mp:VDraft Ontwerp medicatieproces 9 herstructureren: verschil tussen versies

Uit informatiestandaarden
Ga naar: navigatie, zoeken
(Leeswijzer)
(Wat houdt consolideren in?)
 
(140 tussenliggende versies door 3 gebruikers niet weergegeven)
Regel 3: Regel 3:
 
{{IssueBoxFloat|'''<big>Deze pagina betreft een demo </big>'''}}
 
{{IssueBoxFloat|'''<big>Deze pagina betreft een demo </big>'''}}
 
{{IssueBox|'''<big>Aan deze pagina wordt momenteel gewerkt. </big>'''}}
 
{{IssueBox|'''<big>Aan deze pagina wordt momenteel gewerkt. </big>'''}}
{{Sitemap_mp9}}
+
<!-- {{Sitemap_mp9}} sjabloon voor sitemap, nu niet net en correct, dus even verborgen-->
  
 
__NUMBEREDHEADINGS__
 
__NUMBEREDHEADINGS__
{{Infobox mp9
+
<!-- {{Infobox mp9
 
| Versie = MP9 3.0.0-beta.4
 
| Versie = MP9 3.0.0-beta.4
 
| Publicatiedatum = Nog niet gepubliceerd
 
| Publicatiedatum = Nog niet gepubliceerd
}}
+
}} sjabloon voor infobox, niet zeker of we dit willen includen -->
  
  
 
=Inleiding=
 
=Inleiding=
''Dit hoofdstuk is nog in review. Onderstaande versie komt overeen met 20241205 Hoofdstuk 1 Inleiding.docx''<br><br>
+
''Dit hoofdstuk is nog in review. Onderstaande versie komt overeen met 20250423 Hoofdstuk 1 Inleiding.docx''<br><br>
 
Dit document is tot stand gekomen binnen het [https://www.samenvoormedicatieoverdracht.nl/over-ons/ programma Medicatieoverdracht]. Het programma zorgt voor de implementatie van de kwaliteitsstandaard [https://www.zorginzicht.nl/kwaliteitsinstrumenten/medicatieoverdracht Richtlijn Overdracht van Medicatiegegevens in de keten] en de bijbehorende [https://nictiz.nl/standaarden/informatiestandaarden/medicatieproces/ informatiestandaard Medicatieproces]. Het doel is om bestaande knelpunten in het medicatieproces op te lossen, rekening houdend met de huidige wetgeving en de haalbaarheid van concrete resultaten binnen afzienbare termijn.
 
Dit document is tot stand gekomen binnen het [https://www.samenvoormedicatieoverdracht.nl/over-ons/ programma Medicatieoverdracht]. Het programma zorgt voor de implementatie van de kwaliteitsstandaard [https://www.zorginzicht.nl/kwaliteitsinstrumenten/medicatieoverdracht Richtlijn Overdracht van Medicatiegegevens in de keten] en de bijbehorende [https://nictiz.nl/standaarden/informatiestandaarden/medicatieproces/ informatiestandaard Medicatieproces]. Het doel is om bestaande knelpunten in het medicatieproces op te lossen, rekening houdend met de huidige wetgeving en de haalbaarheid van concrete resultaten binnen afzienbare termijn.
 
Tijdens de [https://www.samenvoormedicatieoverdracht.nl/kickstart-medicatieoverdracht/ Kickstart] wordt de in de informatiestandaard beschreven werkwijze beproefd en zo nodig bijgesteld.
 
Tijdens de [https://www.samenvoormedicatieoverdracht.nl/kickstart-medicatieoverdracht/ Kickstart] wordt de in de informatiestandaard beschreven werkwijze beproefd en zo nodig bijgesteld.
Regel 33: Regel 33:
  
 
==Kaders en uitgangspunten==
 
==Kaders en uitgangspunten==
 +
===Wetgeving===
 +
De overdracht van medicatiegegevens zoals in dit document beschreven voldoet aan de wet- en regelgeving. Het versturen van een medicatieafspraak gecombineerd met een verstrekkingsverzoek komt overeen met een recept zoals gedefinieerd in de Geneesmiddelenwet. Nadere uitleg hierover is te vinden in de [https://www.nen.nl/nen-7503-2022-nl-294742 NEN 7503 Gegevensuitwisseling in de zorg]. De [https://www.zorginzicht.nl/binaries/content/assets/zorginzicht/kwaliteitsinstrumenten/Kwaliteitsstandaard+Overdracht+van+medicatiegegevens+in+de+keten.pdf Richtlijn Overdracht van Medicatiegegevens in de keten] bevat ook toelichting op de wettelijke eisen aan de uitwisseling van medicatiegegevens.
 +
 
===Richtlijn en proces===
 
===Richtlijn en proces===
 
In 2020 is de herziene kwaliteitsstandaard [https://www.zorginzicht.nl/binaries/content/assets/zorginzicht/kwaliteitsinstrumenten/Kwaliteitsstandaard+Overdracht+van+medicatiegegevens+in+de+keten.pdf Richtlijn Overdracht van Medicatiegegevens in de keten] gepubliceerd door het Zorginstituut Nederland. De bijbehorende [https://www.zorginzicht.nl/binaries/content/assets/zorginzicht/kwaliteitsinstrumenten/informatieparagraaf-kwaliteitsstandaard-overdracht-van-medicatiegegevens-in-de-keten.pdf Informatieparagraaf] beschrijft globaal de vastlegging en uitwisseling van medicatiegegevens. De informatiestandaard werkt dit in detail uit.
 
In 2020 is de herziene kwaliteitsstandaard [https://www.zorginzicht.nl/binaries/content/assets/zorginzicht/kwaliteitsinstrumenten/Kwaliteitsstandaard+Overdracht+van+medicatiegegevens+in+de+keten.pdf Richtlijn Overdracht van Medicatiegegevens in de keten] gepubliceerd door het Zorginstituut Nederland. De bijbehorende [https://www.zorginzicht.nl/binaries/content/assets/zorginzicht/kwaliteitsinstrumenten/informatieparagraaf-kwaliteitsstandaard-overdracht-van-medicatiegegevens-in-de-keten.pdf Informatieparagraaf] beschrijft globaal de vastlegging en uitwisseling van medicatiegegevens. De informatiestandaard werkt dit in detail uit.
Regel 41: Regel 44:
 
* Gebruiken
 
* Gebruiken
 
Daarbij is ook het deelproces medicatieverificatie van belang.
 
Daarbij is ook het deelproces medicatieverificatie van belang.
In [[#Medicatieproces| Hoofdstuk 5 Medicatieproces]] wordt dit uitgewerkt.
+
In [[#Medicatieproces| Hoofdstuk 5 Medicatieproces]] wordt het zorgproces uitgewerkt.
  
 
===Reikwijdte informatiestandaard===
 
===Reikwijdte informatiestandaard===
De reikwijdte van de informatiestandaard beslaat de functionele beschrijvingen (dit FO) en de dataset voor alle gegevensuitwisselingen binnen alle deelprocessen in het medicatieproces [https://decor.nictiz.nl/pub/medicatieproces/mp-html-20241118T151205/dataset.html in ART-DECOR]
+
De reikwijdte van de informatiestandaard beslaat de functionele beschrijvingen (dit FO) en de dataset voor alle gegevensuitwisselingen binnen alle deelprocessen in het medicatieproces in [https://decor.nictiz.nl/pub/medicatieproces/mp-html-20250429T134736/dataset.html ART-DECOR]
  
 
==Kwalificatie==
 
==Kwalificatie==
Op basis van dit FO en de daarbij behorende [https://decor.nictiz.nl/pub/medicatieproces/mp-html-20240229T110214/ds-2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.20.77.1.4-2022-06-30T000000.html dataset] wordt een kwalificatiescript opgesteld. Het opstellen van kwalificatiescripts valt buiten de scope van dit FO. Voor meer informatie zie de pagina over [https://nictiz.nl/wat-we-doen/activiteiten/kwalificatie-2/ Nictiz kwalificaties] en de [[mp:Medicatieoverdracht_Kickstart|landingspagina van de Kickstart]].
+
Op basis van dit FO en de daarbij behorende dataset wordt een kwalificatiescript opgesteld. Het opstellen van kwalificatiescripts valt buiten de scope van dit FO. Voor meer informatie zie de pagina over [https://nictiz.nl/wat-we-doen/activiteiten/kwalificatie/ Nictiz kwalificaties] en de [[mp:Medicatieoverdracht_Kickstart|landingspagina van de Kickstart]].
  
 
==Leeswijzer==
 
==Leeswijzer==
===Indeling van het FO===
+
===Usecases en scenario's in dit FO===
 
Informatiestandaarden worden bij Nictiz doorgaans beschreven aan de hand van usecases. Een usecase is een beschrijving van een praktijksituatie in de zorg die gekoppeld is aan een scenario voor uitwisseling van gegevens.<br>
 
Informatiestandaarden worden bij Nictiz doorgaans beschreven aan de hand van usecases. Een usecase is een beschrijving van een praktijksituatie in de zorg die gekoppeld is aan een scenario voor uitwisseling van gegevens.<br>
 
Het FO voor MP9 behandelt de zorgbrede uitwisseling van medicatiegegevens tussen een groot aantal verschillende betrokkenen en in uiteenlopende zorgsituaties. Binnen MP9 kunnen daarom in één deelproces verschillende usecases met bijbehorende scenario’s voorkomen. Een scenario kan ook in meer dan één deelproces van toepassing zijn. Verder wordt bij MP9 veel aandacht besteed aan de vastlegging van gegevens, nog los van het uitwisselen ervan.<br>
 
Het FO voor MP9 behandelt de zorgbrede uitwisseling van medicatiegegevens tussen een groot aantal verschillende betrokkenen en in uiteenlopende zorgsituaties. Binnen MP9 kunnen daarom in één deelproces verschillende usecases met bijbehorende scenario’s voorkomen. Een scenario kan ook in meer dan één deelproces van toepassing zijn. Verder wordt bij MP9 veel aandacht besteed aan de vastlegging van gegevens, nog los van het uitwisselen ervan.<br>
Voor MP9 is daarom gekozen voor een andere indeling:
+
Voor MP9 is daarom gekozen voor een iets andere indeling:
* De usecases met hun scenario worden beschreven in [[#Informatieoverdracht|Hoofdstuk 3 Informatieoverdracht]]. Hierbij wordt aangegeven in welke deelprocessen deze voorkomen.
+
* Scenario's en usecases worden beschreven in [[#Informatieoverdracht|Hoofdstuk 3 Informatieoverdracht]], onderverdeeld naar scenario. Hierbij wordt aangegeven in welke deelprocessen deze voorkomen.
* De uitwerking van het zorgproces bij de usecases staat in [[#Medicatieproces|Hoofdstuk 5 Medicatieproces]]. Voor elk deelproces wordt aangegeven welke usecases/scenario's daarin van toepassing zijn.
+
* De uitwerking van het zorgproces bij de usecases staat in [[#Medicatieproces|Hoofdstuk 5 Medicatieproces]]. Voor elk deelproces wordt aangegeven welke scenario's/usecases daarin van toepassing zijn.
  
 
===Hoofdtekst en detailpagina's===
 
===Hoofdtekst en detailpagina's===
Regel 65: Regel 68:
 
** Praktijkvoorbeelden Toedienen
 
** Praktijkvoorbeelden Toedienen
 
** Praktijkvoorbeelden Gebruiken
 
** Praktijkvoorbeelden Gebruiken
*Detailpagina’s met een kort overzicht van de relevante context per deelproces, informatiesysteem, en bouwsteen. Bijvoorbeeld: Op de detailpagina van een informatiesysteem staat welke systeemrollen, bouwstenen en deelprocessen hiervoor relevant zijn.
+
*Op termijn: Detailpagina’s met een kort overzicht van de relevante context per deelproces, informatiesysteem, en bouwsteen. Bijvoorbeeld: Op de detailpagina van een informatiesysteem staat welke systeemrollen, bouwstenen en deelprocessen hiervoor relevant zijn.
  
 
===Hoofdstukindeling===
 
===Hoofdstukindeling===
 
[[#Inleiding|Hoofdstuk 1]] geeft algemene informatie over het FO van MP9.<br>
 
[[#Inleiding|Hoofdstuk 1]] geeft algemene informatie over het FO van MP9.<br>
 
In [[#Conceptueel model|Hoofdstuk 2]] wordt het onderliggende conceptuele model waar MP9 op gebaseerd is beschreven: de aanleiding voor het ontwikkelen van dit model, uitgangspunten, definities en werkwijze.<br>
 
In [[#Conceptueel model|Hoofdstuk 2]] wordt het onderliggende conceptuele model waar MP9 op gebaseerd is beschreven: de aanleiding voor het ontwikkelen van dit model, uitgangspunten, definities en werkwijze.<br>
[[#Informatieoverdracht|Hoofdstuk 3]] geeft een overzicht van de relevante informatiesystemen, systeemrollen en transacties en de daarbij betrokken bouwstenen. Hierin worden ook de usecases met hun scenario beschreven.<br>
+
[[#Informatieoverdracht|Hoofdstuk 3]] geeft een overzicht van de relevante informatiesystemen, systeemrollen en transacties en de daarbij betrokken bouwstenen. Hierin worden ook de scenario's en usecases beschreven.<br>
 
[[#Consolideren|Hoofdstuk 4]] beschrijft wat consolideren is en wat voor MP9 de bijbehorende regels zijn.<br>
 
[[#Consolideren|Hoofdstuk 4]] beschrijft wat consolideren is en wat voor MP9 de bijbehorende regels zijn.<br>
 
[[#Medicatieproces|Hoofdstuk 5]] behandelt het medicatieproces. Hoe ziet het globale proces eruit, welke deelprocessen komen erin voor en hoe worden medicatiegegevens daarin gebruikt, vastgelegd en uitgewisseld.<br>
 
[[#Medicatieproces|Hoofdstuk 5]] behandelt het medicatieproces. Hoe ziet het globale proces eruit, welke deelprocessen komen erin voor en hoe worden medicatiegegevens daarin gebruikt, vastgelegd en uitgewisseld.<br>
Regel 78: Regel 81:
 
De volgende schrijfconventies worden gevolgd in dit FO:
 
De volgende schrijfconventies worden gevolgd in dit FO:
 
* De medicatiebouwstenen worden als afkorting geschreven. Alleen bij de eerste introductie en in paragraaftitels worden de volledige namen uitgeschreven. Doel is om de tekst korter en beter leesbaar te maken, zeker in geval van lange namen als wisselend doseerschema of antwoord voorstel verstrekkingsverzoek.
 
* De medicatiebouwstenen worden als afkorting geschreven. Alleen bij de eerste introductie en in paragraaftitels worden de volledige namen uitgeschreven. Doel is om de tekst korter en beter leesbaar te maken, zeker in geval van lange namen als wisselend doseerschema of antwoord voorstel verstrekkingsverzoek.
* Dataelementen van de bouwstenen en waarden uit waardelijsten worden geschreven zoals ze in de [https://decor.nictiz.nl/pub/medicatieproces/mp-html-20241118T151205/dataset.html dataset in ART-DECOR] staan, inclusief hoofdletters. Op deze manier is altijd duidelijk wat er bedoeld wordt.
+
* Data-elementen van de bouwstenen en waarden uit waardelijsten worden geschreven zoals ze in de [https://decor.nictiz.nl/pub/medicatieproces/mp-html-20250429T134736/dataset.html dataset in ART-DECOR] staan, inclusief hoofdletters. Op deze manier is altijd duidelijk wat er bedoeld wordt.
 
* In dit FO wordt de term patiënt gebruikt waarmee zowel patiënten als cliënten worden bedoeld.
 
* In dit FO wordt de term patiënt gebruikt waarmee zowel patiënten als cliënten worden bedoeld.
 +
* In dit FO wordt doorgaans de term verstrekker gebruikt. Een verstrekker is een apotheker of apotheekhoudend huisarts die het proces van ter hand stellen uitvoert of onder wiens verantwoordelijkheid dat gebeurt.
  
 
=Conceptueel model=
 
=Conceptueel model=
''Dit hoofdstuk is nog in review. Onderstaande versie komt overeen met 20241129 Hoofdstuk 2 Conceptueel model.docx''<br><br>
+
''Dit hoofdstuk is nog in review. Onderstaande versie komt overeen met 20250425 Hoofdstuk 2 Conceptueel model.docx''<br><br>
 
In dit hoofdstuk wordt het model uitgelegd dat aan de basis staat van MP9.<br>
 
In dit hoofdstuk wordt het model uitgelegd dat aan de basis staat van MP9.<br>
 
Paragraaf 2.1 bespreekt de aanleiding voor het ontwikkelen van dit model.<br>
 
Paragraaf 2.1 bespreekt de aanleiding voor het ontwikkelen van dit model.<br>
Regel 93: Regel 97:
 
==Aanleiding ontwikkeling conceptueel model==
 
==Aanleiding ontwikkeling conceptueel model==
 
Registratie en communicatie van medicatiegegevens verlopen grotendeels digitaal. In de loop van de tijd zijn daarin diverse problemen aan het licht gekomen. Dit is onderzocht in een project van NHG en KNMP in 2012-2013. De conclusie was dat therapeutische en logistieke aspecten door elkaar lopen bij het vastleggen en communiceren van medicatiegegevens. Daarnaast ontbreekt er een eenduidig en gedeeld begrippenkader.<br>
 
Registratie en communicatie van medicatiegegevens verlopen grotendeels digitaal. In de loop van de tijd zijn daarin diverse problemen aan het licht gekomen. Dit is onderzocht in een project van NHG en KNMP in 2012-2013. De conclusie was dat therapeutische en logistieke aspecten door elkaar lopen bij het vastleggen en communiceren van medicatiegegevens. Daarnaast ontbreekt er een eenduidig en gedeeld begrippenkader.<br>
Het bovenstaande is uitgewerkt in een rapport, [https://www.nhg.org/praktijkvoering/informatisering/bouwstenen-voor-het-medicatieproces| Bouwstenen voor het medicatieproces] uit 2014. Hierin wordt een conceptueel model beschreven waarin therapeutische en logistieke gegevens uit elkaar worden getrokken. Dit model is de basis voor de informatiestandaard MP9.
+
Het bovenstaande is uitgewerkt in een rapport, [https://nhg.org/bouwstenen Bouwstenen voor het medicatieproces] uit 2014. Hierin wordt een conceptueel model beschreven waarin therapeutische en logistieke gegevens uit elkaar worden getrokken. Dit model is de basis voor de informatiestandaard MP9.
 
De teksten in dit hoofdstuk zijn deels gebaseerd op dit rapport.
 
De teksten in dit hoofdstuk zijn deels gebaseerd op dit rapport.
  
Regel 102: Regel 106:
 
* toedienen
 
* toedienen
 
* gebruiken
 
* gebruiken
Tijdens deze deelprocessen worden gegevens vastgelegd in de vorm van medicatiebouwstenen. Een bouwsteen in een informatiestandaard is een verzameling samenhangende dataelementen rond een bepaald concept binnen een bepaalde context, bijvoorbeeld een medicatieafspraak in het medicatieproces. Deze dataelementen beschrijven de gegevens die nodig zijn voor een heldere en eenduidige representatie van dit concept.<br>
+
Tijdens deze deelprocessen worden gegevens vastgelegd in de vorm van medicatiebouwstenen. Een bouwsteen in een informatiestandaard is een verzameling samenhangende data-elementen rond een bepaald concept binnen een bepaalde context, bijvoorbeeld een medicatieafspraak in het medicatieproces. Deze data-elementen beschrijven de gegevens die nodig zijn voor een heldere en eenduidige representatie van dit concept.<br>
 
De verschillende medicatiebouwstenen representeren stappen in het medicatieproces rondom de patiënt; van het voorschrijven van een geneesmiddel (medicatieafspraak, verstrekkingsverzoek, wisselend doseerschema), gevolgd door het ter hand stellen (toedieningsafspraak, medicatieverstrekking), tot en met toedienen (medicatietoediening) en gebruik (medicatiegebruik).<br>
 
De verschillende medicatiebouwstenen representeren stappen in het medicatieproces rondom de patiënt; van het voorschrijven van een geneesmiddel (medicatieafspraak, verstrekkingsverzoek, wisselend doseerschema), gevolgd door het ter hand stellen (toedieningsafspraak, medicatieverstrekking), tot en met toedienen (medicatietoediening) en gebruik (medicatiegebruik).<br>
Bij het uitvoeren van een deelproces worden de dataelementen van de betreffende bouwsteen voor zover mogelijk en relevant ingevuld. Dit resulteert in een concrete invulling van die bouwsteen. Dit wordt een ''instantiatie'' genoemd. <br>
+
Tijdens een deelproces worden de data-elementen van de betreffende bouwsteen voor zover mogelijk en relevant ingevuld. Dit resulteert in een concrete invulling van die bouwsteen. Dit wordt een ''instantiatie'' genoemd. <br>
Instantiaties van bouwstenen kunnen digitaal worden uitgewisseld: ofwel door ze actief naar een andere zorgverlener te sturen, ofwel door ze beschikbaar te stellen voor raadpleging door een andere zorgverlener op een willekeurig moment (zie paragraaf 2.6). Hierdoor kan een zorgverlener op elk moment beschikken over alle medicatiegegevens van een patiënt, zoals bedoeld in de kwaliteitsstandaard [https://www.zorginzicht.nl/kwaliteitsinstrumenten/medicatieoverdracht| Richtlijn Overdracht van Medicatiegegevens in de Keten].<br>
+
Instantiaties van bouwstenen kunnen digitaal worden uitgewisseld: ofwel door ze actief naar een andere zorgverlener te sturen, ofwel door ze beschikbaar te stellen voor raadpleging door een andere zorgverlener op een willekeurig moment (zie paragraaf 2.6). Hierdoor kan een zorgverlener op elk moment beschikken over alle medicatiegegevens van een patiënt, zoals bedoeld in de kwaliteitsstandaard [https://www.zorginzicht.nl/kwaliteitsinstrumenten/medicatieoverdracht Richtlijn Overdracht van Medicatiegegevens in de Keten].<br>
Volledige uitleg van de totstandkoming van het conceptueel model is te vinden in het originele rapport [https://www.nhg.org/praktijkvoering/informatisering/bouwstenen-voor-het-medicatieproces| Bouwstenen voor het medicatieproces].
+
Volledige uitleg van het conceptuele model is te vinden in het originele rapport [https://nhg.org/bouwstenen Bouwstenen voor het medicatieproces].
  
 
==Medicatiebouwstenen en voorstelgegevens==
 
==Medicatiebouwstenen en voorstelgegevens==
Deze paragraaf geeft een functionele beschrijving van de medicatiebouwstenen en voorstelgegevens.<br>
+
In deze paragraaf worden de medicatiebouwstenen en voorstelgegevens beschreven. Na de eerste introductie worden verder de afkortingen van de bouwstenen gebruikt, behalve in paragraaftitels.
Deze zijn uitgewerkt in de [https://decor.nictiz.nl/pub/medicatieproces/mp-html-20241118T151205/dataset.html dataset] van MP9 in ART-DECOR. Daar is te vinden uit welke dataelementen elke bouwsteen bestaat, wat deze betekenen, welk datatype ze hebben en wat de toegestane waarden zijn per dataelement. In de [https://decor.nictiz.nl/pub/medicatieproces/mp-html-20240229T110214/scenarios.html scenario’s] in ART-DECOR staat hoe de bouwstenen en voorstelgegevens in transacties worden gebruikt.<br>
 
Zie voor verdere uitleg over dataset en transacties [[#Informatiesystemen en transacties|Hoofdstuk 3]].
 
 
===Therapeutische en logistieke bouwstenen===
 
===Therapeutische en logistieke bouwstenen===
 
Binnen de medicatiebouwstenen maken we onderscheid tussen therapie en logistiek:<br>
 
Binnen de medicatiebouwstenen maken we onderscheid tussen therapie en logistiek:<br>
Regel 136: Regel 138:
 
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| medicatieafspraak
 
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| medicatieafspraak
 
|style="background-color: white;vertical-align:top;"| MA
 
|style="background-color: white;vertical-align:top;"| MA
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| Een medicatieafspraak is de afspraak tussen de voorschrijver en de patiënt over het gebruik van door deze patiënt. Ook de afspraak om het medicatiegebruik te stoppen of te wijzigen is een medicatieafspraak.
+
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| Een medicatieafspraak is de afspraak tussen de voorschrijver en de patiënt over het gebruik van medicatie door deze patiënt. Ook de afspraak om het medicatiegebruik te stoppen of te wijzigen is een medicatieafspraak.
 
|-
 
|-
 
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| wisselend doseerschema
 
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| wisselend doseerschema
Regel 160: Regel 162:
 
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| medicatiegebruik
 
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| medicatiegebruik
 
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| MGB
 
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| MGB
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| Medicatiegebruik is informatie over het historisch, huidig of voorgenomen gebruik van een geneesmiddel.
+
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| Medicatiegebruik is een uitspraak over hoe de patiënt een geneesmiddel gebruikt, gebruikt heeft of van plan is te gebruiken. De uitspraak kan vastgelegd worden door de patiënt zelf maar ook door een zorgverlener of een vertegenwoordiger van de patiënt.
 
|}
 
|}
 
===Onderscheid afspraken en gebeurtenissen===
 
Een ander onderscheid is die tussen afspraken en gebeurtenissen. De afspraak-bouwstenen (MA, TA, WDS) beschrijven de afspraak tussen zorgverlener en patiënt over een geneesmiddel. Ze bevatten de therapeutische intentie van de voorschrijver en instructies voor het gebruik.<br>
 
Daarnaast zijn er bouwstenen die gebeurtenissen beschrijven, zoals MTD en MGB. Dit zijn registraties van de constatering van een feit of intentie op een bepaald moment, in plaats van doorlopende afspraken.
 
  
 
===Voorstelgegevens===
 
===Voorstelgegevens===
Het kan voorkomen dat een zorgverlener of patiënt een voorstel wil doen voor een nieuwe medicatieafspraak of verstrekkingsverzoek. Om dit te ondersteunen zijn, naast de medicatiebouwstenen, ook voorstelgegevens geïntroduceerd. Het voorstel kan leiden tot een (aangepaste) MA of VV. Die bouwstenen worden op de gewone manier vastgelegd en uitgewisseld. De voorstelgegevens zelf zijn van tijdelijke aard. Ze worden alleen gebruikt tijdens het overleg over het voorstel en worden verder niet uitgewisseld.<br>
+
Het kan voorkomen dat een zorgverlener of patiënt een voorstel wil doen voor een nieuwe MA of VV. Om dit te ondersteunen zijn, naast de medicatiebouwstenen, ook voorstelgegevens geïntroduceerd. Een voorstel voor een nieuwe MA kan adviseren over het starten, wijzigen of staken van medicatie. Daarnaast kan een voorstel voor een VV worden gedaan.<br>
 +
Die bouwstenen worden op de gebruikelijke manier vastgelegd en uitgewisseld. De voorstelgegevens zelf zijn van tijdelijke aard. Ze worden alleen gestuurd en ontvangen op het moment van het betreffende voorstel en worden verder niet beschikbaar gesteld.<br>
  
 
{{anchor|tabel 1}}
 
{{anchor|tabel 1}}
Regel 192: Regel 191:
 
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| Het antwoord voorstel verstrekkingsverzoek is een antwoord van de voorschrijver op het voorstel verstrekkingsverzoek. Hierin geeft de voorschrijver aan akkoord te gaan (waarna een verstrekkingsverzoek zal volgen) of niet (en de reden daarvoor).
 
| style="background-color: white;vertical-align:top;"| Het antwoord voorstel verstrekkingsverzoek is een antwoord van de voorschrijver op het voorstel verstrekkingsverzoek. Hierin geeft de voorschrijver aan akkoord te gaan (waarna een verstrekkingsverzoek zal volgen) of niet (en de reden daarvoor).
 
|}
 
|}
 +
 +
===Medicatiebouwstenen en zorginformatiebouwstenen===
 +
Zorginformatiebouwstenen (zibs) zijn conceptuele modellen. Elke informatiestandaard gebruikt deze als bouwblokken. Maar zibs zijn context-onafhankelijk en in informatiestandaarden kan het nodig zijn om extra informatie toe te voegen om die context te verduidelijken. Daardoor zijn er in de uitwerking enige verschillen tussen de medicatiebouwstenen in dit FO en de medicatiezibs. Voor meer informatie over de zibs zie [https://zibs.nl/wiki/Hoofdpagina zibs.nl].
  
 
==Het begrip 'medicamenteuze behandeling'==
 
==Het begrip 'medicamenteuze behandeling'==
Regel 197: Regel 199:
  
 
===Medicamenteuze behandeling als technisch begrip===
 
===Medicamenteuze behandeling als technisch begrip===
Er kunnen verschillende medicatiebouwstenen bestaan die betrekking hebben op dezelfde behandeling. Om aan te geven dat deze bouwstenen bij elkaar horen is het begrip ‘medicamenteuze behandeling’ geïntroduceerd. Het gaat hierbij om een '''''technisch begrip'''''. Het heeft de vorm van een unieke identificatie ('''''id''''') die door een informatieysteem aan een bouwsteen of verzameling van samenhangende bouwstenen gekoppeld wordt.
+
Er kunnen verschillende medicatiebouwstenen bestaan die betrekking hebben op dezelfde behandeling. Om aan te geven dat deze bouwstenen bij elkaar horen is het begrip ‘medicamenteuze behandeling’ geïntroduceerd. Het gaat hierbij om een '''''technisch begrip'''''. Het heeft de vorm van een uniek identificatienummer ('''''id''''') dat door een informatiesysteem aan een bouwsteen of verzameling van samenhangende bouwstenen gekoppeld wordt.
 
De term medicamenteuze behandeling wordt afgekort als MBH.
 
De term medicamenteuze behandeling wordt afgekort als MBH.
 
De MBH maakt het volgende mogelijk:
 
De MBH maakt het volgende mogelijk:
 
#''eenduidig identificeren van de verzameling van samenhangende medicatiebouwstenen;''
 
#''eenduidig identificeren van de verzameling van samenhangende medicatiebouwstenen;''
 
#''toepassen van regels op een verzameling van bouwstenen om eenduidig te bepalen wat de actuele situatie van een patiënt is wat betreft diens behandeling met een bepaald geneesmiddel (zie [[#Consolideren|Hoofdstuk 4 Consolideren]]).''
 
