voorbeelden:
Nul • De patiënt heeft nog voldoende voorraad.
• Het betreft zelfzorgmedicatie.
Eén Voorschrijven van een antibioticakuur.
Meer Doorlopende medicatie.
Bij een MA kunnen 0, 1 of meer TA’s horen. Voorbeelden:
Nul • Een nieuwe MA waarbij geen medicatie verstrekt hoeft te worden omdat de patiënt nog voldoende voorraad heeft van een vorige behandeling.
• Het betreft een MA voor medicatie waar geen wettig recept voor nodig is en die door de patiënt zelf wordt gehaald bij een drogist.
Eén De meest gangbare situatie, waarbij een TA volgt na een MA.
Meer De verstrekker wisselt van handelsproduct of gaat de medicatie in GDS (Geneesmiddel Distributie Systeem) leveren.
Een MA kan verwijzen naar een eerder vastgelegde TA. Voorbeeld:
• Er is een TA aangemaakt voor de terhandstelling van zelfzorgmedicatie. De voorschrijver besluit hier beleid van te maken en maakt een MA aan in de MBH van de TA.
Een MA kan verwijzen naar een eerder vastgelegde MGB. Voorbeeld:
• De patiënt heeft een MGB aangemaakt voor zelfzorgmedicatie. De voorschrijver besluit hier beleid van te maken en maakt een MA aan in dezelfde MBH als de MGB.
Wisselend doseerschema → andere bouwstenen
Een WDS verwijst naar een MA.
Een WDS kan naar een eerder WDS verwijzen. Voorbeeld:
• Wijziging van het wisselend doseerschema.
Verstrekkingsverzoek → andere bouwstenen
Een VV verwijst naar 1 of meer MA’s. Voorbeeld:
• Bij een tussentijdse doseringsverhoging kan een VV vastgelegd worden die enerzijds de voorraad voor de bestaande MA aanvult en anderzijds dient om de voorraad voor de toekomstige MA te starten.

Uitzondering:
In de transacties Beschikbaar stellen medicatiegegevens en Sturen medicatiegegevens kan het voorkomen dat een VV zonder verwijzing naar een MA bestaat. Dit kan alleen in geval van migratie van een systeem, en soms in de hybride situatie.

Bij een VV kunnen 0, 1 of meer MVE’s horen. Voorbeelden:
• Nul : De patiënt haalt de medicatie niet af.
• Eén: Het betreft een kuur met antibiotica.
• Meer: GDS met VV voor 3 maanden waarbij wekelijks wordt verstrekt.
Toedieningsafspraak → andere bouwstenen
Een TA kan opgevolgd worden door een nieuwe TA. Voorbeelden:
• Wijziging van de bestaande MA.
• Verstrekking middel met andere PRK of HPK vanwege preferentiebeleid of voorraadtekort.
• Wijziging in toedientijden of distributievorm.
Er kunnen meerdere (eventueel parallelle) TA’s verwijzen naar dezelfde MA. Voorbeelden:
• Verstrekking geneesmiddel in de vorm van twee of meer middelen met verschillende sterkte die samen de gewenste sterkte opleveren (parallelle TA’s).
• Verstrekking geneesmiddel met andere PRK of HPK, bijvoorbeeld vanwege preferentiebeleid of voorraadtekort (seriële TA’s).
• Verstrekking geneesmiddel in GDS én in los doosje als 'zo nodig' medicatie. Het betreft verschillende distributievormen dus hiervoor zijn 2 TA’s nodig (parallelle TA’s).
Een TA kan bestaan zonder verwijzing naar een MA. Voorbeeld:
• De verstrekker stelt zelfzorgmedicatie ter hand en maakt een TA aan in een nieuwe MBH.
(*) Bij een TA kunnen 0, 1 of meer MVE’s horen. Voorbeelden:
• Nul : De patiënt heeft voldoende voorraad.
• Eén: Het betreft een kuur met antibiotica.
• Meer: Elke 2 weken een herhalende verstrekking.
Medicatieverstrekking → andere bouwstenen
Een MVE is in de ambulante situatie gebaseerd op een VV: een medicatieverstrekking mag alleen plaatsvinden als daarvoor een geldig VV bestaat. In dat geval verwijst de MVE naar dat VV. Uitzonderingen:
• Zelfzorgmedicatie verkregen bij de verstrekker.
• MVE op basis van een papieren recept. Papieren recepten zijn in principe niet meer toegestaan maar er zijn uitzonderingsgevallen mogelijk, zie praktijkvoorbeeld Papieren recept.
(*) Een MVE is gebaseerd op een MA: een medicatieverstrekking mag alleen plaatsvinden als er een geldige en actuele MA bij bestaat. Uitzondering:
• Zelfzorgmedicatie verkregen bij de verstrekker. De verstrekker kan hierbij ook een TA aanmaken, maar dat hoeft niet.
(*) Een MVE is gebaseerd op een TA: een medicatieverstrekking mag alleen plaatsvinden als er een geldige en actuele TA bij bestaat. Uitzondering:
• Zelfzorgmedicatie verkregen bij de verstrekker. De verstrekker kan hierbij ook een TA aanmaken, maar dat hoeft niet.
(*) Een MVE kan bij meerdere TA’s horen. Voorbeeld:
• Er is een nieuwe TA aangemaakt waar geen MVE voor nodig was, omdat de patiënt voldoende voorraad had. De eerdere MVE hoort dan bij zowel de oude als de nieuwe TA.  
Medicatiegebruik → andere bouwstenen
Een MGB kan naar 0 of 1 MA verwijzen. Voorbeelden:
• Nul : Een patiënt legt zelfzorgmedicatie vast met MGB.
• Eén: Een patiënt legt diens gebruik van een geneesmiddel over de afgelopen weken vast met MGB, met verwijzing naar de betreffende MA.
Meerdere MGB’s kunnen verwijzen naar dezelfde MA. Voorbeeld:
• Een patiënt houdt regelmatig zijn medicatiegebruik bij door het vastleggen van MGB’s bij dezelfde MA.
Een MGB kan naar 0 of 1 TA verwijzen. Voorbeeld:
• Nul: Een patiënt legt door de apotheek verstrekte zelfzorgmedicatie vast met MGB.
Meerdere MGB’s kunnen verwijzen naar dezelfde TA. Voorbeeld:
• Een patiënt houdt regelmatig zijn medicatiegebruik bij door het vastleggen van MGB’s bij dezelfde TA.
Een MGB kan maar naar één andere bouwsteen, MA óf TA, verwijzen. Als naar beide verwezen wordt en er zou een verschil zijn tussen TA en MA, dan is niet af te leiden wat “conform afspraak” inhoudt.
Medicatietoediening → andere bouwstenen
Een MTD verwijst naar 0 of 1 MA en/of TA en/of WDS, afhankelijk van de situatie. Voorbeelden:
• In ad-hocsituaties waarin meteen medicatie moet worden toegediend heeft de MTD geen verwijzing.
• In ambulante situaties zal doorgaans naar een TA worden verwezen, in klinische situaties eerder naar een MA.
• De MTD kan naar zowel de MA als TA verwijzen, als die beide bestaan. De MA waarnaar de MTD verwijst moet dezelfde zijn als die waar de TA naar verwijst.
• Als er sprake is van een WDS, dan zal de MTD naar zowel WDS als MA verwijzen. De MA waarnaar de MTD verwijst moet dezelfde zijn als die waar het WDS naar verwijst.

De voorstelgegevens bevatten voorstellen waarvan nog niet zeker is of deze leiden tot nieuwe MA’s of VV’s. Voorstelgegevens leiden wel altijd tot antwoorden met daarin het besluit op die voorstellen.
De onderlinge getalsverhoudingen bij deze voorstelgegevens zijn als volgt:

  • Een VMA kan leiden tot 0 (als het voorstel niet geaccordeerd wordt), 1 of meer MA’s.
  • Een VMA leidt tot 1 AVMA (onafhankelijk van het besluit op het VMA).
  • Een VVV kan leiden tot 0 (als het voorstel niet geaccordeerd wordt), 1 of meer VV’s.
  • Een VVV leidt tot 1 AVVV (onafhankelijk van het besluit op het VVV) .

2.5.3 Samenhang MBH en bouwstenen grafisch weergegeven

De uitspraken in paragraaf 2.5.1 en 2.5.2 resulteren in de volgende figuren:

Samenhang MBH en bouwstenen

Figuur 2.4 Samenhang MBH en bouwstenen

Deze figuur laat zien hoeveel instantiaties van therapeutische en logistieke bouwstenen er binnen één MBH kunnen voorkomen. Een patiënt kan 0 of meer medicamenteuze behandelingen hebben.

Samenhang bouwstenen binnen een MBH

Figuur 2.5 Samenhang bouwstenen binnen een MBH

Deze figuur toont de onderlinge getalsverhoudingen tussen instantiaties van de bouwstenen binnen één MBH. De pijlen geven aan dat een bouwsteen naar een andere bouwsteen kan verwijzen. In geval van dubbelzijdige pijlen kunnen beide bouwstenen naar elkaar verwijzen.

De volgende notatie wordt gebruikt:
0..1 0 of 1 keer
0..* 0, 1 of meer keren
1..* minimaal 1 keer
1..1 precies 1 keer

De getallen die bij een bouwsteen vermeld staan laten zien hoe vaak deze bouwsteen kan voorkomen binnen één MBH (figuur 2.4), of bij één instantiatie van de bouwsteen aan de andere kant, binnen dezelfde MBH (figuur 2.5).
Voorbeeld:

Uitleg kardinaliteiten in schema samenhang

Figuur 2.6 Uitleg notatie getallen in afbeeldingen over samenhang MBH en bouwstenen

  • Bij 1 instantiatie van bouwsteen X kan 0 of 1 instantiatie van bouwsteen Y horen.
  • Bij 1 instantiatie van bouwsteen Y kunnen 0, 1 of meerdere instantiaties van bouwsteen X horen.

NB: De kardinaliteiten binnen transacties worden in ART-DECORbeschreven (zie ook hoofdstuk 3).