#''toepassen van regels op een verzameling van bouwstenen om eenduidig te bepalen wat de actuele situatie van een patiënt is wat betreft diens behandeling met een bepaald geneesmiddel (zie [[#Consolideren|Hoofdstuk 4 Consolideren]]).''
Een MBH heeft geen zorginhoudelijke betekenis, maar heeft wel invloed op hoe geneesmiddelen gegroepeerd worden, bijvoorbeeld in een medicatieoverzicht.
+
Een MBH heeft geen zorginhoudelijke betekenis, maar kan bijvoorbeeld wel invloed hebben op de groepering van geneesmiddelen in een overzicht van medicatiegegevens.
  
 
===Starten van een nieuwe medicamenteuze behandeling===
 
===Starten van een nieuwe medicamenteuze behandeling===
 
Het starten van een behandeling met een geneesmiddel gebeurt door een eerste bouwsteen vast te leggen. Hiermee wordt een nieuwe MBH gestart. Die eerste bouwsteen zal meestal een MA zijn, maar kan ook bijvoorbeeld een TA of MGB zijn waarmee zelfzorgmedicatie wordt vastgelegd, of een MTD als in een acute situatie direct een geneesmiddel moet worden toegediend.<br>
 
Het starten van een behandeling met een geneesmiddel gebeurt door een eerste bouwsteen vast te leggen. Hiermee wordt een nieuwe MBH gestart. Die eerste bouwsteen zal meestal een MA zijn, maar kan ook bijvoorbeeld een TA of MGB zijn waarmee zelfzorgmedicatie wordt vastgelegd, of een MTD als in een acute situatie direct een geneesmiddel moet worden toegediend.<br>
Bij het vastleggen van een nieuwe bouwsteen (MA, TA, MVE, MTD of MGB) moet eerst worden gecontroleerd of het nieuwe medicatie betreft of dat er al een bouwsteen met hetzelfde product bestaat en actueel is. Dat kan in het eigen informatiesysteem het geval zijn, maar ook in informatiesystemen elders. Een afdoende controle vereist dus het raadplegen van alle beschikbare bouwstenen (zie voor uitleg over raadplegen Hoofdstuk 3 Informatiesystemen en transacties). Deze bouwstenen worden vervolgens gecontroleerd:
+
Bij het vastleggen van een nieuwe bouwsteen (MA, TA, MVE, MTD of MGB) moet eerst worden gecontroleerd of het om een nieuw geneesmiddel gaat of dat er al een bouwsteen met hetzelfde product bestaat. Dat kan in het eigen informatiesysteem het geval zijn, maar ook in informatiesystemen elders. Een afdoende controle vereist dus het raadplegen van alle beschikbare bouwstenen (zie voor uitleg over raadplegen [[#Sturen en/of beschikbaar stellen|paragraaf 2.6 Sturen en/of beschikbaar stellen]] en [[#Informatieoverdracht|Hoofdstuk 3 Informatieoverdracht]]). Deze bouwstenen worden vervolgens gecontroleerd:
* Als er geen bestaande bouwsteen voor deze medicatie is dan wordt een nieuwe MBH aangemaakt.
+
* Als er geen bestaande bouwsteen voor dit geneesmiddel is dan wordt een nieuwe MBH aangemaakt.
* Als er een bouwsteen bestaat met dezelfde medicatie dan zal het doorgaans de bedoeling zijn dat de nieuwe bouwsteen onder dezelfde MBH valt. De zorgverlener moet wel de mogelijkheid hebben om te kiezen voor het starten van een nieuwe MBH.
+
* Als er een bouwsteen bestaat met hetzelfde geneesmiddel dan zal het doorgaans de bedoeling zijn dat de nieuwe bouwsteen onder dezelfde MBH valt. De zorgverlener moet wel de mogelijkheid hebben om te kiezen voor het starten van een nieuwe MBH.
  
 
In figuur 2.2 is het ontstaan van een MBH schematisch weergegeven.
 
In figuur 2.2 is het ontstaan van een MBH schematisch weergegeven.
Regel 215: Regel 217:
 
''Figuur 2.2  Stroomschema starten MBH''<br><br>
 
''Figuur 2.2  Stroomschema starten MBH''<br><br>
  
<u>Wanneer geldt iets als ‘dezelfde medicatie’ of ‘dezelfde behandeling’?</u><br>
+
<u>Wanneer geldt iets als ‘hetzelfde geneesmiddel’ of ‘dezelfde behandeling’?</u><br>
Bij het vastleggen van een MA bepaalt de PRK (Prescriptie Kode uit de G-standaard) van een geneesmiddel of deze MA bij een nieuwe of bestaande MBH hoort. Een andere PRK leidt tot een andere MBH. In het [https://www.z-index.nl/documentatie/functionele-beschrijvingen/documenten/Achtergronddocument%20G-Standaard%20structuur.pdf/view| Achtergronddocument G-standaard structuur] wordt uitgelegd welke kenmerken op dit niveau van belang zijn.<br>
+
Bij het vastleggen van een MA bepaalt de PRK (Prescriptie Kode uit de G-standaard) van een geneesmiddel of deze MA bij een nieuwe of bestaande MBH hoort. Een andere PRK leidt tot een andere MBH. In het [https://www.z-index.nl/documentatie/functionele-beschrijvingen/documenten/Achtergronddocument%20G-Standaard%20structuur.pdf/view Achtergronddocument G-standaard structuur] wordt uitgelegd welke kenmerken op dit niveau van belang zijn.<br>
NB: Dat een wijziging in PRK tot een nieuwe MBH leidt geldt alleen voor de MA. Een apotheker zou een middel met een andere PRK kunnen kiezen, bijvoorbeeld vanwege preferentiebeleid. De bijbehorende TA en MVE vallen dan niet onder een nieuwe MBH.<br>
+
NB: Dat een wijziging in PRK tot een nieuwe MBH leidt geldt alleen voor de MA. Een verstrekker zou een middel met een andere PRK kunnen kiezen, bijvoorbeeld vanwege preferentiebeleid. De bijbehorende TA en MVE vallen dan niet onder een nieuwe MBH.<br>
 
De andere bouwstenen volgen de MA of TA waarnaar ze verwijzen.<br>
 
De andere bouwstenen volgen de MA of TA waarnaar ze verwijzen.<br>
  
Regel 223: Regel 225:
 
* Niet-geneesmiddelen. Dit zijn middelen als krukken of verbandmiddelen. In die gevallen bepaalt het HPK-niveau (Handels Product Kode uit de G-standaard) of het om een nieuw middel en dus een nieuwe MBH gaat.
 
* Niet-geneesmiddelen. Dit zijn middelen als krukken of verbandmiddelen. In die gevallen bepaalt het HPK-niveau (Handels Product Kode uit de G-standaard) of het om een nieuw middel en dus een nieuwe MBH gaat.
 
* Geneesmiddelen. Het kan gaan om:
 
* Geneesmiddelen. Het kan gaan om:
:#Magistralen. Deze bestaan veelal uit meerdere stoffen die niet onder eenzelfde PRK vallen. Die stoffen worden afzonderlijk als ingrediënten opgenomen in de medicatieafspraak. Elke afzonderlijke magistraal of aanpassing* daarop valt onder een nieuwe MBH.
+
:#Magistralen. Deze bestaan veelal uit meerdere stoffen die niet onder eenzelfde PRK vallen. Die stoffen worden afzonderlijk als ingrediënten opgenomen in de MA. Elke afzonderlijke magistraal of aanpassing* daarop valt onder een nieuwe MBH.
 
:#Eigen artikelen zonder PRK. Dit zijn artikelen die in het interne informatiesysteem mogelijk onder een 90 miljoen nummer worden opgeslagen, bijvoorbeeld halve tabletten of veel gebruikte magistralen. Elk afzonderlijk artikel of aanpassing* daarop valt onder een nieuwe MBH.
 
:#Eigen artikelen zonder PRK. Dit zijn artikelen die in het interne informatiesysteem mogelijk onder een 90 miljoen nummer worden opgeslagen, bijvoorbeeld halve tabletten of veel gebruikte magistralen. Elk afzonderlijk artikel of aanpassing* daarop valt onder een nieuwe MBH.
 
:#Middelen die in vrije tekst zijn voorgeschreven en waarvan dus geen product- of ingrediëntcode uit de G-Standaard beschikbaar is. Elke aanpassing* van het product valt onder een nieuwe MBH.
 
:#Middelen die in vrije tekst zijn voorgeschreven en waarvan dus geen product- of ingrediëntcode uit de G-Standaard beschikbaar is. Elke aanpassing* van het product valt onder een nieuwe MBH.
Regel 229: Regel 231:
  
 
<nowiki>* </nowiki>Met ‘aanpassing’ wordt in principe bedoeld: Aanpassingen die bij middelen mét PRK tot een andere PRK zouden leiden en daarmee onder een nieuwe MBH vallen, leiden bij deze middelen ook tot aanpassing van de MBH. Deze regel is met name bedoeld om consistent te zijn. Waar dit tot implementatieproblemen leidt moet in overleg tussen gebruikers en leveranciers naar een werkbare oplossing gezocht worden.<br>
 
<nowiki>* </nowiki>Met ‘aanpassing’ wordt in principe bedoeld: Aanpassingen die bij middelen mét PRK tot een andere PRK zouden leiden en daarmee onder een nieuwe MBH vallen, leiden bij deze middelen ook tot aanpassing van de MBH. Deze regel is met name bedoeld om consistent te zijn. Waar dit tot implementatieproblemen leidt moet in overleg tussen gebruikers en leveranciers naar een werkbare oplossing gezocht worden.<br>
Ook bij deze producten gelden de regels alleen bij vastleggen van een MA, niet bij TA en MVE. Indien en voor zover de apotheker mag afwijken van de in de MA beschreven medicatie, leidt dit niet tot een nieuwe MBH.<br><br>
+
Ook bij deze producten gelden de regels alleen bij vastleggen van een MA, niet bij TA en MVE. Indien en voor zover de verstrekker mag afwijken van de in de MA beschreven medicatie, leidt dit niet tot een nieuwe MBH.<br><br>
  
 
'''Voorbeelden'''
 
'''Voorbeelden'''
 
*Diazepam 5 mg 4x daags 1 tablet wordt gewijzigd naar diazepam 5 mg 3x daags 1 tablet. De PRK blijft gelijk, beide MA’s vallen daarom onder dezelfde MBH.
 
*Diazepam 5 mg 4x daags 1 tablet wordt gewijzigd naar diazepam 5 mg 3x daags 1 tablet. De PRK blijft gelijk, beide MA’s vallen daarom onder dezelfde MBH.
*Paroxetine tablet 10 mg 1 maal per dag 1 tablet wordt gewijzigd naar paroxetine tablet 20 mg 1 maal per dag 1 tablet. Dit zijn verschillende geneesmiddelen op PRK-niveau en ze vallen dus onder verschillende MBH's.
+
*Paroxetine tablet 10 mg 1x daags 1 tablet wordt gewijzigd naar paroxetine tablet 20 mg 1x daags  1 tablet. De bijbehorende MA’s gaan over verschillende geneesmiddelen op PRK-niveau en vallen dus onder verschillende MBH’s.
 
*Bij een behandeling met prednison is uit voorzorg een maagbeschermer afgesproken. Deze worden weliswaar parallel aan elkaar voorgeschreven maar het zijn verschillende geneesmiddelen. Ze vallen dus niet onder dezelfde MBH en kunnen apart van elkaar gewijzigd en gestopt worden.  
 
*Bij een behandeling met prednison is uit voorzorg een maagbeschermer afgesproken. Deze worden weliswaar parallel aan elkaar voorgeschreven maar het zijn verschillende geneesmiddelen. Ze vallen dus niet onder dezelfde MBH en kunnen apart van elkaar gewijzigd en gestopt worden.  
 
*Het wisselen van bètablokker naar een ACE-remmer betekent een wijziging van PRK. Deze middelen vallen onder verschillende MBH's.
 
*Het wisselen van bètablokker naar een ACE-remmer betekent een wijziging van PRK. Deze middelen vallen onder verschillende MBH's.
Regel 249: Regel 251:
 
Deze werkwijze met stop-bouwstenen geldt alleen voor de afspraakbouwstenen MA, TA en WDS. Bij de overige bouwstenen is dit niet aan de orde. In [[#Medicatieproces|Hoofdstuk 5]] wordt per deelproces het vastleggen van (stop-)bouwstenen verder uitgewerkt.
 
Deze werkwijze met stop-bouwstenen geldt alleen voor de afspraakbouwstenen MA, TA en WDS. Bij de overige bouwstenen is dit niet aan de orde. In [[#Medicatieproces|Hoofdstuk 5]] wordt per deelproces het vastleggen van (stop-)bouwstenen verder uitgewerkt.
  
===='Technische' stop-bouwstenen====
+
====Gewone en 'technische' stop-bouwstenen====
 
Bij het definitief stoppen van een bouwsteen zal de zorgverlener dit actief doen door de benodigde gegevens in de stop-bouwsteen in te vullen.<br>
 
Bij het definitief stoppen van een bouwsteen zal de zorgverlener dit actief doen door de benodigde gegevens in de stop-bouwsteen in te vullen.<br>
Wanneer een bouwsteen gewijzigd wordt, moet deze ook worden gestopt. De zorgverlener zal de gewijzigde gegevens invullen, maar hoeft in dit geval niet expliciet een stop-bouwsteen aan te maken. Het systeem maakt onderliggend de stop-bouwsteen en een nieuwe bouwsteen met de gewijzigde informatie aan.
+
Naast zo’n gewone stop-bouwsteen bestaan ook ‘technische’ stop-bouwstenen. Deze zijn van toepassing bij het wijzigen van een bouwsteen. Als een bouwsteen gewijzigd wordt, moet deze ook worden gestopt. De zorgverlener zal de gewijzigde gegevens invullen, maar hoeft in dit geval niet expliciet een stop-bouwsteen aan te maken. Het systeem maakt onderliggend de stop-bouwsteen en een nieuwe bouwsteen met de gewijzigde informatie aan.<br>
 
Dergelijke stop-bouwstenen bij wijzigingen worden in dit FO technische stops genoemd, bijvoorbeeld 'technische stop-MA'.
 
Dergelijke stop-bouwstenen bij wijzigingen worden in dit FO technische stops genoemd, bijvoorbeeld 'technische stop-MA'.
  
===Actuele, huidige en toekomstige bouwstenen binnen een medicamenteuze behandeling===
+
===Effectieve periode===
 +
In [[#Stoppen en wijzigen van medicatie binnen een medicamenteuze behandeling|paragraaf 2.4.3]] is beschreven dat een eenmaal vastgelegde instantiatie van een bouwsteen niet verandert. De periode waarin een bouwsteen als actueel wordt gezien kan wel veranderen. Voorbeelden:
 +
* Een patiënt krijgt een bepaald middel voor 5 dagen voorgeschreven. Als de patiënt het geneesmiddel pas na 3 dagen ophaalt, liggen de start- en eindDatumTijd 3 dagen later dan in de MA. Na 4 dagen is de oorspronkelijke gebruiksperiode van de MA voorbij, maar is die MA op die datum wel nog van toepassing, dus moet als actueel gezien worden. De ''effectieve'' periode van de MA is in dit voorbeeld gelijk aan de periode van de TA.
 +
* Er is een MA met startDatumTijd = dag 1. Op grond van een laboratoriumuitslag besluit de apotheker dat de gift moet worden uitgesteld tot dag 4. De ''effectieve'' startDatumTijd van de MA is dan dag 4. Het is van belang dat duidelijk is dat het middel niet voor dag 4 mag worden gegeven. 
 +
De ''effectieve periode van een bouwsteen'' is de periode waarin een MA en/of TA (uiteindelijk) van toepassing is. Dit is ook op bouwstenen in het verleden toepasbaar, om het verloop van de behandeling in te kunnen zien.<br>
 +
Onder andere voor medicatiebewaking of een medicatieoverzicht kan het nodig zijn om de effectieve periode van een bouwsteen te weten. Deze periode is niet beschreven in de dataset, omdat het een afgeleid gegeven is. Het is afhankelijk van aanpassingen als stoppen of wijzigen van de medicatie, en van de concrete invulling van een MA door een TA.<br>
 +
In [[#Regels voor het bepalen van de effectieve periode|paragraaf 4.3]] worden de regels beschreven voor het bepalen van de effectieve periode.
 +
 
 +
===Huidige, actuele en toekomstige bouwstenen binnen een medicamenteuze behandeling===
 
Binnen een MBH kunnen meerdere bouwstenen bestaan, waaronder stop-bouwstenen. Op elk moment moet bepaald kunnen worden welke van die bouwstenen actueel zijn.<br>
 
Binnen een MBH kunnen meerdere bouwstenen bestaan, waaronder stop-bouwstenen. Op elk moment moet bepaald kunnen worden welke van die bouwstenen actueel zijn.<br>
 
Om dit toe te lichten volgen hier enkele definities:
 
Om dit toe te lichten volgen hier enkele definities:
*Huidige bouwstenen: Bouwstenen waarbij het heden tussen de startDatumTijd en de eindDatumTijd ligt.
+
* '''Huidige bouwstenen''': Bouwstenen waarbij het heden tussen de effectieve startDatumTijd en de effectieve eindDatumTijd ligt.
*Toekomstige bouwstenen: Bouwstenen waarvan de startDatumTijd in de toekomst ligt.
+
* '''Toekomstige bouwstenen''': Bouwstenen waarvan de effectieve startDatumTijd in de toekomst ligt.
*Actuele bouwstenen: Bouwstenen waarvan de eindDatumTijd in de toekomst ligt. Zowel de huidige als de toekomstige bouwstenen vallen onder de actuele bouwstenen.<br><br>
+
* '''Actuele bouwstenen''': Bouwstenen waarvan de eindDatumTijd in de toekomst ligt. Zowel de huidige als de toekomstige bouwstenen vallen onder de actuele bouwstenen. Een MBH blijft altijd bestaan, ook als deze geen actuele bouwstenen meer bevat.<br><br>
NB: Als er naar een moment in het verleden wordt gekeken, bijvoorbeeld om te achterhalen wat op dat moment de stand van zaken was, gaat het om de bouwstenen die ''toen'' actueel waren, ook als ze dat in het heden niet meer zijn.
+
NB: Een MBH blijft altijd bestaan, ook als deze geen actuele bouwstenen meer bevat.  
  
 
Figuur 2.3 geeft deze begrippen grafisch weer.
 
Figuur 2.3 geeft deze begrippen grafisch weer.
Regel 269: Regel 279:
  
 
Overige begrippen:
 
Overige begrippen:
#Bouwstenen met een eindDatumTijd in het verleden vormen de geschiedenis van een behandeling. Deze bouwstenen zijn niet-actueel.
+
# Bouwstenen met een effectieve eindDatumTijd in het verleden vormen de ''geschiedenis'' van een behandeling. Deze bouwstenen zijn niet-actueel.
#In medicatieoverzichten bestaat ook de categorie ‘Recent gestopt’. Dit zijn bouwstenen die maximaal 2 maanden geleden zijn gestopt.
+
# De categorie ''recent gestopt'' betreft bouwstenen waarvan de effectieve eindDatumTijd maximaal 2 maanden geleden is.
#Verder is nog het begrip geldig relevant. ‘Geldig’ wil zeggen dat een bouwsteen de afspraken bevat waar de zorgverlener naar mag handelen. Als bijvoorbeeld een afspraakbouwsteen is opgevolgd door een stop-bouwsteen is de oorspronkelijke afspraakbouwsteen niet meer geldig. Hoofdstuk 4 beschrijft de regels voor het bepalen van de geldigheid van een bouwsteen.
 
  
Deze begrippen zijn van belang voor de uitleg in de volgende paragraaf en in [[#Consolideren|Hoofdstuk 4]].
+
===Regels voor parallelle bouwstenen in een medicamenteuze behandeling===
 +
Binnen een medicamenteuze behandeling kunnen meerdere bouwstenen van hetzelfde type gelijktijdig actueel zijn. Dit zijn alle bouwstenen die op dit moment geldig zijn of in de toekomst geldig worden.<br>
 +
 
 +
<nowiki>‘</nowiki>''Geldig''<nowiki>‘</nowiki> wil zeggen dat een bouwsteen de afspraken bevat waar de zorgverlener naar mag handelen. Als bijvoorbeeld een afspraakbouwsteen is opgevolgd door een stop-bouwsteen is de oorspronkelijke afspraakbouwsteen niet meer geldig. [[#Consolideren|Hoofdstuk 4 Consolideren]] beschrijft de regels voor het bepalen van de geldigheid van een bouwsteen.<br>
 +
In principe is er binnen een MBH op enig moment slechts één geldige bouwsteen per type toegestaan. Er zijn echter enkele uitzonderingen. In onderstaande regels is per type bouwsteen aangegeven of meerdere gelijktijdig geldige (parallelle) bouwstenen zijn toegestaan binnen dezelfde MBH.
 +
* Parallelle MA’s zijn niet toegestaan binnen dezelfde MBH. Ook complexe op- en afbouwschema’s moeten in 1 MA vastgelegd worden.
 +
* Parallelle WDS’en zijn niet toegestaan binnen dezelfde MBH.
 +
* Parallelle TA’s zijn wel toegestaan binnen dezelfde MBH. Dit kan noodzakelijk zijn om de medicatieafspraak volledig uit te voeren.
 +
* Parallelle MGB’s zijn toegestaan, maar alleen bij parallelle TA’s. Dit maakt correcte medicatieverificatie mogelijk, zodat bijvoorbeeld één TA als correct kan worden beoordeeld, terwijl een andere TA als afwijkend wordt geregistreerd. In alle andere gevallen zijn parallelle MGB’s niet toegestaan.
  
 
==Samenhang medicamenteuze behandeling en medicatiebouwstenen==
 
==Samenhang medicamenteuze behandeling en medicatiebouwstenen==
Binnen één MBH kunnen verschillende bouwstenen bestaan. Hieronder wordt de samenhang tussen de bouwstenen binnen één MBH uitgelegd, met hun onderlinge getalsmatige verhoudingen. Het gaat hierbij om ''instantiaties'' van de bouwstenen.
+
Binnen één MBH kunnen verschillende bouwstenen bestaan. Hieronder wordt de samenhang tussen de bouwstenen binnen één MBH uitgelegd, met hun onderlinge getalsmatige verhoudingen, dus hoe vaak binnen één MBH een bouwsteen ten opzichte van een andere bouwsteen kan voorkomen. Het gaat hierbij om ''instantiaties'' van de bouwstenen.
 +
 
 
===Samenhang MBH en bouwstenen===
 
===Samenhang MBH en bouwstenen===
 
Voor de verhoudingen tussen een MBH en de bouwstenen geldt het volgende (uitgaande van de MBH):<br>
 
Voor de verhoudingen tussen een MBH en de bouwstenen geldt het volgende (uitgaande van de MBH):<br>
<u>MBH &rarr; andere bouwstenen</u><br>
+
 
* Een MBH heeft in principe minimaal één MA. Er zijn uitzonderingen mogelijk; enkele voorbeelden zijn:
+
{| class="wikitable" style="width: 85%;"
** Er is zelfzorgmedicatie vastgelegd met bouwsteen MGB of MTD.
+
! style="text-align:left;" colspan="2"|Medicamenteuze behandeling → andere bouwstenen  
** Er is in een acute situatie direct medicatie toegediend en een MTD vastgelegd.
+
|-
: In dergelijke gevallen is er sprake van een MBH zonder MA.
+
| style="width: 60%; vertical-align: top;"|Een MBH heeft in principe minimaal één MA.
* Er kunnen meerdere MA’s actueel zijn binnen een MBH, een huidige en 1 of meer toekomstige. Er is echter op enig moment in principe altijd maar één ''huidige'' MA. Ook complexe op-/afbouwschema’s kunnen in één MA opgenomen worden voorzover het over dezelfde PRK gaat.
+
|Er zijn uitzonderingen mogelijk; enkele voorbeelden zijn:<br>  • Er is zelfzorgmedicatie vastgelegd met bouwsteen MGB of MTD.<br>  • Er is in een acute situatie direct medicatie toegediend en een MTD vastgelegd.<br>  • Er is afgesproken dat de verstrekker bij een NSAID of prednison altijd maagbescherming mag verstrekken.<br>In dergelijke gevallen is er sprake van een MBH zonder MA.
* Een MBH kan 0 of meer van de bouwstenen VV, WDS, TA, MVE, MGB en MTD hebben.
+
|-
 +
| Er kunnen 0 tot meer MA’s actueel zijn binnen een MBH, 0 of 1 huidige en 0 of meer toekomstige. Er is echter op enig moment altijd maximaal één ''huidige'' MA. Ook complexe op-/afbouwschema’s kunnen in één MA opgenomen worden voorzover het over dezelfde PRK gaat.
 +
|
 +
|-
 +
| Een MBH kan 0 of meer van de bouwstenen VV, WDS, TA, MVE, MGB en MTD hebben.
 +
|
 +
|}
  
 
===Samenhang bouwstenen onderling===
 
===Samenhang bouwstenen onderling===
Hieronder volgt uitleg over de kardinaliteiten tussen de bouwstenen onderling, beginnend met de MA. Per bouwsteen wordt aangegeven hoeveel instantiaties van een andere bouwsteen erbij kunnen voorkomen. Waar nodig zijn uitspraken voorzien van voorbeelden. Als het woord verwijzen wordt gebruikt gaat het om een Relatie-veld zoals deze in de dataset in ART-DECOR voorkomt. Als zo’n relatie niet bestaat, maar er wel een uitspraak gedaan wordt over de onderlinge getalsverhoudingen is dit gemarkeerd met een asterisk (*).<br><br>
+
Hieronder volgt uitleg over de getalsverhoudingen tussen de bouwstenen onderling, beginnend met de MA. Per bouwsteen wordt aangegeven hoeveel instantiaties van een andere bouwsteen erbij kunnen voorkomen. Waar nodig zijn uitspraken voorzien van voorbeelden.<br>
<u>Medicatieafspraak &rarr; andere bouwstenen</u><br>
+
Als het woord 'verwijzen' wordt gebruikt gaat het om een Relatie-veld zoals deze in de dataset in ART-DECOR voorkomt. Als zo’n relatie niet bestaat, maar er wel een uitspraak gedaan wordt over de onderlinge getalsverhoudingen is dit gemarkeerd met een asterisk (*).<br>
* Een MA kan opgevolgd worden door een nieuwe MA. Voorbeelden:
+
<br>
** Wijziging bestaande medicatie.
 
** Stoppen bestaande medicatie.
 
: De nieuwe MA verwijst dan naar de vorige MA.
 
* Een MA kan ook verwijzen naar een MA binnen een andere MBH. Voorbeeld:
 
** Verhoging dosering per tablet, en daardoor verandering van PRK en van MBH.
 
: De nieuwe MA verwijst naar de MA in de eerdere MBH.
 
* Een MA kan leiden tot nul, één of meer WDS’en.
 
* Een MA kan leiden tot nul, één of meer VV’s. Voorbeelden:
 
** Nul: - De patiënt heeft nog voldoende voorraad.
 
*:: - Het betreft zelfzorgmedicatie.
 
** Eén: Voorschrijven van een antibioticakuur.
 
** Meer: Doorlopende medicatie.
 
* Een MA kan leiden tot nul, één of meer TA’s. Voorbeelden:
 
** Nul: - Er is een wijziging in MA waarbij geen medicatie verstrekt hoeft te worden.
 
*:: - Het betreft medicatie waar geen wettig recept voor nodig is.
 
** Eén: De meest gangbare situatie, waarbij een TA volgt na een MA.
 
** Meer: De apotheker wisselt van handelsproduct bij dezelfde MA.
 
* Een MA kan verwijzen naar een eerder vastgelegde TA. Voorbeeld:
 
** Er is een TA aangemaakt voor de terhandstelling van zelfzorgmedicatie. De voorschrijver besluit hier beleid van te maken en maakt een MA aan onder de MBH van de TA.
 
* Een MA kan verwijzen naar een eerder vastgelegde MGB. Voorbeeld:
 
** De patiënt heeft een MGB aangemaakt voor zelfzorgmedicatie. De voorschrijver besluit hier beleid van te maken en maakt een MA aan onder de MBH van de MGB.
 
  
<u>Wisselend doseerschema &rarr; andere bouwstenen</u><br>
+
{| class="wikitable" style="width: 85%;"
* Een WDS verwijst naar een MA.
+
! colspan="2" style="text-align:left;"|Medicatieafspraak → andere bouwstenen
* Een WDS kan naar een eerder WDS verwijzen. Voorbeeld:
+
|-
** Wijziging van het wisselend doseerschema.
+
| style="width: 40%; vertical-align:top;"|Een MA kan opgevolgd worden door een nieuwe MA.
 +
| Voorbeelden:<br>  • Wijzigen bestaande medicatie.<br>  • Stoppen bestaande medicatie.<br>De nieuwe MA en eventuele stop-MA verwijzen dan naar de oorspronkelijke MA.
 +
|-
 +
| style="vertical-align:top;"|Bij een MA kunnen 0, 1 of meer WDS'en horen.
 +
|-
 +
| style="vertical-align:top;"|Bij een MA kunnen 0, 1 of meer VV’s horen.
 +
| Voorbeelden:
 +
{| class="wikitable"
 +
| style="vertical-align:top;"|Nul
 +
| De patiënt heeft nog voldoende voorraad, of;<br> Het betreft zelfzorgmedicatie.
 +
|-
 +
| style="vertical-align:top;"|Eén
 +
| Voorschrijven van een antibioticakuur.
 +
|-
 +
| style="vertical-align:top;"|Meer
 +
| Doorlopende medicatie.
 +
|}
 +
|-
 +
| style="vertical-align:top;"|Bij een MA kunnen 0, 1 of meer TA’s horen.
 +
| Voorbeelden:
 +
{| class="wikitable"
 +
| style="vertical-align:top;"| Nul:
 +
|Er is een wijziging in MA waarbij geen medicatie verstrekt hoeft te worden, of;<br> Het betreft medicatie waar geen wettig recept voor nodig is.
 +
|-
 +
| style="vertical-align:top;"| Eén
 +
| De meest gangbare situatie, waarbij een TA volgt na een MA.
 +
|-
 +
| style="vertical-align:top;"| Meer
 +
| De verstrekker wisselt van handelsproduct bij dezelfde MA.
 +
|}
 +
|-
 +
| style="vertical-align:top;"|Een MA kan verwijzen naar een eerder vastgelegde TA.
 +
| Voorbeeld:<br>  • Er is een TA aangemaakt voor de terhandstelling van zelfzorgmedicatie. De voorschrijver besluit hier beleid van te maken en maakt een MA aan in de MBH van de TA.
 +
|-
 +
| style="vertical-align:top;"|Een MA kan verwijzen naar een eerder vastgelegde MGB.
 +
| Voorbeeld:<br> • De patiënt heeft een MGB aangemaakt voor zelfzorgmedicatie. De voorschrijver besluit hier beleid van te maken en maakt een MA aan in dezelfde MBH als de MGB.
 +
|-
 +
! colspan="2" style="text-align:left;"|Wisselend doseerschema → andere bouwstenen
 +
|-
 +
| style="vertical-align:top;"|Een WDS verwijst naar een MA.
 +
|
 +
|-
 +
| style="vertical-align:top;"|Een WDS kan naar een eerder WDS verwijzen.
 +
| Voorbeeld:<br>  • Wijziging van het wisselend doseerschema.
 +
|-
 +
! colspan="2" style="text-align:left;"|Verstrekkingsverzoek → andere bouwstenen
 +
|-
 +
| style="vertical-align:top;"|Een VV verwijst naar 1 of meer MA’s.
 +
| Voorbeeld:<br>  • Er wordt gestart met 2 tabletten per dag, daarna wordt besloten te verlagen naar 1 tablet.<br>Dat zijn 2 MA’s, maar er is maar 1 VV nodig omdat het om dezelfde tabletten gaat. <br>
 +
Uitzondering:<br>
 +
In de transacties Beschikbaar stellen medicatiegegevens en Sturen medicatiegegevens kan het voorkomen dat een VV zonder verwijzing naar een MA bestaat. Dit kan alleen in geval van migratie van een systeem, en soms in de hybride situatie.
 +
|-
 +
| style="vertical-align:top;"|Bij een VV kunnen 0, 1 of meer MVE’s horen.
 +
| Voorbeelden:<br>  • Nul : De patiënt haalt de medicatie niet af.<br>  • Eén: Het betreft een kuur met antibiotica.<br>  • Meer: GDS met VV voor 3 maanden waarbij wekelijks wordt verstrekt.
 +
|-
 +
! colspan="2" style="text-align:left;"|Toedieningsafspraak → andere bouwstenen  
 +
|-
 +
| style="vertical-align:top;"|Een TA kan opgevolgd worden door een nieuwe TA.
 +
| Voorbeelden:<br>  • Wijziging van de bestaande medicatieafspraak.<br>  • Verstrekking middel met andere PRK of HPK vanwege preferentiebeleid of voorraadtekort.<br>  • Wijziging in toedientijden of distributievorm<br>De nieuwe TA verwijst dan behalve naar de MA ook naar de vorige TA.
 +
|-
 +
| style="vertical-align:top;"|Er kunnen meerdere (eventueel parallelle) TA’s verwijzen naar dezelfde MA.
 +
| Voorbeelden:<br>  • Verstrekking geneesmiddel in de vorm van twee of meer middelen met verschillende sterkte die samen de gewenste sterkte opleveren (parallelle TA’s).<br> • Verstrekking geneesmiddel met andere PRK of HPK, bijvoorbeeld vanwege preferentiebeleid of voorraadtekort (seriële TA’s).<br> • Verstrekking geneesmiddel in GDS én in los doosje als 'zo nodig' medicatie. Het betreft verschillende distributievormen dus hiervoor zijn 2 TA’s nodig (parallelle TA’s).
 +
|-
 +
| style="vertical-align:top;"|Een TA kan bestaan zonder verwijzing naar een MA.
 +
| Voorbeeld:<br>  • De verstrekker stelt zelfzorgmedicatie ter hand en maakt een TA aan in een nieuwe MBH.
 +
|-
 +
| style="vertical-align:top;"|(*) Bij een TA kunnen 0, 1 of meer MVE’s horen.
 +
| Voorbeelden:<br>  • Nul : De patiënt heeft voldoende voorraad.<br>  • Een: Het betreft een kuur met antibiotica.<br>  • Meer: Elke 2 weken een herhalende verstrekking.
 +
|-
 +
! colspan="2" style="text-align:left;"|Medicatieverstrekking → andere bouwstenen
 +
|-
 +
| style="vertical-align:top;"|Een MVE is in de ambulante situatie gebaseerd op een VV: een medicatieverstrekking mag alleen plaatsvinden als daarvoor een geldig VV bestaat. In dat geval verwijst de MVE naar dat VV.
 +
| Uitzonderingen:<br>  • Zelfzorgmedicatie verstrekt door de apotheker.<br>  • MVE op basis van een papieren recept. Papieren recepten zijn in principe niet meer toegestaan maar er zijn uitzonderingsgevallen mogelijk, zie praktijkvoorbeeld Papieren recept.
 +
|-
 +
| style="vertical-align:top;"|(*) Een MVE is gebaseerd op een MA: een medicatieverstrekking mag alleen plaatsvinden als er een geldige en actuele MA bij bestaat.
 +
| Uitzondering:<br>  • Zelfzorgmedicatie verstrekt door de apotheker. De apotheker kan hierbij ook een TA aanmaken, maar dat hoeft niet.
 +
|-
 +
| style="vertical-align:top;"|(*) Een MVE is gebaseerd op een TA: een medicatieverstrekking mag alleen plaatsvinden als er een geldige en actuele TA bij bestaat.
 +
| Uitzondering:<br>  • Zelfzorgmedicatie verstrekt door de apotheker. De apotheker kan hierbij ook een TA aanmaken, maar dat hoeft niet.
 +
|-
 +
| style="vertical-align:top;"|(*) Een MVE kan bij meerdere TA’s horen.
 +
| Voorbeeld:<br>  • Er is een nieuwe TA aangemaakt waar geen MVE voor nodig was, omdat de patiënt voldoende voorraad had. De eerdere MVE hoort dan bij zowel de oude als de nieuwe TA.  
 +
|-
 +
! colspan="2" style="text-align:left;"|Medicatiegebruik → andere bouwstenen
 +
|-
 +
| style="vertical-align:top;"|Een MGB kan naar 0 of 1 MA verwijzen.
 +
| Voorbeelden:<br>  • Een patiënt legt zelfzorgmedicatie vast met MGB.<br>  • Een patiënt legt diens gebruik van een geneesmiddel over de afgelopen weken vast met MGB, met verwijzing naar de betreffende MA.
 +
|-
 +
| style="vertical-align:top;"|Meerdere MGB’s kunnen verwijzen naar dezelfde MA.
 +
| Voorbeeld:<br>  • Een patiënt houdt regelmatig zijn medicatiegebruik bij door het vastleggen van MGB’s bij dezelfde MA.
 +
|-
 +
| style="vertical-align:top;"|Een MGB kan naar 0 of 1 TA verwijzen.
 +
| Voorbeeld:<br>  • Een patiënt legt door de apotheek verstrekte zelfzorgmedicatie vast met MGB.
 +
|-
 +
| style="vertical-align:top;"|Meerdere MGB’s kunnen verwijzen naar dezelfde TA.
 +
| Voorbeeld:<br>  • Een patiënt houdt regelmatig zijn medicatiegebruik bij door het vastleggen van MGB’s bij dezelfde TA.
 +
|-
 +
| style="vertical-align:top;"|Een MGB kan maar naar één andere bouwsteen, MA óf TA, verwijzen. Als naar beide verwezen wordt en er zou een verschil zijn tussen TA en MA, dan is niet af te leiden wat “conform afspraak” inhoudt.
 +
|
 +
|-
 +
! colspan="2" style="text-align:left;"|Medicatietoediening → andere bouwstenen
 +
|-
 +
| style="vertical-align:top;"|Een MTD verwijst naar 0 of 1 MA en/of TA en/of WDS, afhankelijk van de situatie.
 +
| Voorbeelden:<br>  • In ad-hocsituaties waarin meteen medicatie moet worden toegediend heeft de MTD geen verwijzing.<br>  • In ambulante situaties zal doorgaans naar een TA worden verwezen, in klinische situaties eerder naar een MA.<br>  • De MTD   kan naar zowel de MA als TA verwijzen, als die beide bestaan. De MA waarnaar de MTD verwijst moet dezelfde zijn als die waar de TA naar verwijst.<br>  • Als er sprake is van een WDS, dan zal de MTD naar zowel WDS als MA verwijzen. De MA waarnaar de MTD verwijst moet dezelfde zijn als die waar het WDS naar verwijst.
 +
|}
  
<u>Verstrekkingsverzoek &rarr; andere bouwstenen</u><br>
+
De voorstelgegevens VMA, AVMA, VVV en AVVV vallen buiten de MBH, en hebben ook geen MBH-id. Het gaat om voorstellen waarvan nog niet zeker is of deze leiden tot definitieve MA’s of VV’s met een relatie naar een MBH, en om de antwoorden op die voorstellen. De onderlinge getalsverhoudingen bij deze bouwstenen zijn als volgt:
* Een VV verwijst naar één of meer MA’s. Voorbeeld:
+
* Een VMA kan leiden tot 0 (als het voorstel niet geaccordeerd wordt), 1 of meer MA’s.
** Er wordt gestart met 2 tabletten per dag, daarna wordt besloten te verlagen naar 1 tablet.
+
* Een VMA kan leiden tot 0 (als het voorstel geaccordeerd wordt, want dan kan volstaan worden met het sturen van de nieuwe MA) of 1 AVMA.
: Dat zijn 2 MA’s, maar er is maar 1 VV nodig omdat het om dezelfde tabletten gaat.
+
* Een VVV kan leiden tot 0 (als het voorstel niet geaccordeerd wordt), 1 of meer VV’s.
* Een VV kan leiden tot nul, één of meer MVE’s. Voorbeelden:
+
* Een VVV kan leiden tot 0 (als het voorstel geaccordeerd wordt, want dan kan volstaan worden met het sturen van het nieuwe VV) of 1 AVVV.
** Nul: De patiënt haalt de medicatie niet af.
 
** Een: Het betreft een kuur met antibiotica.
 
** Meer: GDS met VV voor 3 maanden waarbij wekelijks wordt verstrekt.
 
 
 
<u>Toedieningsafspraak &rarr; andere bouwstenen</u><br>
 
* Een TA kan opgevolgd worden door een nieuwe TA. Enkele voorbeelden:
 
** Wijziging van de bestaande medicatieafspraak
 
** Verstrekking middel met andere PRK of HPK vanwege preferentiebeleid of voorraadtekort
 
** Wijziging in toedientijden of distributievorm
 
: De nieuwe TA verwijst dan behalve naar de MA ook naar de vorige TA.
 
* Er kunnen meerdere (eventueel parallelle) TA’s verwijzen naar dezelfde MA. Voorbeelden:
 
** Verstrekking geneesmiddel in de vorm van twee of meer middelen met verschillende sterkte die samen de gewenste sterkte opleveren (parallelle TA’s).
 
** Verstrekking geneesmiddel met andere PRK of HPK, bijvoorbeeld vanwege preferentiebeleid of voorraadtekort (seriële TA’s).
 
** Verstrekking geneesmiddel in GDS én in los doosje als “zo nodig” medicatie. Het betreft verschillende distributievormen dus hiervoor zijn 2 TA’s nodig (parallelle TA’s).
 
* Een TA kan bestaan zonder verwijzing naar een MA. Voorbeeld:
 
** De apotheker stelt zelfzorgmedicatie ter hand en maakt een TA aan in een nieuwe MBH.
 
* (*) Bij een TA kunnen nul, één, of meerdere MVE’s horen. Voorbeelden:
 
** Nul: De patiënt heeft voldoende voorraad.
 
** Een: Het betreft een kuur met antibiotica.
 
** Meer: Elke 2 weken een herhalende verstrekking.
 
 
 
<u>Medicatieverstrekking &rarr; andere bouwstenen</u><br>
 
* Een MVE is in de ambulante situatie gebaseerd op een VV: een medicatieverstrekking mag alleen plaatsvinden als er een actueel  geldig VV bestaat waar de MVE naar verwijst.
 
:Uitzondering:
 
:* Zelfzorgmedicatie verstrekt door de apotheker
 
* (*) Een MVE is gebaseerd op een MA: een medicatieverstrekking mag alleen plaatsvinden als er een geldige en actuele MA bij bestaat.
 
:Uitzonderingen:
 
:* Zelfzorgmedicatie verstrekt door de apotheker.
 
:* Op 1-12 is een MA voor 7 dagen aangemaakt, dus stopdatum 7-12. De patiënt haalt pas op 10-12 de medicatie op. De MA is dan niet meer actueel maar de apotheker mag dan toch een TA maken op basis van die MA en daarop verstrekken, met vastlegging van een MVE.
 
* (*) Een MVE is gebaseerd op een TA: een medicatieverstrekking mag alleen plaatsvinden als er een geldige en actuele TA bij bestaat.
 
:Uitzondering:
 
:* Zelfzorgmedicatie verstrekt door de apotheker. De apotheker kan hierbij ook een TA aanmaken, maar dat hoeft niet.
 
* (*) Een MVE kan meerdere TA’s ondersteunen. Voorbeeld:
 
** Er is een nieuwe TA aangemaakt waar geen MVE voor nodig was, omdat de patiënt voldoende voorraad had. De eerdere MVE hoort dan bij zowel de oude als de nieuwe TA.
 
 
 
<u>Medicatiegebruik &rarr; andere bouwstenen</u><br>
 
* Een MGB kan naar nul of een MA verwijzen. Voorbeeld:
 
** Een patiënt legt zelfzorgmedicatie vast met MGB.
 
* Meerdere MGB’s kunnen verwijzen naar dezelfde MA. Voorbeeld:
 
** Een patiënt houdt regelmatig zijn medicatiegebruik bij door het vastleggen van MGB’s bij dezelfde MA.
 
* Een MGB kan naar nul of een TA verwijzen. Voorbeeld:
 
** Een patiënt legt door de apotheek verstrekte zelfzorgmedicatie vast met MGB.
 
* Meerdere MGB’s kunnen verwijzen naar dezelfde TA. Voorbeeld:
 
** Een patiënt houdt regelmatig zijn medicatiegebruik bij door het vastleggen van MGB’s bij dezelfde TA.
 
* Een MGB kan maar naar één andere bouwsteen, MA óf TA verwijzen.
 
 
 
<u>Medicatietoediening &rarr; andere bouwstenen</u><br>
 
* Een MTD verwijst naar nul of een MA en/of TA en/of WDS, afhankelijk van de situatie:
 
** In ad-hocsituaties waarin meteen medicatie moet worden toegediend heeft de MTD geen verwijzing.
 
** In ambulante situaties zal doorgaans naar een TA worden verwezen, in klinische situaties eerder naar een MA.
 
** De MTD kan naar zowel de MA als TA verwijzen, als die beide bestaan. De MA waarnaar de MTD verwijst moet dezelfde zijn als die waar de TA naar verwijst.
 
** Als er sprake is van een WDS, dan zal de MTD naar zowel WDS als MA verwijzen. De MA waarnaar de MTD verwijst moet dezelfde zijn als die waar het WDS naar verwijst.
 
<br>
 
De voorstelgegevens VMA, AVMA, VVV en AVVV vallen buiten de MBH, en hebben ook geen MBH-id. Het gaat om voorstellen waarvan nog niet zeker is of deze leiden tot definitieve MA’s of VV’s met een relatie naar een MBH, en de antwoorden op die voorstellen. De onderlinge kardinaliteiten bij deze bouwstenen zijn als volgt:
 
* Een VMA kan leiden tot nul (als het voorstel niet geaccordeerd wordt), één of meerdere MA’s.
 
* Een VMA kan leiden tot nul (als het voorstel geaccordeerd wordt, want dan kan volstaan worden met het sturen van de nieuwe MA) of 1 AVMA.
 
* Een VVV kan leiden tot nul (als het voorstel niet geaccordeerd wordt), één of meerdere VV’s.
 
* Een VVV kan leiden tot nul (als het voorstel geaccordeerd wordt, want dan kan volstaan worden met het sturen van het nieuwe VV) of 1 AVVV.
 
  
 
===Samenhang MBH en bouwstenen schematisch weergegeven===
 
===Samenhang MBH en bouwstenen schematisch weergegeven===
Regel 401: Regel 450:
 
1..1 precies 1 keer<br>
 
1..1 precies 1 keer<br>
  
De kardinaliteit die bij een bouwsteen vermeld staat laat zien hoe vaak deze bouwsteen kan voorkomen binnen één MBH (figuur 2.4), of bij één instantiatie van de bouwsteen aan de andere kant, binnen dezelfde MBH (figuur 2.5).<br>
+
De getallen die bij een bouwsteen vermeld staan laten zien hoe vaak deze bouwsteen kan voorkomen binnen één MBH (figuur 2.4), of bij één instantiatie van de bouwsteen aan de andere kant, binnen dezelfde MBH (figuur 2.5).<br>
 
Voorbeeld:<br><br>
 
Voorbeeld:<br><br>
 
[[Bestand: 20241126 uitleg kardinaliteiten in schema samenhang.png|400px|Uitleg kardinaliteiten in schema samenhang]]<br><br>
 
[[Bestand: 20241126 uitleg kardinaliteiten in schema samenhang.png|400px|Uitleg kardinaliteiten in schema samenhang]]<br><br>
''Figuur 2.6  Uitleg kardinaliteiten in afbeeldingen over samenhang MBH en bouwstenen ''<br><br>
+
''Figuur 2.6  Uitleg notatie getallen in afbeeldingen over samenhang MBH en bouwstenen ''<br><br>
  
 
* Bij 1 instantiatie van bouwsteen X kan 0 of 1 instantiatie van bouwsteen Y horen.
 
* Bij 1 instantiatie van bouwsteen X kan 0 of 1 instantiatie van bouwsteen Y horen.
 
* Bij 1 instantiatie van bouwsteen Y kunnen 0, 1 of meerdere instantiaties van bouwsteen X horen.
 
* Bij 1 instantiatie van bouwsteen Y kunnen 0, 1 of meerdere instantiaties van bouwsteen X horen.
  
NB: De kardinaliteiten binnen transacties worden in ART-DECOR beschreven (zie ook [[#Informatiesystemen en transacties|Hoofdstuk 3]]).
+
NB: De kardinaliteiten binnen transacties worden in [https://decor.nictiz.nl/pub/medicatieproces/mp-html-20250429T134736/scenarios.html ART-DECOR] beschreven (zie ook [[#Informatieoverdracht|Hoofdstuk 3 Informatieoverdracht]]).
  
 
==Sturen en/of beschikbaar stellen==
 
==Sturen en/of beschikbaar stellen==
Er zijn twee werkwijzen voor het digitaal uitwisselen van de medicatiebouwstenen in de zorgketen: beschikbaar stellen/raadplegen en sturen/ontvangen.<br>
+
Er zijn twee werkwijzen voor het digitaal uitwisselen van de medicatiebouwstenen in de zorgketen: raadplegen/beschikbaar stellen (Pull) en sturen/ontvangen (Push).<br>
 
''Beschikbaar stellen'' wil zeggen dat gegevens in het eigen informatiesysteem beschikbaar gemaakt worden voor ''raadplegen'' door andere betrokkenen in de keten.<br>
 
''Beschikbaar stellen'' wil zeggen dat gegevens in het eigen informatiesysteem beschikbaar gemaakt worden voor ''raadplegen'' door andere betrokkenen in de keten.<br>
 
Daarnaast is ook ''sturen'' een mogelijkheid, het gericht sturen van gegevens naar andere betrokkenen die deze gegevens dan automatisch ''ontvangen''.<br>
 
Daarnaast is ook ''sturen'' een mogelijkheid, het gericht sturen van gegevens naar andere betrokkenen die deze gegevens dan automatisch ''ontvangen''.<br>
Gegevens worden verstuurd naar zorgaanbieders, niet naar specifieke zorgverleners. Als in het FO gesproken wordt over versturen naar “de apotheker/huisarts/longarts etc.dan gaat het over de betreffende zorgaanbieders, niet die individuele zorgverlener.
+
Gegevens worden verstuurd naar zorgaanbieders, niet naar specifieke zorgverleners. Als in het FO gesproken wordt over versturen naar "de verstrekker/huisarts/longarts etc." dan gaat het over de betreffende zorgaanbieders, niet die individuele zorgverlener.
 
Niet alle gegevens worden altijd of aan iedereen beschikbaar gesteld:
 
Niet alle gegevens worden altijd of aan iedereen beschikbaar gesteld:
 
*Voorstelgegevens worden alleen verstuurd, tussen degene die het voorstel doet en de ontvanger van het voorstel, vaak de voorschrijver.
 
*Voorstelgegevens worden alleen verstuurd, tussen degene die het voorstel doet en de ontvanger van het voorstel, vaak de voorschrijver.
 
*Verstrekkingsverzoeken worden alleen beschikbaar gesteld voor raadpleging door de patiënt.
 
*Verstrekkingsverzoeken worden alleen beschikbaar gesteld voor raadpleging door de patiënt.
 
*Een informatiesysteem stelt alleen bouwstenen beschikbaar waar de betreffende zorgverlener zelf de auteur van is. Eventueel aanwezige kopie-bouwstenen (dus afkomstig van een andere bron) worden ''niet'' beschikbaar gesteld.
 
*Een informatiesysteem stelt alleen bouwstenen beschikbaar waar de betreffende zorgverlener zelf de auteur van is. Eventueel aanwezige kopie-bouwstenen (dus afkomstig van een andere bron) worden ''niet'' beschikbaar gesteld.
*De bouwstenen Lengte en Gewicht kunnen met het medicatievoorschrift verstuurd worden. Ook LaboratoriumUitslag kan meegestuurd worden. Beschikbaar stellen/raadplegen van deze bouwstenen is niet in scope van MP9.
+
*De bouwstenen Lengte en Gewicht kunnen met het medicatievoorschrift verstuurd worden. Ook LaboratoriumUitslag kan meegestuurd worden. Raadplegen/beschikbaar stellen van deze bouwstenen is niet in scope van MP9.
De overdracht van medicatiegegevens zoals in dit document beschreven voldoet aan de wet- en regelgeving. In de [https://www.zorginzicht.nl/binaries/content/assets/zorginzicht/kwaliteitsinstrumenten/Kwaliteitsstandaard+Overdracht+van+medicatiegegevens+in+de+keten.pdf Richtlijn Overdracht van Medicatiegegevens in de keten] is daarover onder andere het volgende beschreven:
 
*Voor het elektronisch ter beschikking stellen van medicatiegegevens door zorgaanbieders aan andere zorgaanbieders is uitdrukkelijke toestemming van de patiënt vereist.
 
*Er is geen toestemming vereist voor het niet-elektronisch beschikbaar stellen van medicatiegegevens aan zorgverleners die rechtstreeks bij de uitvoering van de behandelovereenkomst betrokken zijn.
 
*Het versturen van medicatiegegevens naar personen die rechtstreeks bij de uitvoering van de behandelovereenkomst zijn betrokken (dus ook de vervanger) mag op grond van de WGBO. Dit geldt voor personen binnen en buiten de organisatie van de zorgaanbieder.
 
In [[#Zorgproces medicatie|Hoofdstuk 5 Zorgproces medicatie]] wordt uitgewerkt in welke situaties er sprake is van alleen beschikbaar stellen dan wel van sturen en/of beschikbaar stellen. Dit wordt ook in tabellen in het [[mp:V2.0.0_Verwijzing_naar_documentatie_Medicatieproces9_tbv_Kickstart|Verzamelbestand]] per deelproces samengevat.
 
  
=Informatiesystemen, systeemrollen, transacties en usecases=
+
In [[#Medicatieproces|Hoofdstuk 5 Medicatieproces]] wordt per deelproces uitgewerkt wanneer er sprake is van alleen beschikbaar stellen dan wel van sturen en/of beschikbaar stellen. Dit wordt ook in tabellen in het [[mp:V2.0.0_Verwijzing_naar_documentatie_Medicatieproces9_tbv_Kickstart|Verzamelbestand]] per deelproces samengevat.
''Dit hoofdstuk is nog in review. Onderstaande versie komt overeen met 20241205 Hoofdstuk 3 Informatiesystemen, transacties en usecases.docx.''<br>
 
  
Dit hoofdstuk biedt een overzicht van de informatiesystemen, systeemrollen, transacties en de daarbij betrokken bouwstenen in MP9. Het beschrijft kort hoe deze begrippen zich tot elkaar verhouden en hoe deze gebruikt worden in de beschrijving van usecases.
+
=Informatieoverdracht=
In de beschrijving van het medicatieproces in [[#Medicatieproces|Hoofdstuk 5]] wordt hiernaar verwezen.  
+
''Dit hoofdstuk is nog in review. Onderstaande versie komt overeen met 20250425 Hoofdstuk 3 Informatieoverdracht.docx.''<br>
 +
 
 +
Dit hoofdstuk biedt een overzicht van de informatiesystemen, systeemrollen, transacties en de daarbij betrokken bouwstenen in MP9. Het beschrijft kort hoe deze begrippen zich tot elkaar verhouden en hoe deze gebruikt worden in de beschrijving van deze informatiestandaard.
  
 
==Overzicht begrippen==
 
==Overzicht begrippen==
Vastgelegde medicatiegegevens worden in de vorm van instantiaties van medicatiebouwstenen uitgewisseld. Dit gebeurt via ''transacties'' tussen de informatiesystemen van zorgverleners. Deze transacties zijn te vinden in het tabblad [https://decor.nictiz.nl/pub/medicatieproces/mp-html-20241118T151205/scenarios.html| Scenario’s] in ART-DECOR, gegroepeerd in transactiegroepen en scenario’s.<br>
+
Vastgelegde medicatiegegevens worden in de vorm van instantiaties van medicatiebouwstenen uitgewisseld. Dit gebeurt via ''transacties'' tussen de informatiesystemen van zorgverleners. Transacties worden gegroepeerd in transactiegroepen die zelf weer deel uitmaken van scenario’s. Deze zijn te vinden in het tabblad [https://decor.nictiz.nl/pub/medicatieproces/mp-html-20250429T134736/scenarios.html Scenario’s] in ART-DECOR.<br>
 
Daar staat ook een overzicht van de transacties per ''systeemrol'' (actor: systeem). Elk informatiesysteem in MP9 moet bepaalde systeemrollen kunnen vervullen om de bijbehorende transactie uit te kunnen voeren.<br>
 
Daar staat ook een overzicht van de transacties per ''systeemrol'' (actor: systeem). Elk informatiesysteem in MP9 moet bepaalde systeemrollen kunnen vervullen om de bijbehorende transactie uit te kunnen voeren.<br>
In het tabblad [https://decor.nictiz.nl/pub/medicatieproces/mp-html-20241118T151205/dataset.html| Dataset] in ART-DECOR is de ''generieke'' dataset te vinden met alle voor MP9 relevante gegevenstypen. Een ''transactiedataset'' is een subset van deze generieke dataset. Het bevat de bouwstenen en dataelementen die in de betreffende transactie uitgewisseld kunnen of moeten worden. De kardinaliteit  en conformiteit van de dataelementen wordt per transactie gespecificeerd. Zie voor uitleg hierover de [https://informatiestandaarden.nictiz.nl/wiki/Handleiding_Kardinaliteiten_en_conformance| Handleiding Kardinaliteiten en conformance].<br>
+
In het tabblad [https://decor.nictiz.nl/pub/medicatieproces/mp-html-20250429T134736/dataset.html Dataset] in ART-DECOR is de ''generieke'' dataset te vinden met alle voor MP9 relevante gegevenstypen. Een ''transactie''dataset is een subset van deze generieke dataset. Het bevat de bouwstenen en data-elementen die in de betreffende transactie uitgewisseld kunnen of moeten worden. De kardinaliteit  en conformiteit van de data-elementen worden per transactie gespecificeerd. Zie voor uitleg hierover de [https://informatiestandaarden.nictiz.nl/wiki/Handleiding_Kardinaliteiten_en_conformance Handleiding Kardinaliteiten en conformance].<br>
 
Een ''usecase'' beschrijft een praktijksituatie in de zorg waarvoor de informatie-uitwisseling wordt gespecificeerd aan de hand van:
 
Een ''usecase'' beschrijft een praktijksituatie in de zorg waarvoor de informatie-uitwisseling wordt gespecificeerd aan de hand van:
* actoren: personen en informatiesystemen die bij de usecase betrokken zijn
+
* Actoren:<br>Personen en informatiesystemen die bij de usecase betrokken zijn. Het gaat daarbij om de ''rollen'' die deze actoren vervullen:<br>''bedrijfsrollen'': voorschrijver, verstrekker, toediener, patiënt<br>''systeemrollen'': sturend, ontvangend, raadplegend en beschikbaarstellend systeem
* transacties: welke informatie wordt uitgewisseld, wanneer, en tussen welke systemen en systeemrollen.<br>
+
* Transacties:<br>Welke informatie wordt uitgewisseld, wanneer, en tussen welke systemen en systeemrollen.<br>
  
In het rapport [https://nictiz.nl/app/uploads/2020/09/2021-Paper-Informatiestandaarden-Nictiz.pdf| Informatiestandaarden; basis voor gegevensuitwisseling in de zorg] staat nadere uitleg en achtergrondinformatie over deze begrippen en hun onderlinge relatie.
+
In het rapport [https://nictiz.nl/app/uploads/2020/09/2021-Paper-Informatiestandaarden-Nictiz.pdf Informatiestandaarden; basis voor gegevensuitwisseling in de zorg] staat nadere uitleg en achtergrondinformatie over deze begrippen en hun onderlinge relatie.
  
 
==Informatiesystemen, systeemrollen en transacties==
 
==Informatiesystemen, systeemrollen en transacties==
Regel 463: Regel 508:
 
Een informatiesysteem kan een of meer van deze systeemrollen vervullen.
 