2.6 Sturen en/of beschikbaar stellen

Er zijn twee werkwijzen voor het uitwisselen van medicatiebouwstenen in de zorgketen: raadplegen/beschikbaar stellen (Pull) en sturen/ontvangen (Push).
Beschikbaar stellen wil zeggen dat gegevens in het eigen informatiesysteem beschikbaar gemaakt worden voor raadplegen door andere betrokkenen in de keten.
Daarnaast is ook sturen een mogelijkheid, het gericht sturen van gegevens naar andere betrokkenen die deze gegevens dan automatisch ontvangen.
Gegevens worden verstuurd naar zorgaanbieders, niet naar specifieke zorgverleners. Als in het FO gesproken wordt over versturen naar "de verstrekker/huisarts/longarts etc." dan gaat het over de betreffende zorgaanbieders, niet die individuele zorgverlener.
Niet alle gegevens worden altijd of aan iedereen beschikbaar gesteld:

  • Voorstelgegevens worden alleen verstuurd, door degene die het voorstel doet naar de ontvanger van het voorstel, de voorschrijver.
  • Verstrekkingsverzoeken worden alleen beschikbaar gesteld voor raadpleging door de patiënt.
  • Een informatiesysteem stelt alleen bouwstenen beschikbaar waar de betreffende zorgverlener zelf de auteur van is. Eventueel aanwezige kopieën afkomstig uit een andere bron worden niet beschikbaar gesteld.
  • De bouwstenen Lengte en Gewicht kunnen met het medicatievoorschrift verstuurd worden. Ook LaboratoriumUitslag kan meegestuurd worden. Raadplegen/beschikbaar stellen van deze bouwstenen is niet in scope van MP9.

In hoofdstuk 5 wordt per deelproces uitgewerkt wanneer er sprake is van alleen beschikbaar stellen dan wel van sturen en/of beschikbaar stellen. Dit wordt ook in tabellen in het Verzamelbestand per deelproces samengevat.

3 Informatieoverdracht

Dit hoofdstuk moet nog geautoriseerd worden. Onderstaande versie komt overeen met 20251216 Hoofdstuk 3 Informatieoverdracht v091 concept.docx

Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de informatiesystemen, systeemrollen, transacties en de daarbij betrokken bouwstenen in MP9. Het beschrijft kort hoe deze begrippen zich tot elkaar verhouden en hoe deze gebruikt worden in de beschrijving van deze informatiestandaard.

3.1 Overzicht begrippen

Vastgelegde medicatiegegevens worden in de vorm van instantiaties van medicatiebouwstenen uitgewisseld. Dit gebeurt via transacties tussen de informatiesystemen van zorgverleners. Transacties worden gegroepeerd in transactiegroepen die zelf weer deel uitmaken van scenario’s. Deze zijn te vinden in het tabblad Scenario’s in ART-DECOR.
Daarin staat ook een overzicht van de transacties per systeemrol (actor: systeem). Een systeemrol is een functie die het systeem vervult in de uitwisseling van gegevens. Elk informatiesysteem in MP9 moet bepaalde systeemrollen kunnen vervullen om de bijbehorende transactie uit te kunnen voeren.
In het tabblad Dataset in ART-DECOR is de generieke dataset te vinden met alle voor MP9 relevante gegevenstypen. Een transactiedataset is een subset van deze generieke dataset. Het bevat de bouwstenen en data-elementen die in de betreffende transactie uitgewisseld kunnen of moeten worden. De kardinaliteit en conformiteit van de data-elementen worden per transactie gespecificeerd. Zie voor uitleg hierover de Handleiding Kardinaliteiten en conformance.
Een usecase beschrijft een praktijksituatie in de zorg waarvoor de informatie-uitwisseling wordt gespecificeerd aan de hand van:

  • Actoren:
    Personen en informatiesystemen die bij de usecase betrokken zijn. Het gaat daarbij om de rollen die deze actoren vervullen:
    bedrijfsrollen: voorschrijver, verstrekker, toediener, patiënt
    systeemrollen: sturend, ontvangend, raadplegend en beschikbaarstellend systeem
  • Transacties:
    Welke informatie wordt uitgewisseld, wanneer, tussen welke systemen en systeemrollen, en welke bedrijfsrollen zijn erbij betrokken.

In het rapport Informatiestandaarden; basis voor gegevensuitwisseling in de zorg staat nadere uitleg en achtergrondinformatie over deze begrippen en hun onderlinge relatie.

3.2 Informatiesystemen, systeemrollen en transacties

Deze paragraaf beschrijft de informatiesystemen, systeemrollen, transacties en daarbij betrokken bouwstenen binnen MP9.

3.2.1 Typen informatiesystemen

Binnen MP9 worden verschillende typen informatiesystemen onderscheiden op basis van hun functionele rol:

  • EVS elektronisch voorschrijfsysteem
  • AIS apotheekinformatiesysteem
  • PGO persoonlijke gezondheidsomgeving
  • eTDR elektronisch toedienregistratiesysteem
  • TrIS trombose informatiesysteem

XIS is de generieke term om een informatiesysteem mee aan te duiden.

3.2.2 Systeemrollen en bijbehorende transacties en bouwstenen

Een systeemrol is een functie die het systeem vervult in de uitwisseling van gegevens. Het gaat om de volgende algemene functies:

  • Sturend systeem stuurt gegevens naar een Ontvangend systeem
  • Ontvangend systeem ontvangt gegevens van een Sturend systeem
  • Raadplegend systeem vraagt gegevens op bij een Beschikbaarstellend systeem
  • Beschikbaarstellend systeem stuurt de gevraagde gegevens naar een Raadplegend systeem

Een informatiesysteem kan een of meer van deze systeemrollen vervullen.

In de tabel hieronder staat een overzicht van de systeemrollen binnen MP9 met hun afkorting, de bijbehorende transactie en de bouwstenen die daarbij betrokken kunnen zijn. In ART-DECOR is voor elke transactie te vinden hoe de betrokken bouwstenen daarin worden ingevuld.

Systeemrol Afkorting Transactie Mogelijk betrokken bouwstenen
Scenario Medicatievoorschrift
VoorschriftSturend MP-VOS Sturen medicatievoorschrift MA met of zonder VV; eventueel Lengte, Gewicht
Eventueel meesturen van de nierfunctiewaarde met het voorschrift verloopt via de transactie Lab2Zorg. Zie Leeswijzer meesturen nierfunctiewaarde met voorschrift.
VoorschriftOntvangend MP-VOO Ontvangstbevestiging medicatievoorschrift
Scenario Afhandelen medicatievoorschrift
VoorschriftAfhandelingSturend MP-VAS Sturen afhandeling medicatievoorschrift TA met of zonder MVE
VoorschriftAfhandelingOntvangend MP-VAO Ontvangstbevestiging afhandeling medicatievoorschrift
Scenario Medicatiegegevens
MedicatieGegevensSturend MP-MGS Sturen medicatiegegevens Eén of meer:
MA, VV, TA, MVE, MTD, MGB, WDS
MedicatieGegevensOntvangend MP-MGO Ontvangstbevestiging medicatiegegevens
MedicatieGegevensBeschikbaarstellend MP-MGB Beschikbaar stellen medicatiegegevens
MedicatieGegevensRaadplegend MP-MGR Raadplegen medicatiegegevens
Scenario Voorstelgegevens
VoorstelMedicatieafspraakSturend MP-VMS Sturen voorstel medicatieafspraak VMA met of zonder Lengte, Gewicht
VoorstelMedicatieafspraakOntvangend MP-VMO Ontvangstbevestiging voorstel medicatieafspraak
AntwoordVoorstelMedicatieafspraakSturend MP-AVMS Sturen antwoord voorstel medicatieafspraak AVMA
AntwoordVoorstelMedicatieafspraakOntvangend MP-AVMO Ontvangstbevestiging antwoord voorstel medicatieafspraak
VoorstelVerstrekkingsverzoekSturend MP-VVS Sturen voorstel verstrekkingsverzoek VVV
VoorstelVerstrekkingsverzoekOntvangend MP-VVO Ontvangstbevestiging voorstel verstrekkingsverzoek
AntwoordVoorstelVerstrekkingsverzoekSturend MP-AVVS Sturen antwoord voorstel verstrekkingsverzoek AVVV
AntwoordVoorstelVerstrekkingsverzoekOntvangend MP-AVVO Ontvangstbevestiging antwoord voorstel verstrekkingsverzoek

Bepaalde systeemrollen zijn elkaars logische tegenhangers en komen dus altijd samen in een systeem voor. Bijvoorbeeld het sturen van een voorschrift en het ontvangen van de afhandeling van het voorschrift. Het gaat om de volgende Sturen/Ontvangen-paren:

  • MP-VOS en MP-VAO
  • MP-VOO en MP-VAS
  • MP-VMS en MP-AVMO
  • MP-VMO en MP-AVMS
  • MP-VVS en MP-AVVO
  • MP-VVO en MP-AVVS

3.2.3 Informatiesystemen en systeemrollen

Een informatiesysteem kan verschillende systeemrollen vervullen. Onderstaande tabel laat voor elk informatiesysteem zien welke dit zijn.

systeemrol EVS AIS PGO eTDR TrIS
MP-VOS - - -
MP-VOO - - - -
MP-VAS - - - -
MP-VAO - - -
MP-MGS
MP-MGO
MP-MGB
MP-MGR
MP-VMS
MP-VMO - - - -
MP-AVMS - - - -
MP-AVMO
MP-VVS
MP-VVO - - - -
MP-AVVS - - - -
MP-AVVO

Figuur 3.1 is een grafische weergave hiervan:

Figuur 3.1 Informatiesystemen en systeemrollen

Figuur 3.1 Informatiesystemen en systeemrollen

3.3 Scenario's

Deze paragraaf geeft een beschrijving van de volgende scenario's:

  • Medicatievoorschrift
  • Afhandelen Medicatievoorschrift
  • Medicatiegegevens
  • Voorstelgegevens

Bij elk scenario wordt aangegeven in welke deelprocessen dit voor kan komen. De bijbehorende procesbeschrijvingen staan in Hoofdstuk 5 Medicatieproces.
Er is gekozen voor een onderverdeling per scenario en niet per usecase. Dit is gedaan omdat binnen het medicatieproces geen 1-op-1 relatie tussen usecase en scenario bestaat. Het deelproces Voorschrijven kent bijvoorbeeld de usecase versturen medicatievoorschrift, maar ook de usecases ontvangen afhandeling voorschrift, het ontvangen en beantwoorden van een voorstel van een verstrekker of het opstellen van een overzicht van medicatiegegevens. Alle scenario’s komen hierbij aan de orde. Omgekeerd kan het scenario Medicatiegegevens voor allerlei verschillende usecases gebruikt worden. Een beschrijving per scenario is daarom het meest efficiënt.