Een informatiesysteem kan een of meer van deze systeemrollen vervullen.
  
In tabel 3.1 hieronder staat een overzicht van de systeemrollen binnen MP9 met hun afkorting, de bijbehorende transactie en bouwstenen. In [https://decor.nictiz.nl/pub/medicatieproces/mp-html-20241118T151205/dataset.html| ART-DECOR] is voor elke transactie te vinden hoe de betrokken bouwstenen daarin worden ingevuld.
+
In tabel 3.1 hieronder staat een overzicht van de systeemrollen binnen MP9 met hun afkorting, de bijbehorende transactie en bouwstenen. In [https://decor.nictiz.nl/pub/medicatieproces/mp-html-20250429T134736/scenarios.html ART-DECOR] is voor elke transactie te vinden hoe de betrokken bouwstenen daarin worden ingevuld.
  
 
{| class="wikitable"
 
{| class="wikitable"
! Systeemrol !! Afkorting !! Transactie !! Betrokken bouwstenen
+
|+ style="caption-side:bottom; text-align:left;"|''Tabel 3.1 Systeemrollen, transacties en bouwstenen''
 +
! style="text-align:left;" | Systeemrol
 +
! style="text-align:left;" | Afkorting
 +
! style="text-align:left;" | Transactie
 +
! style="text-align:left;" | Betrokken bouwstenen
 +
 
 
|-
 
|-
| Medicatiegegevens ||  ||  ||
+
! colspan="4" style="text-align:left;"| '''Scenario Medicatievoorschrift'''
 
|-
 
|-
| MedicatieGegevensSturend  || MP-MGS || Sturen medicatiegegevens || "Eén of meer:
+
| VoorschriftSturend
 +
| MP-VOS
 +
| Sturen medicatievoorschrift
 +
| rowspan="2" style="vertical-align:top;"| MA met of zonder VV; Lengte, Gewicht <br> Eventueel meesturen van de nierfunctiewaarde met het voorschrift verloopt via de transactie Lab2Zorg. Zie Leeswijzer meesturen nierfunctiewaarde met voorschrift.
 
|-
 
|-
| MA, VV, TA, MVE, MTD, MGB, WDS"
+
| VoorschriftOntvangend
 +
| MP-VOO
 +
| Ontvangen medicatievoorschrift
 
|-
 
|-
| MedicatieGegevensOntvangend || MP-MGO || Ontvangen medicatiegegevens ||  
+
! colspan="4" style="text-align:left;"| '''Scenario Afhandelen medicatievoorschrift'''
 
|-
 
|-
| MedicatieGegevensBeschikbaarstellend || MP-MGB || Beschikbaar stellen medicatiegegevens ||  
+
| VoorschriftAfhandelingSturend
 +
| MP-VAS
 +
| Sturen afhandeling medicatievoorschrift
 +
| rowspan="2" style="vertical-align:top;"| TA met of zonder MVE
 
|-
 
|-
| MedicatieGegevensRaadplegend || MP-MGR || Raadplegen medicatiegegevens ||  
+
| VoorschriftAfhandelingOntvangend
 +
| MP-VAO
 +
| Ontvangen afhandeling medicatievoorschrift
 
|-
 
|-
| Medicatievoorschrift ||  ||  ||
+
! colspan="4" style="text-align:left;" |'''Scenario Medicatiegegevens'''
 
|-
 
|-
| VoorschriftSturend || MP-VOS || Sturen medicatievoorschrift || "MA met of zonder VV; Lengte, Gewicht
+
| MedicatieGegevensSturend
 +
| MP-MGS
 +
| Sturen medicatiegegevens
 +
| rowspan="4"  style="vertical-align:top;"|Eén of meer:<br> MA, VV, TA, MVE, MTD, MGB, WDS
 
|-
 
|-
| Eventueel meesturen van de nierfunctiewaarde met het voorschrift verloopt via de transactie Lab2Zorg. Zie Leeswijzer meesturen nierfunctiewaarde met voorschrift. "
+
| MedicatieGegevensOntvangend
 +
| MP-MGO
 +
| Ontvangen medicatiegegevens
 
|-
 
|-
| VoorschriftOntvangend || MP-VOO || Ontvangen medicatievoorschrift ||  
+
| MedicatieGegevensBeschikbaarstellend
 +
| MP-MGB
 +
| Beschikbaar stellen medicatiegegevens
 
|-
 
|-
| Afhandelen medicatievoorschrift ||  ||  ||  
+
| MedicatieGegevensRaadplegend
 +
| MP-MGR
 +
| Raadplegen medicatiegegevens
 
|-
 
|-
| VoorschriftAfhandelingSturend || MP-VAS || Sturen afhandeling medicatievoorschrift || TA met of zonder MVE
+
! colspan="4" style="text-align:left;"|'''Voorstelgegevens'''
 
|-
 
|-
| VoorschriftAfhandelingOntvangend || MP-VAO || Ontvangen afhandeling medicatievoorschrift ||  
+
| VoorstelVerstrekkingsverzoekSturend
 +
| MP-VVS
 +
| Sturen voorstel verstrekkingsverzoek
 +
| rowspan="2" style="vertical-align:top;"|VVV
 
|-
 
|-
| Voorstelgegevens ||  ||  ||  
+
| VoorstelVerstrekkingsverzoekOntvangend
 +
| MP-VVO
 +
| Ontvangen voorstel verstrekkingsverzoek
 
|-
 
|-
| VoorstelVerstrekkingsverzoekSturend || MP-VVS || Sturen voorstel verstrekkingsverzoek || VVV
+
| AntwoordVoorstelVerstrekkingsverzoekSturend
 +
| MP-AVVS
 +
| Sturen antwoord voorstel verstrekkingsverzoek
 +
| rowspan="2" style="vertical-align:top;"| AVVV
 
|-
 
|-
| VoorstelVerstrekkingsverzoekOntvangend || MP-VVVO || Ontvangen voorstel verstrekkingsverzoek ||
+
| AntwoordVoorstelVerstrekkingsverzoekOntvangend
 +
| MP-AVVO
 +
| Ontvangen antwoord voorstel verstrekkingsverzoek
 
|-
 
|-
| AntwoordVoorstelVerstrekkingsverzoekSturend || MP-AVVVS || Sturen antwoord voorstel verstrekkingsverzoek || AVVV
+
| VoorstelMedicatieafspraakSturend
 +
| MP-VMS
 +
| Sturen voorstel medicatieafspraak
 +
| rowspan="2" style="vertical-align:top;"|VMA met of zonder Lengte, Gewicht
 
|-
 
|-
| AntwoordVoorstelVerstrekkingsverzoekOntvangend || MP-AVVVO || Ontvangen antwoord voorstel verstrekkingsverzoek ||
+
| VoorstelMedicatieafspraakOntvangend
 +
| MP-VMO
 +
| Ontvangen voorstel medicatieafspraak
 
|-
 
|-
| VoorstelMedicatieafspraakSturend || MP-VMS || Sturen voorstel medicatieafspraak || VMA met of zonder Lengte, Gewicht
+
| AntwoordVoorstelMedicatieafspraakSturend
 +
| MP-AVMS
 +
| Sturen antwoord voorstel medicatieafspraak
 +
| rowspan="2" style="vertical-align:top;"|AVMA
 
|-
 
|-
| VoorstelMedicatieafspraakOntvangend || MP-VMO || Ontvangen voorstel medicatieafspraak ||
+
| AntwoordVoorstelMedicatieafspraakOntvangend
|-
+
| MP-AVMO
| AntwoordVoorstelMedicatieafspraakSturend || MP-AVMAS || Sturen antwoord voorstel medicatieafspraak || AVMA
+
| Ontvangen antwoord voorstel medicatieafspraak
|-
 
| AntwoordVoorstelMedicatieafspraakOntvangend || MP-AVMAO || Ontvangen antwoord voorstel medicatieafspraak ||
 
 
|}
 
|}
 
''Tabel 3.1 Systeemrollen, transacties en bouwstenen''
 
  
 
===Informatiesystemen en systeemrollen===
 
===Informatiesystemen en systeemrollen===
Een informatiesysteem kan verschillende systeemrollen vervullen. Tabel 3.2 laat voor elk informatiesysteem zien welke dit zijn. Op dit moment (Q1 2025) zijn de voorstelgegevens hier nog niet in meegenomen, aangezien dat nog verder uitgewerkt wordt.
+
Een informatiesysteem kan verschillende systeemrollen vervullen. Tabel 3.2 laat voor elk informatiesysteem zien welke dit zijn.<br>
 +
Op dit moment (Q1 2025) zijn de voorstelgegevens hier nog niet in meegenomen, aangezien dat nog verder uitgewerkt wordt.
  
 
{| class="wikitable"
 
{| class="wikitable"
 
! systeemrol !! EVS !! AIS !! PGO !! eTDR !! TrIS  
 
! systeemrol !! EVS !! AIS !! PGO !! eTDR !! TrIS  
 +
|-
 +
| MP-VOS || √ || - || - || - || √
 +
|-
 +
| MP-VOO || - || √ || - || - || -
 +
|-
 +
| MP-VAS || - || √ || - || - || -
 +
|-
 +
| MP-VAO || √ || - || - || - || √
 
|-
 
|-
 
| MP-MGS || √ || √ || √ || √ || √
 
| MP-MGS || √ || √ || √ || √ || √
Regel 528: Regel 620:
 
|-
 
|-
 
| MP-MGR || √ || √ || √ || √ || √
 
| MP-MGR || √ || √ || √ || √ || √
|-
 
| MP-VOS || √ || - || - || - || √
 
|-
 
| MP-VOO || - || √ || - || - || -
 
|-
 
| MP-VAS || - || √ || - || - || -
 
|-
 
| MP-VAO || √ || - || - || - || √
 
 
|}
 
|}
  
Regel 546: Regel 630:
 
''Figuur 3.1 Informatiesystemen en systeemrollen''
 
''Figuur 3.1 Informatiesystemen en systeemrollen''
  
==Usecases in MP9==
+
==Scenario's en usecases==
Binnen MP9 zijn de volgende usecases te onderscheiden:
+
Deze paragraaf geeft een beschrijving van de volgende scenario's:
 
* Medicatievoorschrift
 
* Medicatievoorschrift
 
* Afhandelen Medicatievoorschrift
 
* Afhandelen Medicatievoorschrift
 
* Medicatiegegevens
 
* Medicatiegegevens
Deze worden hieronder uitgewerkt. De bijbehorende procesbeschrijvingen staan in [[#Medicatieproces|Hoofdstuk 5]].
+
Bij elk scenario wordt aangegeven wat voor usecases daarbij horen. De bijbehorende procesbeschrijvingen staan in [[#Medicatieproces|Hoofdstuk 5 Medicatieproces]]. Het scenario Voorstelgegevens is hier nog niet opgenomen omdat dit op dit moment (Q2 2025) nog verder wordt uitgewerkt.<br>
===Usecase Medicatievoorschrift===
+
Er is gekozen voor een onderverdeling per scenario en niet per usecase. Dit is gedaan omdat binnen het medicatieproces geen 1-op-1 relatie tussen usecase en scenario bestaat. Het deelproces Voorschrijven kent bijvoorbeeld de usecase voorschrijven, maar ook de usecase ontvangen afhandeling voorschrift, het ontvangen en beantwoorden van een voorstel van een verstrekker of het opstellen van een overzicht van medicatiegegevens. Alle drie de scenario’s komen hierbij aan de orde. Omgekeerd kan het scenario Medicatiegegevens voor allerlei verschillende usecases gebruikt worden. Een beschrijving per scenario is daarom het meest efficiënt.
 +
 
 +
===Scenario Medicatievoorschrift===
 
====Doel en relevantie====
 
====Doel en relevantie====
Doel is het versturen van een medicatievoorschrift vanuit de voorschrijvend arts naar de apotheek.
+
Doel is het versturen van een medicatievoorschrift door de voorschrijver naar de verstrekker.
 
====Proces====
 
====Proces====
Deze usecase is van toepassing bij het deelproces Voorschrijven.
+
Dit scenario is van toepassing in de usecase voorschrijven van medicatie tijdens het deelproces Voorschrijven.
 
====Bedrijfsrollen en activiteitendiagram====
 
====Bedrijfsrollen en activiteitendiagram====
 
{| class="wikitable"
 
{| class="wikitable"
 
! Bedrijfsrol (actor) !! Beschrijving bedrijfsrol
 
! Bedrijfsrol (actor) !! Beschrijving bedrijfsrol
 
|-
 
|-
| Voorschrijver || Sturen medicatievoorschrift naar apotheek
+
| Voorschrijver || Sturen medicatievoorschrift naar verstrekker
 
|-
 
|-
| Apotheek || Ontvangen medicatievoorschrift van voorschrijver
+
| Verstrekker || Ontvangen medicatievoorschrift van voorschrijver
 
|}
 
|}
[[Bestand:Activiteitendiagram uc medicatievoorschrift.png|500px|Activiteitendiagram usecase medicatievoorschrift]]
+
[[Bestand:Activiteitendiagram scenario Medicatievoorschrift.png|500px|Activiteitendiagram scenario Medicatievoorschrift]]
  
 
====Systemen en systeemrollen====
 
====Systemen en systeemrollen====
 
De voorschrijver maakt gebruik van een EVS (elektronisch voorschrijfsysteem).
 
De voorschrijver maakt gebruik van een EVS (elektronisch voorschrijfsysteem).
De apotheek maakt gebruik van een AIS (apotheekinformatiesysteem).
+
De verstrekker maakt gebruik van een AIS (apotheekinformatiesysteem).
  
 
{| class="wikitable"
 
{| class="wikitable"
 
! Systeem !! Naam systeemrol !! Systeemrolcode !! Beschrijving systeemrol
 
! Systeem !! Naam systeemrol !! Systeemrolcode !! Beschrijving systeemrol
 
|-
 
|-
| EVS || VoorschriftSturend || MP-VOS || Sturen medicatievoorschrift naar apotheek
+
| EVS || VoorschriftSturend || MP-VOS || Sturen medicatievoorschrift naar verstrekker
 
|-
 
|-
 
| AIS || VoorschriftOntvangend || MP-VOO || Ontvangen medicatievoorschrift van voorschrijver
 
| AIS || VoorschriftOntvangend || MP-VOO || Ontvangen medicatievoorschrift van voorschrijver
 
|}
 
|}
[[Bestand:Componentendiagram uc medicatievoorschrift.png|500px|Componentendiagram usecase medicatievoorschrift]]
+
[[Bestand:Componentendiagram scenario Medicatievoorschrift.png|500px|Componentendiagram scenario Medicatievoorschrift]]
  
 
====Samenhang bedrijfsrollen, systeemrollen en transacties====
 
====Samenhang bedrijfsrollen, systeemrollen en transacties====
 
{| class="wikitable"
 
{| class="wikitable"
! Usecase !! Bedrijfsrol !! Systeem !! Systeemrol !! Transactiegroep !! Transactie
+
! Usecase  
 +
! Bedrijfsrol  
 +
! Systeem  
 +
! Systeemrol  
 +
! Transactiegroep  
 +
! Transactie
 
|-
 
|-
| Medicatievoorschrift || Voorschrijver || EVS || MP-VOS || MedicatieVoorschrift (Sturen/Ontvangen) || Sturen medicatievoorschrift
+
| rowspan = "2" style = "vertical-align: top" | Medicatievoorschrift
 +
| Voorschrijver
 +
| EVS
 +
| MP-VOS
 +
| rowspan = "2" style = "vertical-align: top" | MedicatieVoorschrift (Sturen/Ontvangen)
 +
| Sturen medicatievoorschrift
 
|-
 
|-
| || Apotheek || AIS || MP-VOO ||  || Ontvangen medicatievoorschrift
+
| Verstrekker
 +
| AIS
 +
| MP-VOO
 +
| Ontvangen medicatievoorschrift
 
|}
 
|}
[[Bestand:UML-diagram uc medicatievoorschrift.png|500px|UML-diagram usecase medicatievoorschrift]]
+
[[Bestand:UML-diagram scenario Medicatievoorschrift.png|500px|UML-diagram scenario Medicatievoorschrift]]
  
===Usecase Afhandelen medicatievoorschrift===
+
===Scenario Afhandelen medicatievoorschrift===
 
====Doel en relevantie====
 
====Doel en relevantie====
Doel is het informeren van de voorschrijver door de apotheker over het afhandelen van een medicatievoorschrift.
+
Doel is het informeren van de voorschrijver door de verstrekker over het afhandelen van een medicatievoorschrift.
 
====Proces====
 
====Proces====
Deze usecase is van toepassing bij het deelproces Ter hand stellen.
+
Dit scenario is van toepassing in de usecase afhandelen medicatievoorschrift tijdens het deelproces Ter hand stellen.
 
====Bedrijfsrollen en activiteitendiagram====
 
====Bedrijfsrollen en activiteitendiagram====
 
{| class="wikitable"
 
{| class="wikitable"
 
! Bedrijfsrol (actor) !! Beschrijving bedrijfsrol
 
! Bedrijfsrol (actor) !! Beschrijving bedrijfsrol
 
|-
 
|-
| Apotheek || Sturen afhandeling medicatievoorschrift naar voorschrijver
+
| Verstrekker || Sturen afhandeling medicatievoorschrift naar voorschrijver
 
|-
 
|-
| Voorschrijver || Ontvangen afhandeling medicatievoorschrift van apotheek
+
| Voorschrijver || Ontvangen afhandeling medicatievoorschrift van verstrekker
 
|-
 
|-
 
|}
 
|}
[[Bestand:Activiteitendiagram uc afhandelen medicatievoorschrift.png|500px|Activiteitendiagram usecase afhandelen medicatievoorschrift]]
+
[[Bestand:Activiteitendiagram scenario Afhandelen medicatievoorschrift.png|500px|Activiteitendiagram scenario Afhandelen medicatievoorschrift]]
  
 
====Systemen en systeemrollen====
 
====Systemen en systeemrollen====
De apotheek maakt gebruik van een AIS (apotheekinformatiesysteem).
+
De verstrekker maakt gebruik van een AIS (apotheekinformatiesysteem).
 
De voorschrijver maakt gebruik van een EVS (elektronisch voorschrijfsysteem).
 
De voorschrijver maakt gebruik van een EVS (elektronisch voorschrijfsysteem).
 
{| class="wikitable"
 
{| class="wikitable"
Regel 614: Regel 713:
 
| AIS || VoorschriftAfhandelingSturend || MP-VAS || Sturen van afhandeling medicatievoorschrift naar voorschrijver  
 
| AIS || VoorschriftAfhandelingSturend || MP-VAS || Sturen van afhandeling medicatievoorschrift naar voorschrijver  
 
|-
 
|-
| EVS || VoorschriftAfhandelingOntvangend || MP-VAO || Ontvangen van afhandeling medicatievoorschrift van apotheek
+
| EVS || VoorschriftAfhandelingOntvangend || MP-VAO || Ontvangen van afhandeling medicatievoorschrift van verstrekker
 
|-
 
|-
 
|  
 
|  
 
|}
 
|}
[[Bestand:Componentendiagram uc afhandelen medicatievoorschrift.png|500px|Componentendiagram usecase afhandelen medicatievoorschrift]]
+
[[Bestand:Componentendiagram scenario Afhandelen medicatievoorschrift.png|500px|Componentendiagram scenario Afhandelen medicatievoorschrift]]
 +
 
 
====Samenhang bedrijfsrollen, systeemrollen en transacties====
 
====Samenhang bedrijfsrollen, systeemrollen en transacties====
 
{| class="wikitable"
 
{| class="wikitable"
! Usecase !! Bedrijfsrol !! Systeem !! Systeemrol !! Transactiegroep  !! Transactie
+
! Usecase  
 +
! Bedrijfsrol  
 +
! Systeem  
 +
! Systeemrol  
 +
! Transactiegroep   
 +
! Transactie
 
|-
 
|-
| Afhandelen medicatievoorschrift || Apotheek || AIS || MP-VAS || VoorschriftAfhandeling (Sturen/Ontvangen) || Sturen afhandeling medicatievoorschrift
+
| rowspan = "2" style = "vertical-align: top"| Afhandelen medicatievoorschrift  
 +
| Verstrekker
 +
| AIS  
 +
| MP-VAS  
 +
| rowspan = "2" style = "vertical-align: top" | VoorschriftAfhandeling (Sturen/Ontvangen)  
 +
| Sturen afhandeling medicatievoorschrift
 
|-
 
|-
|  || Voorschrijver || EVS || MP-VAO ||  || Ontvangen afhandeling medicatievoorschrift
+
| Voorschrijver  
 +
| EVS  
 +
| MP-VAO  
 +
| Ontvangen afhandeling medicatievoorschrift
 
|}
 
|}
[[Bestand:UML-diagram uc afhandelen medicatievoorschrift.png|500px|UML-diagram usecase afhandelen medicatievoorschrift]]
+
[[Bestand:UML-diagram scenario Afhandelen medicatievoorschrift.png|500px|UML-diagram scenario Afhandelen medicatievoorschrift]]
  
===Usecase Medicatiegegevens===
+
===Scenario Medicatiegegevens===
 
====Doel en relevantie====
 
====Doel en relevantie====
 
Doel is het versturen, ontvangen, beschikbaar stellen en raadplegen van medicatiegegevens door zorgverleners en patiënt. Bijvoorbeeld:
 
Doel is het versturen, ontvangen, beschikbaar stellen en raadplegen van medicatiegegevens door zorgverleners en patiënt. Bijvoorbeeld:
* Beschikbaar stellen van een MGB die tijdens het proces van medicatieverificatie is vastgelegd
+
* Beschikbaar stellen van een MGB die tijdens het proces van medicatieverificatie is vastgelegd;
* Raadplegen van medicatiegegevens ten behoeve van het opstellen van een medicatieoverzicht of toedienlijst
+
* Raadplegen van medicatiegegevens ten behoeve van het opstellen van een toedienlijst;
* Beschikbaar stellen van een verstuurde MA door de voorschrijver
+
* Sturen van een stop-MA door een voorschrijver naar de voorschrijver van de oorspronkelijke MA;
* Beschikbaar stellen van een TA en VV door de apotheek
+
* Beschikbaar stellen van een TA en MVE door de verstrekker;
* Raadplegen van medicatiegegevens door een patiënt
+
* Raadplegen van medicatiegegevens door een patiënt.
 
====Proces====
 
====Proces====
Deze usecase komt in elk van de deelprocessen in [[#Medicatieproces|Hoofdstuk 5]] aan de orde.
+
Dit scenario komt in elk van de deelprocessen in [[#Medicatieproces|Hoofdstuk 5 Medicatieproces]] aan de orde.
 +
 
 
====Bedrijfsrollen en activiteitendiagram====
 
====Bedrijfsrollen en activiteitendiagram====
De usecase Medicatiegegevens kan bij alle bedrijfsrollen (zorgverleners en patiënt) van toepassing zijn.
+
Het scenario Medicatiegegevens kan bij alle bedrijfsrollen (zorgverleners en patiënt) van toepassing zijn.
 
{| class="wikitable"
 
{| class="wikitable"
! Bedrijfsrol (actor) !! Beschrijving bedrijfsrol
+
! Bedrijfsrol (actor)  
 +
! Beschrijving bedrijfsrol
 
|-
 
|-
| Alle actoren || Sturen medicatiegegevens
+
| rowspan = "4" style = "vertical-align: top"| Alle actoren  
 +
| Sturen medicatiegegevens
 
|-
 
|-
|  || Ontvangen medicatiegegevens
+
| Ontvangen medicatiegegevens
 
|-
 
|-
|  || Beschikbaar stellen medicatiegegevens
+
| Beschikbaar stellen medicatiegegevens
 
|-
 
|-
|  || Raadplegen medicatiegegevens
+
| Raadplegen medicatiegegevens
 
|}
 
|}
[[Bestand:Activiteitendiagram uc medicatiegegevens.png|500px|Activiteitendiagram usecase medicatiegegevens]]
+
[[Bestand:Activiteitendiagram scenario Medicatiegegevens.png|500px|Activiteitendiagram scenario Medicatiegegevens]]
  
 
====Systemen en systeemrollen====
 
====Systemen en systeemrollen====
Regel 660: Regel 776:
 
* eTDR (toedieningsregistratiesysteem)
 
* eTDR (toedieningsregistratiesysteem)
 
{| class="wikitable"
 
{| class="wikitable"
! Systeem !! Naam systeemrol !! Systeemrolcode !! Omschrijving
+
! Systeem  
 +
! Naam systeemrol  
 +
! Systeemrolcode  
 +
! Omschrijving
 
|-
 
|-
| XIS || MedicatieGegevensSturend || MP-MGS || Sturen medicatiegegevens aan medebehandelaar/patiënt
+
| rowspan = "4" style = "vertical-align: top"| XIS  
 +
| MedicatieGegevensSturend  
 +
| MP-MGS  
 +
| Sturen medicatiegegevens aan medebehandelaar/patiënt
 
|-
 
|-
|  || MedicatieGegevensOntvangend || MP-MGO || Ontvangen medicatiegegevens van medebehandelaar/patiënt
+
| MedicatieGegevensOntvangend  
 +
| MP-MGO  
 +
| Ontvangen medicatiegegevens van medebehandelaar/patiënt
 
|-
 
|-
|  || MedicatieGegevensBeschikbaarstellend || MP-MGB || Beschikbaar stellen medicatiegegevens aan medebehandelaars/patiënt
+
| MedicatieGegevensBeschikbaarstellend  
 +
| MP-MGB  
 +
| Beschikbaar stellen medicatiegegevens aan medebehandelaars/patiënt
 
|-
 
|-
|  || MedicatieGegevensRaadplegend || MP-MGR || Raadplegen medicatiegegevens bij medebehandelaars/patiënt
+
| MedicatieGegevensRaadplegend  
 +
| MP-MGR  
 +
| Raadplegen medicatiegegevens bij medebehandelaars/patiënt
 
|}
 
|}
[[Bestand:Componentendiagram uc medicatiegegevens.png|500px|Componentendiagram usecase medicatiegegevens]]
+
[[Bestand:Componentendiagram scenario Medicatiegegevens.png|500px|Componentendiagram scenario Medicatiegegevens]]
 +
 
 
====Samenhang bedrijfsrollen, systeemrollen en transacties====
 
====Samenhang bedrijfsrollen, systeemrollen en transacties====
 
{| class="wikitable"
 
{| class="wikitable"
! Usecase !! Bedrijfsrol !! Systeem !! Systeemrol !! Transactiegroep !! Transactie
+
! Usecase  
 +
! Bedrijfsrol  
 +
! Systeem  
 +
! Systeemrol  
 +
! Transactiegroep
 +
! Transactie
 
|-
 
|-
| Medicatiegegevens || Alle actoren || XIS || MP-MGS || Medicatiegegevens (Sturen/Ontvangen) || Sturen medicatiegegevens
+
| rowspan = "4" style = "vertical-align: top"| Medicatiegegevens  
 +
| rowspan = "4" style = "vertical-align: top"| Alle actoren  
 +
| rowspan = "4" style = "vertical-align: top"| XIS  
 +
| MP-MGS  
 +
| rowspan = "2" style = "vertical-align: top"| Medicatiegegevens (Sturen/Ontvangen)  
 +
| Sturen medicatiegegevens
 
|-
 
|-
|  ||  ||  || MP-MGO ||  || Ontvangen medicatievoorschrift
+
| MP-MGO
 +
| Ontvangen medicatievoorschrift
 
|-
 
|-
|  ||  ||  || MP-MGB || Medicatiegegevens (Beschikbaar stellen/raadplegen) || Beschikbaar stellen medicatiegegevens
+
| MP-MGB
 +
| rowspan = "2" style = "vertical-align: top"| Medicatiegegevens (Beschikbaar stellen/raadplegen)
 +
| Beschikbaar stellen medicatiegegevens
 
|-
 
|-
|  ||  ||  || MP-MGR ||  || Raadplegen medicatiegegevens
+
| MP-MGR
 +
| Raadplegen medicatiegegevens
 
|}
 
|}
[[Bestand:UML-diagram uc medicatiegegevens.png|800px|UML-diagram usecase medicatiegegevens]]
+
[[Bestand:UML-diagram scenario Medicatiegegevens.png|800px|UML-diagram scenario Medicatiegegevens]]
  
 
=Consolideren=
 
=Consolideren=
''Dit hoofdstuk is nog in review. Onderstaande versie komt overeen met 20241205 Hoofdstuk 4 Consolideren.docx''<br>
+
''Dit hoofdstuk is nog in review. Onderstaande versie komt overeen met 20250428 Hoofdstuk 4 Consolideren.docx''<br>
  
 
In de voorgaande hoofdstukken zijn de medicatiebouwstenen beschreven en is toegelicht hoe deze worden vastgelegd en uitgewisseld. In dit hoofdstuk wordt het principe van consolideren uitgelegd. Hiermee wordt bepaald welke bouwstenen binnen 1 MBH op enig moment geldig zijn. Dit is bijvoorbeeld van belang voor:
 
In de voorgaande hoofdstukken zijn de medicatiebouwstenen beschreven en is toegelicht hoe deze worden vastgelegd en uitgewisseld. In dit hoofdstuk wordt het principe van consolideren uitgelegd. Hiermee wordt bepaald welke bouwstenen binnen 1 MBH op enig moment geldig zijn. Dit is bijvoorbeeld van belang voor:
Regel 692: Regel 835:
 
* medicatiebewaking
 
* medicatiebewaking
 
* receptendatabase apotheker
 
* receptendatabase apotheker
Ook tijdens de migratie- en hybride situatie is consolideren van belang. Zie hiervoor de [[mp:Vkickstart_MigratieHybride|Implementatiehandleiding migratie en hybride V2.0]]. De regels en afspraken in de hybride situatie zijn complementair aan de consolidatieregels die in dit hoofdstuk beschreven zijn.<br>
+
Ook tijdens migratie en in de hybride situatie is consolideren van belang. Zie hiervoor de [[mp:Vkickstart_MigratieHybride|Implementatiehandleiding migratie en hybride V2.0]]. De regels en afspraken in de hybride situatie zijn complementair aan de consolidatieregels die in dit hoofdstuk beschreven worden.<br>
Paragraaf 4.1 beschrijft wat consolideren inhoudt.<br>
+
In paragraaf 4.1 wordt het begrip consolideren toegelicht.<br>
 
Paragraaf 4.2 bevat uitleg over de bijbehorende consolidatieregels. Deze regels worden met voorbeelden uitgewerkt.<br>
 
Paragraaf 4.2 bevat uitleg over de bijbehorende consolidatieregels. Deze regels worden met voorbeelden uitgewerkt.<br>
In paragraaf 4.3 wordt het begrip effectieve periode toegelicht.<br>
+
Paragraaf 4.3 beschrijft de regels voor het bepalen van de effectieve periode van een bouwsteen.<br>
Paragraaf 4.4 geeft uitleg over de toepassing van de regels voor overzichten van medicatiegegevens.<br>
+
Paragraaf 4.4 geeft uitleg over de toepassing van de regels voor overzichten van medicatiegegevens.
  