3.3.1 Scenario Medicatievoorschrift

3.3.1.1 Doel en relevantie

Doel is het versturen van een medicatievoorschrift door de voorschrijver naar de verstrekker.

3.3.1.2 Proces

Dit scenario is van toepassing in de usecase voorschrijven van medicatie tijdens het deelproces Voorschrijven.

3.3.1.3 Bedrijfsrollen en activiteitendiagram

Bedrijfsrol (actor) Beschrijving bedrijfsrol
Voorschrijver Sturen medicatievoorschrift naar verstrekker
Verstrekker Ontvangen medicatievoorschrift van voorschrijver

Activiteitendiagram scenario Medicatievoorschrift

3.3.1.4 Systemen en systeemrollen

De voorschrijver maakt gebruik van een EVS.
De verstrekker maakt gebruik van een AIS.

Systeem Naam systeemrol Systeemrolcode Beschrijving systeemrol
EVS VoorschriftSturend MP-VOS Sturen medicatievoorschrift naar verstrekker
AIS VoorschriftOntvangend MP-VOO Ontvangen medicatievoorschrift van voorschrijver

3.3.1.5 Samenhang bedrijfsrollen, systeemrollen en transacties

Scenario Bedrijfsrol Systeem Systeemrolcode Transactiegroep Transactie
Medicatievoorschrift Voorschrijver EVS MP-VOS MedicatieVoorschrift (Sturen/Ontvangen) Sturen medicatievoorschrift
Verstrekker AIS MP-VOO Ontvangstbevestiging medicatievoorschrift

3.3.2 Scenario Afhandelen medicatievoorschrift

3.3.2.1 Doel en relevantie

Doel is het informeren van de voorschrijver door de verstrekker over het afhandelen van een medicatievoorschrift.

3.3.2.2 Proces

Dit scenario is van toepassing in de usecase afhandelen medicatievoorschrift tijdens het deelproces Ter hand stellen.

3.3.2.3 Bedrijfsrollen en activiteitendiagram

Bedrijfsrol (actor) Beschrijving bedrijfsrol
Verstrekker Sturen afhandeling medicatievoorschrift naar voorschrijver
Voorschrijver Ontvangen afhandeling medicatievoorschrift van verstrekker

Activiteitendiagram scenario Afhandelen medicatievoorschrift

3.3.2.4 Systemen en systeemrollen

De verstrekker maakt gebruik van een AIS.
De voorschrijver maakt gebruik van een EVS.

Systeem Naam systeemrol Systeemrolcode Beschrijving systeemrol
AIS VoorschriftAfhandelingSturend MP-VAS Sturen afhandeling medicatievoorschrift naar voorschrijver
EVS VoorschriftAfhandelingOntvangend MP-VAO Ontvangen afhandeling medicatievoorschrift van verstrekker

3.3.2.5 Samenhang bedrijfsrollen, systeemrollen en transacties

Scenario Bedrijfsrol Systeem Systeemrolcode Transactiegroep Transactie
Afhandelen medicatievoorschrift Verstrekker AIS MP-VAS Medicatievoorschrift afhandeling (Sturen/Ontvangen) Sturen afhandeling medicatievoorschrift
Voorschrijver EVS MP-VAO Ontvangstbevestiging afhandeling medicatievoorschrift

3.3.3 Scenario Medicatiegegevens

3.3.3.1 Doel en relevantie

Doel is het versturen, ontvangen, raadplegen en beschikbaar stellen van medicatiegegevens door zorgverleners en patiënt. Voorbeelden van usecases zijn:

  • Beschikbaar stellen van een MGB die tijdens het proces van medicatieverificatie is vastgelegd;
  • Raadplegen van medicatiegegevens ten behoeve van het opstellen van een toedienlijst;
  • Sturen van een stop-MA door een voorschrijver naar de voorschrijver van de oorspronkelijke MA;
  • Beschikbaar stellen van een TA en MVE door de verstrekker;
  • Raadplegen van medicatiegegevens door een patiënt.

3.3.3.2 Proces

Dit scenario komt in diverse usecases tijdens elk van de deelprocessen in hoofdstuk 5 aan de orde.

3.3.3.3 Bedrijfsrollen en activiteitendiagram

Het scenario Medicatiegegevens kan bij alle bedrijfsrollen (zorgverleners en patiënt) van toepassing zijn.

Bedrijfsrol (actor) Beschrijving bedrijfsrol
Alle actoren Sturen medicatiegegevens
Ontvangen medicatiegegevens
Beschikbaar stellen medicatiegegevens
Raadplegen medicatiegegevens

Activiteitendiagram scenario Medicatiegegevens

3.3.3.4 Systemen en systeemrollen

De generieke term XIS kan voor elk informatiesysteem staan, naast EVS en AIS bijvoorbeeld ook PGO, TrIS en eTDR.

Systeem Naam systeemrol Systeemrolcode Omschrijving
XIS MedicatieGegevensSturend MP-MGS Sturen medicatiegegevens aan medebehandelaar/patiënt
MedicatieGegevensOntvangend MP-MGO Ontvangen medicatiegegevens van medebehandelaar/patiënt
MedicatieGegevensBeschikbaarstellend MP-MGB Beschikbaar stellen medicatiegegevens aan medebehandelaars/patiënt
MedicatieGegevensRaadplegend MP-MGR Raadplegen medicatiegegevens bij medebehandelaars/patiënt

3.3.3.5 Samenhang bedrijfsrollen, systeemrollen en transacties

Scenario Bedrijfsrol Systeem Systeemrolcode Transactiegroep Transactie
Medicatiegegevens Alle actoren XIS MP-MGS Medicatiegegevens (Sturen/Ontvangen) Sturen medicatiegegevens
MP-MGO Ontvangstbevestiging medicatiegegevens
MP-MGB Medicatiegegevens (Beschikbaar stellen/raadplegen) Beschikbaar stellen medicatiegegevens
MP-MGR Raadplegen medicatiegegevens

3.3.4 Scenario Voorstelgegevens

3.3.4.1 Doel en relevantie

Doel is het doen van een voorstel met betrekking tot een MA of VV aan de voorschrijver. Alle actoren kunnen zo’n voorstel doen.

3.3.4.2 Proces

Dit scenario is van toepassing in usecases tijdens alle deelprocessen.

3.3.4.3 Bedrijfsrollen en activiteitendiagram

Het scenario Voorstelgegevens kan bij alle bedrijfsrollen (zorgverleners en patiënt) van toepassing zijn.

Bedrijfsrol (actor) Beschrijving bedrijfsrol
Alle actoren Sturen voorstel MA/VV naar voorschrijver
Ontvangen antwoord voorstel MA/VV van voorschrijver
Voorschrijver Ontvangen voorstel MA/VV van andere actor
Sturen antwoord voorstel MA/VV naar voorsteller

Activiteitendiagram scenario Voorstelgegevens

3.3.4.4 Systemen en systeemrollen

De voorschrijver maakt gebruik van een EVS.
Alle actoren maken gebruik van een XIS.

Systeem Naam systeemrol Systeemrolcode Omschrijving
XIS VoorstelMedicatieafspraakSturend MP-VMS Sturen voorstel medicatieafspraak
AntwoordVoorstelMedicatieafspraakOntvangend MP-AVMO Ontvangen antwoord voorstel medicatieafspraak
VoorstelVerstrekkingsverzoekSturend MP-VVS Sturen voorstel verstrekkingsverzoek
AntwoordVoorstelVerstrekkingsverzoekOntvangend MP-AVVO Ontvangen antwoord voorstel verstrekkingsverzoek
EVS VoorstelMedicatieafspraakOntvangend MP-VMO Ontvangen voorstel medicatieafspraak
AntwoordVoorstelMedicatieafspraakSturend MP-AVMS Sturen antwoord voorstel medicatieafspraak
VoorstelVerstrekkingsverzoekOntvangend MP-VVO Ontvangen voorstel verstrekkingsverzoek
AntwoordVoorstelVerstrekkingsverzoekSturend MP-AVVS Sturen antwoord voorstel verstrekkingsverzoek


3.3.4.5 Samenhang bedrijfsrollen, systeemrollen en transacties

Scenario Bedrijfsrol Systeem Systeemrolcode Transactiegroep Transactie
Voorstelgegevens Alle actoren XIS MP-VMS Voorstel medicatieafspraak (VMS/VMO) Sturen voorstel medicatieafspraak
Voorschrijver EVS MP-VMO Ontvangstbevestiging voorstel medicatieafspraak
Voorstelgegevens Alle actoren XIS MP-AVMO Antwoord voorstel medicatieafspraak (AVMS/AVMO) Ontvangstbevestiging antwoord voorstel medicatieafspraak
Voorschrijver EVS MP-AVMS Sturen antwoord voorstel medicatieafspraak
Voorstelgegevens Alle actoren XIS MP-VVS Voorstel verstrekkingsverzoek (VVS/VVO) Sturen voorstel verstrekkingsverzoek
Voorschrijver EVS MP-VVO Ontvangstbevestiging voorstel verstrekkingsverzoek
Voorstelgegevens Alle actoren XIS MP-AVVO Antwoord voorstel verstrekkingsverzoek (AVVS/AVVO) Ontvangstbevestiging antwoord voorstel medicatieafspraak
Voorschrijver EVS MP-AVVS Sturen antwoord voorstel verstrekkingsverzoek