 
==Wat houdt consolideren in?==
 
==Wat houdt consolideren in?==
Regel 704: Regel 847:
 
Bij consolideren worden de volgende stappen doorlopen:  
 
Bij consolideren worden de volgende stappen doorlopen:  
 
* Verzamelen bouwstenen
 
* Verzamelen bouwstenen
: Eerst moeten de beschikbare bouwstenen verzameld worden. Met de transactie Raadplegen medicatiegegevens worden voor een bepaalde tijdsperiode bouwstenen verzameld uit alle beschikbare bronnen.
+
: Eerst moeten de beschikbare bouwstenen verzameld worden. Met de transactie Raadplegen medicatiegegevens (zie [[#Scenario Medicatiegegevens|paragraaf 3.3.3 Scenario Medicatiegegevens]]) worden voor een bepaalde tijdsperiode bouwstenen verzameld uit alle beschikbare bronnen .
 
* Ontdubbelen identieke bouwstenen
 
* Ontdubbelen identieke bouwstenen
 
: In principe zouden dubbele bouwstenen niet moeten voorkomen aangezien de betrokken informatiesystemen bij deze transactie alleen eigen medicatiegegevens beschikbaar mogen stellen, geen kopiebouwstenen. In enkele gevallen kan dit toch voorkomen. Het informatiesysteem moet daarom eventuele identieke bouwstenen kunnen identificeren en ontdubbelen.
 
: In principe zouden dubbele bouwstenen niet moeten voorkomen aangezien de betrokken informatiesystemen bij deze transactie alleen eigen medicatiegegevens beschikbaar mogen stellen, geen kopiebouwstenen. In enkele gevallen kan dit toch voorkomen. Het informatiesysteem moet daarom eventuele identieke bouwstenen kunnen identificeren en ontdubbelen.
 
* Toepassen consolidatieregels
 
* Toepassen consolidatieregels
: Met consolidatieregels wordt bepaald welke bouwstenen op enig moment geldig zijn. In paragraaf 4.2 worden deze consolidatieregels uitgewerkt.
+
: Met consolidatieregels wordt bepaald welke bouwstenen op enig moment geldig zijn. In de volgende paragraaf worden deze consolidatieregels uitgewerkt.
  
 
==Consolidatieregels==
 
==Consolidatieregels==
Regel 718: Regel 861:
 
* de afspraakbouwstenen MA, TA, en WDS
 
* de afspraakbouwstenen MA, TA, en WDS
 
* MGB
 
* MGB
Hoewel MGB geen afspraken bevat, is deze wel van belang voor medicatieverificatie en overzichten van medicatiegegevens. Daarom wordt deze toch in de consolidatieregels meegenomen.<br>
+
Hoewel MGB geen afspraken bevat, is deze wel van belang voor medicatieverificatie en overzichten van medicatiegegevens. Daarom wordt deze toch in de consolidatieregels meegenomen. ‘Ongeldig’ betekent in geval van een MGB dat de informatie in deze bouwsteen achterhaald is.<br>
MTD’s zijn geen onderdeel van deze regels. Een MTD is een registratie van een handeling die al heeft plaatsgevonden. Een stop-MA of -TA heeft daarom geen invloed op een eenmaal vastgelegde MTD.
+
MTD’s komen niet voor in deze regels. Een MTD is een registratie van een handeling die al heeft plaatsgevonden. Een stop-MA of stop-TA heeft daarom geen invloed op een eenmaal vastgelegde MTD.
  
 
===Hoe zien de consolidatieregels voor MP9 eruit?===
 
===Hoe zien de consolidatieregels voor MP9 eruit?===
Een stop-bouwsteen stopt alleen een bouwsteen van hetzelfde type en maakt deze daarmee dan ongeldig. Medicatie kan dus worden gestopt door een stop-MA, die een nieuwe of andere eindDatumTijd heeft. Op die eindDatumTijd maakt deze stop-MA daarnaast ook de gerelateerde TA, WDS en alle eerdere MGB’s ongeldig.<br>
+
Een stop-bouwsteen stopt alleen een bouwsteen van hetzelfde type en maakt deze daarmee dan ongeldig. Een MA kan dus worden gestopt door een stop-MA, die een nieuwe eindDatumTijd heeft. Op die eindDatumTijd maakt deze stop-MA daarnaast ook de gerelateerde TA, WDS en alle eerdere MGB’s ongeldig.<br>
Ook een stop-TA en stop-WDS  stoppen de bouwsteen van hetzelfde type. Ze kunnen verder alleen MGB’s ongeldig maken.<br>
+
Ook een stop-TA en stop-WDS  stoppen de bouwsteen van hetzelfde type. Ze maken verder alleen MGB’s ongeldig.<br>
MGB’s worden door elke stop-bouwsteen ongeldig gemaakt, en daarnaast ook door elke nieuwe MGB van eenzelfde type auteur.<br>
+
MGB’s worden door elke nieuwe MA, TA en WDS ongeldig gemaakt, en daarnaast ook door elke nieuwe MGB van eenzelfde type auteur. Alleen in geval van parallelle TA’s maakt een nieuwe MGB alleen die MGB’s ongeldig die bij dezelfde TA horen.<br>
  
 
De consolidatieregels binnen één MBH zijn dan als volgt samen te vatten:<br>
 
De consolidatieregels binnen één MBH zijn dan als volgt samen te vatten:<br>
Regel 737: Regel 880:
 
:* het WDS waarnaar dit stop-WDS verwijst, én
 
:* het WDS waarnaar dit stop-WDS verwijst, én
 
:* alle eerdere MGB’s
 
:* alle eerdere MGB’s
4. Elk type MGB maakt eerdere MGB’s ongeldig, mits afkomstig van eenzelfde type auteur.
+
4. MGB's worden door elk type nieuwe MA, TA en WDS ongeldig gemaakt.<br>
 +
5. Elk type MGB maakt eerdere MGB’s ongeldig, mits afkomstig van eenzelfde type auteur.
 +
:* Uitzondering: In geval van parallelle TA's maakt een nieuwe MGB alleen de oudere MGB's ongeldig die bij dezelfde TA horen en van eenzelfde type auteur komen.
  
 
Op annuleer-bouwstenen zijn dezelfde regels van toepassing. Na het toepassen van de consolidatieregels blijven alleen de geldige bouwstenen over.<br>
 
Op annuleer-bouwstenen zijn dezelfde regels van toepassing. Na het toepassen van de consolidatieregels blijven alleen de geldige bouwstenen over.<br>
Regel 752: Regel 897:
 
De meest eenvoudige volgorde is: een medicamenteuze behandeling begint met een MA, gevolgd door een TA die de MA concreet invult. Eventueel wordt medicatiegebruik vastgelegd. Alle bouwstenen zijn in dit geval geldig:
 
De meest eenvoudige volgorde is: een medicamenteuze behandeling begint met een MA, gevolgd door een TA die de MA concreet invult. Eventueel wordt medicatiegebruik vastgelegd. Alle bouwstenen zijn in dit geval geldig:
 
::→ <font color="00B050">MA – TA – MGB</font>
 
::→ <font color="00B050">MA – TA – MGB</font>
<u>Nieuwe MA in bestaande MBH</u><br>
+
<u>Nieuwe MA in bestaande MBH (wijziging)</u><br>
 
(regel 1)<br>
 
(regel 1)<br>
Als in een bestaande MBH een nieuwe MA wordt vastgelegd, zijn eerdere MA, TA’s en MGB’s niet meer geldig.
+
Als in een bestaande MBH voor een wijziging een technische stop-MA een nieuwe MA worden vastgelegd, zijn de bijbehorende eerdere MA, TA’s en MGB’s niet meer geldig.
::→ ''MA – TA – MGB – stop-MA'' – <font color="00B050">MA</font>
+
::→ ''MA – TA – MGB'' <font color="00B050">stop-MA</font> – <font color="00B050">MA</font>
  
 
Varianten:
 
Varianten:
* Een TA of MGB die na de nieuwe MA worden vastgelegd is wel weer geldig:
+
* Een TA of MGB die na de nieuwe MA wordt vastgelegd is wel weer geldig:
::→ ''MA – TA – MGB – stop-MA'' – <font color="00B050">MA</font> – ''stop-TA'' – <font color="00B050">TA</font><br>
+
::→ ''MA – TA – MGB'' <font color="00B050">stop-MA</font> – <font color="00B050">MA</font> – <font color="00B050">stop-TA</font> – <font color="00B050">TA</font><br>
::→ ''MA – TA – MGB – stop-MA'' – <font color="00B050">MA</font> – ''stop-TA'' – <font color="00B050">TA – MGB</font>
+
::→ ''MA – TA – MGB'' <font color="00B050">stop-MA</font> – <font color="00B050">MA</font> – <font color="00B050">stop-TA</font> – <font color="00B050">TA</font> <font color="00B050">MGB</font>
 
* Als de patiënt geheel moet stoppen met de medicatie is de nieuwe MA een stop-MA. Deze stop-MA is geldig, de gestopte MA niet meer.
 
* Als de patiënt geheel moet stoppen met de medicatie is de nieuwe MA een stop-MA. Deze stop-MA is geldig, de gestopte MA niet meer.
 
::→ ''MA – TA – MGB'' – <font color="00B050">stop-MA</font>
 
::→ ''MA – TA – MGB'' – <font color="00B050">stop-MA</font>
 
<u>Nieuwe TA in bestaande MBH</u><br>
 
<u>Nieuwe TA in bestaande MBH</u><br>
 
(regel 2)<br>
 
(regel 2)<br>
Soms is een nieuwe TA bij een bestaande MA nodig, bijvoorbeeld bij verstrekking van een ander product vanwege preferentiebeleid. Eerdere TA’s en MGB’s zijn niet meer geldig:
+
Soms is een nieuwe TA bij een bestaande MA nodig, bijvoorbeeld bij verstrekking van een ander product vanwege preferentiebeleid. De nieuwe TA en technische stop-TA maken eerdere TA’s en MGB’s ongeldig:
::→ <font color="00B050">MA</font> – ''TA – MGB – stop-TA'' – <font color="00B050">TA</font>
+
::→ <font color="00B050">MA</font> – ''TA – MGB'' <font color="00B050">stop-TA</font> – <font color="00B050">TA</font>
  
 
Variant:
 
Variant:
 
* Een MGB die na de nieuwe TA wordt vastgelegd is wel weer geldig:
 
* Een MGB die na de nieuwe TA wordt vastgelegd is wel weer geldig:
::→ <font color="00B050">MA</font> – ''TA – MGB – stop-TA'' – <font color="00B050">TA – MGB</font>
+
::→ <font color="00B050">MA</font> – ''TA – MGB'' <font color="00B050">stop-TA</font> – <font color="00B050">TA</font> <font color="00B050">MGB</font><br>
 
<u>MGB eerder vastgelegd dan TA</u><br>
 
<u>MGB eerder vastgelegd dan TA</u><br>
 
(regel 2)<br>
 
(regel 2)<br>
Regel 777: Regel 922:
 
::→ <font color="00B050">MA</font> – ''MGB'' – <font color="00B050">TA</font>
 
::→ <font color="00B050">MA</font> – ''MGB'' – <font color="00B050">TA</font>
 
Als daarna opnieuw een MGB wordt vastgelegd, is deze wel weer geldig:
 
Als daarna opnieuw een MGB wordt vastgelegd, is deze wel weer geldig:
::→ <font color="00B050">MA</font> – ''MGB'' – <font color="00B050">TA – MGB</font>
+
::→ <font color="00B050">MA</font> – ''MGB'' – <font color="00B050">TA</font> <font color="00B050">MGB</font>
 +
 
 
====Medicatie op voorschrift met wisselend doseerschema====
 
====Medicatie op voorschrift met wisselend doseerschema====
 
<u>Basissituatie</u><br>
 
<u>Basissituatie</u><br>
Regel 787: Regel 933:
 
::→ <font color="00B050">MA – WDS – TA – WDS</font>
 
::→ <font color="00B050">MA – WDS – TA – WDS</font>
 
Dat maakt het eerdere WDS niet ongeldig, maar voor toepassing in bijvoorbeeld een overzicht zal het eerdere WDS niet of minder relevant zijn.<br>
 
Dat maakt het eerdere WDS niet ongeldig, maar voor toepassing in bijvoorbeeld een overzicht zal het eerdere WDS niet of minder relevant zijn.<br>
 +
 
<u>Wijziging WDS</u><br>
 
<u>Wijziging WDS</u><br>
 
(regel 3)<br>
 
(regel 3)<br>
 
Voor het wijzigen van een WDS wordt een stop-WDS aangemaakt en een nieuw WDS met de gewijzigde informatie:
 
Voor het wijzigen van een WDS wordt een stop-WDS aangemaakt en een nieuw WDS met de gewijzigde informatie:
::→ <font color="00B050">MA</font> – ''WDS'' – <font color="00B050">TA</font> – ''stop-WDS'' – <font color="00B050">WDS</font>
+
::→ <font color="00B050">MA</font> – ''WDS'' – <font color="00B050">TA</font> – <font color="00B050">stop-WDS</font> – <font color="00B050">WDS</font>
 
Een stop-WDS maakt een eerder WDS wel ongeldig.<br>
 
Een stop-WDS maakt een eerder WDS wel ongeldig.<br>
 +
 
<u>Stoppen van medicatie met WDS</u><br>
 
<u>Stoppen van medicatie met WDS</u><br>
 
(regel 1)<br>
 
(regel 1)<br>
Regel 797: Regel 945:
 
(regel 1)
 
(regel 1)
 
Medicatie met een WDS wordt met een stop-MA gestopt:
 
Medicatie met een WDS wordt met een stop-MA gestopt:
::→ ''MA – WDS – TA'' – <font color="00B050">stop-MA</font>
+
::→ ''MA – WDS – TA'' – <font color="00B050">stop-MA</font><br>
 +
 
 
<u>Wijzigen van TA</u><br>
 
<u>Wijzigen van TA</u><br>
 
Het wijzigen van een TA gebeurt met een stop-TA, bijvoorbeeld bij wijzigen van handelsproduct. Dit heeft geen invloed op het WDS:
 
Het wijzigen van een TA gebeurt met een stop-TA, bijvoorbeeld bij wijzigen van handelsproduct. Dit heeft geen invloed op het WDS:
::→ <font color="00B050">MA – WDS</font> – ''TA – stop-TA'' – <font color="00B050">TA</font>
+
::→ <font color="00B050">MA – WDS</font> – ''TA'' <font color="00B050">stop-TA</font> – <font color="00B050">TA</font>
 +
 
 
====Medicatie op voorschrift met toekomstige MA's en TA's====
 
====Medicatie op voorschrift met toekomstige MA's en TA's====
 
<u>Basissituatie</u><br>
 
<u>Basissituatie</u><br>
Een MBH kan meerdere actuele MA’s, TA’s en MGB’s bevatten, nl. 1 huidige en 1 of meer toekomstige. Beide typen zijn geldig. De TA’s en MGB’s moeten wel adequate verwijzingen bevatten naar de huidige dan wel de toekomstige afspraak.<br>
+
Een MBH kan meerdere actuele MA’s, TA’s en MGB’s bevatten, zowel huidige als toekomstige. Beide typen zijn geldig. De TA’s en MGB’s moeten wel adequate verwijzingen bevatten naar de huidige dan wel de toekomstige afspraak.<br>
 
Hieronder wordt dit uitgewerkt, op volgorde van RegistratieDatumTijd. De toekomstige bouwstenen heten hier TMA, TTA en TMGB.
 
Hieronder wordt dit uitgewerkt, op volgorde van RegistratieDatumTijd. De toekomstige bouwstenen heten hier TMA, TTA en TMGB.
 
::→ <font color="00B050">MA – TMA</font>
 
::→ <font color="00B050">MA – TMA</font>
Regel 815: Regel 965:
 
(regel 1)<br>
 
(regel 1)<br>
 
* De huidige MA wordt gewijzigd. Daarvoor wordt een nieuwe MA vastgelegd en een stop-MA met verwijzing naar de huidige MA. De 3 voorbeelden hierboven komen er dan als volgt uit te zien:
 
* De huidige MA wordt gewijzigd. Daarvoor wordt een nieuwe MA vastgelegd en een stop-MA met verwijzing naar de huidige MA. De 3 voorbeelden hierboven komen er dan als volgt uit te zien:
::→ ''MA'' – <font color="00B050">TMA</font> – ''stop-MA'' – <font color="00B050">MA</font>
+
::→ ''MA'' – <font color="00B050">TMA</font> – <font color="00B050">stop-MA</font> – <font color="00B050">MA</font>
::→ ''MA – TA'' – <font color="00B050">TMA – TTA</font> – ''stop-MA'' – <font color="00B050">MA</font>
+
::→ ''MA – TA'' – <font color="00B050">TMA</font> <font color="00B050">TTA</font> – <font color="00B050">stop-MA</font> – <font color="00B050">MA</font>
::→ ''MA – TA – MGB'' – <font color="00B050">TMA – TTA</font> – ''TMGB – stop-MA'' – <font color="00B050">MA</font>
+
::→ ''MA – TA – MGB'' – <font color="00B050">TMA</font> <font color="00B050">TTA</font> – ''TMGB'' <font color="00B050">stop-MA</font> – <font color="00B050">MA</font>
 
* De toekomstige MA wordt gewijzigd. Daarvoor wordt een nieuwe MA vastgelegd en een stop-MA met verwijzing naar die toekomstige MA (is dus annuleer-MA). De 3 voorbeelden hierboven komen er dan als volgt uit te zien:
 
* De toekomstige MA wordt gewijzigd. Daarvoor wordt een nieuwe MA vastgelegd en een stop-MA met verwijzing naar die toekomstige MA (is dus annuleer-MA). De 3 voorbeelden hierboven komen er dan als volgt uit te zien:
::→ <font color="00B050">MA</font> – ''TMA – annuleer-TMA'' – <font color="00B050">TMA</font>
+
::→ <font color="00B050">MA</font> – ''TMA'' <font color="00B050">annuleer-TMA</font> – <font color="00B050">TMA</font>
::→ <font color="00B050">MA – TA</font> – ''TMA – TTA – annuleer-TMA'' – <font color="00B050">TMA</font>
+
::→ <font color="00B050">MA</font> <font color="00B050">TA</font> – ''TMA – TTA'' <font color="00B050">annuleer-TMA</font> – <font color="00B050">TMA</font>
::→ <font color="00B050">MA – TA</font> – ''MGB – TMA – TTA – TMGB – annuleer-TMA'' – <font color="00B050">TMA</font>
+
::→ <font color="00B050">MA</font> <font color="00B050">TA</font> – ''MGB – TMA – TTA – TMGB'' <font color="00B050">annuleer-TMA</font> – <font color="00B050">TMA</font>
 
* Soms is er geen MA beschikbaar in de MBH. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren doordat de MBH is gestart met een TA of MGB, of doordat de MA niet opgeleverd is bij het raadplegen. De voorschrijver kan dan een stop-MA zonder verwijzing naar een MA vastleggen. Hiermee worden alle bestaande bouwstenen binnen deze MBH ongeldig gemaakt. Eventueel kan de voorschrijver dan alsnog een nieuwe MA binnen deze MBH aanmaken.
 
* Soms is er geen MA beschikbaar in de MBH. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren doordat de MBH is gestart met een TA of MGB, of doordat de MA niet opgeleverd is bij het raadplegen. De voorschrijver kan dan een stop-MA zonder verwijzing naar een MA vastleggen. Hiermee worden alle bestaande bouwstenen binnen deze MBH ongeldig gemaakt. Eventueel kan de voorschrijver dan alsnog een nieuwe MA binnen deze MBH aanmaken.
::→ ''TA – MGB – stop-MA-zonder-verwijzing'' – <font color="00B050">MA</font>
+
::→ ''TA – MGB'' <font color="00B050">stop-MA-zonder-verwijzing</font> – <font color="00B050">MA</font>
::→ ''TA – TTA – MGB – stop-MA-zonder-verwijzing'' – <font color="00B050">MA – TMA</font>
+
::→ ''TA – TTA – MGB'' <font color="00B050">stop-MA-zonder-verwijzing</font> – <font color="00B050">MA</font> <font color="00B050">TMA</font>
::→ ''TA – MGB – TTA – TMGB – stop-MA-zonder-verwijzing'' – <font color="00B050">MA – TMA</font>
+
::→ ''TA – MGB – TTA – TMGB'' <font color="00B050">stop-MA-zonder-verwijzing</font> – <font color="00B050">MA</font> <font color="00B050">TMA</font>
 
<u>Nieuwe TA in situatie met toekomstige MA’s en/of TA’s</u><br>
 
<u>Nieuwe TA in situatie met toekomstige MA’s en/of TA’s</u><br>
 
(regel 2)<br>
 
(regel 2)<br>
 
* Er wordt een (nieuwe) TA gemaakt voor alleen de huidige MA, met verwijzing naar die huidige MA. Hieronder volgen 3 voorbeelden:
 
* Er wordt een (nieuwe) TA gemaakt voor alleen de huidige MA, met verwijzing naar die huidige MA. Hieronder volgen 3 voorbeelden:
::→ <font color="00B050">MA – TMA – TA</font>
+
::→ <font color="00B050">MA</font> <font color="00B050">TMA</font> <font color="00B050">TA</font>
::→ <font color="00B050">MA</font> – ''TA'' – <font color="00B050">TMA – TTA</font> – ''stop-TA'' – <font color="00B050">TA</font>
+
::→ <font color="00B050">MA</font> – ''TA'' – <font color="00B050">TMA</font> <font color="00B050">TTA</font> – <font color="00B050">stop-TA</font> – <font color="00B050">TA</font>
::→ <font color="00B050">MA</font> – ''TA – MGB'' – <font color="00B050">TMA – TTA</font> – ''TMGB – stop-TA'' – <font color="00B050">TA</font>
+
::→ <font color="00B050">MA</font> – ''TA – MGB'' – <font color="00B050">TMA</font> <font color="00B050">TTA</font> – ''TMGB'' <font color="00B050">stop-TA</font> – <font color="00B050">TA</font>
 
* Er wordt een (nieuwe) TA gemaakt voor de toekomstige MA, met verwijzing naar die toekomstige MA. De 3 voorbeelden komen er dan als volgt uit te zien:  
 
* Er wordt een (nieuwe) TA gemaakt voor de toekomstige MA, met verwijzing naar die toekomstige MA. De 3 voorbeelden komen er dan als volgt uit te zien:  
::→ <font color="00B050">MA – TMA – TA – TTA</font>
+
::→ <font color="00B050">MA</font> <font color="00B050">TMA</font> <font color="00B050">TA</font> <font color="00B050">TTA</font>
::→ <font color="00B050">MA – TA – TMA</font> – ''TTA – annuleer-TTA'' – <font color="00B050">TTA</font>
+
::→ <font color="00B050">MA</font> <font color="00B050">TA</font> <font color="00B050">TMA</font> – ''TTA'' <font color="00B050">annuleer-TTA</font> – <font color="00B050">TTA</font>
::→ <font color="00B050">MA – TA</font> – MGB – <font color="00B050">TMA</font> – ''TTA – TMGB – annuleer-TTA'' – <font color="00B050">TTA</font>
+
::→ <font color="00B050">MA</font> <font color="00B050">TA</font> – ''MGB'' – <font color="00B050">TMA</font> – ''TTA – TMGB'' <font color="00B050">annuleer-TTA</font> – <font color="00B050">TTA</font>
  
 
====Zelfzorgmedicatie====
 
====Zelfzorgmedicatie====
Regel 848: Regel 998:
 
: (regel 2)
 
: (regel 2)
 
::→ ''MGB – MGB'' – <font color="00B050">MA</font> – ''MGB'' – <font color="00B050">TA – MGB</font>
 
::→ ''MGB – MGB'' – <font color="00B050">MA</font> – ''MGB'' – <font color="00B050">TA – MGB</font>
: (regel 4)
+
: (regel 4 en 5)
 
::→ ''MGB – MGB'' – <font color="00B050">MA</font> – ''MGB'' – <font color="00B050">MGB</font>
 
::→ ''MGB – MGB'' – <font color="00B050">MA</font> – ''MGB'' – <font color="00B050">MGB</font>
  
 
====Medicatiegebruik vastgelegd door verschillende auteurs====
 
====Medicatiegebruik vastgelegd door verschillende auteurs====
(regel 4)<br>
+
(regel 5)<br>
Een MGB maakt alleen eerdere MGB’s van andere typen auteurs ongeldig. Enkele voorbeelden:
+
Een MGB maakt alleen eerdere MGB’s van hetzelfde type auteur ongeldig. Enkele voorbeelden:
  
 
MGB-pat = MGB vastgelegd door patiënt<br>
 
MGB-pat = MGB vastgelegd door patiënt<br>
Regel 864: Regel 1.014:
 
::→ <font color="00B050">MA – TA</font> – ''MGB-zvl – MGB-pat'' – <font color="00B050">MGB-pat – MGB-zvl</font>
 
::→ <font color="00B050">MA – TA</font> – ''MGB-zvl – MGB-pat'' – <font color="00B050">MGB-pat – MGB-zvl</font>
  
==Effectieve periode==
+
==Regels voor het bepalen van de effectieve periode==
In paragraaf 2.3.3 is beschreven dat een eenmaal vastgelegde instantiatie van een bouwsteen niet verandert. De periode waarin een bouwsteen als actueel wordt gezien kan wel veranderen. Voorbeelden:
+
 
* Een patiënt krijgt een bepaald middel voor 5 dagen voorgeschreven. Als de patiënt het geneesmiddel pas na 3 dagen ophaalt, liggen de start- en eindDatumTijd 3 dagen later dan in de MA. Na 4 dagen is de oorspronkelijke gebruiksperiode van de MA voorbij, maar is die MA op die datum wel nog van toepassing, dus moet als actueel gezien worden. De ''effectieve'' periode van de MA is in dit voorbeeld gelijk aan de periode van de TA.
 
* Er is een MA met startDatumTijd = dag 1. Op grond van een laboratoriumuitslag besluit de apotheker dat de gift moet worden uitgesteld tot dag 4. De ''effectieve'' startDatumTijd van de MA is dan dag 4. Het is van belang dat duidelijk is dat het middel niet voor dag 4 mag worden gegeven. 
 
De ''effectieve periode van een medicamenteuze behandeling'' is de periode waarin een MA en/of TA (uiteindelijk) van toepassing is.<br>
 
Voor medicatiebewaking of een medicatieoverzicht kan het nodig zijn om de effectieve periode van een MBH te weten. Deze periode is niet beschreven in de dataset, omdat het een afgeleid gegeven is. Het is afhankelijk van aanpassingen als stoppen of wijzigen van de medicatie, en van de concrete invulling van een MA door een TA.<br>
 
 
In deze paragraaf worden afleidingsregels beschreven om de effectieve periode van een bouwsteen te bepalen. Het nummer bij iedere afleidingsregel staat voor de volgorde waarin de regels moeten worden uitgevoerd. Medicatiegebruik wordt niet meegenomen in deze regels omdat dit niet weergeeft wat de bedoeling van de zorgverlener is.<br>
 
In deze paragraaf worden afleidingsregels beschreven om de effectieve periode van een bouwsteen te bepalen. Het nummer bij iedere afleidingsregel staat voor de volgorde waarin de regels moeten worden uitgevoerd. Medicatiegebruik wordt niet meegenomen in deze regels omdat dit niet weergeeft wat de bedoeling van de zorgverlener is.<br>
 
Deze afleidingsregels vormen de basis voor het bepalen van de actuele afspraken. Er zijn uitzonderingssituaties denkbaar die gerelateerd zijn aan het slechts deels beschikbaar hebben van medicatiegegevens. Deze zijn niet uitgewerkt.<br>
 
Deze afleidingsregels vormen de basis voor het bepalen van de actuele afspraken. Er zijn uitzonderingssituaties denkbaar die gerelateerd zijn aan het slechts deels beschikbaar hebben van medicatiegegevens. Deze zijn niet uitgewerkt.<br>
Regel 877: Regel 1.023:
 
Medicatie wordt gestart door het vastleggen van een MA. Deze kent een Gebruiksperiode met startDatumTijd, eindDatumTijd en tijdsDuur.
 
Medicatie wordt gestart door het vastleggen van een MA. Deze kent een Gebruiksperiode met startDatumTijd, eindDatumTijd en tijdsDuur.
  
  regel 1a: De effectieve periode van een nieuwe MA is gelijk aan diens Gebruiksperiode.
+
  regel 1a: De effectieve periode van een MA is gelijk aan diens Gebruiksperiode.
  
 
''Maken toedieningsafspraak''<br>
 
''Maken toedieningsafspraak''<br>
Regel 916: Regel 1.062:
 
'''D) Medicatie tijdelijk onderbreken en hervatten'''<br>
 
'''D) Medicatie tijdelijk onderbreken en hervatten'''<br>
 
Onderbreken van medicatie gebeurt door het maken van een stop-MA met stoptype 'onderbroken' en dezelfde startDatumTijd als de originele MA. De eindDatumTijd van de stop-MA is het moment van tijdelijk onderbreken.<br>
 
Onderbreken van medicatie gebeurt door het maken van een stop-MA met stoptype 'onderbroken' en dezelfde startDatumTijd als de originele MA. De eindDatumTijd van de stop-MA is het moment van tijdelijk onderbreken.<br>
Hervatten gebeurt door het maken van een MA met als startDatumTijd de datum van hervatten. Het stoptype ‘onderbroken’ zorgt ervoor dat de medicatie als actueel herkend blijft worden. Dit is van belang voor bijvoorbeeld medicatiebewaking en het medicatieoverzicht.
+
Hervatten gebeurt door het maken van een MA met als startDatumTijd de datum van hervatten. Het stoptype ‘onderbroken’ zorgt ervoor dat de medicatie als actueel herkend blijft worden. Dit is van belang voor bijvoorbeeld medicatiebewaking en overzichten van medicatiegegevens.
  
 
  regel 1d: Tijdelijk onderbreken van medicatie beïnvloedt niet de effectieve periode. De effectieve periode blijft gelijk aan de effectieve periode van de originele MA.
 
  regel 1d: Tijdelijk onderbreken van medicatie beïnvloedt niet de effectieve periode. De effectieve periode blijft gelijk aan de effectieve periode van de originele MA.
  
 
Als niet hervat wordt moet de medicatie alsnog gestopt worden met stoptype 'gestopt'. Hiermee wordt voorkomen dat de medicatie onterecht als actueel gezien blijft worden.
 
Als niet hervat wordt moet de medicatie alsnog gestopt worden met stoptype 'gestopt'. Hiermee wordt voorkomen dat de medicatie onterecht als actueel gezien blijft worden.
 +
 
==Overzichten van medicatiegegevens==
 
==Overzichten van medicatiegegevens==
Vanuit de geconsolideerde set van bouwstenen kunnen verschillende overzichten worden gegenereerd, zoals een medicatieoverzicht of een toedienlijst. Overigens zijn er situaties denkbaar waarin de consolidatieregels niet tot een compleet en/of volledig accuraat overzicht leiden, bijvoorbeeld omdat de patiënt geen toestemming tot delen heeft gegeven. Daarom is altijd medicatieverificatie wenselijk.<br>
+
Na het consolideren resulteert een set van geldige bouwstenen. Op basis hiervan kunnen overzichten van medicatiegegevens worden gegenereerd. Er zijn allerlei situaties en doeleinden denkbaar waarin een overzicht van medicatiegegevens gebruikt wordt. Hiervoor is dus niet één definitie of beschrijving te geven. Zo’n overzicht kan ook verschillende vormen hebben (papier, pdf, presentatie op een beeldscherm etc.).<br>
Twee belangrijke soorten overzichten van medicatiegegevens zijn het medicatieoverzicht en de toedienlijst. In de volgende paragrafen wordt uitgelegd wat deze inhouden en hoe deze gegenereerd kunnen worden.
+
Voorbeelden van overzichten zijn:
===Medicatieoverzicht===
+
* een medicatieoverzicht zoals beschreven in de [https://www.zorginzicht.nl/binaries/content/assets/zorginzicht/kwaliteitsinstrumenten/Kwaliteitsstandaard+Overdracht+van+medicatiegegevens+in+de+keten.pdf Richtijn Overdracht van Medicatiegegevens in de keten];
Een medicatieoverzicht kan nodig zijn bij evaluatie van de medicamenteuze behandeling van een patiënt, bij medicatieverificatie of bij opname in een ziekenhuis of instelling.<br>
+
* een medicatiedashboard in het informatiesysteem van een zorgverlener;
Voor het creëren van een medicatieoverzicht worden de stappen gevolgd zoals beschreven in de voorgaande paragrafen: bouwstenen worden verzameld met de transactie Raadplegen medicatiegegevens en zo nodig opgeschoond. Op deze set worden de consolidatieregels toegepast.<br>
+
* een toedienlijst.
Na deze stappen is bekend welke de op dit moment geldige bouwstenen zijn. Deze kunnen getoond worden in een medicatieoverzicht, verdeeld over drie categorieën nl. Huidig, Recent gestopt en Toekomstig. De regels voor het bepalen van de effectieve periode (zie [[#Effectieve periode|paragraaf 4.3]]) kunnen behulpzaam zijn bij het bepalen in welke categorie een bouwsteen thuishoort.
 
 
 
'''Huidige medicatie'''
 
* Algemeen: medicatie met startdatum in verleden of heden en waarvan stopdatum leeg is of in de toekomst ligt. Als alleen medicatiegebruik bekend is wordt deze getoond indien de RegistratieDatumTijd niet ouder is dan 13 maanden.
 
* Tijdelijk gestopte medicatie: medicatie met stopdatum in het verleden en stoptype ‘onderbroken’.
 
* Recent gewijzigde medicatie: medicatie waarbij de MA binnen 1 MBH is gewijzigd. De wijzigingsdatum ligt hierbij maximaal twee maanden voor de raadpleegdatum.
 
  
'''Recent gestopte medicatie'''
+
Voor elke situatie zal een eigen wijze van presentatie gekozen worden, in overleg tussen gebruiker of organisatie en leverancier. Met behulp van de regels voor het bepalen van de effectieve periode kan bijvoorbeeld een indeling gemaakt worden naar actuele en recent gestopte medicatie. In paragraaf 5.4 Deelproces Toedienen wordt het opstellen van een toedienlijst behandeld.
* Medicatie waarbij alle therapeutische bouwstenen (MA, TA, MGB) binnen 1 MBH definitief gestopt zijn (stoptype ‘stopgezet’). Er zijn dus op het moment van raadplegen geen huidige of toekomstige therapeutische bouwstenen binnen de MBH. De stopdatum ligt hierbij maximaal twee maanden voor het moment van raadplegen.
 
  
'''Toekomstige medicatie'''
+
Er zijn overigens situaties denkbaar waarin de consolidatieregels niet tot een compleet en/of volledig accuraat overzicht leiden, bijvoorbeeld omdat de patiënt geen toestemming tot delen heeft gegeven. Daarom is altijd medicatieverificatie wenselijk.
* Medicatie waarbij de startdatum tot drie maanden in de toekomst ligt. Dit is inclusief voorgenomen medicatiegebruik.
 
 
 
Deze categorieën vormen een basisindeling. Men kan daar in overleg met de sectoren verdere invulling aan geven.<br>
 
De <font color=red>detailpagina Medicatieoverzicht</font> toont hoe een medicatieoverzicht eruit zou kunnen zien. Dit is alleen bedoeld ter illustratie en om handvatten te bieden bij implementatie. Het heeft geen normatieve waarde.
 
  
 
=Medicatieproces=
 
=Medicatieproces=
Regel 954: Regel 1.090:
 
* Link naar overzichtspagina met alle praktijkvoorbeelden: [[mp:VDraft_Ontwerp_medicatieproces_9_herstructureren/praktijkvoorbeelden |Praktijkvoorbeelden MP9]]
 
* Link naar overzichtspagina met alle praktijkvoorbeelden: [[mp:VDraft_Ontwerp_medicatieproces_9_herstructureren/praktijkvoorbeelden |Praktijkvoorbeelden MP9]]
  
 +
<!--
 
==Deelproces: Medicatieverificatie==
 
==Deelproces: Medicatieverificatie==
 
===Overzicht deelproces medicatieverificatie===
 
===Overzicht deelproces medicatieverificatie===
Regel 1.048: Regel 1.185:
  
 
[[mp:VDraft_Ontwerp_medicatieproces_9_herstructureren/deelproces/ter_hand_stellen|Ter hand stellen]]
 
[[mp:VDraft_Ontwerp_medicatieproces_9_herstructureren/deelproces/ter_hand_stellen|Ter hand stellen]]
 
[[mp:VDraft_Ontwerp_medicatieproces_9_herstructureren/deelproces/Suzanne|Suzanne]]
 
  
 
==Deelproces: Toedienen==
 
==Deelproces: Toedienen==
Regel 1.065: Regel 1.200:
  
 
[[mp:VDraft_Ontwerp_medicatieproces_9_herstructureren/deelproces/klinisch_proces|Klinisch proces]]
 
[[mp:VDraft_Ontwerp_medicatieproces_9_herstructureren/deelproces/klinisch_proces|Klinisch proces]]
 +
 +
28-04-2025 Voorlopig onzichtbaar gemaakt omdat dit nog niet geschikt is om te laten lezen -->
  
 
=Aanvullende informatie=
 
=Aanvullende informatie=
 
+
''Nog nader uit te werken''
 
*Relevante pagina's met extra informatie:
 
*Relevante pagina's met extra informatie:
 
** [[mp:Vdraft_RaadplegenReconcilieren|Raadplegen en reconciliëren]]
 
** [[mp:Vdraft_RaadplegenReconcilieren|Raadplegen en reconciliëren]]

Huidige versie van 30 apr 2025 om 13:03




Inhoud

 [verbergen

1 Inleiding

Dit hoofdstuk is nog in review. Onderstaande versie komt overeen met 20250423 Hoofdstuk 1 Inleiding.docx

Dit document is tot stand gekomen binnen het programma Medicatieoverdracht. Het programma zorgt voor de implementatie van de kwaliteitsstandaard Richtlijn Overdracht van Medicatiegegevens in de keten en de bijbehorende informatiestandaard Medicatieproces. Het doel is om bestaande knelpunten in het medicatieproces op te lossen, rekening houdend met de huidige wetgeving en de haalbaarheid van concrete resultaten binnen afzienbare termijn. Tijdens de Kickstart wordt de in de informatiestandaard beschreven werkwijze beproefd en zo nodig bijgesteld.

1.1 Algemeen

Deze pagina beschrijft het functioneel ontwerp (FO) van de informatiestandaard Medicatieproces. Het beschrijft de vastlegging en uitwisseling van medicatiegegevens en licht dit toe met specifieke praktijkvoorbeelden. Dit wordt uitgelegd aan de hand van actoren (mensen en informatiesystemen) en transacties (welke informatie wordt wanneer en op welke wijze uitgewisseld).

Voor meer informatie over informatiestandaarden en hoe deze worden ontwikkeld, zie de Nictiz webpagina voor informatiestandaarden. In het begrippenoverzicht op de website van Nictiz en de begrippenlijst op de site van het programma Medicatieoverdracht staat uitleg van de begrippen die voorkomen in dit FO.

Links naar het technisch ontwerp zijn hier te vinden.

1.2 Doelgroep

De doelgroep voor dit document bestaat uit:

  • Productmanagers, architecten, ontwerpers, bouwers en testers van:
    • leveranciers van medicatiegerelateerde informatiesystemen;
    • zorgorganisaties en regio-organisaties;
    • Nictiz;
  • Vertegenwoordigers van zorgverleners en patiënten.

1.3 Kaders en uitgangspunten

1.3.1 Wetgeving

De overdracht van medicatiegegevens zoals in dit document beschreven voldoet aan de wet- en regelgeving. Het versturen van een medicatieafspraak gecombineerd met een verstrekkingsverzoek komt overeen met een recept zoals gedefinieerd in de Geneesmiddelenwet. Nadere uitleg hierover is te vinden in de NEN 7503 Gegevensuitwisseling in de zorg. De Richtlijn Overdracht van Medicatiegegevens in de keten bevat ook toelichting op de wettelijke eisen aan de uitwisseling van medicatiegegevens.

1.3.2 Richtlijn en proces

In 2020 is de herziene kwaliteitsstandaard Richtlijn Overdracht van Medicatiegegevens in de keten gepubliceerd door het Zorginstituut Nederland. De bijbehorende Informatieparagraaf beschrijft globaal de vastlegging en uitwisseling van medicatiegegevens. De informatiestandaard werkt dit in detail uit. Het basisproces bestaat uit de deelprocessen:

  • Voorschrijven
  • Ter hand stellen
  • Toedienen
  • Gebruiken

Daarbij is ook het deelproces medicatieverificatie van belang. In Hoofdstuk 5 Medicatieproces wordt het zorgproces uitgewerkt.

1.3.3 Reikwijdte informatiestandaard

De reikwijdte van de informatiestandaard beslaat de functionele beschrijvingen (dit FO) en de dataset voor alle gegevensuitwisselingen binnen alle deelprocessen in het medicatieproces in ART-DECOR

1.4 Kwalificatie

Op basis van dit FO en de daarbij behorende dataset wordt een kwalificatiescript opgesteld. Het opstellen van kwalificatiescripts valt buiten de scope van dit FO. Voor meer informatie zie de pagina over Nictiz kwalificaties en de landingspagina van de Kickstart.

1.5 Leeswijzer

1.5.1 Usecases en scenario's in dit FO

Informatiestandaarden worden bij Nictiz doorgaans beschreven aan de hand van usecases. Een usecase is een beschrijving van een praktijksituatie in de zorg die gekoppeld is aan een scenario voor uitwisseling van gegevens.
Het FO voor MP9 behandelt de zorgbrede uitwisseling van medicatiegegevens tussen een groot aantal verschillende betrokkenen en in uiteenlopende zorgsituaties. Binnen MP9 kunnen daarom in één deelproces verschillende usecases met bijbehorende scenario’s voorkomen. Een scenario kan ook in meer dan één deelproces van toepassing zijn. Verder wordt bij MP9 veel aandacht besteed aan de vastlegging van gegevens, nog los van het uitwisselen ervan.
Voor MP9 is daarom gekozen voor een iets andere indeling:

  • Scenario's en usecases worden beschreven in Hoofdstuk 3 Informatieoverdracht, onderverdeeld naar scenario. Hierbij wordt aangegeven in welke deelprocessen deze voorkomen.
  • De uitwerking van het zorgproces bij de usecases staat in Hoofdstuk 5 Medicatieproces. Voor elk deelproces wordt aangegeven welke scenario's/usecases daarin van toepassing zijn.

1.5.2 Hoofdtekst en detailpagina's

Vanwege de lengte van dit FO is ervoor gekozen om een deel van de informatie naar andere pagina’s buiten deze hoofdpagina te verplaatsen. Het gaat daarbij om:

  • Praktijkvoorbeelden. Er is een pagina met alle voorbeelden en aparte pagina’s met voorbeelden per deelproces:
    • Praktijkvoorbeelden Medicatieverificatie
    • Praktijkvoorbeelden Voorschrijven
    • Praktijkvoorbeelden Ter hand stellen
    • Praktijkvoorbeelden Toedienen
    • Praktijkvoorbeelden Gebruiken
  • Op termijn: Detailpagina’s met een kort overzicht van de relevante context per deelproces, informatiesysteem, en bouwsteen. Bijvoorbeeld: Op de detailpagina van een informatiesysteem staat welke systeemrollen, bouwstenen en deelprocessen hiervoor relevant zijn.

1.5.3 Hoofdstukindeling

Hoofdstuk 1 geeft algemene informatie over het FO van MP9.
In Hoofdstuk 2 wordt het onderliggende conceptuele model waar MP9 op gebaseerd is beschreven: de aanleiding voor het ontwikkelen van dit model, uitgangspunten, definities en werkwijze.
Hoofdstuk 3 geeft een overzicht van de relevante informatiesystemen, systeemrollen en transacties en de daarbij betrokken bouwstenen. Hierin worden ook de scenario's en usecases beschreven.
Hoofdstuk 4 beschrijft wat consolideren is en wat voor MP9 de bijbehorende regels zijn.
Hoofdstuk 5 behandelt het medicatieproces. Hoe ziet het globale proces eruit, welke deelprocessen komen erin voor en hoe worden medicatiegegevens daarin gebruikt, vastgelegd en uitgewisseld.
Hoofdstuk 6 bevat aanvullende informatie, zoals verwijzingen naar implementatiehandleidingen en andere relevante informatie buiten het FO.

1.5.4 Schrijfconventies

De volgende schrijfconventies worden gevolgd in dit FO:

  • De medicatiebouwstenen worden als afkorting geschreven. Alleen bij de eerste introductie en in paragraaftitels worden de volledige namen uitgeschreven. Doel is om de tekst korter en beter leesbaar te maken, zeker in geval van lange namen als wisselend doseerschema of antwoord voorstel verstrekkingsverzoek.
  • Data-elementen van de bouwstenen en waarden uit waardelijsten worden geschreven zoals ze in de dataset in ART-DECOR staan, inclusief hoofdletters. Op deze manier is altijd duidelijk wat er bedoeld wordt.
  • In dit FO wordt de term patiënt gebruikt waarmee zowel patiënten als cliënten worden bedoeld.
  • In dit FO wordt doorgaans de term verstrekker gebruikt. Een verstrekker is een apotheker of apotheekhoudend huisarts die het proces van ter hand stellen uitvoert of onder wiens verantwoordelijkheid dat gebeurt.

2 Conceptueel model

Dit hoofdstuk is nog in review. Onderstaande versie komt overeen met 20250425 Hoofdstuk 2 Conceptueel model.docx

In dit hoofdstuk wordt het model uitgelegd dat aan de basis staat van MP9.
Paragraaf 2.1 bespreekt de aanleiding voor het ontwikkelen van dit model.
Paragraaf 2.2 legt de basisprincipes uit.
Paragraaf 2.3 beschrijft de medicatiebouwstenen en de voorstelgegevens.
Paragraaf 2.4. introduceert het begrip 'medicamenteuze behandeling' en de functionele toepassing ervan.
In paragraaf 2.5 volgt uitleg van de samenhang tussen bouwstenen en medicamenteuze behandeling.
Paragraaf 2.6 beschrijft hoe deze bouwstenen uitgewisseld kunnen worden.

2.1 Aanleiding ontwikkeling conceptueel model

Registratie en communicatie van medicatiegegevens verlopen grotendeels digitaal. In de loop van de tijd zijn daarin diverse problemen aan het licht gekomen. Dit is onderzocht in een project van NHG en KNMP in 2012-2013. De conclusie was dat therapeutische en logistieke aspecten door elkaar lopen bij het vastleggen en communiceren van medicatiegegevens. Daarnaast ontbreekt er een eenduidig en gedeeld begrippenkader.
Het bovenstaande is uitgewerkt in een rapport, Bouwstenen voor het medicatieproces uit 2014. Hierin wordt een conceptueel model beschreven waarin therapeutische en logistieke gegevens uit elkaar worden getrokken. Dit model is de basis voor de informatiestandaard MP9. De teksten in dit hoofdstuk zijn deels gebaseerd op dit rapport.

2.2 Uitgangspunten conceptueel model

Het conceptuele model is tot stand gekomen door de deelprocessen in het medicatieproces als vertrekpunt te nemen:

  • voorschrijven
  • ter hand stellen
  • toedienen
  • gebruiken

Tijdens deze deelprocessen worden gegevens vastgelegd in de vorm van medicatiebouwstenen. Een bouwsteen in een informatiestandaard is een verzameling samenhangende data-elementen rond een bepaald concept binnen een bepaalde context, bijvoorbeeld een medicatieafspraak in het medicatieproces. Deze data-elementen beschrijven de gegevens die nodig zijn voor een heldere en eenduidige representatie van dit concept.
De verschillende medicatiebouwstenen representeren stappen in het medicatieproces rondom de patiënt; van het voorschrijven van een geneesmiddel (medicatieafspraak, verstrekkingsverzoek, wisselend doseerschema), gevolgd door het ter hand stellen (toedieningsafspraak, medicatieverstrekking), tot en met toedienen (medicatietoediening) en gebruik (medicatiegebruik).
Tijdens een deelproces worden de data-elementen van de betreffende bouwsteen voor zover mogelijk en relevant ingevuld. Dit resulteert in een concrete invulling van die bouwsteen. Dit wordt een instantiatie genoemd.
Instantiaties van bouwstenen kunnen digitaal worden uitgewisseld: ofwel door ze actief naar een andere zorgverlener te sturen, ofwel door ze beschikbaar te stellen voor raadpleging door een andere zorgverlener op een willekeurig moment (zie paragraaf 2.6). Hierdoor kan een zorgverlener op elk moment beschikken over alle medicatiegegevens van een patiënt, zoals bedoeld in de kwaliteitsstandaard Richtlijn Overdracht van Medicatiegegevens in de Keten.
Volledige uitleg van het conceptuele model is te vinden in het originele rapport Bouwstenen voor het medicatieproces.

2.3 Medicatiebouwstenen en voorstelgegevens

In deze paragraaf worden de medicatiebouwstenen en voorstelgegevens beschreven. Na de eerste introductie worden verder de afkortingen van de bouwstenen gebruikt, behalve in paragraaftitels.

2.3.1 Therapeutische en logistieke bouwstenen

Binnen de medicatiebouwstenen maken we onderscheid tussen therapie en logistiek:
Therapie
Dit betreft de medisch-inhoudelijke aspecten. Het omvat onder andere de medicamenteuze (behandelings-)afspraken en de uitvoering ervan. Ook de therapeutische intentie, het (werkelijk) gebruik en zelfmedicatie vallen hieronder.
De therapeutische bouwstenen zijn: Medicatieafspraak (MA), Toedieningsafspraak (TA), Wisselend Doseerschema (WDS), Medicatietoediening (MTD) en Medicatiegebruik (MGB).
Logistiek
Dit gaat over aspecten rondom de fysieke goederenstroom van geneesmiddelen, zoals aanvragen en afleveringen.
De logistieke bouwstenen zijn: Verstrekkingsverzoek (VV) en Medicatieverstrekking (MVE).

Figuur 2.1 geeft de medicatiebouwstenen weer, verdeeld naar activiteit en onderscheid therapie/logistiek.

Figuur 1 Bouwstenen - overzicht
Figuur 2.1 Overzicht therapeutische en logistieke medicatiebouwstenen

Onderstaande tabel geeft een beschrijving van de bouwstenen.

Bouwsteen Afk. Beschrijving
medicatieafspraak MA Een medicatieafspraak is de afspraak tussen de voorschrijver en de patiënt over het gebruik van medicatie door deze patiënt. Ook de afspraak om het medicatiegebruik te stoppen of te wijzigen is een medicatieafspraak.
wisselend doseerschema WDS Met het wisselend doseerschema wordt het onderdeel gebruiksinstructie van een medicatieafspraak concreet ingevuld. Het doseerschema kan tussentijds aangepast worden zonder dat de medicatieafspraak gewijzigd hoeft te worden.
verstrekkingsverzoek VV Een verstrekkingsverzoek is het verzoek van een voorschrijver aan de apotheker tot medicatieverstrekking aan de patiënt in lijn met de geldende medicatieafspraken.
toedieningsafspraak TA Een toedieningsafspraak is de gebruiks- of toedieningsinstructie van de apotheker aan de patiënt, diens vertegenwoordiger of toediener, waarbij de medicatieafspraak concreet wordt ingevuld.
medicatieverstrekking MVE Een medicatieverstrekking is de uitgifte van een geneesmiddel aan de patiënt, diens vertegenwoordiger of toediener.
medicatietoediening MTD Een medicatietoediening is de afzonderlijke toediening van het geneesmiddel aan de patiënt door de toediener.
medicatiegebruik MGB Medicatiegebruik is een uitspraak over hoe de patiënt een geneesmiddel gebruikt, gebruikt heeft of van plan is te gebruiken. De uitspraak kan vastgelegd worden door de patiënt zelf maar ook door een zorgverlener of een vertegenwoordiger van de patiënt.

2.3.2 Voorstelgegevens

Het kan voorkomen dat een zorgverlener of patiënt een voorstel wil doen voor een nieuwe MA of VV. Om dit te ondersteunen zijn, naast de medicatiebouwstenen, ook voorstelgegevens geïntroduceerd. Een voorstel voor een nieuwe MA kan adviseren over het starten, wijzigen of staken van medicatie. Daarnaast kan een voorstel voor een VV worden gedaan.
Die bouwstenen worden op de gebruikelijke manier vastgelegd en uitgewisseld. De voorstelgegevens zelf zijn van tijdelijke aard. Ze worden alleen gestuurd en ontvangen op het moment van het betreffende voorstel en worden verder niet beschikbaar gesteld.

Bouwsteen Afk. Beschrijving
voorstel medicatieafspraak VMA Het voorstel medicatieafspraak is een advies of verzoek van de apotheker, voorschrijver of de patiënt aan de voorschrijver van de MA over de afgesproken medicatie. Het adviesverzoek kan bijvoorbeeld inhouden medicatie te evalueren, te stoppen, te starten of te wijzigen.
antwoord voorstel medicatieafspraak AVMA Het antwoord voorstel medicatieafspraak is een antwoord van de voorschrijver op het voorstel medicatieafspraak. Hierin geeft de voorschrijver aan akkoord te gaan (waarna een (aangepaste) medicatieafspraak zal volgen) of niet (en de reden daarvoor).
voorstel verstrekkingsverzoek VVV Het voorstel verstrekkingsverzoek is een voorstel van de apotheker aan de voorschrijver om een medicatieverstrekking te fiatteren ten behoeve van een geldende medicatieafspraak. Ook de patiënt kan een voorstel verstrekkingsverzoek indienen bij de voorschrijver.
antwoord voorstel verstrekkingsverzoek AVVV Het antwoord voorstel verstrekkingsverzoek is een antwoord van de voorschrijver op het voorstel verstrekkingsverzoek. Hierin geeft de voorschrijver aan akkoord te gaan (waarna een verstrekkingsverzoek zal volgen) of niet (en de reden daarvoor).

2.3.3 Medicatiebouwstenen en zorginformatiebouwstenen

Zorginformatiebouwstenen (zibs) zijn conceptuele modellen. Elke informatiestandaard gebruikt deze als bouwblokken. Maar zibs zijn context-onafhankelijk en in informatiestandaarden kan het nodig zijn om extra informatie toe te voegen om die context te verduidelijken. Daardoor zijn er in de uitwerking enige verschillen tussen de medicatiebouwstenen in dit FO en de medicatiezibs. Voor meer informatie over de zibs zie zibs.nl.

2.4 Het begrip 'medicamenteuze behandeling'

In deze paragraaf wordt het begrip ‘medicamenteuze behandeling’ en de functionele toepassing ervan geïntroduceerd.

2.4.1 Medicamenteuze behandeling als technisch begrip

Er kunnen verschillende medicatiebouwstenen bestaan die betrekking hebben op dezelfde behandeling. Om aan te geven dat deze bouwstenen bij elkaar horen is het begrip ‘medicamenteuze behandeling’ geïntroduceerd. Het gaat hierbij om een technisch begrip. Het heeft de vorm van een uniek identificatienummer (id) dat door een informatiesysteem aan een bouwsteen of verzameling van samenhangende bouwstenen gekoppeld wordt. De term medicamenteuze behandeling wordt afgekort als MBH. De MBH maakt het volgende mogelijk:

  1. eenduidig identificeren van de verzameling van samenhangende medicatiebouwstenen;
  2. toepassen van regels op een verzameling van bouwstenen om eenduidig te bepalen wat de actuele situatie van een patiënt is wat betreft diens behandeling met een bepaald geneesmiddel (zie Hoofdstuk 4 Consolideren).

Een MBH heeft geen zorginhoudelijke betekenis, maar kan bijvoorbeeld wel invloed hebben op de groepering van geneesmiddelen in een overzicht van medicatiegegevens.

2.4.2 Starten van een nieuwe medicamenteuze behandeling

Het starten van een behandeling met een geneesmiddel gebeurt door een eerste bouwsteen vast te leggen. Hiermee wordt een nieuwe MBH gestart. Die eerste bouwsteen zal meestal een MA zijn, maar kan ook bijvoorbeeld een TA of MGB zijn waarmee zelfzorgmedicatie wordt vastgelegd, of een MTD als in een acute situatie direct een geneesmiddel moet worden toegediend.
Bij het vastleggen van een nieuwe bouwsteen (MA, TA, MVE, MTD of MGB) moet eerst worden gecontroleerd of het om een nieuw geneesmiddel gaat of dat er al een bouwsteen met hetzelfde product bestaat. Dat kan in het eigen informatiesysteem het geval zijn, maar ook in informatiesystemen elders. Een afdoende controle vereist dus het raadplegen van alle beschikbare bouwstenen (zie voor uitleg over raadplegen paragraaf 2.6 Sturen en/of beschikbaar stellen en Hoofdstuk 3 Informatieoverdracht). Deze bouwstenen worden vervolgens gecontroleerd:

  • Als er geen bestaande bouwsteen voor dit geneesmiddel is dan wordt een nieuwe MBH aangemaakt.
  • Als er een bouwsteen bestaat met hetzelfde geneesmiddel dan zal het doorgaans de bedoeling zijn dat de nieuwe bouwsteen onder dezelfde MBH valt. De zorgverlener moet wel de mogelijkheid hebben om te kiezen voor het starten van een nieuwe MBH.

In figuur 2.2 is het ontstaan van een MBH schematisch weergegeven.

Figuur 2 Stroomschema starten MBH
Figuur 2.2 Stroomschema starten MBH

Wanneer geldt iets als ‘hetzelfde geneesmiddel’ of ‘dezelfde behandeling’?
Bij het vastleggen van een MA bepaalt de PRK (Prescriptie Kode uit de G-standaard) van een geneesmiddel of deze MA bij een nieuwe of bestaande MBH hoort. Een andere PRK leidt tot een andere MBH. In het Achtergronddocument G-standaard structuur wordt uitgelegd welke kenmerken op dit niveau van belang zijn.
NB: Dat een wijziging in PRK tot een nieuwe MBH leidt geldt alleen voor de MA. Een verstrekker zou een middel met een andere PRK kunnen kiezen, bijvoorbeeld vanwege preferentiebeleid. De bijbehorende TA en MVE vallen dan niet onder een nieuwe MBH.
De andere bouwstenen volgen de MA of TA waarnaar ze verwijzen.

Voor producten zonder PRK geldt het volgende:

  • Niet-geneesmiddelen. Dit zijn middelen als krukken of verbandmiddelen. In die gevallen bepaalt het HPK-niveau (Handels Product Kode uit de G-standaard) of het om een nieuw middel en dus een nieuwe MBH gaat.
  • Geneesmiddelen. Het kan gaan om:
  1. Magistralen. Deze bestaan veelal uit meerdere stoffen die niet onder eenzelfde PRK vallen. Die stoffen worden afzonderlijk als ingrediënten opgenomen in de MA. Elke afzonderlijke magistraal of aanpassing* daarop valt onder een nieuwe MBH.
  2. Eigen artikelen zonder PRK. Dit zijn artikelen die in het interne informatiesysteem mogelijk onder een 90 miljoen nummer worden opgeslagen, bijvoorbeeld halve tabletten of veel gebruikte magistralen. Elk afzonderlijk artikel of aanpassing* daarop valt onder een nieuwe MBH.
  3. Middelen die in vrije tekst zijn voorgeschreven en waarvan dus geen product- of ingrediëntcode uit de G-Standaard beschikbaar is. Elke aanpassing* van het product valt onder een nieuwe MBH.
  4. Infusen. Voor de Kickstart is een voorlopige werkwijze uitgewerkt, zie de pagina Werkwijze infusen.