4 Consolideren

Dit hoofdstuk moet nog geautoriseerd worden. Onderstaande versie komt overeen met 20251031 Hoofdstuk 4 Consolideren v09 concept.docx

In de voorgaande hoofdstukken zijn de medicatiebouwstenen beschreven en is toegelicht hoe deze worden vastgelegd en uitgewisseld. In dit hoofdstuk wordt het principe van consolideren uitgelegd. Dit is bijvoorbeeld van belang voor:

  • genereren van overzichten van de medicatiegegevens van een patiënt op enig moment
  • medicatiebewaking

Ook tijdens migratie en in de hybride situatie is consolideren van belang. Zie hiervoor de Implementatiehandleiding migratie en hybride V2.0. De regels en afspraken in de hybride situatie zijn complementair aan de consolidatieregels die in dit hoofdstuk beschreven worden.
In paragraaf 4.1 wordt het doel van consolideren toegelicht.
Paragraaf 4.2 geeft een overzicht van de stappen in het proces van consolideren.
Paragraaf 4.3 beschrijft de regels voor het bepalen van de geldigheid van een bouwsteen. Deze regels worden met voorbeelden uitgewerkt.
Paragraaf 4.4 beschrijft de regels voor het bepalen van de effectieve periode van een bouwsteen.
Paragraaf 4.5 geeft uitleg over de toepassing van de regels voor overzichten van medicatiegegevens.

4.1 Doel van consolideren

Bij raadplegen worden bouwstenen uit alle beschikbare bronnen verzameld. Binnen een MBH kunnen verschillende typen bouwstenen voorkomen, bijvoorbeeld MA, VV, TA en MVE. Ook kan medicatie worden gestart, gestopt en gewijzigd, resulterend in verschillende instantiaties van bouwstenen van eenzelfde type. Bijvoorbeeld bij het wijzigen van medicatie is er een MA met daarna een stop-MA en een nieuwe MA.
De vastlegging van een nieuwe bouwsteen in een MBH kan invloed hebben op de status van voorgaande bouwstenen. Zorgverleners en patiënt moeten echter op elk moment kunnen zien wat de bedoeling is met een bepaald geneesmiddel. Voor iedere bouwsteen in een MBH moet daarom bepaald worden hoe deze op dat moment geïnterpreteerd moet worden. Hiervoor is de volgende informatie van belang:

  • Is deze bouwsteen geldig? Deze term is geïntroduceerd om de consolidatieregels te kunnen beschrijven. ‘Geldig’ wil zeggen dat een bouwsteen de afspraken bevat waar de zorgverlener naar mag handelen. Voorbeeld:
Vanaf de datum dat een TA ongeldig gemaakt is door een stop-MA (dus vanaf de eindDatumTijd van die MA) mag een verstrekker niet meer verstrekken op die TA, ook als die wel nog actueel is.
  • Is deze bouwsteen actueel, ofwel: ligt de effectieve eindDatumTijd van deze bouwsteen in de toekomst? Voorbeeld:
Er is een MA met eindDatumTijd = 3 dagen geleden. De medicatie was echter pas na een week opgehaald, dus de startDatumTijd en ook de eindDatumTijd van de TA liggen een week later dan die van de MA. De effectieve eindDatumTijd van de MA is dus nog niet verstreken, dus die MA is nog wel actueel.

Alle informatiesystemen moeten op een uniforme manier kunnen bepalen of een therapeutische bouwsteen op een bepaald moment geldig en actueel is. Dit is bijvoorbeeld belangrijk bij het genereren van overzichten. Door bouwstenen na raadpleging te consolideren, kunnen ze binnen de juiste context worden weergegeven.
Afhankelijk van het doel kunnen systemen verschillende keuzes maken. Zo kan ervoor worden gekozen om alleen bouwstenen te tonen die op dit moment geldig en actueel zijn. Een andere mogelijkheid is om ook niet-actuele bouwstenen mee te nemen voor het samenstellen van een historisch overzicht. Daarnaast wordt het mogelijk om bouwstenen te categoriseren naar status: huidig, toekomstig of recent gestopt.

4.2 Proces van consolideren

Bij consolideren worden de volgende stappen doorlopen:

  • Verzamelen bouwstenen
Eerst moeten de beschikbare bouwstenen verzameld worden. Met de transactie Raadplegen medicatiegegevens (zie paragraaf 3.3.3) worden voor een bepaalde tijdsperiode bouwstenen verzameld uit alle beschikbare bronnen.
In sommige situaties kan het voorkomen dat een bouwsteen actief lijkt terwijl deze eigenlijk niet meer actief is. Daarom moet voor elke MBH ook de stop-bouwsteen met de meest recente RegistratieDatumTijd opgeleverd worden, ook als deze bouwsteen buiten de opgevraagde Gebruiksperiode valt. Op die manier kan alsnog bepaald worden dat die bouwsteen gestopt is.
  • Ontdubbelen identieke bouwstenen
In principe zouden dubbele bouwstenen niet moeten voorkomen aangezien de betrokken informatiesystemen bij deze transactie alleen eigen medicatiegegevens beschikbaar mogen stellen. In enkele gevallen kan dit toch voorkomen. Het informatiesysteem moet daarom eventuele identieke bouwstenen kunnen identificeren en ontdubbelen.
  • Toepassen consolidatieregels
Met consolidatieregels worden de geldigheid en actualiteit van elke bouwsteen in een MBH bepaald. In de volgende paragrafen worden deze regels uitgewerkt.

4.3 Regels voor het bepalen van de geldigheid van een bouwsteen

De regels voor het bepalen van de geldigheid zijn van toepassing op:

  • de afspraakbouwstenen MA, TA, en WDS
  • MGB

Hoewel MGB geen afspraken bevat, is deze bouwsteen wel van belang voor medicatieverificatie en overzichten van medicatiegegevens. Daarom wordt deze toch in de consolidatieregels meegenomen. ‘Ongeldig’ betekent in geval van een MGB dat de informatie in deze bouwsteen achterhaald is.
MTD’s komen niet voor in deze regels. Een MTD is een registratie van een handeling die al heeft plaatsgevonden. Een stop-bouwsteen heeft daarom geen invloed op een eenmaal vastgelegde MTD. De geldigheid van bouwstenen wordt met name beïnvloed door stop-bouwstenen. Een stop-bouwsteen stopt een bouwsteen van hetzelfde type en maakt deze daarmee ongeldig. Een MA kan dus worden gestopt door een stop-MA, die een nieuwe eindDatumTijd heeft. Een stop-MA maakt op diens effectieve eindDatumTijd daarnaast ook de gerelateerde TA, WDS en alle eerdere MGB’s ongeldig.
Ook een stop-TA en stop-WDS stoppen alleen de bouwsteen van hetzelfde type en maken deze daarmee ongeldig. Ze maken daarnaast alleen MGB’s ongeldig.
Op MGB zijn nog andere regels van toepassing. MGB’s worden door elke nieuwe MA, TA en WDS ongeldig gemaakt, en daarnaast ook door elke nieuwe MGB van eenzelfde type auteur. Alleen in geval van parallelle TA’s maakt een nieuwe MGB alleen MGB’s ongeldig die bij dezelfde TA horen.

De geldigheidsregels binnen één MBH zijn dan als volgt samen te vatten:
1. Een stop-MA maakt op diens effectieve eindDatumTijd ongeldig:

  • de originele MA waarnaar deze stop-MA verwijst, én
  • de TA en WDS die ook naar die originele MA verwijzen
  • alle eerdere MGB’s

2. Een stop-TA maakt op diens eindDatumTijd ongeldig:

  • de originele TA waarnaar deze stop-TA verwijst, én
  • alle eerdere MGB’s

3. Een stop-WDS maakt op diens eindDatumTijd ongeldig:

  • het WDS waarnaar dit stop-WDS verwijst, én
  • alle eerdere MGB’s

4. MGB's worden door elk type nieuwe MA, TA en WDS ongeldig gemaakt.
5. Elk type MGB maakt eerdere MGB’s ongeldig, mits afkomstig van eenzelfde type auteur. Uitzondering:

  • In geval van parallelle TA's maakt een nieuwe MGB alleen de oudere MGB's ongeldig die bij dezelfde TA horen en van eenzelfde type auteur komen.

Op annuleer-bouwstenen zijn dezelfde regels van toepassing. Na het toepassen van deze regels is bekend welke bouwstenen geldig en ongeldig zijn.
De regels zijn van toepassing op de meest gangbare situaties binnen een MBH. Er kunnen echter situaties bestaan die onvoldoende ondervangen worden met deze regels. Wanneer een systeem op basis van bovengenoemde regels niet kan bepalen welke bouwstenen geldig zijn, moet dit worden aangegeven aan de eindgebruiker. Deze kan dit dan verder zelf beoordelen.
Een eenmaal ongeldig gemaakte bouwsteen kan niet meer opnieuw geldig worden. Dan moet er een nieuwe bouwsteen worden aangemaakt.

In de volgende paragraaf worden voorbeelden gegeven van de uitwerking van deze regels. De Implementatiehandleiding Consolidatie/afleidingsregels biedt een (niet-normatief) stappenplan voor een mogelijke praktische uitwerking van de regels.

4.3.1 Geldigheidsregels uitgewerkt in voorbeelden

De regels zijn hieronder uitgewerkt in voorbeelden van mogelijke situaties. De groen gekleurde bouwstenen zijn de geldige bouwstenen, bouwstenen in zwart cursief zijn niet meer geldig.
Bij stopafspraken gaat het zowel om stop- als om annuleer-afspraken.

4.3.1.1 Medicatie op voorschrift - algemeen

Basissituatie
De meest eenvoudige volgorde is: een medicamenteuze behandeling begint met een MA, gevolgd door een TA die de MA concreet invult. Eventueel wordt medicatiegebruik vastgelegd. Alle bouwstenen zijn in dit geval geldig.