* Met ‘aanpassing’ wordt in principe bedoeld: Aanpassingen die bij middelen mét PRK tot een andere PRK zouden leiden en daarmee onder een nieuwe MBH vallen, leiden bij deze middelen ook tot aanpassing van de MBH. Deze regel is met name bedoeld om consistent te zijn. Waar dit tot implementatieproblemen leidt moet in overleg tussen gebruikers en leveranciers naar een werkbare oplossing gezocht worden.
Ook bij deze producten gelden de regels alleen bij vastleggen van een MA, niet bij TA en MVE. Indien en voor zover de verstrekker mag afwijken van de in de MA beschreven medicatie, leidt dit niet tot een nieuwe MBH.

Voorbeelden

  • Diazepam 5 mg 4x daags 1 tablet wordt gewijzigd naar diazepam 5 mg 3x daags 1 tablet. De PRK blijft gelijk, beide MA’s vallen daarom onder dezelfde MBH.
  • Paroxetine tablet 10 mg 1x daags 1 tablet wordt gewijzigd naar paroxetine tablet 20 mg 1x daags 1 tablet. De bijbehorende MA’s gaan over verschillende geneesmiddelen op PRK-niveau en vallen dus onder verschillende MBH’s.
  • Bij een behandeling met prednison is uit voorzorg een maagbeschermer afgesproken. Deze worden weliswaar parallel aan elkaar voorgeschreven maar het zijn verschillende geneesmiddelen. Ze vallen dus niet onder dezelfde MBH en kunnen apart van elkaar gewijzigd en gestopt worden.
  • Het wisselen van bètablokker naar een ACE-remmer betekent een wijziging van PRK. Deze middelen vallen onder verschillende MBH's.

2.4.3 Stoppen en wijzigen van medicatie binnen een medicamenteuze behandeling

Een eenmaal ingevulde en uitgewisselde bouwsteen verandert niet. Als aanpassingen nodig zijn worden deze als volgt gemaakt:
Stoppen

  • Het stoppen van een afspraak (MA, TA) gebeurt door binnen dezelfde MBH een stop-bouwsteen te maken. Dit is een instantiatie van de afspraak met stoptype ‘stopgezet’.
  • Het stoppen van een toekomstige afspraak (MA, TA) heet annuleren. Een annuleer-bouwsteen heeft stoptype 'geannuleerd'. Hiermee wordt duidelijk dat de medicatie nooit gestart is, terwijl dit bij stoppen wel het geval is.
  • Een WDS moet door een stop-MA gestopt worden.

Wijzigen

  • Het wijzigen van een afspraak (MA, TA, WDS) gebeurt door binnen dezelfde MBH:
  1. de bestaande afspraak te stoppen met een instantiatie met stoptype ‘stopgezet’ én
  2. een nieuwe afspraak te maken door een instantiatie met de gewijzigde afspraak te maken.

Deze werkwijze met stop-bouwstenen geldt alleen voor de afspraakbouwstenen MA, TA en WDS. Bij de overige bouwstenen is dit niet aan de orde. In Hoofdstuk 5 wordt per deelproces het vastleggen van (stop-)bouwstenen verder uitgewerkt.

2.4.3.1 Gewone en 'technische' stop-bouwstenen

Bij het definitief stoppen van een bouwsteen zal de zorgverlener dit actief doen door de benodigde gegevens in de stop-bouwsteen in te vullen.
Naast zo’n gewone stop-bouwsteen bestaan ook ‘technische’ stop-bouwstenen. Deze zijn van toepassing bij het wijzigen van een bouwsteen. Als een bouwsteen gewijzigd wordt, moet deze ook worden gestopt. De zorgverlener zal de gewijzigde gegevens invullen, maar hoeft in dit geval niet expliciet een stop-bouwsteen aan te maken. Het systeem maakt onderliggend de stop-bouwsteen en een nieuwe bouwsteen met de gewijzigde informatie aan.
Dergelijke stop-bouwstenen bij wijzigingen worden in dit FO technische stops genoemd, bijvoorbeeld 'technische stop-MA'.

2.4.4 Effectieve periode

In paragraaf 2.4.3 is beschreven dat een eenmaal vastgelegde instantiatie van een bouwsteen niet verandert. De periode waarin een bouwsteen als actueel wordt gezien kan wel veranderen. Voorbeelden:

  • Een patiënt krijgt een bepaald middel voor 5 dagen voorgeschreven. Als de patiënt het geneesmiddel pas na 3 dagen ophaalt, liggen de start- en eindDatumTijd 3 dagen later dan in de MA. Na 4 dagen is de oorspronkelijke gebruiksperiode van de MA voorbij, maar is die MA op die datum wel nog van toepassing, dus moet als actueel gezien worden. De effectieve periode van de MA is in dit voorbeeld gelijk aan de periode van de TA.
  • Er is een MA met startDatumTijd = dag 1. Op grond van een laboratoriumuitslag besluit de apotheker dat de gift moet worden uitgesteld tot dag 4. De effectieve startDatumTijd van de MA is dan dag 4. Het is van belang dat duidelijk is dat het middel niet voor dag 4 mag worden gegeven.

De effectieve periode van een bouwsteen is de periode waarin een MA en/of TA (uiteindelijk) van toepassing is. Dit is ook op bouwstenen in het verleden toepasbaar, om het verloop van de behandeling in te kunnen zien.
Onder andere voor medicatiebewaking of een medicatieoverzicht kan het nodig zijn om de effectieve periode van een bouwsteen te weten. Deze periode is niet beschreven in de dataset, omdat het een afgeleid gegeven is. Het is afhankelijk van aanpassingen als stoppen of wijzigen van de medicatie, en van de concrete invulling van een MA door een TA.
In paragraaf 4.3 worden de regels beschreven voor het bepalen van de effectieve periode.

2.4.5 Huidige, actuele en toekomstige bouwstenen binnen een medicamenteuze behandeling

Binnen een MBH kunnen meerdere bouwstenen bestaan, waaronder stop-bouwstenen. Op elk moment moet bepaald kunnen worden welke van die bouwstenen actueel zijn.
Om dit toe te lichten volgen hier enkele definities:

  • Huidige bouwstenen: Bouwstenen waarbij het heden tussen de effectieve startDatumTijd en de effectieve eindDatumTijd ligt.
  • Toekomstige bouwstenen: Bouwstenen waarvan de effectieve startDatumTijd in de toekomst ligt.
  • Actuele bouwstenen: Bouwstenen waarvan de eindDatumTijd in de toekomst ligt. Zowel de huidige als de toekomstige bouwstenen vallen onder de actuele bouwstenen. Een MBH blijft altijd bestaan, ook als deze geen actuele bouwstenen meer bevat.

NB: Een MBH blijft altijd bestaan, ook als deze geen actuele bouwstenen meer bevat.

Figuur 2.3 geeft deze begrippen grafisch weer.

Huidige actuele en toekomstige bouwstenen

Figuur 2.3 Huidige, actuele en toekomstige bouwstenen binnen een MBH

Overige begrippen:

  1. Bouwstenen met een effectieve eindDatumTijd in het verleden vormen de geschiedenis van een behandeling. Deze bouwstenen zijn niet-actueel.
  2. De categorie recent gestopt betreft bouwstenen waarvan de effectieve eindDatumTijd maximaal 2 maanden geleden is.

2.4.6 Regels voor parallelle bouwstenen in een medicamenteuze behandeling

Binnen een medicamenteuze behandeling kunnen meerdere bouwstenen van hetzelfde type gelijktijdig actueel zijn. Dit zijn alle bouwstenen die op dit moment geldig zijn of in de toekomst geldig worden.

Geldig‘ wil zeggen dat een bouwsteen de afspraken bevat waar de zorgverlener naar mag handelen. Als bijvoorbeeld een afspraakbouwsteen is opgevolgd door een stop-bouwsteen is de oorspronkelijke afspraakbouwsteen niet meer geldig. Hoofdstuk 4 Consolideren beschrijft de regels voor het bepalen van de geldigheid van een bouwsteen.
In principe is er binnen een MBH op enig moment slechts één geldige bouwsteen per type toegestaan. Er zijn echter enkele uitzonderingen. In onderstaande regels is per type bouwsteen aangegeven of meerdere gelijktijdig geldige (parallelle) bouwstenen zijn toegestaan binnen dezelfde MBH.

  • Parallelle MA’s zijn niet toegestaan binnen dezelfde MBH. Ook complexe op- en afbouwschema’s moeten in 1 MA vastgelegd worden.
  • Parallelle WDS’en zijn niet toegestaan binnen dezelfde MBH.
  • Parallelle TA’s zijn wel toegestaan binnen dezelfde MBH. Dit kan noodzakelijk zijn om de medicatieafspraak volledig uit te voeren.
  • Parallelle MGB’s zijn toegestaan, maar alleen bij parallelle TA’s. Dit maakt correcte medicatieverificatie mogelijk, zodat bijvoorbeeld één TA als correct kan worden beoordeeld, terwijl een andere TA als afwijkend wordt geregistreerd. In alle andere gevallen zijn parallelle MGB’s niet toegestaan.

2.5 Samenhang medicamenteuze behandeling en medicatiebouwstenen

Binnen één MBH kunnen verschillende bouwstenen bestaan. Hieronder wordt de samenhang tussen de bouwstenen binnen één MBH uitgelegd, met hun onderlinge getalsmatige verhoudingen, dus hoe vaak binnen één MBH een bouwsteen ten opzichte van een andere bouwsteen kan voorkomen. Het gaat hierbij om instantiaties van de bouwstenen.

2.5.1 Samenhang MBH en bouwstenen

Voor de verhoudingen tussen een MBH en de bouwstenen geldt het volgende (uitgaande van de MBH):

Medicamenteuze behandeling → andere bouwstenen
Een MBH heeft in principe minimaal één MA. Er zijn uitzonderingen mogelijk; enkele voorbeelden zijn:
• Er is zelfzorgmedicatie vastgelegd met bouwsteen MGB of MTD.
• Er is in een acute situatie direct medicatie toegediend en een MTD vastgelegd.
• Er is afgesproken dat de verstrekker bij een NSAID of prednison altijd maagbescherming mag verstrekken.
In dergelijke gevallen is er sprake van een MBH zonder MA.
Er kunnen 0 tot meer MA’s actueel zijn binnen een MBH, 0 of 1 huidige en 0 of meer toekomstige. Er is echter op enig moment altijd maximaal één huidige MA. Ook complexe op-/afbouwschema’s kunnen in één MA opgenomen worden voorzover het over dezelfde PRK gaat.
Een MBH kan 0 of meer van de bouwstenen VV, WDS, TA, MVE, MGB en MTD hebben.

2.5.2 Samenhang bouwstenen onderling

Hieronder volgt uitleg over de getalsverhoudingen tussen de bouwstenen onderling, beginnend met de MA. Per bouwsteen wordt aangegeven hoeveel instantiaties van een andere bouwsteen erbij kunnen voorkomen. Waar nodig zijn uitspraken voorzien van voorbeelden.
Als het woord 'verwijzen' wordt gebruikt gaat het om een Relatie-veld zoals deze in de dataset in ART-DECOR voorkomt. Als zo’n relatie niet bestaat, maar er wel een uitspraak gedaan wordt over de onderlinge getalsverhoudingen is dit gemarkeerd met een asterisk (*).

Medicatieafspraak → andere bouwstenen
Een MA kan opgevolgd worden door een nieuwe MA. Voorbeelden:
• Wijzigen bestaande medicatie.
• Stoppen bestaande medicatie.
De nieuwe MA en eventuele stop-MA verwijzen dan naar de oorspronkelijke MA.
Bij een MA kunnen 0, 1 of meer WDS'en horen.
Bij een MA kunnen 0, 1 of meer VV’s horen. Voorbeelden:
Nul De patiënt heeft nog voldoende voorraad, of;
Het betreft zelfzorgmedicatie.
Eén Voorschrijven van een antibioticakuur.
Meer Doorlopende medicatie.
Bij een MA kunnen 0, 1 of meer TA’s horen. Voorbeelden:
Nul: Er is een wijziging in MA waarbij geen medicatie verstrekt hoeft te worden, of;
Het betreft medicatie waar geen wettig recept voor nodig is.
Eén De meest gangbare situatie, waarbij een TA volgt na een MA.
Meer De verstrekker wisselt van handelsproduct bij dezelfde MA.
Een MA kan verwijzen naar een eerder vastgelegde TA. Voorbeeld:
• Er is een TA aangemaakt voor de terhandstelling van zelfzorgmedicatie. De voorschrijver besluit hier beleid van te maken en maakt een MA aan in de MBH van de TA.
Een MA kan verwijzen naar een eerder vastgelegde MGB. Voorbeeld:
• De patiënt heeft een MGB aangemaakt voor zelfzorgmedicatie. De voorschrijver besluit hier beleid van te maken en maakt een MA aan in dezelfde MBH als de MGB.
Wisselend doseerschema → andere bouwstenen
Een WDS verwijst naar een MA.
Een WDS kan naar een eerder WDS verwijzen. Voorbeeld:
• Wijziging van het wisselend doseerschema.
Verstrekkingsverzoek → andere bouwstenen
Een VV verwijst naar 1 of meer MA’s. Voorbeeld:
• Er wordt gestart met 2 tabletten per dag, daarna wordt besloten te verlagen naar 1 tablet.
Dat zijn 2 MA’s, maar er is maar 1 VV nodig omdat het om dezelfde tabletten gaat.

Uitzondering:
In de transacties Beschikbaar stellen medicatiegegevens en Sturen medicatiegegevens kan het voorkomen dat een VV zonder verwijzing naar een MA bestaat. Dit kan alleen in geval van migratie van een systeem, en soms in de hybride situatie.

Bij een VV kunnen 0, 1 of meer MVE’s horen. Voorbeelden:
• Nul : De patiënt haalt de medicatie niet af.
• Eén: Het betreft een kuur met antibiotica.
• Meer: GDS met VV voor 3 maanden waarbij wekelijks wordt verstrekt.
Toedieningsafspraak → andere bouwstenen
Een TA kan opgevolgd worden door een nieuwe TA. Voorbeelden:
• Wijziging van de bestaande medicatieafspraak.
• Verstrekking middel met andere PRK of HPK vanwege preferentiebeleid of voorraadtekort.
• Wijziging in toedientijden of distributievorm
De nieuwe TA verwijst dan behalve naar de MA ook naar de vorige TA.
Er kunnen meerdere (eventueel parallelle) TA’s verwijzen naar dezelfde MA. Voorbeelden:
• Verstrekking geneesmiddel in de vorm van twee of meer middelen met verschillende sterkte die samen de gewenste sterkte opleveren (parallelle TA’s).
• Verstrekking geneesmiddel met andere PRK of HPK, bijvoorbeeld vanwege preferentiebeleid of voorraadtekort (seriële TA’s).
• Verstrekking geneesmiddel in GDS én in los doosje als 'zo nodig' medicatie. Het betreft verschillende distributievormen dus hiervoor zijn 2 TA’s nodig (parallelle TA’s).
Een TA kan bestaan zonder verwijzing naar een MA. Voorbeeld:
• De verstrekker stelt zelfzorgmedicatie ter hand en maakt een TA aan in een nieuwe MBH.
(*) Bij een TA kunnen 0, 1 of meer MVE’s horen. Voorbeelden:
• Nul : De patiënt heeft voldoende voorraad.
• Een: Het betreft een kuur met antibiotica.
• Meer: Elke 2 weken een herhalende verstrekking.
Medicatieverstrekking → andere bouwstenen
Een MVE is in de ambulante situatie gebaseerd op een VV: een medicatieverstrekking mag alleen plaatsvinden als daarvoor een geldig VV bestaat. In dat geval verwijst de MVE naar dat VV. Uitzonderingen:
• Zelfzorgmedicatie verstrekt door de apotheker.
• MVE op basis van een papieren recept. Papieren recepten zijn in principe niet meer toegestaan maar er zijn uitzonderingsgevallen mogelijk, zie praktijkvoorbeeld Papieren recept.
(*) Een MVE is gebaseerd op een MA: een medicatieverstrekking mag alleen plaatsvinden als er een geldige en actuele MA bij bestaat. Uitzondering:
• Zelfzorgmedicatie verstrekt door de apotheker. De apotheker kan hierbij ook een TA aanmaken, maar dat hoeft niet.
(*) Een MVE is gebaseerd op een TA: een medicatieverstrekking mag alleen plaatsvinden als er een geldige en actuele TA bij bestaat. Uitzondering:
• Zelfzorgmedicatie verstrekt door de apotheker. De apotheker kan hierbij ook een TA aanmaken, maar dat hoeft niet.
(*) Een MVE kan bij meerdere TA’s horen. Voorbeeld:
• Er is een nieuwe TA aangemaakt waar geen MVE voor nodig was, omdat de patiënt voldoende voorraad had. De eerdere MVE hoort dan bij zowel de oude als de nieuwe TA.  
Medicatiegebruik → andere bouwstenen
Een MGB kan naar 0 of 1 MA verwijzen. Voorbeelden:
• Een patiënt legt zelfzorgmedicatie vast met MGB.
• Een patiënt legt diens gebruik van een geneesmiddel over de afgelopen weken vast met MGB, met verwijzing naar de betreffende MA.
Meerdere MGB’s kunnen verwijzen naar dezelfde MA. Voorbeeld:
• Een patiënt houdt regelmatig zijn medicatiegebruik bij door het vastleggen van MGB’s bij dezelfde MA.
Een MGB kan naar 0 of 1 TA verwijzen. Voorbeeld:
• Een patiënt legt door de apotheek verstrekte zelfzorgmedicatie vast met MGB.
Meerdere MGB’s kunnen verwijzen naar dezelfde TA. Voorbeeld:
• Een patiënt houdt regelmatig zijn medicatiegebruik bij door het vastleggen van MGB’s bij dezelfde TA.
Een MGB kan maar naar één andere bouwsteen, MA óf TA, verwijzen. Als naar beide verwezen wordt en er zou een verschil zijn tussen TA en MA, dan is niet af te leiden wat “conform afspraak” inhoudt.
Medicatietoediening → andere bouwstenen
Een MTD verwijst naar 0 of 1 MA en/of TA en/of WDS, afhankelijk van de situatie. Voorbeelden:
• In ad-hocsituaties waarin meteen medicatie moet worden toegediend heeft de MTD geen verwijzing.
• In ambulante situaties zal doorgaans naar een TA worden verwezen, in klinische situaties eerder naar een MA.
• De MTD   kan naar zowel de MA als TA verwijzen, als die beide bestaan. De MA waarnaar de MTD verwijst moet dezelfde zijn als die waar de TA naar verwijst.
• Als er sprake is van een WDS, dan zal de MTD naar zowel WDS als MA verwijzen. De MA waarnaar de MTD verwijst moet dezelfde zijn als die waar het WDS naar verwijst.

De voorstelgegevens VMA, AVMA, VVV en AVVV vallen buiten de MBH, en hebben ook geen MBH-id. Het gaat om voorstellen waarvan nog niet zeker is of deze leiden tot definitieve MA’s of VV’s met een relatie naar een MBH, en om de antwoorden op die voorstellen. De onderlinge getalsverhoudingen bij deze bouwstenen zijn als volgt:

  • Een VMA kan leiden tot 0 (als het voorstel niet geaccordeerd wordt), 1 of meer MA’s.
  • Een VMA kan leiden tot 0 (als het voorstel geaccordeerd wordt, want dan kan volstaan worden met het sturen van de nieuwe MA) of 1 AVMA.
  • Een VVV kan leiden tot 0 (als het voorstel niet geaccordeerd wordt), 1 of meer VV’s.
  • Een VVV kan leiden tot 0 (als het voorstel geaccordeerd wordt, want dan kan volstaan worden met het sturen van het nieuwe VV) of 1 AVVV.

2.5.3 Samenhang MBH en bouwstenen schematisch weergegeven

De uitspraken in paragraaf 2.5.1 en 2.5.2 resulteren in de volgende figuren:

Samenhang MBH en bouwstenen

Figuur 2.4 Samenhang MBH en bouwstenen

Deze figuur laat zien hoeveel instantiaties van een bouwsteen er binnen 1 MBH kunnen voorkomen.

Samenhang bouwstenen binnen een MBH

Figuur 2.5 Samenhang bouwstenen binnen een MBH

Deze figuur toont de onderlinge getalsverhoudingen tussen instantiaties van de bouwstenen binnen één MBH. Er is een lijntje getekend tussen twee bouwstenen als tenminste een van beide in ART-DECOR een Relatie-veld heeft naar de andere bouwsteen.

De volgende notatie wordt gebruikt:
0..1 0 of 1 keer
0..* 0, 1 of meer keren
1..* minimaal 1 keer
1..1 precies 1 keer

De getallen die bij een bouwsteen vermeld staan laten zien hoe vaak deze bouwsteen kan voorkomen binnen één MBH (figuur 2.4), of bij één instantiatie van de bouwsteen aan de andere kant, binnen dezelfde MBH (figuur 2.5).
Voorbeeld:

Uitleg kardinaliteiten in schema samenhang

Figuur 2.6 Uitleg notatie getallen in afbeeldingen over samenhang MBH en bouwstenen

  • Bij 1 instantiatie van bouwsteen X kan 0 of 1 instantiatie van bouwsteen Y horen.
  • Bij 1 instantiatie van bouwsteen Y kunnen 0, 1 of meerdere instantiaties van bouwsteen X horen.

NB: De kardinaliteiten binnen transacties worden in ART-DECOR beschreven (zie ook Hoofdstuk 3 Informatieoverdracht).

2.6 Sturen en/of beschikbaar stellen

Er zijn twee werkwijzen voor het digitaal uitwisselen van de medicatiebouwstenen in de zorgketen: raadplegen/beschikbaar stellen (Pull) en sturen/ontvangen (Push).
Beschikbaar stellen wil zeggen dat gegevens in het eigen informatiesysteem beschikbaar gemaakt worden voor raadplegen door andere betrokkenen in de keten.
Daarnaast is ook sturen een mogelijkheid, het gericht sturen van gegevens naar andere betrokkenen die deze gegevens dan automatisch ontvangen.
Gegevens worden verstuurd naar zorgaanbieders, niet naar specifieke zorgverleners. Als in het FO gesproken wordt over versturen naar "de verstrekker/huisarts/longarts etc." dan gaat het over de betreffende zorgaanbieders, niet die individuele zorgverlener. Niet alle gegevens worden altijd of aan iedereen beschikbaar gesteld:

  • Voorstelgegevens worden alleen verstuurd, tussen degene die het voorstel doet en de ontvanger van het voorstel, vaak de voorschrijver.
  • Verstrekkingsverzoeken worden alleen beschikbaar gesteld voor raadpleging door de patiënt.
  • Een informatiesysteem stelt alleen bouwstenen beschikbaar waar de betreffende zorgverlener zelf de auteur van is. Eventueel aanwezige kopie-bouwstenen (dus afkomstig van een andere bron) worden niet beschikbaar gesteld.
  • De bouwstenen Lengte en Gewicht kunnen met het medicatievoorschrift verstuurd worden. Ook LaboratoriumUitslag kan meegestuurd worden. Raadplegen/beschikbaar stellen van deze bouwstenen is niet in scope van MP9.

In Hoofdstuk 5 Medicatieproces wordt per deelproces uitgewerkt wanneer er sprake is van alleen beschikbaar stellen dan wel van sturen en/of beschikbaar stellen. Dit wordt ook in tabellen in het Verzamelbestand per deelproces samengevat.

3 Informatieoverdracht

Dit hoofdstuk is nog in review. Onderstaande versie komt overeen met 20250425 Hoofdstuk 3 Informatieoverdracht.docx.

Dit hoofdstuk biedt een overzicht van de informatiesystemen, systeemrollen, transacties en de daarbij betrokken bouwstenen in MP9. Het beschrijft kort hoe deze begrippen zich tot elkaar verhouden en hoe deze gebruikt worden in de beschrijving van deze informatiestandaard.

3.1 Overzicht begrippen

Vastgelegde medicatiegegevens worden in de vorm van instantiaties van medicatiebouwstenen uitgewisseld. Dit gebeurt via transacties tussen de informatiesystemen van zorgverleners. Transacties worden gegroepeerd in transactiegroepen die zelf weer deel uitmaken van scenario’s. Deze zijn te vinden in het tabblad Scenario’s in ART-DECOR.
Daar staat ook een overzicht van de transacties per systeemrol (actor: systeem). Elk informatiesysteem in MP9 moet bepaalde systeemrollen kunnen vervullen om de bijbehorende transactie uit te kunnen voeren.
In het tabblad Dataset in ART-DECOR is de generieke dataset te vinden met alle voor MP9 relevante gegevenstypen. Een transactiedataset is een subset van deze generieke dataset. Het bevat de bouwstenen en data-elementen die in de betreffende transactie uitgewisseld kunnen of moeten worden. De kardinaliteit en conformiteit van de data-elementen worden per transactie gespecificeerd. Zie voor uitleg hierover de Handleiding Kardinaliteiten en conformance.
Een usecase beschrijft een praktijksituatie in de zorg waarvoor de informatie-uitwisseling wordt gespecificeerd aan de hand van:

  • Actoren:
    Personen en informatiesystemen die bij de usecase betrokken zijn. Het gaat daarbij om de rollen die deze actoren vervullen:
    bedrijfsrollen: voorschrijver, verstrekker, toediener, patiënt
    systeemrollen: sturend, ontvangend, raadplegend en beschikbaarstellend systeem
  • Transacties:
    Welke informatie wordt uitgewisseld, wanneer, en tussen welke systemen en systeemrollen.

In het rapport Informatiestandaarden; basis voor gegevensuitwisseling in de zorg staat nadere uitleg en achtergrondinformatie over deze begrippen en hun onderlinge relatie.

3.2 Informatiesystemen, systeemrollen en transacties

Deze paragraaf beschrijft de informatiesystemen, systeemrollen, transacties en daarbij betrokken bouwstenen binnen MP9.

3.2.1 Typen informatiesystemen

Binnen MP9 worden verschillende typen informatiesystemen onderscheiden op basis van hun functionele rol:

  • EVS elektronisch voorschrijfsysteem
  • AIS (ziekenhuis)apotheek informatiesysteem
  • PGO persoonlijke gezondheidsomgeving
  • eTDR elektronisch toedienregistratiesysteem
  • TrIS trombose informatiesysteem

XIS is de generieke term om een informatiesysteem mee aan te duiden.

3.2.2 Systeemrollen en bijbehorende transacties en bouwstenen

Een systeemrol is een functie die het systeem vervult in de uitwisseling van gegevens. Het gaat om de volgende algemene functies:

  • Sturend systeem stuurt gegevens naar een Ontvangend systeem
  • Ontvangend systeem ontvangt gegevens van een Sturend systeem
  • Raadplegend systeem vraagt gegevens op bij een Beschikbaarstellend systeem
  • Beschikbaarstellend systeem stuurt de gevraagde gegevens naar een Raadplegend systeem

Een informatiesysteem kan een of meer van deze systeemrollen vervullen.

In tabel 3.1 hieronder staat een overzicht van de systeemrollen binnen MP9 met hun afkorting, de bijbehorende transactie en bouwstenen. In ART-DECOR is voor elke transactie te vinden hoe de betrokken bouwstenen daarin worden ingevuld.

Tabel 3.1 Systeemrollen, transacties en bouwstenen
Systeemrol Afkorting Transactie Betrokken bouwstenen
Scenario Medicatievoorschrift
VoorschriftSturend MP-VOS Sturen medicatievoorschrift MA met of zonder VV; Lengte, Gewicht
Eventueel meesturen van de nierfunctiewaarde met het voorschrift verloopt via de transactie Lab2Zorg. Zie Leeswijzer meesturen nierfunctiewaarde met voorschrift.
VoorschriftOntvangend MP-VOO Ontvangen medicatievoorschrift
Scenario Afhandelen medicatievoorschrift
VoorschriftAfhandelingSturend MP-VAS Sturen afhandeling medicatievoorschrift TA met of zonder MVE
VoorschriftAfhandelingOntvangend MP-VAO Ontvangen afhandeling medicatievoorschrift
Scenario Medicatiegegevens
MedicatieGegevensSturend MP-MGS Sturen medicatiegegevens Eén of meer:
MA, VV, TA, MVE, MTD, MGB, WDS
MedicatieGegevensOntvangend MP-MGO Ontvangen medicatiegegevens
MedicatieGegevensBeschikbaarstellend MP-MGB Beschikbaar stellen medicatiegegevens
MedicatieGegevensRaadplegend MP-MGR Raadplegen medicatiegegevens
Voorstelgegevens
VoorstelVerstrekkingsverzoekSturend MP-VVS Sturen voorstel verstrekkingsverzoek VVV
VoorstelVerstrekkingsverzoekOntvangend MP-VVO Ontvangen voorstel verstrekkingsverzoek
AntwoordVoorstelVerstrekkingsverzoekSturend MP-AVVS Sturen antwoord voorstel verstrekkingsverzoek AVVV
AntwoordVoorstelVerstrekkingsverzoekOntvangend MP-AVVO Ontvangen antwoord voorstel verstrekkingsverzoek
VoorstelMedicatieafspraakSturend MP-VMS Sturen voorstel medicatieafspraak VMA met of zonder Lengte, Gewicht
VoorstelMedicatieafspraakOntvangend MP-VMO Ontvangen voorstel medicatieafspraak
AntwoordVoorstelMedicatieafspraakSturend MP-AVMS Sturen antwoord voorstel medicatieafspraak AVMA
AntwoordVoorstelMedicatieafspraakOntvangend MP-AVMO Ontvangen antwoord voorstel medicatieafspraak

3.2.3 Informatiesystemen en systeemrollen

Een informatiesysteem kan verschillende systeemrollen vervullen. Tabel 3.2 laat voor elk informatiesysteem zien welke dit zijn.
Op dit moment (Q1 2025) zijn de voorstelgegevens hier nog niet in meegenomen, aangezien dat nog verder uitgewerkt wordt.

systeemrol EVS AIS PGO eTDR TrIS
MP-VOS - - -
MP-VOO - - - -
MP-VAS - - - -
MP-VAO - - -
MP-MGS
MP-MGO
MP-MGB
MP-MGR

Tabel 3.2 Informatiesystemen en systeemrollen


Figuur 3.1 is een grafische weergave hiervan:

Figuur 3.1 Informatiesystemen en systeemrollen
Figuur 3.1 Informatiesystemen en systeemrollen

3.3 Scenario's en usecases

Deze paragraaf geeft een beschrijving van de volgende scenario's:

  • Medicatievoorschrift
  • Afhandelen Medicatievoorschrift
  • Medicatiegegevens

Bij elk scenario wordt aangegeven wat voor usecases daarbij horen. De bijbehorende procesbeschrijvingen staan in Hoofdstuk 5 Medicatieproces. Het scenario Voorstelgegevens is hier nog niet opgenomen omdat dit op dit moment (Q2 2025) nog verder wordt uitgewerkt.
Er is gekozen voor een onderverdeling per scenario en niet per usecase. Dit is gedaan omdat binnen het medicatieproces geen 1-op-1 relatie tussen usecase en scenario bestaat. Het deelproces Voorschrijven kent bijvoorbeeld de usecase voorschrijven, maar ook de usecase ontvangen afhandeling voorschrift, het ontvangen en beantwoorden van een voorstel van een verstrekker of het opstellen van een overzicht van medicatiegegevens. Alle drie de scenario’s komen hierbij aan de orde. Omgekeerd kan het scenario Medicatiegegevens voor allerlei verschillende usecases gebruikt worden. Een beschrijving per scenario is daarom het meest efficiënt.