MA – TA – MGB

Nieuwe MA in bestaande MBH (wijziging)
(regel 1)
Als in een bestaande MBH voor een wijziging een technische stop-MA een nieuwe MA worden vastgelegd, zijn de bijbehorende eerdere MA en TA’s en alle eerdere MGB’s niet meer geldig. Zie paragraaf 4.2.3.3 voor de situatie met toekomstige MA's en TA's.

MA – TA – MGBstop-MAMA

Een wijziging in de MA leidt tot een technische stop-TA en nieuwe TA die wel weer geldig zijn. Ook een eventuele MGB die na de nieuwe MA wordt vastgelegd is wel weer geldig.

MA – TA – MGBstop-MAMAstop-TATA
MA – TA – MGBstop-MAMAstop-TATAMGB

Variant:

  • Als de patiënt geheel moet stoppen met de medicatie is de nieuwe MA een stop-MA. Deze stop-MA is geldig, de gestopte MA niet meer. De stop-MA leidt ook weer tot een stop-TA.
MA – TA – MGBstop-MAstop-TA

Nieuwe TA in bestaande MBH
(regel 2)
Soms is een nieuwe TA bij een bestaande MA nodig, bijvoorbeeld bij verstrekking van een ander product vanwege preferentiebeleid. De nieuwe TA en technische stop-TA maken eerdere TA’s en MGB’s ongeldig.

MATA – MGBstop-TATA

Variant:

  • Een MGB die na de nieuwe TA wordt vastgelegd is wel weer geldig.
MATA – MGBstop-TATAMGB

MGB eerder vastgelegd dan TA
(regel 2)
Het kan voorkomen dat een MGB is vastgelegd voordat de TA is vastgelegd. Deze MGB is na vastlegging van de TA niet meer geldig:

MA – MGB
MAMGBTA

Als daarna opnieuw een MGB wordt vastgelegd, is deze wel weer geldig.

MAMGBTAMGB

4.3.1.2 Medicatie op voorschrift met wisselend doseerschema

Basissituatie
De meest eenvoudige volgorde is: een MBH begint met een MA, een TA vult deze MA concreet in en met een WDS wordt invulling gegeven aan de dosering.

MA – WDS – TA

Nieuw WDS
(regel 3)
De gebruiksperiode van het WDS is afgelopen en er wordt een nieuw WDS gemaakt.

MA – WDS – TA – WDS

Dat maakt het eerdere WDS niet ongeldig, maar voor toepassing in bijvoorbeeld een overzicht zal het eerdere WDS niet of minder relevant zijn.

Wijzigen WDS
(regel 3)
Voor het wijzigen van een WDS worden een nieuw WDS met de gewijzigde informatie en een technisch stop-WDS aangemaakt.

MAWDSTAstop-WDSWDS

Een stop-WDS maakt een eerder WDS wel ongeldig.

Stoppen van medicatie met WDS
(regel 1)
Definitief stoppen van medicatie met een WDS gebeurt met een stop-MA, die ook weer leidt tot een stop-TA.

MA – WDS – TAstop-MA
stop-TA

Wijzigen van TA
Het wijzigen van een TA (bijvoorbeeld bij wijzigen van handelsproduct) gebeurt met het aanmaken van een nieuwe TA en een technische stop-TA. Dit heeft geen invloed op het WDS.

MA – WDSTAstop-TATA

4.3.1.3 Medicatie op voorschrift met toekomstige MA's en TA's

Basissituatie
Een MBH kan meerdere actuele MA’s, TA’s en MGB’s bevatten, zowel huidige als toekomstige. Hieronder wordt dit uitgewerkt, op volgorde van RegistratieDatumTijd. De toekomstige bouwstenen heten hier TMA, TTA en TMGB.

MA – TMA
MA – TA – TMA – TTA
MA – TAMGBTMA – TTA – TMGB

Variant:

  • De verstrekker legt een nieuwe toekomstige TA vast vanwege levering van een andere sterkte van een medicijn. De patiënt heeft nog voldoende voorraad voor enkele weken op basis van de eerdere TA. De eerdere TA blijft geldig.
MA – TAMGBTTA

Nieuwe MA in situatie met toekomstige MA's en/of TA's
(regel 1)

  • De medicatie wordt gewijzigd. Daarvoor worden een nieuwe MA en een technische stop-MA met verwijzing naar de oorspronkelijke MA vastgelegd. De 3 voorbeelden hierboven komen er dan als volgt uit te zien:
MATMAstop-MAMA
MA – TATMATTAstop-MAMAstop-TATA
MA – TA – MGBTMATTATMGBstop-MAMA
  • De toekomstige medicatie wordt gewijzigd. Daarvoor worden een nieuwe TMA en een technische annuleer-TMA met verwijzing naar de oorspronkelijke TMA vastgelegd . De 3 voorbeelden hierboven komen er dan als volgt uit te zien:
MATMAannuleer-TMATMA
MATATMA – TTAannuleer-TMATMAannuleer-TTATTA
MATAMGB – TMA – TTA – TMGBannuleer-TMATMAannuleer-TTATTA
  • Soms is er geen MA beschikbaar in de MBH. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren doordat de MBH is gestart met een TA of MGB, of doordat de MA niet opgeleverd is bij het raadplegen. De voorschrijver kan dan een stop-MA zonder verwijzing naar een MA vastleggen. Hiermee worden alle bestaande bouwstenen binnen deze MBH ongeldig gemaakt. Eventueel kan de voorschrijver dan alsnog een nieuwe MA binnen deze MBH aanmaken.
TA – MGBstop-MA-zonder-verwijzingMA
TA – TTA – MGBstop-MA-zonder-verwijzingMATMA
TA – MGB – TTA – TMGBstop-MA-zonder-verwijzingMATMA

Nieuwe TA in situatie met toekomstige MA’s en/of TA’s
(regel 2)

  • Er wordt een (nieuwe) TA gemaakt voor alleen de huidige MA, met verwijzing naar die huidige MA. Hieronder volgen 3 voorbeelden:
MATMATA
MATATMATTAstop-TATA
MATA – MGBTMATTATMGBstop-TATA
  • Er wordt een (nieuwe) TTA gemaakt voor de TMA, met verwijzing naar die TMA. De 3 voorbeelden komen er dan als volgt uit te zien:
MATMATATTA
MATATMATTAannuleer-TTATTA
MATAMGBTMATTA – TMGBannuleer-TTATTA

4.3.1.4 Zelfzorgmedicatie

Gebruik van zelfzorgmedicatie als paracetamol kan met MGB worden vastgelegd.

MGB

Variant:

  • Als een voorschrijver besluit deze behandeling te formaliseren met een MA, gelden vervolgens de regels hierboven. Hieronder enkele voorbeelden op volgorde van RegistratieDatumTijd:
(regel 1)
MGB – MGBMA
MGB – MGBMA – MGB
MGB – MGBMA – TA – MGB
(regel 2)
MGB – MGBMAMGBTA – MGB
(regel 4 en 5)
MGB – MGBMAMGBMGB

4.3.1.5 Medicatiegebruik vastgelegd door verschillende auteurs

(regel 5)
Een MGB maakt alleen eerdere MGB’s van hetzelfde type auteur ongeldig. Enkele voorbeelden:

MGB-pat = MGB vastgelegd door patiënt
MGB-zvl = MGB vastgelegd door een zorgverlener

MA – TA – MGB-zvl – MGB-pat
MA – TA – MGB-pat – MGB-zvl
MA – TAMGB-patMGB-pat
MA – TA – MGB-zvlMGB-patMGB-pat
MA – TAMGB-zvl – MGB-patMGB-pat – MGB-zvl

4.4 Regels voor het bepalen van de effectieve periode

In deze paragraaf worden afleidingsregels beschreven om de effectieve periode van een bouwsteen te bepalen. Het nummer bij iedere afleidingsregel staat voor de volgorde waarin de regels moeten worden uitgevoerd. Medicatiegebruik wordt niet meegenomen in deze regels omdat dit niet weergeeft wat de bedoeling van de zorgverlener is.
Deze afleidingsregels vormen de basis voor het bepalen van de actuele afspraken. Er zijn uitzonderingssituaties denkbaar die gerelateerd zijn aan het slechts deels beschikbaar hebben van medicatiegegevens. Deze zijn niet uitgewerkt.

A) Medicatie starten
Maken medicatieafspraak
Medicatie wordt gestart door het vastleggen van een MA. Deze kent een Gebruiksperiode met startDatumTijd, eindDatumTijd en tijdsDuur.

regel 1a: De effectieve periode van een MA is gelijk aan diens Gebruiksperiode.

Maken toedieningsafspraak
Een TA vult een MA concreet in. De TA kent een Gebruiksperiode met startDatumTijd, eindDatumTijd en tijdsDuur.

regel 1b: De effectieve periode van een TA is gelijk aan diens Gebruiksperiode.

Als een MA een onderliggende TA kent, geldt:

regel 2a: De effectieve periode van de MA is gelijk aan de effectieve periode van de TA.

B) Medicatie stoppen
Stoppen medicatieafspraak
Het definitief stoppen van medicatie gebeurt door het maken van een stop-MA met stoptype ‘gestopt’ en:

  • startDatumTijd = startDatumTijd van de originele MA
  • eindDatumTijd = datum waarop de medicatie gestopt wordt.

De effectieve periode van de originele MA is vervangen door die van de nieuwe stop-MA.

regel 1c: Wanneer een MA definitief gestopt wordt dan is de effectieve periode van de MA de effectieve periode van de stop-MA.

Stoppen toedieningsafspraak
Een stop-TA vult een stop-MA concreet in. Zo kan bijvoorbeeld worden uitgedrukt dat het stoppen ingaat met de volgende GDS-uitgifte. In dit geval verandert dat dus de effectieve periode, volgens regels 1b en 2a.
regels 1b en 2a: effectieve periode stop-MA = effectieve periode stop-TA

C) Medicatie wijzigen
Wijzigen medicatieafspraak
De voorschrijver wijzigt medicatie binnen de MBH door het stoppen van de originele MA1 en het maken van een nieuwe MA2. De voorgaande afleidingsregels veranderen hierdoor niet:
regel 1a: effectieve periode nieuwe MA2 = Gebruiksperiode MA2
regel 1c: effectieve periode MA1 = effectieve periode stop-MA

Wijzigen toedieningsafspraak
Een MA wordt concreet ingevuld door een TA. Op deze TA kan een wijziging plaatsvinden (zie paragraaf 5.3.2). Er kunnen dus meerdere achtereenvolgende TA’s onder één MA worden gemaakt. De effectieve periode van de MA wordt nu bepaald door alle onderliggende TA’s.

regel 2b: De effectieve periode van een MA loopt vanaf de vroegste startDatumTijd van de TA’s tot aan de eindDatumTijd van de laatste TA.

Er kunnen parallelle TA's onder één MA bestaan waarvan de RegistratieDatumTijd en startDatumTijd gelijk zijn. Daarmee wijzigt regel 2b niet.

D) Medicatie tijdelijk onderbreken en hervatten
Onderbreken van medicatie gebeurt door het maken van een stop-MA met stoptype 'onderbroken' en dezelfde startDatumTijd als de originele MA. De eindDatumTijd van de stop-MA is het moment van tijdelijk onderbreken.
Hervatten gebeurt door het maken van een MA met als startDatumTijd de datum van hervatten. Het stoptype ‘onderbroken’ zorgt ervoor dat de medicatie als actueel herkend blijft worden. Dit is van belang voor bijvoorbeeld medicatiebewaking en overzichten van medicatiegegevens.

regel 1d: Tijdelijk onderbreken van medicatie beïnvloedt niet de effectieve periode. De effectieve periode blijft gelijk aan de effectieve periode van de originele MA.

4.4.1 Samenvatting regels voor het bepalen van de effectieve periode

De beschreven regels moeten op volgorde van hun nummering worden verwerkt:

  • regel 1a: De effectieve periode van een nieuwe MA is gelijk aan diens Gebruiksperiode.
  • regel 1b: De effectieve periode van een TA is gelijk aan diens Gebruiksperiode.
  • regel 1c: Wanneer een MA definitief gestopt wordt dan is de effectieve periode van de MA de effectieve periode van de stop-MA.
  • regel 1d: Tijdelijk onderbreken van medicatie beïnvloedt niet de effectieve periode. De effectieve periode blijft gelijk aan de effectieve periode van de originele MA.
  • regel 2a: De effectieve periode van de MA is gelijk aan de effectieve periode van de TA.
  • regel 2b: De effectieve periode van een MA loopt vanaf de vroegste startDatumTijd van de TA’s tot aan de eindDatumTijd van de laatste TA.

4.5 Overzichten van medicatiegegevens

Na het consolideren is van elke bouwsteen in een MBH bekend of deze geldig/ongeldig en actueel/niet-actueel is. Hierdoor kunnen alle gegevens in hun juiste context worden geplaatst. Op basis hiervan kunnen verschillende overzichten van medicatiegegevens worden gegenereerd. Er zijn allerlei situaties en doeleinden denkbaar waarin een overzicht van medicatiegegevens gebruikt wordt. Hiervoor is dus niet één definitie of beschrijving te geven. Zo’n overzicht kan ook verschillende vormen hebben (papier, pdf, presentatie op een beeldscherm etc.).
Voorbeelden van overzichten zijn:

Voor elke situatie zal een eigen wijze van presentatie gekozen worden, in overleg tussen gebruiker of organisatie en leverancier. De effectieve periode kan bijvoorbeeld worden gebruikt om het beloop van een behandeling weer te geven, of om een indeling te maken naar huidige, toekomstige en recent gestopte medicatie. Nadere informatie over toedienlijsten is te vinden in paragraaf 5.4.2.

Er zijn overigens situaties denkbaar waarin de consolidatieregels niet tot een compleet en/of volledig accuraat overzicht leiden, bijvoorbeeld omdat de patiënt geen toestemming tot delen heeft gegeven. Daarom is altijd medicatieverificatie wenselijk.

5 Medicatieproces

Dit hoofdstuk is nog in review. Onderstaande paragraaf komt overeen met 20251031 Tekstvoorstel Inleiding H5.docx
Dit hoofdstuk beschrijft het medicatieproces in relatie tot het vastleggen en uitwisselen van de daarbij benodigde gegevens. Het generieke medicatieproces bestaat in de kern uit de deelprocessen voorschrijven, ter hand stellen, toedienen en gebruiken. Het proces start wanneer een patiënt een geneesmiddel gaat gebruiken, al dan niet op voorschrift. Het eindigt wanneer het gebruik van het betreffende middel stopt.
Het proces kan per sector en situatie op een verschillende manier verlopen. Niet alle onderdelen zijn altijd van toepassing; zo is in de ambulante situatie een VV vereist voor medicatieverstrekking, maar niet in de klinische situatie. Deelprocessen kunnen ook iteratief of in een andere volgorde uitgevoerd worden.
Om het medicatieproces op een verantwoorde manier te laten verlopen zijn ook ondersteunende activiteiten als medicatieverificatie en medicatiebewaking nodig. Medicatieverificatie is in verschillende zorgsituaties aan de orde en is daarom als apart deelproces opgenomen.
Doordat MP9 bijdraagt aan de volledigheid van medicatiegegevens, kan betere medicatiebewaking worden uitgevoerd. Medicatiebewaking zelf valt buiten de scope van dit FO.

In de paragrafen 5.1 t/m 5.5 worden de deelprocessen beschreven. Paragraaf 5.6 bevat enkele aandachtspunten rond de klinische situatie.

De functionele beschrijving wordt geïllustreerd met praktijkvoorbeelden (PV’s). Alle PV’s zijn op een aparte overzichtspagina te vinden. Daarnaast zijn er aparte pagina’s met PV’s per deelproces:

Sommige PV’s zijn voor meerdere deelprocessen relevant, en zijn dus op verschillende pagina’s terug te vinden.

5.1 Deelproces Medicatieverificatie

Dit hoofdstuk is nog in review. Onderstaande paragraaf komt overeen met 20251031 Tekstvoorstel deelproces Medicatieverificatie.docx
Deze paragraaf beschrijft het proces van medicatieverificatie. Medicatieverificatie is het samen met (de vertegenwoordiger van) de patiënt vaststellen van het daadwerkelijke gebruik van medicatie door de patiënt. Ook andere informatie die van belang kan zijn voor dat gebruik (contra-indicaties, allergieën, ernstige bijwerkingen en laboratoriumwaarden) wordt hierbij uitgevraagd. Doel is optimaal inzicht te verkrijgen in het medicijngebruik van een patiënt, zodat goede zorg verleend kan worden.
Op verschillende momenten in het zorgproces kan medicatieverificatie nodig of wenselijk zijn. Bijvoorbeeld voorafgaand aan voorschrijven, ter hand stellen of toedienen van medicatie, bij evaluatie van een behandeling, of bij de voorbereiding van een opname.
Ter ondersteuning van de implementatie van dit deelproces zijn diverse voorbeelden beschikbaar op de pagina Praktijkvoorbeelden Medicatieverificatie.

5.1.1 Overzicht deelproces Medicatieverificatie

Met de transactie Raadplegen medicatiegegevens verzamelt de zorgverlener de beschikbare medicatiebouwstenen, inclusief bouwstenen die eventueel door de patiënt zijn vastgelegd. Na consolideren heeft hij een overzicht van het geneesmiddelengebruik van de patiënt. Daarnaast kan eventueel ook gebruik gemaakt worden van bronnen als:

  • verhaal van de patiënt en/of diens vertegenwoordiger
  • meegenomen medicatie
  • telefonische informatie van de apotheker of huisarts van de patiënt

De zorgverlener bespreekt deze informatie met de patiënt en kan de geverifieerde medicatie (inclusief zelfzorgmedicatie en medicatie uit het buitenland) als medicatiegebruik (MGB) vastleggen. De vastgelegde gegevens rond medicatiegebruik worden beschikbaar gesteld aan medebehandelaars en patiënt zodat deze de gegevens kunnen raadplegen.

5.1.2 Vastleggen gegevens tijdens Medicatieverificatie

Bij medicatieverificatie zijn voor elk geneesmiddel in de basis twee uitkomsten mogelijk:
Het geneesmiddel wordt gebruikt zoals afgesproken
Er zijn dan geen wijzigingen nodig. De zorgverlener kan per MBH verificatie vastleggen met de bouwsteen MGB, met als invulling onder andere*:

  • Auteur = zorgverlener
  • Eventueel: Informant = de patiënt, een zorgverlener of een andere persoon
  • VolgensAfspraakIndicator = ja
  • Verwijzing naar MA óf TA die de referentie is geweest voor het opgeven van dit gebruik in RelatieMedicatieafspraak of RelatieToedieningsafspraak. Dit is de MA of TA conform welke de patiënt gebruikt.

Het gebruik is niet zoals afgesproken
Bijvoorbeeld:

  • De patiënt gebruikt het geneesmiddel anders dan afgesproken, of wil dit gaan doen;
  • De patiënt gebruikt een ander geneesmiddel dan bij de zorgverlener bekend is.

Ook dit kan vastgelegd worden in een MGB, met VolgensAfspraakIndicator = nee.
Een voorschrijver kan daarnaast ook besluiten de MA te wijzigen of een nieuwe MA vast te leggen (zie paragraaf 5.2.2. Ziet de voorschrijver daar geen aanleiding toe, dan kan hij ook alleen een MGB vastleggen, eventueel met opmerking dat hij de patiënt heeft verzocht zich te houden aan de eerder gemaakte afspraken.
Een verstrekker kan bij afwijkend gebruik ook een VMA naar de voorschrijver sturen en/of de patiënt aanraden de voorschrijver te informeren over het afwijkende gebruik.