3.3.1 Scenario Medicatievoorschrift

3.3.1.1 Doel en relevantie

Doel is het versturen van een medicatievoorschrift door de voorschrijver naar de verstrekker.

3.3.1.2 Proces

Dit scenario is van toepassing in de usecase voorschrijven van medicatie tijdens het deelproces Voorschrijven.

3.3.1.3 Bedrijfsrollen en activiteitendiagram

Bedrijfsrol (actor) Beschrijving bedrijfsrol
Voorschrijver Sturen medicatievoorschrift naar verstrekker
Verstrekker Ontvangen medicatievoorschrift van voorschrijver

Activiteitendiagram scenario Medicatievoorschrift

3.3.1.4 Systemen en systeemrollen

De voorschrijver maakt gebruik van een EVS (elektronisch voorschrijfsysteem). De verstrekker maakt gebruik van een AIS (apotheekinformatiesysteem).

Systeem Naam systeemrol Systeemrolcode Beschrijving systeemrol
EVS VoorschriftSturend MP-VOS Sturen medicatievoorschrift naar verstrekker
AIS VoorschriftOntvangend MP-VOO Ontvangen medicatievoorschrift van voorschrijver

Componentendiagram scenario Medicatievoorschrift

3.3.1.5 Samenhang bedrijfsrollen, systeemrollen en transacties

Usecase Bedrijfsrol Systeem Systeemrol Transactiegroep Transactie
Medicatievoorschrift Voorschrijver EVS MP-VOS MedicatieVoorschrift (Sturen/Ontvangen) Sturen medicatievoorschrift
Verstrekker AIS MP-VOO Ontvangen medicatievoorschrift

UML-diagram scenario Medicatievoorschrift

3.3.2 Scenario Afhandelen medicatievoorschrift

3.3.2.1 Doel en relevantie

Doel is het informeren van de voorschrijver door de verstrekker over het afhandelen van een medicatievoorschrift.

3.3.2.2 Proces

Dit scenario is van toepassing in de usecase afhandelen medicatievoorschrift tijdens het deelproces Ter hand stellen.

3.3.2.3 Bedrijfsrollen en activiteitendiagram

Bedrijfsrol (actor) Beschrijving bedrijfsrol
Verstrekker Sturen afhandeling medicatievoorschrift naar voorschrijver
Voorschrijver Ontvangen afhandeling medicatievoorschrift van verstrekker

Activiteitendiagram scenario Afhandelen medicatievoorschrift

3.3.2.4 Systemen en systeemrollen

De verstrekker maakt gebruik van een AIS (apotheekinformatiesysteem). De voorschrijver maakt gebruik van een EVS (elektronisch voorschrijfsysteem).

Systeem Naam systeemrol Systeemrolcode Beschrijving systeemrol
AIS VoorschriftAfhandelingSturend MP-VAS Sturen van afhandeling medicatievoorschrift naar voorschrijver
EVS VoorschriftAfhandelingOntvangend MP-VAO Ontvangen van afhandeling medicatievoorschrift van verstrekker

Componentendiagram scenario Afhandelen medicatievoorschrift

3.3.2.5 Samenhang bedrijfsrollen, systeemrollen en transacties

Usecase Bedrijfsrol Systeem Systeemrol Transactiegroep Transactie
Afhandelen medicatievoorschrift Verstrekker AIS MP-VAS VoorschriftAfhandeling (Sturen/Ontvangen) Sturen afhandeling medicatievoorschrift
Voorschrijver EVS MP-VAO Ontvangen afhandeling medicatievoorschrift

UML-diagram scenario Afhandelen medicatievoorschrift

3.3.3 Scenario Medicatiegegevens

3.3.3.1 Doel en relevantie

Doel is het versturen, ontvangen, beschikbaar stellen en raadplegen van medicatiegegevens door zorgverleners en patiënt. Bijvoorbeeld:

  • Beschikbaar stellen van een MGB die tijdens het proces van medicatieverificatie is vastgelegd;
  • Raadplegen van medicatiegegevens ten behoeve van het opstellen van een toedienlijst;
  • Sturen van een stop-MA door een voorschrijver naar de voorschrijver van de oorspronkelijke MA;
  • Beschikbaar stellen van een TA en MVE door de verstrekker;
  • Raadplegen van medicatiegegevens door een patiënt.

3.3.3.2 Proces

Dit scenario komt in elk van de deelprocessen in Hoofdstuk 5 Medicatieproces aan de orde.

3.3.3.3 Bedrijfsrollen en activiteitendiagram

Het scenario Medicatiegegevens kan bij alle bedrijfsrollen (zorgverleners en patiënt) van toepassing zijn.

Bedrijfsrol (actor) Beschrijving bedrijfsrol
Alle actoren Sturen medicatiegegevens
Ontvangen medicatiegegevens
Beschikbaar stellen medicatiegegevens
Raadplegen medicatiegegevens

Activiteitendiagram scenario Medicatiegegevens

3.3.3.4 Systemen en systeemrollen

De generieke term XIS kan voor elk informatiesysteem staan, naast EVS en AIS bijvoorbeeld ook:

  • PGO (persoonlijke gezondheidsomgeving)
  • TrIS (trombose-informatiesysteem)
  • eTDR (toedieningsregistratiesysteem)
Systeem Naam systeemrol Systeemrolcode Omschrijving
XIS MedicatieGegevensSturend MP-MGS Sturen medicatiegegevens aan medebehandelaar/patiënt
MedicatieGegevensOntvangend MP-MGO Ontvangen medicatiegegevens van medebehandelaar/patiënt
MedicatieGegevensBeschikbaarstellend MP-MGB Beschikbaar stellen medicatiegegevens aan medebehandelaars/patiënt
MedicatieGegevensRaadplegend MP-MGR Raadplegen medicatiegegevens bij medebehandelaars/patiënt

Componentendiagram scenario Medicatiegegevens

3.3.3.5 Samenhang bedrijfsrollen, systeemrollen en transacties

Usecase Bedrijfsrol Systeem Systeemrol Transactiegroep Transactie
Medicatiegegevens Alle actoren XIS MP-MGS Medicatiegegevens (Sturen/Ontvangen) Sturen medicatiegegevens
MP-MGO Ontvangen medicatievoorschrift
MP-MGB Medicatiegegevens (Beschikbaar stellen/raadplegen) Beschikbaar stellen medicatiegegevens
MP-MGR Raadplegen medicatiegegevens

UML-diagram scenario Medicatiegegevens

4 Consolideren

Dit hoofdstuk is nog in review. Onderstaande versie komt overeen met 20250428 Hoofdstuk 4 Consolideren.docx

In de voorgaande hoofdstukken zijn de medicatiebouwstenen beschreven en is toegelicht hoe deze worden vastgelegd en uitgewisseld. In dit hoofdstuk wordt het principe van consolideren uitgelegd. Hiermee wordt bepaald welke bouwstenen binnen 1 MBH op enig moment geldig zijn. Dit is bijvoorbeeld van belang voor:

  • genereren van overzichten van de medicatiegegevens van een patiënt op enig moment
  • medicatiebewaking
  • receptendatabase apotheker

Ook tijdens migratie en in de hybride situatie is consolideren van belang. Zie hiervoor de Implementatiehandleiding migratie en hybride V2.0. De regels en afspraken in de hybride situatie zijn complementair aan de consolidatieregels die in dit hoofdstuk beschreven worden.
In paragraaf 4.1 wordt het begrip consolideren toegelicht.
Paragraaf 4.2 bevat uitleg over de bijbehorende consolidatieregels. Deze regels worden met voorbeelden uitgewerkt.
Paragraaf 4.3 beschrijft de regels voor het bepalen van de effectieve periode van een bouwsteen.
Paragraaf 4.4 geeft uitleg over de toepassing van de regels voor overzichten van medicatiegegevens.

4.1 Wat houdt consolideren in?

Met het proces van consolideren worden uit alle beschikbare bronnen de medicatiegegevens verzameld en wordt bepaald wat op dat moment de geldige bouwstenen zijn. ‘Geldig’ wil zeggen dat een bouwsteen de afspraken bevat waar de zorgverlener naar mag handelen. Voorbeeld:
Vanaf de datum dat een TA ongeldig gemaakt is door een stop-MA (dus vanaf de eindDatumTijd van die MA) mag een apotheker niet meer verstrekken op die TA.
De geldigheid van een bouwsteen is bijvoorbeeld van belang bij het maken van overzichten, zodat elke bouwsteen in de juiste context getoond/geplaatst kan worden.
Bij consolideren worden de volgende stappen doorlopen:

  • Verzamelen bouwstenen
Eerst moeten de beschikbare bouwstenen verzameld worden. Met de transactie Raadplegen medicatiegegevens (zie paragraaf 3.3.3 Scenario Medicatiegegevens) worden voor een bepaalde tijdsperiode bouwstenen verzameld uit alle beschikbare bronnen .
  • Ontdubbelen identieke bouwstenen
In principe zouden dubbele bouwstenen niet moeten voorkomen aangezien de betrokken informatiesystemen bij deze transactie alleen eigen medicatiegegevens beschikbaar mogen stellen, geen kopiebouwstenen. In enkele gevallen kan dit toch voorkomen. Het informatiesysteem moet daarom eventuele identieke bouwstenen kunnen identificeren en ontdubbelen.
  • Toepassen consolidatieregels
Met consolidatieregels wordt bepaald welke bouwstenen op enig moment geldig zijn. In de volgende paragraaf worden deze consolidatieregels uitgewerkt.

4.2 Consolidatieregels

4.2.1 Waarom zijn regels nodig?

Bij raadplegen worden bouwstenen uit alle beschikbare bronnen verzameld. Binnen een MBH kunnen verschillende typen bouwstenen voorkomen, bijvoorbeeld MA, VV, TA en MVE. Ook kan medicatie worden gestart, gestopt en gewijzigd, resulterend in verschillende instantiaties van bouwstenen van eenzelfde type. Bijvoorbeeld bij tijdelijk onderbreken is er een MA met daarna een stop-MA en een nieuwe MA.
Zorgverleners en patiënt moeten op elk moment kunnen zien wat de bedoeling is met een bepaald geneesmiddel. Alle informatiesystemen moeten op dezelfde manier bepalen welke therapeutische bouwstenen op enig moment geldig zijn, oftewel: welke bouwstenen de afspraken bevatten waarnaar gehandeld mag worden.

Hiervoor zijn de consolidatieregels opgesteld. De regels moeten worden toegepast op:

  • de afspraakbouwstenen MA, TA, en WDS
  • MGB

Hoewel MGB geen afspraken bevat, is deze wel van belang voor medicatieverificatie en overzichten van medicatiegegevens. Daarom wordt deze toch in de consolidatieregels meegenomen. ‘Ongeldig’ betekent in geval van een MGB dat de informatie in deze bouwsteen achterhaald is.
MTD’s komen niet voor in deze regels. Een MTD is een registratie van een handeling die al heeft plaatsgevonden. Een stop-MA of stop-TA heeft daarom geen invloed op een eenmaal vastgelegde MTD.

4.2.2 Hoe zien de consolidatieregels voor MP9 eruit?

Een stop-bouwsteen stopt alleen een bouwsteen van hetzelfde type en maakt deze daarmee dan ongeldig. Een MA kan dus worden gestopt door een stop-MA, die een nieuwe eindDatumTijd heeft. Op die eindDatumTijd maakt deze stop-MA daarnaast ook de gerelateerde TA, WDS en alle eerdere MGB’s ongeldig.
Ook een stop-TA en stop-WDS stoppen de bouwsteen van hetzelfde type. Ze maken verder alleen MGB’s ongeldig.
MGB’s worden door elke nieuwe MA, TA en WDS ongeldig gemaakt, en daarnaast ook door elke nieuwe MGB van eenzelfde type auteur. Alleen in geval van parallelle TA’s maakt een nieuwe MGB alleen die MGB’s ongeldig die bij dezelfde TA horen.

De consolidatieregels binnen één MBH zijn dan als volgt samen te vatten:
1. Een stop-MA maakt op diens eindDatumTijd ongeldig:

  • de originele MA waarnaar deze stop-MA verwijst, én
  • de TA en WDS die ook naar die originele MA verwijzen
  • alle eerdere MGB’s

2. Een stop-TA maakt op diens eindDatumTijd ongeldig:

  • de originele TA waarnaar deze stop-TA verwijst, én
  • alle eerdere MGB’s

3. Een stop-WDS maakt op diens eindDatumTijd ongeldig:

  • het WDS waarnaar dit stop-WDS verwijst, én
  • alle eerdere MGB’s

4. MGB's worden door elk type nieuwe MA, TA en WDS ongeldig gemaakt.
5. Elk type MGB maakt eerdere MGB’s ongeldig, mits afkomstig van eenzelfde type auteur.

  • Uitzondering: In geval van parallelle TA's maakt een nieuwe MGB alleen de oudere MGB's ongeldig die bij dezelfde TA horen en van eenzelfde type auteur komen.

Op annuleer-bouwstenen zijn dezelfde regels van toepassing. Na het toepassen van de consolidatieregels blijven alleen de geldige bouwstenen over.
De regels zijn van toepassing op de meest gangbare situaties binnen een MBH. Er kunnen echter situaties bestaan die onvoldoende ondervangen worden met deze regels. Wanneer een systeem op basis van bovengenoemde regels niet kan bepalen welke afspraken geldig zijn, moet dit worden aangegeven aan de eindgebruiker. Deze kan dit dan verder zelf beoordelen.
Een eenmaal ongeldig gemaakte bouwsteen kan niet meer opnieuw geldig worden. Dan moet er een nieuwe bouwsteen worden aangemaakt.

In de volgende paragraaf worden voorbeelden gegeven van de uitwerking van deze regels. De Implementatiehandleiding Consolidatie/afleidingsregels biedt een (niet-normatief) stappenplan voor een mogelijke praktische uitwerking van de regels.

4.2.3 De consolidatieregels uitgewerkt in voorbeelden

De regels zijn hieronder uitgewerkt in voorbeelden van mogelijke situaties. De groen gekleurde bouwstenen zijn de geldige bouwstenen, bouwstenen in zwart cursief zijn niet meer geldig.
Bij stopafspraken gaat het zowel om stop- als om annuleer-afspraken.

4.2.3.1 Medicatie op voorschrift - algemeen

Basissituatie
De meest eenvoudige volgorde is: een medicamenteuze behandeling begint met een MA, gevolgd door een TA die de MA concreet invult. Eventueel wordt medicatiegebruik vastgelegd. Alle bouwstenen zijn in dit geval geldig:

MA – TA – MGB

Nieuwe MA in bestaande MBH (wijziging)
(regel 1)
Als in een bestaande MBH voor een wijziging een technische stop-MA een nieuwe MA worden vastgelegd, zijn de bijbehorende eerdere MA, TA’s en MGB’s niet meer geldig.

MA – TA – MGBstop-MAMA

Varianten:

  • Een TA of MGB die na de nieuwe MA wordt vastgelegd is wel weer geldig:
MA – TA – MGBstop-MAMAstop-TATA
MA – TA – MGBstop-MAMAstop-TATAMGB
  • Als de patiënt geheel moet stoppen met de medicatie is de nieuwe MA een stop-MA. Deze stop-MA is geldig, de gestopte MA niet meer.
MA – TA – MGBstop-MA

Nieuwe TA in bestaande MBH
(regel 2)
Soms is een nieuwe TA bij een bestaande MA nodig, bijvoorbeeld bij verstrekking van een ander product vanwege preferentiebeleid. De nieuwe TA en technische stop-TA maken eerdere TA’s en MGB’s ongeldig:

MATA – MGBstop-TATA

Variant:

  • Een MGB die na de nieuwe TA wordt vastgelegd is wel weer geldig:
MATA – MGBstop-TATAMGB

MGB eerder vastgelegd dan TA
(regel 2)
Het kan voorkomen dat een MGB is vastgelegd voordat de TA is vastgelegd. Deze MGB is na vastlegging van de TA niet meer geldig:

MA – MGB
MAMGBTA

Als daarna opnieuw een MGB wordt vastgelegd, is deze wel weer geldig:

MAMGBTAMGB

4.2.3.2 Medicatie op voorschrift met wisselend doseerschema

Basissituatie
De meest eenvoudige volgorde is: een MBH begint met een MA, een TA vult deze MA concreet in en met een WDS wordt invulling gegeven aan de dosering.

MA – WDS – TA

Nieuw WDS
(regel 3)
De gebruiksperiode van het WDS is afgelopen en er wordt een nieuw WDS gemaakt:

MA – WDS – TA – WDS

Dat maakt het eerdere WDS niet ongeldig, maar voor toepassing in bijvoorbeeld een overzicht zal het eerdere WDS niet of minder relevant zijn.

Wijziging WDS
(regel 3)
Voor het wijzigen van een WDS wordt een stop-WDS aangemaakt en een nieuw WDS met de gewijzigde informatie:

MAWDSTAstop-WDSWDS

Een stop-WDS maakt een eerder WDS wel ongeldig.

Stoppen van medicatie met WDS
(regel 1)
Stoppen van medicatie met WDS (regel 1) Medicatie met een WDS wordt met een stop-MA gestopt:

MA – WDS – TAstop-MA

Wijzigen van TA
Het wijzigen van een TA gebeurt met een stop-TA, bijvoorbeeld bij wijzigen van handelsproduct. Dit heeft geen invloed op het WDS:

MA – WDSTAstop-TATA

4.2.3.3 Medicatie op voorschrift met toekomstige MA's en TA's

Basissituatie
Een MBH kan meerdere actuele MA’s, TA’s en MGB’s bevatten, zowel huidige als toekomstige. Beide typen zijn geldig. De TA’s en MGB’s moeten wel adequate verwijzingen bevatten naar de huidige dan wel de toekomstige afspraak.
Hieronder wordt dit uitgewerkt, op volgorde van RegistratieDatumTijd. De toekomstige bouwstenen heten hier TMA, TTA en TMGB.

MA – TMA
MA – TA – TMA – TTA
MA – TAMGBTMA – TTA – TMGB

Variant:

  • De verstrekker legt een nieuwe toekomstige TA vast vanwege levering van een andere sterkte van een medicijn. De patiënt heeft nog voldoende voorraad voor enkele weken op basis van de eerdere TA. De eerdere TA blijft geldig.
MA – TAMGBTTA

Nieuwe MA in situatie met toekomstige MA's en/of TA's
(regel 1)

  • De huidige MA wordt gewijzigd. Daarvoor wordt een nieuwe MA vastgelegd en een stop-MA met verwijzing naar de huidige MA. De 3 voorbeelden hierboven komen er dan als volgt uit te zien:
MATMAstop-MAMA
MA – TATMATTAstop-MAMA
MA – TA – MGBTMATTATMGBstop-MAMA
  • De toekomstige MA wordt gewijzigd. Daarvoor wordt een nieuwe MA vastgelegd en een stop-MA met verwijzing naar die toekomstige MA (is dus annuleer-MA). De 3 voorbeelden hierboven komen er dan als volgt uit te zien:
MATMAannuleer-TMATMA
MATATMA – TTAannuleer-TMATMA
MATAMGB – TMA – TTA – TMGBannuleer-TMATMA
  • Soms is er geen MA beschikbaar in de MBH. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren doordat de MBH is gestart met een TA of MGB, of doordat de MA niet opgeleverd is bij het raadplegen. De voorschrijver kan dan een stop-MA zonder verwijzing naar een MA vastleggen. Hiermee worden alle bestaande bouwstenen binnen deze MBH ongeldig gemaakt. Eventueel kan de voorschrijver dan alsnog een nieuwe MA binnen deze MBH aanmaken.
TA – MGBstop-MA-zonder-verwijzingMA
TA – TTA – MGBstop-MA-zonder-verwijzingMATMA
TA – MGB – TTA – TMGBstop-MA-zonder-verwijzingMATMA

Nieuwe TA in situatie met toekomstige MA’s en/of TA’s
(regel 2)

  • Er wordt een (nieuwe) TA gemaakt voor alleen de huidige MA, met verwijzing naar die huidige MA. Hieronder volgen 3 voorbeelden:
MATMATA
MATATMATTAstop-TATA
MATA – MGBTMATTATMGBstop-TATA
  • Er wordt een (nieuwe) TA gemaakt voor de toekomstige MA, met verwijzing naar die toekomstige MA. De 3 voorbeelden komen er dan als volgt uit te zien:
MATMATATTA
MATATMATTAannuleer-TTATTA
MATAMGBTMATTA – TMGBannuleer-TTATTA

4.2.3.4 Zelfzorgmedicatie

Gebruik van zelfzorgmedicatie als paracetamol kan met MGB worden vastgelegd:

MGB

Variant:

  • Als een voorschrijver besluit deze behandeling te formaliseren met een MA, gelden vervolgens de regels hierboven. Hieronder enkele voorbeelden op volgorde van RegistratieDatumTijd:
(regel 1)
MGB – MGBMA
MGB – MGBMA – MGB
MGB – MGBMA – TA – MGB
(regel 2)
MGB – MGBMAMGBTA – MGB
(regel 4 en 5)
MGB – MGBMAMGBMGB

4.2.3.5 Medicatiegebruik vastgelegd door verschillende auteurs

(regel 5)
Een MGB maakt alleen eerdere MGB’s van hetzelfde type auteur ongeldig. Enkele voorbeelden:

MGB-pat = MGB vastgelegd door patiënt
MGB-zvl = MGB vastgelegd door een zorgverlener

MA – TA – MGB-zvl – MGB-pat
MA – TA – MGB-pat – MGB-zvl
MA – TAMGB-patMGB-pat
MA – TA – MGB-zvlMGB-patMGB-pat
MA – TAMGB-zvl – MGB-patMGB-pat – MGB-zvl

4.3 Regels voor het bepalen van de effectieve periode

In deze paragraaf worden afleidingsregels beschreven om de effectieve periode van een bouwsteen te bepalen. Het nummer bij iedere afleidingsregel staat voor de volgorde waarin de regels moeten worden uitgevoerd. Medicatiegebruik wordt niet meegenomen in deze regels omdat dit niet weergeeft wat de bedoeling van de zorgverlener is.
Deze afleidingsregels vormen de basis voor het bepalen van de actuele afspraken. Er zijn uitzonderingssituaties denkbaar die gerelateerd zijn aan het slechts deels beschikbaar hebben van medicatiegegevens. Deze zijn niet uitgewerkt.

A) Medicatie starten
Maken medicatieafspraak
Medicatie wordt gestart door het vastleggen van een MA. Deze kent een Gebruiksperiode met startDatumTijd, eindDatumTijd en tijdsDuur.

regel 1a: De effectieve periode van een MA is gelijk aan diens Gebruiksperiode.

Maken toedieningsafspraak
Een TA vult een MA concreet in. De TA kent een Gebruiksperiode met startDatumTijd, eindDatumTijd en tijdsDuur.

regel 1b: De effectieve periode van een TA is gelijk aan diens Gebruiksperiode.

Als een MA een onderliggende TA kent, geldt:

regel 2a: De effectieve periode van de MA is gelijk aan die van de TA.

B) Medicatie stoppen
Stoppen medicatieafspraak
Het definitief stoppen van medicatie, en dus de MBH, gebeurt door het maken van een stop-MA met stoptye ‘gestopt’ en:

  • startDatumTijd = startDatumTijd van de originele MA
  • eindDatumTijd = datum waarop de medicatie gestopt wordt.

De effectieve periode van de originele MA is vervangen door die van de nieuwe stop-MA.

regel 1c: Wanneer een MA definitief gestopt wordt dan is de effectieve periode van de MA de effectieve periode van de stop-MA.

Stoppen toedieningsafspraak
Een stop-TA vult een stop-MA concreet in. Zo kan bijvoorbeeld worden uitgedrukt dat het stoppen ingaat met de volgende GDS uitgifte. In dit geval verandert dat dus de effectieve periode, volgens regels 1b en 2a.
regels 1b en 2a: effectieve periode stop-MA = effectieve periode stop-TA

C Medicatie wijzigen
Wijzigen medicatieafspraak
De voorschrijver wijzigt medicatie binnen de MBH door het stoppen van de originele MA1 en het maken van een nieuwe MA2. De voorgaande afleidingsregels veranderen hierdoor niet:
regel 1a: effectieve periode nieuwe MA2 = Gebruiksperiode MA2
regel 1c: effectieve periode MA1 = Gebruiksperiode stop-MA

Wijzigen toedieningsafspraak
Een MA wordt concreet ingevuld door een TA. Op deze TA kan een wijziging plaatsvinden (zie paragraaf 5.3.2). Er kunnen dus meerdere achtereenvolgende TA’s onder één MA worden gemaakt. De effectieve periode van de MA wordt nu bepaald door alle onderliggende TA’s.

regel 2b: De effectieve periode van een MA loopt vanaf de vroegste startDatumTijd van de TA’s tot aan de eindDatumTijd van de laatste TA.

Er kunnen parallelle toedieningsafspraken onder één medicatieafspraak zijn waarvan de RegistratieDatumTijd en startDatumTijd gelijk zijn. Beide zijn dan tegelijk geldig; daarmee wijzigt regel 2b niet.

D) Medicatie tijdelijk onderbreken en hervatten
Onderbreken van medicatie gebeurt door het maken van een stop-MA met stoptype 'onderbroken' en dezelfde startDatumTijd als de originele MA. De eindDatumTijd van de stop-MA is het moment van tijdelijk onderbreken.
Hervatten gebeurt door het maken van een MA met als startDatumTijd de datum van hervatten. Het stoptype ‘onderbroken’ zorgt ervoor dat de medicatie als actueel herkend blijft worden. Dit is van belang voor bijvoorbeeld medicatiebewaking en overzichten van medicatiegegevens.

regel 1d: Tijdelijk onderbreken van medicatie beïnvloedt niet de effectieve periode. De effectieve periode blijft gelijk aan de effectieve periode van de originele MA.

Als niet hervat wordt moet de medicatie alsnog gestopt worden met stoptype 'gestopt'. Hiermee wordt voorkomen dat de medicatie onterecht als actueel gezien blijft worden.

4.4 Overzichten van medicatiegegevens

Na het consolideren resulteert een set van geldige bouwstenen. Op basis hiervan kunnen overzichten van medicatiegegevens worden gegenereerd. Er zijn allerlei situaties en doeleinden denkbaar waarin een overzicht van medicatiegegevens gebruikt wordt. Hiervoor is dus niet één definitie of beschrijving te geven. Zo’n overzicht kan ook verschillende vormen hebben (papier, pdf, presentatie op een beeldscherm etc.).
Voorbeelden van overzichten zijn:

Voor elke situatie zal een eigen wijze van presentatie gekozen worden, in overleg tussen gebruiker of organisatie en leverancier. Met behulp van de regels voor het bepalen van de effectieve periode kan bijvoorbeeld een indeling gemaakt worden naar actuele en recent gestopte medicatie. In paragraaf 5.4 Deelproces Toedienen wordt het opstellen van een toedienlijst behandeld.

Er zijn overigens situaties denkbaar waarin de consolidatieregels niet tot een compleet en/of volledig accuraat overzicht leiden, bijvoorbeeld omdat de patiënt geen toestemming tot delen heeft gegeven. Daarom is altijd medicatieverificatie wenselijk.

5 Medicatieproces

Nog nader uit te werken

  • Globale beschrijving zorgproces medicatie
    • indeling in 4 deelprocessen Voorschrijven, Ter hand stellen, Toedienen en Gebruiken
    • daarnaast ook toelichting op de deelprocessen Medicatieverificatie en het klinische proces
  • Zie ook tekst informatieparagraaf bij Richtlijn Overdracht van Medicatiegegevens in de keten
  • Overzichtsplaatje aanpassen of nieuw maken
  • Aangeven dat in zorgproces men te maken heeft met gebruiken, vastleggen en uitwisselen van medicatiegegevens in de vorm van medicatiebouwstenen
  • De verschillende deelprocessen benoemen; deze worden in de volgende paragrafen uitgewerkt.
  • Link naar overzichtspagina met alle praktijkvoorbeelden: Praktijkvoorbeelden MP9


6 Aanvullende informatie

Nog nader uit te werken

  • Onderdelen uit huidige hoofdstukken 8 en 9
  • Eventuele overige informatie die nog niet elders is verwerkt