Paragraaf 5.5.2 bevat een tabel met uitleg over de wijze van invulling van de verschillende data-elementen. Een uitgebreide toelichting op het invullen van de medicatiebouwstenen MGB, MA en TA in verschillende situaties tijdens medicatieverificatie is te vinden in de Implementatiehandleiding invulling bouwstenen bij medicatieverificatie.

5.1.3 Informatieoverdracht tijdens deelproces Medicatieverificatie

Binnen het deelproces Medicatieverificatie kunnen diverse vormen van informatieoverdracht plaatsvinden:

gegevensuitwisseling transactie
De zorgverlener raadpleegt de beschikbare

medicatiegegevens voor het uitvoeren van medicatieverificatie.

Raadplegen medicatiegegevens
De zorgverlener stelt de vastgelegde

medicatiegegevens beschikbaar aan medebehandelaars en patiënt.

Beschikbaar stellen medicatiegegevens
De zorgverlener kan de vastgelegde

medicatiegegevens versturen naar of ontvangen van andere zorgverleners.

Sturen medicatiegegevens
Ontvangen medicatiegegevens

Zorgverleners kunnen van verschillende informatiesystemen gebruik maken. Zie paragraaf 3.2.3 voor een overzicht van de systeemrollen per informatiesysteem.

5.2 Deelproces Voorschrijven

Dit hoofdstuk is nog in review. Onderstaande paragraaf komt overeen met 20251031 Tekstvoorstel deelproces Voorschrijven.docx
Deze paragraaf beschrijft het proces van voorschrijven. De rol van voorschrijver mag worden uitgevoerd door iedereen met een voorschrijfbevoegdheid volgens de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (BIG). Daarnaast mag een voorschrijver deze taak delegeren aan andere zorgverleners zonder eigen voorschrijfbevoegdheid. Dit mag alleen binnen de voorwaarden in de wet en binnen de afspraken in de betreffende zorgorganisatie.
Ter ondersteuning van de implementatie van dit deelproces zijn diverse voorbeelden beschikbaar op de pagina Praktijkvoorbeelden Voorschrijven.

5.2.1 Overzicht deelproces voorschrijven

Het voorschrijfproces kan starten tijdens een consult of naar aanleiding van een voorstel van een andere zorgverlener of de patiënt met betrekking tot diens medicamenteuze behandeling. Zie paragraaf 5.2.5.1 voor uitleg over voorstelgegevens. De voorschrijver evalueert de situatie van de patiënt, waaronder diens medicamenteuze behandeling. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van een overzicht van medicatiegegevens (zie Hoofdstuk 4).
De voorschrijver besluit op basis van een risico-inschatting of, dan wel in hoeverre, medicatieverificatie nodig is (zie paragraaf 5.1).
Vervolgens besluit de voorschrijver om medicatie te starten, continueren, stoppen of wijzigen. Hierbij kunnen de volgende medicatiebouwstenen vastgelegd worden:

  • MA voor het vastleggen van de therapeutische intentie van de voorschrijver.
  • WDS voor het specificeren van het doseerschema bij geneesmiddelen met wisselende dosering (bijvoorbeeld antistollingsmedicatie)
  • VV voor de logistieke verwerking van de voorgeschreven medicatie.

Dit wordt per bouwsteen verder uitgewerkt in de paragrafen 5.2.2 t/m 5.2.4. In geval van toedienpatiënten moeten de gegevens die nodig zijn voor het genereren van een toedienlijst beschikbaar zijn. Deze kunnen door de voorschrijver in MA of WDS worden vastgelegd en/of door de verstrekker in de TA (zie paragraaf 5.4.2). De voorschrijver stuurt de MA met of zonder VV als voorschrift naar de verstrekker. Zo nodig kan een WDS, informatie over lengte of gewicht, of nierfunctiewaarde van de patiënt meegestuurd worden. De vastgelegde gegevens worden ook beschikbaar gesteld. De informatieoverdracht wordt in paragraaf 5.2.5 verder behandeld.
Tijdens het voorschrijfproces wordt medicatiebewaking uitgevoerd; de uitwerking hiervan is buiten scope van dit FO.

5.2.2 Medicatieafspraak

De MA is de therapeutische bouwsteen in een voorschrift. Hierin legt de voorschrijver vast wat er met de patiënt is afgesproken over het betreffende geneesmiddel. De MA geeft de therapeutische intentie van de voorschrijver weer.
Een MA kan gemaakt worden om direct in te gaan maar kan ook vooruit gepland worden, met start in de toekomst (TMA). Deze TMA heeft een startDatumTijd die later ligt dan de datum waarop de afspraak gemaakt is.
Op hoofdlijnen kan een voorschrijver een eerste MA maken binnen een nieuwe MBH, of een bestaande MA continueren, stoppen, wijzigen of tijdelijk onderbreken. Dit wordt in paragraaf 5.2.2.1 t/m 5.2.2.4 uitgewerkt. Zie paragraaf 2.4.3 voor uitleg over werkwijze bij stoppen en wijzigen.
In paragraaf 5.2.2.6 worden nog enkele specifieke aanwijzingen voor de invulling van deze bouwsteen gegeven.

5.2.2.1 Starten medicatie

Een eerste MA vormt doorgaans de start van een MBH. Soms kan een MBH ook beginnen met een andere therapeutische bouwsteen. Voorbeelden:

  • MTD in situaties waarbij acute toediening van een geneesmiddel nodig is.
  • TA als de verstrekker (nog) niet de beschikking heeft over de digitale MA, bijvoorbeeld in de hybride situatie.
  • Door de patiënt vastgelegde MGB.

In dergelijke gevallen volgt de eerste MA op deze bouwstenen binnen de betreffende MBH. Ook dan is de MA altijd leidend voor het weergeven van de therapeutische intentie van de voorschrijver.br>

In bepaalde situaties kan het gebeuren dat er parallelle MA’s (dreigen te) ontstaan. Voorbeeld:

  • Bij het vastleggen van een nieuwe MA is niet gemerkt dat er al een MBH bestaat voor deze medicatie.

Als op enig moment blijkt dat er sprake is van parallelle MA’s moet een van beide gestopt worden.

5.2.2.2 Continueren medicatie

Om medicatie te continueren is geen nieuwe MA nodig, mits de gebruiksperiode van de MA nog niet verstreken is. Is dat wel het geval, dan moet er een nieuwe MA worden vastgelegd.
Voorbeelden van continueren van medicatie zijn:

  • Herhaalmedicatie; er is alleen een nieuw VV nodig bij bestaande MA.
  • Bij opname in een instelling waarbij de thuismedicatie wordt doorgebruikt.

NB: Het voortzetten van een behandeling met een middel met een andere PRK valt niet onder continueren, maar onder wijzigen (zie paragraaf 5.2.2.4).

5.2.2.3 Stoppen medicatie

Een MA met eindDatumTijd, bijvoorbeeld voor een kuur, stopt vanzelf op die datum en bevat dus geen stoptype. Als een MA geen eindDatumTijd heeft, of als de medicatie eerder gestopt moet worden, moet er een stop-MA binnen dezelfde MBH worden vastgelegd.
De stop-MA bevat de volgende nieuwe gegevens:

data-element  in dataset uitleg
eindDatumTijd De datum waarop de MA eindigt. Deze einddatum kan ook in de toekomst liggen.
Voorschrijver Naam van de zorgverlener die de stop-MA maakt.
RegistratieDatumTijd Datum en tijd waarop de stop-MA wordt vastgelegd.
MedicatieafspraakStopType ‘stopgezet’
RelatieMedicatieafspraak Relatie naar de MA die gestopt wordt. Een stop-MA moet deze relatie bevatten, tenzij er geen MA beschikbaar is in de MBH om naar te verwijzen. Als de MBH alleen TA(‘s) en/of MGB(‘s) bevat, moet de voorschrijver deze kunnen stoppen met een stop-MA zonder RelatieMedicatieafspraak. De stop-MA krijgt in dat geval ook geen relatie naar een TA of MGB.
RedenWijzigenOfStaken Reden voor stoppen van de MA.

Uit de bouwsteen waarnaar verwezen wordt moet de overige beschikbare informatie worden overgenomen, in ieder geval de volgende elementen:

data-element in dataset uitleg
startDatumTijd De oorspronkelijke startdatum.
AfgesprokenGeneesmiddel Het afgesproken geneesmiddel. In geval van magistralen of ingrediënten hoeven 90 miljoen-nummers niet overgenomen te worden.
Gebruiksinstructie De oorspronkelijke gebruiksinstructie. Het onderdeel AanvullendeInstructie hoeft niet te worden overgenomen aangezien wijze van gebruik bij een stop-MA niet meer relevant is.

De MA kan per direct gestopt worden met eindDatumTijd vandaag, of gestopt worden met een eindDatumTijd in de toekomst. Als de voorschrijver na het vastleggen van een stop-MA met een toekomstige eindDatumTijd de Gebruiksperiode alsnog verder wil inkorten, wordt een tweede stop-MA aangemaakt. Deze tweede stop-MA verwijst naar de meest recente MA, in dit geval de eerste stop-MA.
Met het stoppen van een MA worden ook de bijbehorende WDS’en en TA’s gestopt.

5.2.2.3.1 Stoppen medicatieafspraak door andere voorschrijver

Een MA kan door de voorschrijver zelf gestopt worden maar ook door een andere voorschrijver. Wanneer een voorschrijver medicatie stopt maakt hij een stop-MA, ook bij het stoppen van een MA van een ander. De stop-MA wordt naar de zorgverlener die de originele MA heeft gemaakt gestuurd (transactie Sturen medicatiegegevens).
De stop-MA moet ook naar de verstrekker gestuurd worden. De voorschrijver kan deze vinden door het raadplegen van de bij de MA horende TA’s (transactie Raadplegen medicatiegegevens). Hij verstuurt vervolgens de stop-MA naar de verstrekker met een actieve TA (transactie Sturen medicatievoorschrift).

5.2.2.3.2 Annuleren toekomstige medicatieafspraak

Als een MA met startDatumTijd in de toekomst (TMA) gestopt wordt, gaat het om annuleren. Het is van belang dat voor iedereen duidelijk is of een patiënt ooit daadwerkelijk met de medicatie is gestart en daarna gestopt, of dat er nooit sprake is geweest van gebruik van die medicatie. Het onderscheid tussen stop-MA’s en annuleer-TMA’s maakt dit duidelijk.
De annuleer-TMA werkt hetzelfde als de stop-MA zoals hierboven beschreven maar met twee verschillen: • Het stoptype is ‘geannuleerd’ i.p.v. ‘stopgezet’; • De startDatumTijd en eindDatumTijd van de annuleer-TMA zijn aan elkaar gelijk.

5.2.2.4 Wijzigen medicatie

Het wijzigen van medicatie kan bijvoorbeeld gaan over dosering, toedieningsweg of verantwoordelijke voorschrijver.
Als een verandering resulteert in een andere PRK stopt de voorschrijver de MA en legt een nieuwe MA vast in een nieuwe MBH (zie paragraaf 2.4.2). Voorbeelden zijn verandering in toedieningsweg of sterkte, of overstappen naar een ander geneesmiddel.
Als de PRK van het voorgeschreven geneesmiddel gelijk blijft worden wijzigingen vastgelegd onder dezelfde MBH. Een MA wordt gewijzigd door het maken van een technische stop-MA en een nieuwe MA met de wijziging binnen dezelfde MBH (zie paragraaf 2.4.3).
Een wijziging kan per direct ingaan of kan gepland worden met een startDatumTijd in de toekomst. Als de wijziging wordt doorgevoerd in een toekomstige MA dan wordt er een technische annuleer-TMA gemaakt (zie paragraaf 2.2.5.7) en een nieuwe TMA met de wijziging.
De technische stop-/annuleer-(T)MA werkt hetzelfde als de stop-MA en heeft dus ook stoptype ‘stopgezet’ of 'geannuleerd' (zie paragraaf 5.2.2.3).
In de nieuwe MA wordt de reden van wijzigen in RedenWijzigenOfStaken vastgelegd en een verwijzing naar de oorspronkelijke MA in RelatieMedicatieafspraak.

Het inkorten van de Gebruiksperiode is altijd een wijziging. Het verlengen van de Gebruiksperiode van een MA kan echter op twee manieren plaatsvinden:

  • Aanmaken van een nieuwe MA2 met startDatumTijd na de eindDatumTijd van de oorspronkelijke MA1. Er is geen stop-MA op MA1 nodig, deze verloopt vanzelf op diens eindDatumTijd. De nieuwe MA2 kan zowel tijdens als na de Gebruiksperiode van MA1 aangemaakt worden.
  • Verlengen van de Gebruiksperiode van de oorspronkelijke MA1 als die nog niet verlopen is. Dit is wel een gewone wijziging met technische stop-MA en een nieuwe MA2 met de verlengde Gebruiksperiode.

De technische stop/annuleer-(T)MA en de nieuwe (T)MA worden gelijktijdig aangemaakt en hebben dus dezelfde RegistratieDatumTijd (zie paragraaf 2.4.3.1). Ze worden ook gelijktijdig verstuurd en/of beschikbaar gesteld.

5.2.2.4.1 Corrigeren medicatieafspraak

Het kan voorkomen dat een voorschrijver een vergissing heeft gemaakt in een MA, bijvoorbeeld een typefout in de dosering. Als de foutieve MA nog niet gedeeld is met andere zorgverleners, kan de voorschrijver deze in het eigen informatiesysteem aanpassen of schrappen. Als de foutieve afspraak al wel gedeeld is met andere zorgverleners dan moet deze gecorrigeerd worden.
Corrigeren volgt het proces van wijzigen van een MA. Er worden twee nieuwe MA’s gemaakt binnen dezelfde MBH:

  • Een nieuwe MA met de juiste gegevens en ‘foutieve registratie van medicatie’ in RedenWijzigenOfStaken.
  • Een technische stop-MA met stoptype ‘stopgezet’ en verwijzing naar de te corrigeren MA in RelatieMedicatieafspraak.

Corrigeren van een toekomstige MA gebeurt op dezelfde manier, met een technische annuleer-TMA plus nieuwe TMA.

5.2.2.4.2 Wijzigen medicatieafspraak door andere voorschrijver

Een MA kan door de voorschrijver zelf gewijzigd worden maar ook door een andere voorschrijver. De stop-MA en nieuwe MA worden gestuurd:

  • naar de zorgverlener die de originele MA heeft gemaakt (transactie Sturen medicatiegegevens).
  • met of zonder VV naar de verstrekker met een actieve TA, zie paragraaf 5.2.2.3.1 (transactie Sturen medicatievoorschrift).

5.2.2.5 Tijdelijk onderbreken en hervatten van medicatie

Tijdelijk onderbreken is het stoppen van het medicatiegebruik gedurende enige tijd. De onderbreking kan per direct ingaan of er kan een toekomstige onderbreking gepland worden. Gedurende de periode van onderbreken blijft de medicatie relevant voor medicatiebewaking in verband met het mogelijk hervatten in de toekomst.
Er worden twee nieuwe MA’s gemaakt binnen dezelfde MBH:

  • Een stop-MA met stoptype ‘onderbroken’ en verwijzing naar de te onderbreken MA in RelatieMedicatieafspraak en reden voor onderbreken in RedenWijzigenOfStaken.
  • Een nieuwe MA ter hervatting met relatie naar die stop-MA en eventueel de reden van hervatting in RedenWijzigenOfStaken.

Indien de voorschrijver de onderbroken MA definitief wil stoppen, wordt er een stop-MA met stoptype ‘stopgezet’ gemaakt met verwijzing naar de stop-MA waarmee de oorspronkelijke MA is onderbroken.

Als de exacte datum waarop de onderbreking moet ingaan nog niet bekend, of onzeker is, moet dit in het data-element Gebruiksperiode.Criterium van de stop-MA en de hervattings-MA worden toegelicht. Zodra dit bekend is wordt een nieuwe stop-MA gemaakt met het daadwerkelijke moment van starten en stoppen, stoptype ‘onderbroken’, en met verwijzing naar de stop-MA waarmee de oorspronkelijke MA is onderbroken.

Tijdelijke substitutie met een ander middel is geen wijziging of onderbreking maar daadwerkelijk stoppen van het eerste middel en het starten van een nieuwe MBH met het substituut.

5.2.2.6 Aanwijzingen voor invulling bouwsteen Medicatieafspraak

5.2.2.6.1 AfgesprokenGeneesmiddel

In AfgesprokenGeneesmiddel wordt het voor te schrijven geneesmiddel vastgelegd met een code uit de G-standaard, doorgaans op PRK-niveau.
Het is wel mogelijk om zonder zo’n code, dus in vrije tekst, voor te schrijven. Dit is echter alleen toegestaan wanneer er geen geschikte code beschikbaar is in de G-Standaard, bijvoorbeeld bij onderzoeksmedicatie. Dit mag alleen bij hoge uitzondering gebeuren, o.a. omdat zonder G-standaardcode geen medicatiebewaking kan worden uitgevoerd. Ook niet-geneesmiddelen kunnen, op HPK-niveau, vanuit de G-standaard voorgeschreven worden. Voorbeeld: inhalator (Aerochamber, HPK 1915185) als hulpmiddel voor voorgeschreven aerosolen. Niet-geneesmiddelen zijn niet van toepassing voor een medicatieoverzicht of medicatiebewaking.
Eigen artikelen (90 miljoen nummer) kunnen ook in dit data-element worden vastgelegd. Voorwaarde is dat binnen een organisatie een eenmaal aangemaakt 90 miljoen nummer nooit aangepast mag worden. Bij de uitwisseling zorgt de root-oid (unieke technische identificatie van de organisatie) in combinatie met het 90 miljoen nummer ervoor dat deze uniek is ten opzichte van alle 90 miljoen nummers vanuit andere organisaties. De stoffen waaruit dit artikel bestaat worden als ingrediënten in dit data-element van de MA vastgelegd. Er moet minimaal één ingrediënt worden vastgelegd, zoals bij magistralen.

5.2.2.6.2 RegistratieDatumTijd

De RegistratieDatumTijd geeft de datum en tijd van het vastleggen van de medicatiebouwsteen en dient om de volgordelijkheid van de medicatiebouwstenen correct te kunnen bepalen. Verdere uitleg over de RegistratieDatumTijd is te vinden in ART-DECOR.

5.2.2.6.3 AanvullendeInformatie

Een voorschrijver kan in data-element AanvullendeInformatie aangeven wanneer een eventuele wijziging in GDS-medicatie moet ingaan, namelijk ‘Wijziging in GDS per direct’ en ‘Wijziging in GS per rolwissel’.

5.2.2.6.4 VolgendeBehandelaar

In dit data-element kan worden aangegeven welke zorgverlener (naar verwachting) het auteurschap van de MA zal overnemen. Voorbeeld:
Huisartsenpost Een huisartsenpost (HAP) werkt in opdracht van de vaste huisarts.

  • Als de HAP-voorschrijver een nieuwe MA maakt kan in VolgendeBehandelaar de naam van de vaste huisarts worden ingevuld.
  • Als de HAP-voorschrijver een bestaande MA wijzigt kan in dit data-element van de nieuwe MA de naam van de voorschrijver van de oorspronkelijke MA worden ingevuld.
  • Als de HAP-voorschrijver een bestaande MA stopt, wordt dit in de stop-MA ingevuld.

Hiermee is het ook buiten ANW-uren voor de hele keten duidelijk bij welke voorschrijver men moet zijn voor bijvoorbeeld vraagafhandeling.
Ook bij ontslag na een opname kan dit data-element relevant zijn (zie paragraaf 5.6.2.2).

5.2.3 Wisselend doseerschema

6 Aanvullende informatie

Nog nader uit te werken

  • Link naar landingspagina met overige relevante documentatie
  • Onderdelen uit huidige hoofdstukken 8 en 9
  • Eventuele overige informatie die nog niet elders is verwerkt

Link naar pagina met bijlagen